Tekstweergave van NL-HtBHIC_7048_33_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
restement, woordelyk biidende als volgt: ik herroep by deze alle testamenten en uiterste „Wils dspotsheen die ik vóór heden, hetzen by publieke „hitzy by onderhandsche acten, of onder welken form ook „gemaakt of verleden heek, dezelven voor wil en „van bewaarde beschouwende ik benoem en uithetuen tot zynen eeessen en huiverseelen erfgenaam en alle mijne natitaten roerende en onroerende Goederen niets geschimeerd noch uitgezonderd, zynen Echtgenoot Mathys Jansen en zulks met uitstuiting van alle anderen, welke eeuig regt op myne natelaten Skcessie zonder Kunnen pretenderen, alles hiet magt en faculteit aan zyde van dezen heynen Echtgenoot om myne nalatenschap, hetzy geheel of wel gedeeltelyk, te kunnen verkoopen en verteren, der nochtang zal datgene, wat hy Stomvende van Zynen boedel zal nalaten, moeten komen aan hen, welken, in Cos ik ab intestatie zoude zyn overleden, tot mynen boedel en nalatenschap zouden No 25.8 zyn bezigtige geweest dt is myne laatste en Uiterst wil. dt testament in Voege voorschreven door de testatrice aan my Notaris gedicteerd zijnde, heb ik eigenhandig zonder eenige verkorting, openlating noch tesschen voegeng Geschreven zoodanig, als zulks door de testatrice is gedicteerd, hetzelven is wyders door my aan welgemelde testatrice voorgelezen, welke Verklaart den inhoud van dien wel te verstaan en daarby te persesteren als hare lasht en Uiterste wil bevekende; alles in presenten van meergenoemde Vier getuigen, die deeze op tyd en plaats als voorzegd, met my Notaris hebben getekend, declarerende de testatrice niet te kunnen kkenen, als in het schryven oervaren zynde, en hebbende de getuigen Renier Siebers voornoemd even eens niet te kunnen tekenen, als niet hebbende leven Schrryven Gereepstreerde Vouwren de twee bladen Gener te Bormeer den vyf en Jan martens twintigsten Iuny achttien honderd vier endertig deel Els folio zeven en tachts Jan Jochieal recto zevende vak à folio zwenen tacht verse derde rak Ontvanggen twee Guldens J: Marteris 480 vier tgtent riyt, zelfdesom regt daarenben 38 40 1.82 maekendemet deacht endes hy Gplentten 1440 4 ƒ6.6„ zes Guldens tweeen zictig eneen 2. B laer C:er halver Cent dientvanger Imsind 17