Tekstweergave van KKO7536-438-033

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
De reclasseeringsambtenaar de heer ,Van Berkel deelde nog mede dat de zusters van Regina Coeli medewerking hebben toegezegd. Uitspraak over 14 dagen. Uitlokking van inbraak te Berghem. Den arbeider H. v. d- Vondervoort, bij- genaamd „De Snep", te Berghem, gede- tineerd die vervolgens wordt voorge- leid legt die officier ten laste, dat hij in Mei 1934 heeft uitgelokt. dat A. J. Hendriks en L. Vos bij hem inbraak pleegden door hun te voren te zeggen hoeveel geld hij in huis had, hoe zij het geld het beste konden stelen en waar- door zij naar binnen konden klimmen. Verdachte bekent. Hij was pen- ningmeester van het Doktersfonds. Hij had aan Toon de Soep en Bijs de Sijp voorgesteld zij hadden gevraagd of h.ij geen zaakje voor hen wist het geld van het fonds te komen stelen. Hij heeft daartoe de noodige aanwijzingen gegeven. Het geld zou samen gedeeld yrorden, verd. heeft er ,f 20 van gekregen. Ik begrijp niet hoe ik het beb kunnen doen, verklaart verd. Ik ook niet, merkte de president op. Mr. Sassen; Wanneer heb je die 'f 20 gekregen? Verdachte; Een dag of tien later. De arbeider L. Bo k m a n s uit Berghem wordt als getuige gehoord. Hij is tweede voorzitter der R. K. Werklie- denvereeniging te Berghem. Getuige d©elt mede, dat verd. de contributie van het doktersfonds inde en bewaarde. L. Vos (Bijs de Sijp) wordt als ge ­ tuige voorgeleid. Hij zegt niet te willen getuigen omdat het hem den vorigen keer zoo zwaar Is gevallen. De president merkt op: U moet verklaren, als u het niet doet zullen er nog andere gevolgen voor u komen. Wachtmeester D e G i e r zegt, dat get. hem nog pas in het Huis van Bewaring gezegd heeft, dat hij bekende. Het blijkt nu, dat getuige niet weet waarover hij verklaren moet. De president licht het hem toe. ,Wil je nu den eed afleggen? Getuige: Neen, meneer. President: Het kan toch nooit in je nadeel zijn. Je zult niet vervolgd worden voor dit misdrijf. De Officier bevestigt dat. De president probeert het nog eens. Bijs de Sijp zegt: Ik wil niet tegen mijn medemenschen getuigen. De verdediger Mr; de Haas zegt, dat het in het belang van verdachte is als getuige spreekt. Bijs de Sijp blijft weigerachtig en wordt weggeleid. Dan wordt A. Hendriks (Toon de Soep) gehoord. Hij deelt mede, dat verd. gezegd had, dat ze maar bij hem moes- ten inbreken; hij had geld van het dok ­ tersfonds en toegelicht hoe ze er bij konden komen. Met Vos is getuige toen naar het huis van verd. gegaan. Vos is alleen naar binnengegaan, getuige bleef buiten staan. Er was / 60 a / 70 aanwezig. Dit geld is later verdeeld. De verdediger vraagt of getuige niet herhaaldelijk met Bijs de Sijp aan verd. gevraagd heeft of hij niet een zaakje voor hem wist. Getuige zegt, dat verd. hem over het geld gesproken had. De officier betoogt dat uit de ver- klaringen het misdrijf van uitlokking bewezen is. De verdachte is niet van de allererg- sten. Eenige weken te voren heeft hij bij een inbraak op den uitkijk gestaan. Spr. vraagt een jaar gevangenis- s t r a f met aftrek van het voorarrest. Verdachte vraagt een voorwaar- delijke veroordeeling. De verdediger Mr. De Haas vindt dat na de vorige zittingen de