Tekstweergave van NL-HtBHIC_7128_213_0123

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
deeling myner nalatenschap tusschen de Sub A en 6 Geinstitueerden ter eenre en de Sub Brimo en Secundo Geinstetueeren ter andere zyde zal zyn geschied de sub Secundo geenstituurde Erfgename Elisa„ beth Gerrits, onmiddelyk daar na aan de gezamenlyke kinderen van Are noldus Lucassen, zal uitbetalen de hier voor aan hun gezamenlik, boven en behalve hunne geinstituuerde Portie, gelegaleerde Summa van vyf Honderd Gulden, waar mede alzoo de portie van gezegde Elisabeth Gerrits is beznaard; zullende deze uitbetaling behooren te geschieden, minstens ten genoege dier gezamenlyke kinderen genaarborgd te worden, voor en aleer myne nalatenschap tusschen myne sub Primo en Secundo Gein Stituurde Erfgenamen finaal zal mogen worden verdeeld.— Ik begeve eindelyk dat ingeval van van Voor overlyden, het aandeel in het Een achtste Gedeelte, aan die der sub A of B Geinstituurde Erfgenamen zal accres seren, welken my zullen Overleven, zonder dat evenwel, in las van vooroverlyden van een der Geonstituurden subA, die uccressie zal plaats hebben, ten fareure der Gunstituur den Sub B /:enoir en Urder :/ zoo lang een der Geinstituerden Sub A in leven zal zyn; zullende eerst dan het Een achtste Gedeelte der Gundtitueerden Sub a, aan de Geinstitueerden Sub B, /:insgelyks over en Urder:/ accuiseren, wanneer alle de Sub A Geinditueer de Erfgenamen, vóór my en zonder wettige desienden ten natelaten, mogten komen te overliden en zonder dat alsdan van die ccressie de Sub Primo en Secundo Geenititeurde Erfgenamer Zullen