Tekstweergave van KKO7536-436-146

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
DIPHTERIE ' . Men meldt ons: In de gemeenten Mill en Langenboom heerscht onder de jeugd in vrij hevige mate diphterie. De laatste dagen heeft de ziekte zich uitge- bteid. Verscheidene patienten zijn naar het St. Canisiusz'iekenhuis te Nijmegen orergebracht. Vier kinderen, van wie twee uit e& gezin zijn aan de ziekte bezweken. De autoriteiten hebben de scholen doen sluiten om het besmettings- gevaar te verminderen. | ^-1 I op dolfijnen in de Maos j Een gevqarlijke poging zonder resultaat li . Een zeer uilzonderlijke visscherij heefi dezer dagen plaats gehad op de Maas bij Lith, en wel het visschen met de zegen op dolfijnen. Reeds eenige dagen waren in de Maas ler plaatse twee reusachllge visschen gesignaleerd, welke een lengte hadden van naar schaiting zes meter, en een diametei van 1 meter. . { f Zij kwamen om de vijf minuten aan de i oppervlakte om lucht te happen, zoodat men vermoedde met zoogdieren te doen te hebben en wel met bminvisschen. Dit is in vroeger jaren ook al eens voorgekomen en | eens is .vissdier. v. d. Zanden uit Lith er in .! geslaagd zulk een bruinvisch in een zegen te i vangen. De oude visscher heeft thans zijn drie : zoons aangespoord te trachten ook deze beide jj visschen te verschalken. De kolossen waren i, de Maas opgezwommen, doch bij het stuw-i com.plex:te Lith.werd hun den weg versperd,, onidat zij door hun enormeh omvang niet in staat wiren gebruik te maken van de z.g. zalmtrappen, welke daar gemaakt zijn om de'visschen bezijden de stuw te laten pas- sfteren naar het hoogere gedeelte van de Maas. Er zat voor de beesten dus niets anders op dan reohts omkeert le maken, waarna zij_ zich. verscheidene dagen ophielden in de on- middellijke nabijheid van Lith. De drie ge^; breeders v. d. Zanden besloten een poging te- wagen om de visschen te vangen, eenerzijds uit een sportief oogpunt, en anderzijds om- dat dergelijkfe beesten misschien wel veel- vraten zouden zijn, die de beste visch weg- kaapten. Men trok er op uit met een motor- boot en een roeibopt, gezamenlijk bemana , met twin tig koppen. Na den omtrek te heb ­ ben afgezocht, kreeg men de visschen in het oog. Twee booten, waartussehen ee'ti extra sterke zegen, was gespami^n,-voeren om de vissciien h'een, zoodat zij zich , in het, net moesten beVinden.' Toen. de zegen wei^ ' op- . gehaald, w^ren er echter ,geen bruinvisschen te bekerinen, maar wel twee groote gaten van ongeveer twee meter in het vierkant, waardoor de visschen dus waren heen -ge^- zwommen.'Op o-ngeveer een kilometer af?tand zagen de visschers de kolossen weer opdul- ken- Tot.driemaal toe werd de poging her-, haald, dbch telkens was het resultaat negatirf. Drie zegens werden zwaaar beschadigd, de visschen wisten steeds te ontsnap- pen. Toevallig passeerde in een motorboot de inspecteur der visscherij, de heer v- Brakel uit Dordrecht. Deze constateerde, dat de visschers niet gevischt hadden op brum- ^ visschen, maar op . dolfijnen. Volgens den heer vafl Brakel mag het een geluk genoemd worden, dat met een dergelijke primitieve visscherij geen ongelukken zijn gebeurd. Het had gemakkelijk kunnen voorkomen, dat de dolfijnen, die naat schatting een gewicht heb ­ ben van 1500 pond, de booten met hun be- manning met hun staart hadden weggeslagen. Dergelijke enorme visschen kunnen alleen met een harpoen door deskundigen worden gevangen. _ . j De visschen houden zich thans in de om- geving Van Maarn op. Sedert menschen- heugenis heeft zich nimmer een dolfijn in de Maas opgehpude'n.' , Het, Is . dan opk loiel ,-te verwondeceh, dat ^/elph den oever,.turen, cm de. zeldzame beesten tte zien japduikert Stet, feit,. dat zich Zaterdag nog , een derde dolfijn bij het paar heeft gevoegd, heeft de belarigr stelling- nog doen toenemen. Men vermoedt, dat de , dolfijnen in de Maas verdwaald zij,n ';eraakt, doordat zij in den paartijd een rusr 'e plekje. hebben willen opzoeken.