Tekstweergave van NL-HtBHIC_7128_262_0003
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
N
118
1851
Voor
Sephanus
Petrus
Antonius
de
Bruijn
Notaris
gevestigd
te
Grave,
Arrondissement
'S
Hertogenbosch,
Provincie
Noordbrabant,
in
tegenwoordigheid
der
natenoemene
getuigen,
com
pareerde:
Hendricus
Hendriks
Landbouwer
wonende
te
Escharen.
Welke
Comparant
bij
deze
heeft
erkend,
wegens
aan
hem
ter
leen
gegeven
gelden,
wel
en
deugdelijk
schuldig
te
zijn
aan
den
Heer
Aieguste
nus
Ambrosius
Franciscus
Verstraaten
Notaris
wonende
te
Mil„
die
alhier
tegenwoordig
zulks
is
accepterende,
eene
som
van
Zeven
honderd
vijftig
gulden
Nederlandsch;
belovende
de
Debiteur
van
dat
kapitaal
jaarlijks
op
den
eersten
Februarij,
en
wel
allereers
op
den
eersten
Februarij
achttien
honderd
negen
en
vijftig,
te
zullen
betalen
een
interest
van
vier
en
een
half
ten
honderd,
voorts
de
hoofdsom
zelve
jaarlijks
op
gelijken
tijd
terug
te
geven,
doch
niet
voor
den
eersten
Februarij
achttien
honderd
negen
en
vijftig,
wanneer
daartoe,
ten
minsten
drie
maanden
te
voren,
van
de
eene
of
andere
zyde,
opzegging
wordt
gedaan
Tot
zekerheid
en
waarborg
voor
de
deruggave
van
opgemelde
hoofdsom
aan
zeven
honderd
vijftig
gulden
Nederlandsch
met
de
interessen
daarvan
al
komende
zoo
als
hierboven
is
gezegd
voorts
voor
de
onverkooptelyk
voor
de
nakoming
dezes
aantewendene
kosten,
heeft
de
Debiteur
by
deze
verbon
den
in
gehijpothekeerd
de
volgende
onvoerende
goederen
onder
Linden
gelegen
1„o
Een
huis
en
erf
met
tuin
en
bouwland,
zamen
groot
vier
en
twintig
roeden
twee
en
tachtig
ellen
Sectie
B
Numero's
92,
125,
126
en
127-
2:o
Een
perceeltje
bouwland,
de
Hossert
genaamd,
groot
twintig
roeden
tachtig
ellen
Sectie
B
Nummer
179.
Welke
verbondene
perceelen
de
Debiteur
heeft
verklaard
te
zyn
vrij
van
alle
verder
hijpotheek.
Voorts
is
tusschen
den
Debiteur
in
den
Heer
Crediteur
overeengekomen:
5:o
Dat
de
betaling,
zoowel
van
het
kapitaal
als
van
de
interesen
zal
moeten
geschieden
ten
woonhuize
van
den
Crediteur
of
van
den
westigen
hou
der
van
de
grosse
dezer
acte
in
goede
gangbare
zilveren
Nederlandsche
munt
specien
en
op
geene
andere
wijze
hoe
ook
genaamd
2:o
Dat,
bij
gebreke
van
betaling
der
jaarlijksche
interessen
op
den
verschijn
dag,
de
geheele
verschuldigde
zoo,
de
om
met
de
dan
vervallen
zijnde
onteres„
Ten
aanstonds
en
met
volle
regt
vorderbaar
zijn
zal
zonder
dat
daartoe
eenig
bevel
of
andere
soortgelijke
acte
wordt
vereischt,
als
zullende
de
De
biteur
door
het
inkel
verloop
van
den
bepaalden
dag
in
gebreke
zijn
3„o
Dat,
by
de
evenuiele
teruggave
van
het
kapitaal,
alle
kosten
van
denun
ciatie
en
van
het
roijement
der
de
nemene
inschrijving
ten
laste
van
den
De
biteur
komen
zullen
—
4:e
lat