Tekstweergave van KKO7536-443-003
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Ossche
strafzaken
in
hooger
beroep
De
roofoverval
te
Maria-
heide
en
de
inbraken
te
Gassel
en
Langenboom.
„WIJ
HEBBEN
NIETS
GEDAAN..."
Verdacht
van
het
medeplegen
van
twee
inbraken
en
van
een
roofoverval
stonden
de
42-jarige
arbeider
P.
J.
(Peer)
de
Bie
uit
Osa
en
de
43-jarige
vrachtrijder
L.
A.
van
den
Heuvel
(De
Brus)
uit
Heesch
heden
voor
het
Ge-
rechtshof
te
's-HertogenboBch
in
hooger
beroep
terecht.
Zij
waren
door
de
rechtbank
ieder
tot
veertien
jaar
ge-
vangenisstraf
veroordeeld.
Ten
laste
was
gelegd
diefstal
in
vereeniging
en
vergezeld
van
geweldpleging
gepleegd
in
den
nacbt
van
16
op
17
Maart
1934
te
Maria-
heide
(gem.
Veghel)
in
de
woning
van
den
landbouwer
M.
Schepers,
waar
zij
/
1600
stalen.
Aan
den
roofoverval
namen
ook
nog
deel
J.
P.
Ceelen
en
Dikke
Toon
de
Soap.
Ze
dwongen
.
Schepers
den
sleutel
van
de
brandkast
te
geven,
maar
nog
kregen
zij
de
kast
niet
open.
Schepers
moest
dit
toen
zelf
doen,
hij
gaf
f
1100
en
de
rest
haalde
de
roo-
vers
er
uit.
Bovendien
waren
aan
verdachten
ten
laste
gelegd
inbraken
te
Gassel
en
Landenboom.
De
eerste
was
gepleegd
in
het
gemeentehuis
'
in
den
nacht
van
16
op
17
Mei
1935
en
hier-
.
bij
waren
ook
betrokkeii
Dikke
Toon
de
Soep
en
de
Eindhovensche
inbreker
Pietje
de
Kock,
die
reeds
eerder
voor
vele
jaren
gevangenis-
straf
is
veroordeeld
Nadat
van
den
assuradeur
Snabel
inlichtingen
waren
ontvangen,
zijn
de
.
inbrekers
met
behulp
van
een
ladder
door
het
Sraam
in
de
secretarie
geklommen.
De
Bie
'heeft
de
brandkast
geforceerd
en
er
een
be-
drag
van
/
400
uitgenomen.
In
den
nacht
van
11
op
12
Januari
1934
had
Snabel
de
verdachten
Dikke
Toon
de
Soep
en
L.
Vos
(Bij.s
de
Sijp)
naar
Langenboom
ge-
reden
voor
de
inbraak
bij
den
molenaar
G.
van
Huiseling.
Daar
werd
een
raam
gefor
ceerd
en
de
brandkast
met
een
valsohen
sleu
tel
geopend.
Een
bedrag
van
1900
gulden
werd
gestolen.
Van
Huiseling
was
verzekerd
bij.
een
maatschappij
waarvan
Snabel
agent
was.
Nadat
de
advocaat-generaal
de
dagvaar-
ding
had
voorgelezen,
vroeg
de
president
aan
de
twee
verdachten,
waarom
zij
van
het
von-
nis
in
appel
waren
gegaan.
Verdachte
De
Bie:
,,Omdat
ik
met
die
heele
beweging
niets
te
maken
heb
gehad."
„En
u.
Van
den,Heuvel?"
vroeg
de
president.
,,Ik
ook
niet,"
antwoordde
de
verdachte.
,.Ik
heb
niets
gedaan."
Als
getuige
wordt
vervolgens
gehoord
de
opperwachtmeester
J.
van
der
Kaa
uit
Veghel,
die
zijn
vroegere
verklaringen
bevestigde.
Getuige
is
vervolgens
A.
Hendriks,
die
ver-
klaart,
dat
zij
per
fiets
naar
Veghel
waren
gegaan.
Na
even
voor
het
huis
gewacht
te
hebben,
heeft
Van
den
Heuvel
een
raam
open-
geschoven,
is
naar
binnen
geklommen
en
heeft
daarna
voor
de
anderen
de
voordeur
ge
opend.
Getuige
vertelt
dan
verder
wat
er
bin
nen
was
gebeurd.
De
Bie
en
hij
hadden
Schepers
in
bedwang
gehouden,
terwijl
Ceelen
zich
met
de
vrouw
bemoeide.
Getuige
had
,f
300
van
den,
buit
gekregen.
Verder
ver-
klaart
getuige,
dat
Ceelen
tevoren
met
de
brandkast
was
bezig
geweest.
Tegen
Schepers
hadden
zij,
toen
het
niet
lukte
de
kast
te
openen,
gezegd,
dat
hem
niets
zou
gebeuren,
als
hij
het
geld
gaf
en
zijn
mond
hield.
Verdachte
De
Bie
had
aanmerkingen
op
deze
verklaringen.
Hij
k'on
nooit
in
Veghel
ge
weest
zijn,
want
in
die
dagen
was
hij
onder
geneeskundige
behandeling
bij
dr.
Baptist
in
Megen.
Hij
kon
bijna
niet
loopen.
