Tekstweergave van NL-HtBHIC_7128_215_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
N:o
2.
t
mitsgaders
in
hanenei.
gen
naam
ter
zake
der
Ge„
meenschap
van
Goederen,
tusschen
haar
in
haren
gez.
Man
bestaan
hebbende
Goedgekeurd.
1
Huijberen
Barten
J:
Janssen.
A:
Emers
Van
den
dlarck
notE
1822
op
heden
den
Tienden
January
en
duizend
acht
Honderd
Twee
en
twintig
Zyn
voor
ons
Andries
Joseph
Van
der
Marck,
Openbaar
Notaris,
residerende
te
Grave,
Hoofdplaats
van
het
kanton,
provintie
Noord
Braband,
thans
nog
ressorterende
onder
de
Regtbank
van
Eersten
aan-
leg
Te
Nimegen,
Provintie
Gelderland
gecompareerd:
1=o
Honora
vergeest,
eerst
te
Beers
thans
te
Cuijk
woonachtig,
in
hare
Kwaliteit
als
Moeder
en
Voogdesse
over
hare
drie
nate-
meldene
kinderen,
in
huwelijk
met
wijlen
haren
Man
Hendrik
Braningen,
verwekt.
2=o
Marten
Peters,
Bouwman,
woonachtig
te
Cuijk,
thans
in
hu„
welijk
hebbende
Honora
Vergeest,
weduwe
van
gezegde
Hendrik
Braningen,
in
zijne
kwaliteit
als
mede
voogd;
-
en
eindelijk.
3=
Huybert
Huijbers,
Bouwman,
woonachtig
te
klein
Linden,
in
sijne
kwaliteit
als
toeziende
voogd,
over
Ian,
—
Hendricu;
en
Hendrientje
Braningen
Kinderen
van
Hendrik
Branin-
gen,
en
Honora
vergeest
voormeld;
En
eindelijk
4:
Jan
Barten,
Bouwman
woonachtig
te
Beers.
En
verklaarde
eerstgemelde
Comparante:
Dat
haren
Eersten
Man
Hendrik
Braningen
den
dertigsten
Mei
achttien
Honderd
Twintig
te
Beerswas
komen
te
Overlyden.
Dat
Comparante
een
tweede
huwelijk
zullende
Contracteren
vooraf
den
familie
Raad
hadde
doen
bij
eenroepen
ten
einde
Overeenkomstig
artikel
drie
Honderd
Vijf
en
Negentig
van
het
Burgerlijk
Wetboek
over
de
Conseeratie
der
wettige
Voog-
dyschap
van
gemelde
Minderjarige
te
doen
decideren.
Dat
de
famille
raad,
gehouden
voor
den
Heere
vredereg
ter
dezes
kantons
den
Twee
en
twintigsten
februarij
achtien
Honderd
Een
en
Twintig,
heeft
besloten
dat
Comparante
de
wettige
voogdij
over
hare
drie
gemelde
Minderjarige
kinderen
Zoude
blijven
Conserveren,
blijkens
deliberatie,
behoorlijk
geregistreerd,
en
bij
welke
tevens
de
Mede
voogdij
overge
Zegde
Minderjarigen,
aan
hare
gemelde
tweeden
Man
werdt
gegeven
en
opgedragen.
Dat