Tekstweergave van NL-HtBHIC_7048_88_0304
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
1849.
N=o
154
en
159.
Op
heden
den
een
en
twintigsten
Septem
ber
achttien
honderd
negen
en
veertig,
heb
ik
Io
hannes-
Iosephus
Verbunt,
Notaris
in
het
arronais„
semint
I
Hertogenbosch,
residerende
te
Bormer,
mij
begeven
ten
huize
en
herberge
van
Arnoldus
schoenmakers
te
Oploo,
alwaar
voor
mij,
in
te„
genwoordigheid
van
de
na
te
noemen
aan
mij
be
—
kende
getuigen,
compareerde
Solefridus
Henkens,
meester
ijzersmid
wonende
te
Oploo
Te
kennen
gevende
voornemens
te
zijn
ingevolge
gedane
bekendmaking,
op
heden
door
het
ministerie
van
mij
Notaris
over
te
gaan
tot
de
openbare
veiling
en
provisi
onde
toewijzing
van
de
hierna
beschrevene
onroerende
goe
deren,
waarvan
de
finale
toewijzing
zoo
dezelve
plaats
heeft
zal
geschieden
op
vrijdag
den
acht
en
twintigsten
der
loo
pende
maand,
des
namiddags
na
vijf
ure,
en
zulks
op
de
navolgende
lasten
en
voorwaarden
Artikel
een
Deze
verkooping
zal
geschieden
erst
by
opbod
en
voorts
door
het
stellen
van
hoogen,
zullen
de
de
hoogste
bieder
gehouden
zijn
dadelijk
te
stellen
een
of
meer
hoogen,
doende
elke
hoog
vijf
gulden,
waarvan
zullen
strekken
vier
vijfde
tot
vermeerdering
van
den
koopprijs,
en
éen
vijfde
ten
voordeele
van
de
onthoogden,
zullende
het
gedachte
ten
voordeele
van
de
onthoogden
verstrekkende
een
vijfde
ge
deelte,
aan
hen
door
den
definitiven
kooper
moeten
worden
uitgekeerd
onmiddelijk
bij
de
finale
toewijzing,
zonder
eenige
hor
ting
aan
den
Koopprijs
of
de
onkosten
dezer
verkooping
Artikel
twee
Teen
bod
of
verhooging
zal
mogen
ge„
daan
of
behoeven
aangenomen
te
worden
dan
door
en
van
notair
bovoegde
en
Tolvente
personen
Artihel
drie
De
kooper
zal
de
goederen
aanvaar
den,
zoo
en
in
dien
staat
als
dezelve
zullen
worden
bevonden
te
zijn,
zonder
wegens
mindere
maat
dan
de
op
gegevene
of
onzichtbare
gebreken
aan
dezelve
eenige
scha
de
vergoeding
te
kunnen
vorderen,
staande
en
leggende
de
goederen
van
het
oogenblik
der
finale
toewijzing
af,
voor
rekening
en
ten
gevare
van
den
kooper
Artikel
vier
De
kooper
zal
zonder
eenige
vorderin
tot
vrijwaring
te
hebben
moeten
dragen
en
gedoogen,
alle
nadeelige
erfdienstbaarheden,
zoowel
verborgene
als
zichtbare
waarmede
de
goederen
zijn
bezwaard,
en
wederhierig
komen
ten
zijnen
voordeele,
al
de
voordeelige
die
hij
zoude
kan„
nen
rectameren,
echter
is
alle
verschil
daarover,
zoode
—
eischende
als
verwerende
voor
zijne
rekening
en
gevare
Artikel
vijf
De
grond
belasting
der
goederen
zal
voor
rekening
van
den
kooper
ingaan
den
eersten
Januarij
achttien
honderd
vijftig
Vrtikel
Zes.
De
kooper
zal
binnen
acht
dagen
—
na
de
finale
toewijzing,
ten
kantore
van
den
ondergeteeken
de
Notaris,
boven
en
behalve
de
kooppenningen
moeten
betalen
a.
de
regten
van
Zegel,
registratie
en
overschrijveng
benevens
de
kosten
van
de
grosse
of
het
afschrift
van
de
ver„
balen
dezer
verkooping,
en
6.
de
verdere
verschotten
en
het
hondra
ruum
den
notaris
wegens
deze
verkooping
Competerend
ar