Tekstweergave van NL-HtBHIC_7128_233_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No 69.70. hier van een Eerste Goth of geqeven en behoen van Credtuuren. Van der Meever 9 nots 338 1835 N„o 70 Compareerden voor ons Andries Joseph van der March, openbaar Notaris, residerende te Grave, hoofdplaats van het kanton, arrondesse ment SHerlogenbosch, provincie Noordbraband. Hendricus Wilhelmus D' Herripon, blaauwverwer en zyne huisvrouw Wilhelmina Bodenstaff zon- der beroep, wonende te Grave, laatstgemelde door haren man ten deze geauthoriseerd en geassisteerd. Dewelke ieder en solidum onder afstand van alle beneficien en exceptien regtens ver- klaarden wel en wettig en deugdelyk schuldig te wezen aan en ten behoeve van en ten behoeve van den Heer Lambert van Roer, fabrikant en zine huisvrouw Mejufvrouw Johanna van den Bergh, zonder beroep, ingelyks wonende alhier te Grave, solidaire crediteuren, hier present en zulks accepterende, eene kapita le Summa van elf honderd Gulden, neder landsch courant, wegens van gemelde crediteu ren ter leen ontvangene penningen ten bedrage van gemelde summa van Elf honderd Gulden, aan debiteuren ten genoegen toegeteld. En verklaarden debiteuren voormeld ieder in solidum van gemelde kapitale Summa- van elf honderd gulden, aan handen en ten huize van opgemelde crediteuren hun ne erfgenamen of regtverkrigenden inte ressen te zullen betalen ten bedrage van vyf pro cent Jaarlyks, welke gerekend zullen worden te zyne ingegaan den vyftienden December dezes Jaars achttien honderd vyfendertig en waar van het eerste Jaar zal zyn omgekomen den vyf- tienden December achttien honderd zes en dertig en daarmede te continueren tot de geheele afbetaling Peen