Tekstweergave van NL-HtBHIC_7128_265_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
V 65 Ct: N 138 1860 In het jaar Een Duizend Acht Honderd Zestig, vrijdag den negenden November, des namiddags om half twee rene Ten verzoeke van Johannes van Kuppeveld bouwman te reek weduwenaar van Maria van Haven, overleden aldaar den veer„ tienden Maart achttien honderd Eenenvyftig, en met welke hij in den Jare Achttien honderd Zes en veertig, zonder huwelyksche voorwaarden, en dus in volle gemeenschap van goederen is gehuwd, zynde dezelve zyne huisvrouw ab intestato overleden, zoo voor zich, als in hoedanigheid van vader en wettigen voogd over zynen minderjarigen zoon Peter Mar„ tinus van Kuppeveld, by opgemelde zyne vrouw in huwelyk verwekt In tegenwoordigheid van Johannes van Haren bruuman te keent, in hoedanigheid van toeziende voogd over voornoemden minderjarigen, daartoe benoemd en aangesteld voor het kanton-geregt te Grave en op denzelven dag beëe digd, namelyk op den vyfen twintigsten October dezes jaars, blykens Proces-ver„ baal van dien dag, behoorlyk geregistreerd Ter conservatie der regten van Partijen en alle anderen die het zoude kun nen of mogen aangaan, zal er door ons Stephanus Petrus Antonius de Bruijn, Notaris, residerende te Grave, Arrondissement 'T Hertogen, bosch, Provincie Noord-Brabant, en by wezen van Herdrikus van den Hoogen en Gerdar Madena van Kappeveld, bouwlieder beide wonende te reek als getuigen hiertoe verzocht, worden overgegaan tot de Inventarisaen en beschrijving van alle Meubelen - Huisraden - Linnen en Pella - Bouwen akkermans gereedschappen, vee, en in ’t algemeen van alle roerende goederen en voorwerpen, door den rekwirant met wijle, voorgemelde zyne huisvrouw in gemeenschap bezeten geweest. op de vertooning, welke zal worden gedaan door den rekwirant, welke heeft belooft alles te zullen opgeven, vertonen en aanwijzen, en niets te zullen terughouden, en zulks op de straffe bij de wet bepaald, welke en hetgeen hij verklaard heeft aan hem door ons Notaris zijn uitgelegd, wel te verstaan. De Inventarisatie zal geschieden naar mate de voorwerpen zal, len worden vertoond en aangewezen, zullende de Schatting worden gedaan door Martinus van de Schant bouwman te reek, hierbij tegen woordig, en als zoodanig beëedigd voor het kanton geregt te Grave op den vyf en twintigsten der vorige Maand, blykens Proces-verbaal van dien dag, be„ hoorlyk geregistreerd. Vervolgens tot de Inventarisatie overgaande hebben wij bevonden In een bezyden kamer 30 len Bed met toebehoren op detig Gulden 8 Een kastje op acht gulden 5 Een stelsel op vyf gulden 3 schilderyen, blaadpe en borden op drie gulden 5 soelen en tafel, acht gulden 1 50 brood en tafelmesser en vorken op een gulden vyftig Cents In de keuken of voorhuis 30 Een kabiret op dertig Gulden 1 25 Een theerekje met kopjes op een gulden vijfen twintig Cents 8 Een Huisklik op acht gulden 3 50 schildergen en spiegel op drie gulden vyftig Cents 4 stoelen op vier gulden 3 twe tafels op drie gulden 10 len rek met tnnen telder en schotels op tien gulden 50 2 Aardewerk op twee gulden vyftig Cents 2 lantaam en koperen lampen op twee gulden 2. twee koperen kosfypotten, op twee gulden vuurgereedschappen - hangyzer pick enketel op vier gulden 25 4 vyfen twintig Cents, met koekepan Spek negen gulden 30 gebleekt doek Zestien gulden 40 3 . Kerkboeken acht gulden veertig Cents bed lakens Kussenslopen en latellakens op zevenen twintig 27 gulden 186 Transportere 40