officier wel mild is in zijn requisitoir. PI. kan zich niet voorstellen, dat deze verdachte naar de twee beruchtste mis- dadigers uit Oss is gegaan om hen uit te noodigen tot deze inbraak. Dat lijkt hem volkomen onaannemelijk. Z.i. zijn de beide vrienden Soep en Sijp de mannen van wie het initiatief is uitgegaan. Het spijt pi. voor verd., dat Bijs de Sijp thans niet Wilde verklaren. Met het oog op de levensomstandig- heden waarin deze verd. verkeert verzet pi. zich tegen de geeischte straf. Deze zal meer het gezin dan den man treffen en het gezin wordt dan door den onder- gang bedreigd. Mr. de Haas vraagt overweging van een voorwaardelijke veroordeeling. De zes weken voorloopige hechtenis be- schouwe men dan als straf. Uitspraak over 14 dagen. Hebt u nooit geld aangeboden om de bakkerij in brand te steken. Verdachte: Neen, edelachtbare. President: Hoe zit het dan met uw verklaring tegenover wachtmeester De Gier? # Verdachte: Ik heb niets gezegd. Vervolgens geeft verd. te kennen dat hij twee uur met De Gier gesproken heeft en toen kwam er een andere wachtmeester met een gummistok. De president: O ja, weer mishan- deld? U hebt toch tegenover wachtmees ­ ter De Gier verklaringen afgelegd? Verdachte: Ik heb hem niet ge- ^^De president: Waaxom is de ver- zekering van de bakkerij opgezegd. Die liep den 9en Juni af. Verdachte: Da^t weet ik met. President: Eigenaardig dat de brand plaats had in den nacht van 7 op 8 Juni. Mr. Hekking wil een opmerkmg maken, doch depJ^®sidentis van oor- deel, dat een verdachte tegen zijn zin niet verdedigd kan wiorden. Mr. H e k k i n g: Maar ik heb de stUK- ken van den man. President: R&toumeert u ze dan. Nadat omtrent de afloopende en de nieuwe polls een en ander gezegd is merkt de president op, dat het wel eigenaardig was, dat verdachte ziek te Veghel lag, toen de brand woedde. Wat mankeerde u? Verdachte: Ik had een kou gepakt, President: O, dat is belangrijk, dat hebben we allemaal op zijn beurt. U hebt de kinderen laten rospen; maar hebt u den pastoor niet laten roepen? Verdachte: Neen edelachtbare. President: En wat zegt de dokter ervan? , . , Verdachte: ^Niets. ,. , ,. President: Dan is er die kwestie dat je je voeten hebt giewasschen, om ­ dat je meende bediend. te mtoeten war dien. Is de dokter nog geweest? Verdachte: Ja, daags erna. President: En nu dfe bramd, wie heeft dat gedaan? Verdachte: Bie. President: Waarcim? Verdachte: Uit haat zal het ige- weest zijn. Als eerste getuige wordt nu gehoord de wachtmeei-'ter A. v. d. Wee r d te De inbraak bij N. de Louw te Oss. Oe gtedettneerde arbei-der A. H. de Lonw heeft zich te verantwoorden voor het feit, dat hij op 7 Mei 1933 te Oss te zamen met Peer de Bie en A. J. Hendriks (dikke Toon de Soep) en L. Vos in de woning vaji N. de Louw heeft weggenomen f 300 en zulks na zich den toegang tot die ■woning te hebben verschaft door een deiir open te breken en de brandkast open te breken. Verdachte erkent, dat hii De Bie, Hen ­ driks en Vos had ontmoet, die hem vroegen of hii meeging; ze zouden gaan inbreken Hi.i behoefde niets te doen, doch zou er alleen maar hoeven te staan. De president: Toch om op den uitkijk te staan! De president leest de verklaringen voor den rechter-commissaris voor, waaruit blijkt