Tekstweergave van NL-HtBHIC_7128_213_0094

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
de C N=o 45. Den negentiende Maart achttien honderd Eenen twinti een eerst Groste„ ten behoeve van ae Geem: Creditrica afgegeen MR 182.1. Compareerde voor ons Andries Joseph van der Marck, Openbaar Notaris residerende te Grave Hoofdplaats van het Kanton, provintie Noord Braband thans nog ressorterende onder de regtbank van Eersten aanleg te Nymegen provintie Gelderland. Adriaan Roelofs, Bouwman, en zijne huisvrouw Maria van den Seuij, woonachtig te Linden Kanton Grave.— Dewelken Verklaarden, wel en deugdelijk ieder in Solidum, schuldig te zijn, aan en ten behoeve van Gerarda Sweerts, weduwe van wijlen Derk Peters, Rentenierse woonachtig binnen deze Stad, de summa van Acht Honderd Guldens Nederlandsch Courant, wegens van haar ter leen Ond„ vangene Gelden, het geen door ons Notaris bij absentie der Creditrice is geaccepteerd geworden En verklaarden Comparanten Debiteuren gez: Summa van Acht Honderd Guldens aan gem„ Creditrice promptelijk te zullen opleggen, en betalen op den Eersten Maart van den Jare achttien Honderd Twee en Twintig, mits de Creditrice drie Maanden, bevorens behoorlijk de Comparanten Debiteuren Waarschuwe, en welke waarschuwing Comparanten Debiteu „ren, zich verbinden aan de Creditrice insgelijks te doen, ingeval dezelven de aflossing van gemelde Summa van