Tekstweergave van NL-HtBHIC_7048_87_0250

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
1848. N:o 136.„ 140. Op heden den Achttienden Augustus achttien onderd acht en veertig, heb ik Iohannes Iosephus Percient, Notaris in het Arrondissement 's Herto genbosch, residerende te Boumur, mij begeven ten huize van den Heer Christiaan van den Bosch, te Tamberk, alwaar voor mij in tegenwoordigheid van de natenoemen aan mij bekende getuigen Compareerde. De Hoog Edel Gestring Hus llemens Bernhard Frederik de Sturler, Ridder der Militeure Wil„ lems orde Derde klesse, gepensioneerd Luitenant Kolonel, wonende te Tambeek Te kennen gevende voornemens te zijn ingevolge gedane bekendmaking, op heden t dezer plaatse door het Ministirie van mij Notaris over te gaan tot de openbare veiling en provisionele toewijzing van de hierna beschreven onroerende voiderin, wraar van de finale toewijzine, zoo dezelve plaats heeft zal geschieden op vrijdag den eersten september dezes jaars, des namiddags nu zeven ure, ten voormelde huize van den Heer Christiaan vun den Bosch, en zulks op de netvolgende generaa en speciele luesten en voorwaarden: Artikel Een. Deze verkoopingen zal geschieden, eerst bij opbod, en vervolgens door het stellen vun hoogen, zullende de hoogste bieders gehouden zijn dadelijk te stellen een of wierhaogen, doende elke hoog vyf gulden, waarvan zullen strekken, vier vijfde tot vermeerdering van den koopprijs en één vyfde ten voordik vande onthoogden, en zal het gedachte ten voordeele vande onthaag den verstrekkende één vijfde gedeelte der hagen, door dn definitieve koopers, zonder eenige korting of inhouding aan de koop- of onkostpuningen moeten worden uitgekeerd, dadelijk bij definatie toewijzing Artikel Twee. De verhoogingen welke tusschende provisionele infinele toewijzing zouden mogen worden gedaan, zullen ten kantore vein dendoren geteekende Notaris moeten geschieden, en de kosten vande verbalen dier verhooging en komen ten laste vande verhoogers Artikel Drie Tien bod of verhooging zal mogen gedaan of behoeven aangenomen te worden deen door en ven bekende bevoegde en solventi per„ somn. Artikel Vier. De koopers zullen de goederen aan vaarden, zoo en in dien staat als dezelve zich bevinden, zonder wegens mindere maat dan de opgegevene of onzigtbare gebreken aan dezelve eenige schude vergoeding te kunnen vorderen, staande en legginde de goederen van het ooeenblik du