dat hij begreep dat hii op den uitkijk moest staan. Mr. Schroder: Maar als er nu eens politic was aangekomen? V er da c h t e: Dan zou ik toch eerst voor me zelf hebben moeten zorgen. Uit het verhoor blijkt nog, dat verd. een aandeel van den buit gekregen he^t. De wijnhandelaar M. d e L o u w te Oss doet vervolgens mededeelingen over den toestand in zijn woning, waar hij arn- veerde toen de politic er reeds was. Er was ongeveer f 400 verdwenen. A. Hendriks (Toon de Soep) deelt mede dat hij van Peer de Bie gehoord had dat er veel geld moest zitten bij De Louw Toen is afgesproken daar te gaan Bteleri Op weg erheen ontmoette men verd en hij werd meegenomen. Aan verdachte werd opdracht gegeven op den uitkijk te gaan staan bij het poortje aan de achterzijde van de "Woning van den heer De Louw op den Heuvel. Oetuige doet vervolgens me over de inbraak. Hij heeft het poortje geopend; De Bie heeft de brandkast geopend. Getuige heeft er bij gestaan. De Bie nam uit de brandkast, welke aan de achterzijde opengescheurd was, een kistje met geld, 's Anderendaags het kistje werd in de Horzak verborgen bleek er pl.m. f 400 in te zijn. De verdediger M r. 't H o o f t vraagt of vooraf een deel van den buit aan verd. was beloofd. Dat blijkt niet het geval te zijn. Van een poging om Bijs de Sijp te hooren ziet de rechtbank maar af. De officier van justitie acht de medeplichtigheid bewezen. Verd. komt maar een maal in de Ossche regiS' ters voor. Hij behoort niet tot de erg- sten. De officier requireert 2 jaar en 6 m a a n d e n gevangenisstraf met af ­ trek van het voorarrest. De verdediger Mr. 't Hooft vindt dezen verdachte een der mindere gode^^i hij zou durven zeggen, dat hij niet tot de bende behoort. , .. Verdachte is overgehaald om mee te gaan; hij bleef buiten staan en is niet binnen geweest. Voor onraad kon nij niet waarschuwen, van zag hij niets. Toen de diens^ode tnuis kwam heeft Vos de heeren boven waarschuwd om heen te gaan. PI. vraagt een aanzienlijk Inspecteur V a n K e m p e n deelt nog mede, dat verd. niet gunstig bekend is. Als de Sijp van zijn rooftochten th^uis kwam ging deze het eerst naar hem toe. j Uitspraak over 14 dagen. 1 Te ruim half drie wordt de zitting her- vat. De president vindt het brutaal om het te heeten liegen wat wacht ­ meester De Gier 'heeft gerapporteerd. De president zegt dat verd. toch aan zijn verklaringen gehouden zal worden. Verdachte: Maar dat kan toch niet? , , , President: Dat kan wel en dat gebeurt. , Mr. Schroder: Wij maken uit wat er kan. , c. De marechaussee J. van der bpes uit Oss getuigt eveneens over de ver ­ klaringen van verdachte. Verdachte zegt dat het met waar ^^'President: Dus wachtmeester De Gier liegt? Verdachte: Dat zeg ik met, maar ik weet het niet wat er allem^aal opge- ^'^D^^^yksveldwaohter L. Bonstra uit Megen verklaart vervolgens over den brand. Hij heeft geconsteteerd dat er tusschen huis en garage een brandmuur was. Het brandde aan beide zijden, zoo- dat het aan twee kanten moet zijn aa^- gestoken. In den winkel had getuige snoren van braak gevonden. Getuige is nog het brandende huis ingegaan omdat er nog iemand boven zou zijn. President: Ex v/as gevaar te duch- ten voor de meid en den knecht en voor omliggende, perceelen? Getuige