Tekstweergave van 1372_1022_003
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
v
i
,»
3
•*•
"DIENSTCfEIIEIM
Terzake
van
het
enkele
feit
dat
een
gebouw
is
aangewezen
voor
vordering
in
"buitengewone
omstandigheden
zullen
uiteraard
geen
verplichtingen
voor
het
Rijk
ten
aanzien
van
vergoedingen
en
dergelijke
worden
aanvaard.
De
aan-
dacht
zij
er
op
gevestigd
dat
indien
over
de
te
treffen
voorzieningen
door
minnelijk
overleg
geen
overeenstemming
met
de
eigenaar
van
het
gebouw
kan
worden
"bereikt,
de
in-
stantie,
ten
"behoeve
waarvan
de
vordering
eventueel
moet
worden
gedaan,
aan
de
"betreffende
minister
kan
voorstel-
len
de
Wet^verzekering
beschikbaar
blijven
van
goederen'"'
(Wet
van
10
juli
1952,
Stb.
40?)
toe
te
passen.
Tenslotte
deel
ik
U
mede
dat
de
ingevolge
de
cir-
culaire
van
mijn
toenmalige
ambtsvoorganger
van
8
decem-
ber
1964,
nr4
ER64/U6704,
gevraagde
gegevens-omtrent
de
op
grond
van
de
Vorderingswet
1962
ten
behoeve
van
de
bescherming
bevolking
en
van
de
verplaatsing
bevolking
eventueel
te
vorderen
gebouwen
niet
meer
bij
mij
behoeven
te
worden
ingediend,
omdat,
zoals
hierboven
is
gesteld,
het
verlenen
van
de
voorlopige
instemming
in
het
vervolg
op
provinciaal
niveau
zal
geschieden.
Ik
moge
U
verzoeken
de
burgemeesters
in
Uw
ambts-
gebied
van
het
bovenstaande
in
kennis
te
stellen,
waar-
toe
de
nodige
exemplaren
van
de
se
circulaire
zijn
bijge-
voegd»
DE
MINISTEE
VAN
BINNENLANDSE
ZAKEN,
-'
DIENSTGEH1IM
!
'
j
,