Tekstweergave van NL-HtBHIC_7128_262_0005
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
N
117
ƒ1857
Voor
Sephanus
Petrus
Antonius
de
Bruijn
Notaris
gevestigd
te
Grave,
Arrondissement
'S
Hertogenbosch,
In
vincie
Noordbrabant,
in
tegenwoordigheid
der
natenoemene
gelui„
gen,
compareerde:
—
Maria
Derks
weduwe
van
wijlen
Ian
Roijendijk
Lano
bouwersche
wonende
te
Mil„
Welke
Comparante
bij
deze
heeft
erkend,
wegens
aan
haar
ter
leen
gegeven
gelden,
wel
in
deugdelijk
schuldig
te
zijn
aan
Vrouwe
Catharina
Aleijda
Maria
van
Cooth
weduwe
van
wijlen
den
Heer
Cornelis
Hubertus
Tork
rentenursche
wonende
de
Ravenstein,
eene
som
van
vij
honderd
vijftig
gulden
No
derlandsch,
namens
welke
Vrouwe
Creditrice,
te
Heer
Augus
tinus
Ambrosius
Franciscus
Verstraaten
Notaris
wonende
te
Mil,
als
mondeling
gevolmagtigde,
alhier
is
tegenwoordig
en
aannemende;
belovende
de
Debitrice
van
dat
kapitaal
jaarlijks
op
den
eersten
Februarij,
en
wel
allereerst
op
den
eersten
Februari
achttien
honderd
negen
en
vijftig,
te
zullen
betalen
een
interest
van
vijf
ten
honderd,
voorts
de
hoofdsom
zelve
jaarlijks
op
gelijken
tyd
terug
te
geven,
doch
niet
voor
den
eersten
February
achttien
honderd
negen
en
vijftig,
wanneer
daartoe,
ten
minsten
drie
maanden
te
voren
van
de
eene
of
andere
zijde,
opzegging
wordt
gedaan
Toe
zekerheid
en
waarborg
voor
de
teruggave
van
opgemelde
hoofdsom
van
vijf
honderd
vijftig
gulden
met
de
interessen
daarvan
afkomende
zoo„
als
hierboven
is
gezegd,
voorts
voor
de
onverkooptelijk
voor
de
nakoming
dezes
aantewendene
kosten
heeft
de
Debitrice
by
deze
verbonden
in
ge
hypothekeerd
de
volgende
goederen
gelegen
onder
Mil,
als:
1.o
Een
huis
en
erf
met
bouw-weiland
en
heide,
zamen
groot
twee
dun„
ders
achttien
roeden,
Sictié
F
Numero's
671,
672,
673
en
756
en
2„o
Een
perceel
weiland
groot
drie
en
vyftig
roeden
veertig
ellen
Sectie
Nummer
572
Verklarende
de
Debitrice
dat
met
betrekking
tot
deze
geldleening
tue
schen
haar
in
de
Vrouwe
Creditrice
is
overeengekomen:
_„o
Dat
de
betaling,
zoowel
van
het
kapitaal
als
van
de
interessen,
zal
moezen
geschieden
den
woonhuize
der
Vrouwe
Creditrice
of
van
den
westege„
houder
van
de
grosse
dezer
acte,
in
goede
gangbare
zilveren
Nederlandsche
mantspecien
en
op
geene
andere
wyze
hoe
ook
genaamd
2:o
Dat,
bij
gebreke
van
betaling
der
jaarlijksche
interessen
op
den
verschijndan
de
geheele
verschuldigde
hoofdsom
met
de
dan
vervallen
zijnde
interessen
aan
stonds
en
met
volle
regt
vorderbaar
zijn
zal
zonder
dat
daartoe
eenig
bevel
of
andere
soortgelyke
acte
wordt
vereischt;
als
zullende
de
Debitrice
door
he
enkel
verloop
van
den
bepaalden
dag
in
gebreke
zijn-
3:
Dat