bevestigt dit. , ^ . Verdachte deelt mede, dat hi] het huis had kunnen verkoopen voor / 11.000. Wachtmeester De Gier heeft er een onderzoek naar ingesteld; er was wel over gesproken, maar men wilde net niet hebben. Het was'een veel te vuile boel, zei er een. M r. S c h r 6 d e r vraagt of de Bie hem nooit op de gedachte heeft gebracht het huis aan te steken. , , . Verdachte ontkent dat. _ Dan wordt Piet W. de Bie als ge ­ tuige voorgeleid. De president vestigt zyn aan- daoht op de waande van ziijn verkla^- igen, waarmise de aaak staat of valt. Be- loof je nu de waarheid te z.eggen? Piet de Bie: Ja, zeker. De president ondervraagt heim dian over de afs-tpraak met vader De Bie. De vader kon niet en toen aouden Piet en Gerrit de Bie het doen. De mioe- der liet een paar flesschen benzine ha- len en die werden meegenamen naar ge- lichtere Uitlokking van brancistichting te Megen. Nu heeft zich te verantwoor- den J. F. Benkers, hotelhouder te Veghel," gedetineerd, wien ten laste wordt gelegd dat hij in het voorjaar 19o3 te Megen opzettelijk heeft uitgelokt, dat door P. W. de Bie en G. de Bie zijn bak ­ kerij te Megen werd in brand gestoken door aan deze personen f 100 daartoe te beloven, bij welken brand verdachte's woning, schuur en bakkerij in asch werd geleigd en door welken brand gemeen gevaar te duchten was voor de zich in dat huis bevindende G. v. d. Broek en J. v. d. Rijt en gevaar te duchten was voor de omliggende perceelen. De president: Hoe zit het nu met uw verdediger? Verdachte: Ik wensch geen ver ­ dediger. Mr. Hekking, toegevoegd ver ­ dediger, acht zelfs tegen den wil van verd. het zijn plicht de verdediglng ■waar te nemen. Verdachte zegt nogmaals geen verdediger te wenschen. Mr. Hekking deelt mede dat verd. eerst een anderen verdediger had. Verd. heeft zich vervolgens met anderen in verbinding gesteld en tenslotte is spr. als verdediger toegevoegd. Verdachte: 18 Juli heb ik besloten geen verdediger te nemen. Ik kan me zelf wel verdedigen. President: Het is nogal brutaal. Je zult veel verdediglng noodig hebben Is het waar wat u ten laste gelegd wordt? Verdachte: Neen, EdelAchtbare. President: Heb je een dagvaar- dins*^ Verdachte: Die heeft Mr. Hengst meegenomen. Mr. Hekking: Die dagvaarding heb ik van Mr. Hengst, die door de familie was aangezocht, ontvangen. De president vraagt vervolgens of verd. een der De Bie's / 100 heeft aan ­ geboden om brand te stichten. Verdachte: Neen, edelachtbare, nooit niks van gezegd. President: Het zal straks anders blijken. Ve r da cht e: Dat kan met. President: Dat kan wel en het zal! Hii verklaart over het verhoor op Zondiaig 16 Juli. In den nacht dat hij langs de cellen kwam riep _ Benkers hem. Hij wilde zijn hart uitstortem. Toeii heeft getuige geze^: dan zal ik ■wachtmeester De Gier roepen, doe het miar tegen hem, want ik mioet -weg. Hij heeft Benkers daarna aan den hals van wachtmeester De Gier zien hangen terwijl hij over den brand ver- telde. Later heeft veid. noig veel mieer ver- teld dan hem gevraagd werd, o.a. ook over de auto, die hij door De Bie had laten in brand steken. Midden in een verhoor begon hij te lachen. En toen hem ge-vraagd werd; en verder? zei hij: verder niets! President: U weet, dat verd. zegt