Tekstweergave van NL-HtBHIC_7128_237_0104
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
5
n
1
5
S
1
i
5
„
„
1
ƒ12
Regt
10.55
2.43
23
op
sal
i
07
zegen
965
Imet
„
1/96
Zegel
depot
16
17.14
N=o
292
lasten
en
voorts
moeten
toleveren
alle
zoodani-
ge
passive
apparente
en
occulte
servituten
waarmede
gemeld
huis
en
erve
zoude
kunnen
zyn
bezwaard,
behoudens
dat
het
hun
zal
vrystaan
zich
hiertegen
te
verzetten
en
te
verde-
digen
en
de
actieve
servituten
ten
hunnen
voordeele
te
doen
gelden
alles
echter
ten
laste
pericule
en
riico
der
koopers
aan
welken
de
bewyzen
van
vorigen
eigendom
ter
presentie
van
ons
Notaris
en
getuigen
zyn
overgegeven
geworden
Waarvan
acte
gemaakt
en
gepasseerd
ten
kantore
van
ons
Notaris
op
heden
te
Grave
den
derden
February
een
duizend
acht
honderd
zeven
en
dertig
in
tegenwoordigheid
van
Antoon
Christiaan
Algie,
timmerman
en
Leopold
Schuyffel,
geweermaker,
beiden
te
Grave
woonachtig
als
getuigen
hiertoe
erpres
verzocht;
—
En
hebben
Partyen
ende
getuigen
deze
na
gedane
voorlezing
met
ons
Nolaris
geteekend.
7
He
_
Renupo
Wilhelmina
d
Herrepen
gebore
Bodenstaff
„laam
Boer
J:
C:
Van
Roer
geboore
Van
Den
Bergh.
AJ
Algie
L:
Schuyffel
Van
der
Marr
net
/:Op
de
Expeditie
staat
Overgeschreven
ten
kantore
der
Hypotheken
tes
Borch
den
tienden
February
1800
Zeven
endertig
deel
198
N.o
31,
en
ingeschreven
ambtchalve
deel
94
N.o
333
en
334.
-
Ontvangen
voor
regb
23
Opcenten
Talaris
en
Zegels
der
Registers
Zeventien
gulden
Veertien
Cent
De
Bewaarde
/.
geteekend
J.I.
Verfelt
N=o
11.
1837-
N.o
11
315
fo„
Compareerde
voor
ons
Andries
Joseph
van
der
Marck,
openbaar
Notaris,
residerende
te
Grave,
hoofdplaats
van
het
kanton,
arron
dissement
'SHertogenbosch,
Provincie
Noord-
braband
De
wel
Edele
Heer
Pieter
Joseph
Walter
welhouder,
woonachtig
binnen
deze
stad.
Dewelke
verklaarde
verhuurd
te
hebben
voor
den
tijd
van
drie
achtereenvolgende
Jaren
aan
Elisabeth
cornelissen,
weduwe
van
Mathys
Breuker,
zonder
beroep,
wo
nende
te
Grave
stipulerende
in
deze
ten
behoeve
van
hare
dochter
Gerardina
Ber=
nardina
Fredriea
Breuker,
tapster,
mede
wonende
te
Grave,
waarvoor
zy
comparante
in
huur
is
accepterende:
Een
huis
en
erve
staande
en
gelegen
in
het
korte
rogstraatje
binnen
deze
stad,
belend
de
eenezyde
de
huurster,
de
andere
zyde
de
verhuurder
van
voren
de
gemelde
straat.
En
zulks
voor
den
tijd
van
drie
achtereen
volgende
Jaren
ingegaan
primo
January
achttien
honderd
zeven
en
dertig
en
eindigende
ultimo
December
achttien
honderd
negen
en
dertig,
voor
eene
Summa
van
Zestig
gulden
ieder