dat de verklaringen met geweld zijn af- gedwongen. Getuige: Daar is niets van aan. Ziet U mij er maar niet voor aan, dat ik me aan zoo'n ouden man zou ver- griji>en. President: Ik 'vraag het maar, omdat hij er zich op beroept. De dokter heeft eenige verwondingen geconstateerd. Getuige merkt op, dat verd. zich zonderling gedroeg, zoodat er een wacht bij de eel werd geplaatst. Hij sloeg zich zelf vaak voor het hoofd met de woor- den: dat ik toch met dien De Bie in aanraking ben gekomen. President: Hoe beschouwde U verdachte? Getuige; Als een zonderling. We hebben verschrikkelijk veel plezier met hem gehad. President; Dan weet ik genoeg. Vervolgens wordt wachtmeester D e Gier gehoord. Deze verklaart dat verd. zijn armen om zijn hals sloeg en snikkend als een kind een volledige bekentenis aflegde. President; is de verklaring door geweld afgedwongen? Daar beroept hij zich op. Getuige; Hij gedroeg zich onbe- schoft, maar er is niet het minste ge ­ weld gebruikt. President; ik moet U dat vragen omdat hij er zich op beroept. Heeft hij de verklaring vrijwilli; afgelegd? Getuige; Geheel vrijwillig. Het leek uit het hart te komen. Hij zei dat hij 5 keer gebiecht had maar dat gaf hem geen rust. President: js dat nu waar ver ­ dachte? Verdachte; Ik kan het wel gezegd hebben, maar ik weet er niets van. Ik ben als een slaaf gebruikt. Ze hebben me geslagen of ik een olifant was. President: Wie hebben je ge ­ slagen? ^ , Verdachte; Wachtmeester de Gier was er bij en twee die ik niet kende. Een heeft me gaar geslagen. Mijnheer De Gier zat er bii. . . De officier; Waimeer is dat ge- beurd? , , j Verdachte; Donderdagavond. De 0 f f i c ie r: En toen fceb je Zondag daarop pas bekend. De president gaat daarna met getuige De Gier diens procesverbaal na. Daaruit blijkt de bekentenis van ver ­ dachte dat hij de brandstichting had uitgelokt. In Den Bosch had hij met De Bie erover gesproken. Hij had zich daar- bij door Pietje De Bie laten verleiden. Verd. had aan Pietje de Bie gezegd; hoe moet het nu met de kinderen die in't huis zijn? De Bie had gezegd: dat is gemakkelijk genoeg, dan wordt Je maar ziek en dan laat je ze komen. Is dat nu zoo? onderbreekt de pre ­ sident het verhoor. Ik weet er niets van. Ik kan 'net wel gezegd hebben, wat ze me drie dagen voor gehouden hebben, aldus vordach- Megen. Er werdien eenige voorwerpen gesto- len, als een vulpen en een jas. Oerrit de Bie heeft verteld dat ■veid; bij zijn vader was gekoimien met de vraag of hij het huis in brand Wilde ste ­ ken. Hij wbu / 50 geven. Vervolgens deelt getuige mede, dat Gerrit en hij ieder aan een kamt het huis in brand hebben gestoken. President: Op den zolder waar u den brand stichtte heb u eerst een ■vuurtoaard gemiaakt? Getuige: Ja, mijnheer de president. President; Hebt u niet gehoord, dat er nog menschen binnen ■waren. Getuige zegt dat hij van meaning was, dat er zich niemand in het huis bevond. Gerrit had nog verteld, dat verd. kruidenbitter had genomen. Hij hield zich ziek. President: Hoor je het nu. Verdachte; Hij kan zoo veel ver- tellen. President: Hoe komt hij er dan op? Verdachte: Allemaal haat! President: Piet de Bie kende je persoonlijk niet! C a. U 1 ij n, echtgenoote van P. Cee- len te Oss is de volgende getuige. President: 14 Dagen voor den brand in Megen kwam Gerrit de Bie die veel bij u aan huis kwam met Piet de Bie bij U. Gerrit heeft toen verteld, dat het huis van Benkers op diens ver- zoek zou worden aangestoken. Getuige U 1 ij n: Jawel meneer. Voorts bevestigt zij dat er bij verteld werd, dat Benkers eerst de kinderen zou laten weghalen, omstreeks 11 uur. Daags voor den brand waren Gerrit en Piet weer bij haar en toen is gezegd: Kijk vanavond maar eens in de richting van Megen, dan zal je den rooden haan zien vliegen. 'sAvonds heeft zij in de richting van Megen den vuurgloed gezien. Den volgenden dag heeft Gerrit ver ­ teld, dat hij met zijn neef Piet de woning van Benkers had aangestoken en dat ze nog verschillende voorwerpen hadden meegenomen. P. Ceelen, machinist te Oss z^t dat Gerrit de Bie yerklaard had, dat hij in opdracftit van zijn vader bij Benkers moest gaan werken. Veertien dagen na- dien zou het huis worden aangestoken. Getuige's vrouw heeft hem voorts ver ­ teld dat de brand zou worden aange ­ stoken. Getuige heeft dien avond in de riohiting Megen het ruur gezien. De heer S. Duterloo, arts te Veghel wordt als deskundige gehoord. Hij is bij den verdachte geroepen. President: Was hij erg ziek. Deskundige; Hij was niet ziek. President; Was er aanleiding om de kinderen uit Megen te laten kom.en? De deskundige vindt daartoe geen aanleiding. President tot verd.; Heb je er geen aanmerking op? , , ^ Verdachte: Neen edelachtbare. President: Dat is sterk! De bakkersknecht G. v. d. Broek te Megen was werkzaam in de bakkerij van Benkers. Op den bewusten avond, zoo deelt hij mede, kwam Jansen met 'n auto uit Veghel om de meisjes te halen omdat vader Benkers ziek was. Ciska en Toon zijn meegegaan. Het andere meisje, de dienstbode-bleef in Megen. Getuige heeft nadien de deur gegren- deld. Overigens vertelt hij omtrent den brand. President (tot verd.); Waarom moest het heele gezin daar weg? Verdachte: Daar weet ik niets van. Johanna van de Rijt deelt mede, dat Jr.nsen Icwam om Ciska en Toon te halen omdat vader ernstig ziek was._ Ze hebben gevraagd of ze ook mee ging, maar dat wilde zij niet. Ook is haar aan ­ geboden haar naar haar ouders te bren- gen, wat ze eveneens ■weigerde. Ciska en haar broer zijn toen ver- trol^ken Nadat zij naar de slaapkamer was ge ­ gaan heeft getuige later beneden nog gerucht gehoord; er waren verschillende personen. Zij hoorde o.a. het belletje van de cassa, het gerammel met bussen en het geluid van flesschen, zoomede een geluid met papier als werden er proppen gemaakt. O.m. heeft zij hooren zeggen: Steek maar aan. President: AlsU niet wakker was geworden, hadt U gevaar geloopen te verbranden? Getuige meent dat ook. President (tot verd.)': Hebt U nog getuigen? U hebt me geschreven daar- over. ^ ^ , Mr. Hekking zegt te weten dat er nog getuigen zijn opgeroepen. De Z.Eerw. heer pastoor S c h e 11 e- k e n s wordt beeedigd. Hij zegt verd. te beschouwen als een fatsoenlijk mensch. Hij heeft hem gekend van 1913 tot 1926. President; Hebt U nooit gedacht dat hij niet wel bij het hoofd was? Pastoor Schellekens; Neen. President: Hij doet zoo raar in dit proces, weet U. Over de kwestie der verzekering legt getuige V. d. H 0 g e n uit Oss verklarin ­ gen af. Hij heeft ten behoeve van Ben ­ kers een verzekering afgesloten met in- gang van 9 Juni 1933 toen een andere ver ­ zekering afliep. Nog is gedagvaard Wilhelmus d e B i e, de vader van Gerrit. De president -vraagt of hij be- zwaar heeft te getuigen omdat hij wel- licht zichzelf moet benadeelen. W. d e B i e zegt dat hij al meer hier geweest is en ze heebben hem nog nooit •betrapt op een leugen. Hij heeft geen bezwaar om verkla ­ ringen af te leggen. President: Wat weet U van de zaa]c? Getuige; Niets. Wat zou ik ervan weten. President; Ga dan maar gauw heen. ' Requisitoir. Dan komt de Officier van justitie aan het woord voor het het requisitoir. Spr. acht het ten laste gelegde be ­ wezen, waartoe hij allereerst aanvoert de verklaringen van verdachte zelf. De man beweert Donderdag geslagen te zijn en Zondag te hebben bekend. Dat is natuurlijk absurd. De wacht- meesters zijn hier maar al te best be ­ kend; het is niet aan te nemen, dat er geslagen zou zijn. Dan is er de verklaring van Piet da Bie; die is overtuigend. De mededee ­ lingen van Piet over Gerrit de Bie wor ­ den bevestigd door getuige C. Ulijn en; haar man F. Ceelen. Zoo zijn er dus drie verklaimgen dat Benkers de uitlokking gepleegd heeft. Spr.'merkt op, dat het duidelijk was, dat Benkers het huis weg virilde heb ­ ben. Hij liet niet den Pastoor komen, maar zijn kinderen en zelfs -wilde hij de meid en den knecht laten over- komen. Alles samen maakt z. i. duidelijk dat verd. het huis heeft laten in brand steken^ ■Verd". spreek wel over haat, maar er is in Oss nog nooit een huis aangesto ­ ken uit haat tegenover den eigenaar. Spr. k-walificeert het gebeurde als een ernstig misdryf en eischt v ij f jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. Verdachte verdedigt zich zelft Verdachte zegt, dat het niet waar is. De Bie heeft het toch ook niet gezegd? President: Je hebt het zelf tegen den wachtmeester verklaard. Verdachte; Piet de Bie heb ik ner- gens gezien en ik heb hem niets gezegd. Verder deelt hij mede dat Gerrit ge ­ zegd heeft; steek het in brand. Nee, had verd. toen gezegd, daar staan we boven. President; En de kinderen dan? Verdachte; Daar heb ik niet ovel gesproken. Maar De Bie vertelt niets. President; Dat maken wij wel uit. Weet je nog meer? Verdachte: Ik weet nog een heela President; Nu ik vind je een ver- duiveld verwaande verdachte. Ik denl: dat Mr. Hekking het beter gedaan zou hebben. Maar ik heb er nu genoeg van. De uitspraak wordt bepaald op 7 Nov, Te half vijf -wordt de zitting gesloten, Becapitulatie. straf fen. Tot nu toe zijn de volgende geeischt, tegen: P. J. de Bie (Peer) L. A. v. d. Heuvel (Den Brus) F. N. V. d. Wetering (Den Brommert) A. J. V. d. Wielen (Slappe Toon van Mieneke de Soep) A. Snabel A. J. Ottens P. A. Schuurmans J. P. A. Verhoeven N. H. Schuyers A. H. den Brok M. van Orsouw Chr. den Brok M. A. V. d. Elzen J. J. Bevers M. J. den Brok W. A. Bloemers F. de Reuver J. M. den Brok P. Wijnen J. L. M. v. Heeswijk H. V. d. Vondervoort N. de Louw J. F. Benkers = met aftrek voorarrest. 16 jaar 16 jaar 6 jaar* 1 jaar* 8 jaar* 5 jaar*i 2 jaar* 3 jaar* 4 jaar*' 8 jaar 8 jaar 3 jaar* 2 jaar* 3 jaar* 6 jaar"^ 8 jaar 6 jaar 8 jaar 8 jaar* 1 jaar* 1 jaar* 21/2 jaar* 5 jaar*-