Getuige
zou
gaarne
zien,
dat
de
arts
gehoord
werd.
Op,
een
vraag
van
den
president
zei
getuige
Hen
driks,
dat
De
Bie
inderdaad
een
verzwering
aan
het
been
had,
maar
dit
was
geen
beletsel
om
mee
te
gaan.
Verdachte
De
Bie:
,,Het
waren
zeven
steen-
puisten."
Verdachte
Van
den
Heuvel
zei,
dat
hij
den
dag
tevoren
naar
Antwerpen
was
gegaan
en
eerst
dien
avond
wear
de
grens
pasSeerde.
Hij
kon
het
zich
nog
zoo
goed
herinneren,
omdat
hij
daarna
van
de
inbraak
in
de
krant
las.
Opperwachtmeester
Van
der
Kaa
Werd
on-
dervraagd
over
de
ongesteldheld
van
De
Bie.
Getuige
zeide,
dat
verdachte
gewoon
liep
en
nooit
heeft
gesproken
van
een
dokter,
tiWij
moeten
eerlijk
blijven".
Verdachte
protesteerde,
waarop
de
opper
wachtmeester
gemoedelijk
zei:
,,Hoor
eens
hier,
wij
moeten
eerlijk
blijven."
(Vreugde).
Wachtmeester
De
Gier
merkte
desgevraagd
op,
dat
verdachte
een
steenpuist
had,
die
bijna
genezen
was.
Dien
dag
is
hij
wel
binnen
ge-
bleven
en
niet
naar
.
zijn
werk
gegaan.
Vervolgens
werd
de
23-jarige
J.
P.
Ceelen
gehoord,
die
o.m.
zeide,
de
vrouw
in
bedwang
te
hebben
gehouden
door
haar
bij
de
polsen
te
grijpen.
L.
Vos
werd
vervolgens
over
de
inbraak
in
het
gemeentehuis
gehoord.
Van
den
Heuvel
was
het
eerst
naar
binnen
gegaan.
In
Langenboom
was
Snabel
met
de
auto
achtergebleven,
terwijl
zij
verder
gingen.
Alleen
de
beide
verdachten
waren
naar
bin
nen
gegaan.
Hendriks
en
getuige
bleven
bui-
ten.
In
beide
gevallen
werd
met
een
valschen
sleutel
de
brandkast
geopend.
De
verdachten
bleven
volhouden
er
niet
bij
te
zijn
geweest
en
De
Bie
bleef
wantrouwend
volharden,
toen
de
preisident
hem
vroeg,
of
hij
de
vergunning
had
om,
waar
zij
geweest
wa
ren,
geld
weg
te
nemen.
De
advocaat-generaal
mr.
H.
Massink,
wees
er
in
zijn
requisitoir
op,
dat
beide
verdachten
vroeger
al
veroordeeld
waren.
Spreker
eischte
tegen
P.
J.
de
Bie
en
L.
A.
van
den
Heuvel,
bevestiging
van
het
vonnis
der
rechtbank
en
vooral
met
het
oog
op
de
mentaliteit
van
de
ver
dachten,
bevestiging
der
strafmaat,
veertien
jaar
gevangenisstraf
z
o
n
d
e
r
aftrek
van
voorarrest.
Mr.
J.
Pulles,
pleiter
voor
De
Bie,
merkte
op,
dat
de
straffen
in
vergelijking
met
die
aan
a,nderen
opgelegd,
te
hoog
zijn
en
mr.
Hengst,
de
raadsman
van
Van
den
Heuvel,
zeide,
dat
hij
niet
in
de
stijl
van
zijn
client,
die
immers
ontkent,
zou
spreken,
als
hij
clementie
vroeg.
Toch
wilde
hij
een
ander
licht
op
den
verdach
te
werpen,
maar
eerst
moest
pleiter
mr.
Pulles
bijvallen;
de
straffen
zijn
te
hoog,
als
men
die
vergelijkt
met
de
andere
zaken;
moord
en
ge
weldpleging.
De
inbraak
te
Oss.
De
39-jarige
A.
H.
de
Louw
te
Oss
was
door
rechtbank
tot
anderhalf
jaar
gevan-
;
genisstraf
veroordeeld,
omdat
hij
op
7
Mei
.
1933
te
Oss
met
P.
J.
de
Bie.
A.
J.
Hendrts
:
en
L.
Vos
in
de
woning
van
N.
de
Louw
een
;
inbraak
had
gepleegd,
waarbij
een
bedrag
van
/
300
werd
gestolen.
i
Verdachte,
die
bekende,
vroeg
een
voor-
waardelijke
straff.
Hij
was
met
de
anderen
|
meegegaan
en
had
buiten
gewacht.
Mr.
Massink
eiscBte
bevestiginig
van
het
vonnis,
echter
met
verhooging
van
de
straf-
s
maat
tot
twee
jaar
en
zes
maanden
gevange-
i
ni.sstTaf.
Mr.
't
Hooft
achtte
de
opgelegde
straf
niet
te
hoog
wegens
het
geringe
aandeel
van
ver
dachte
en
verzocht
bevestiging
van
het
vonnis,
ook
wat
de
strafmaat
betreft.
Uitspraak
6
April.
Uitlokking
tot
brandstichting.
J.
de
Veer
te
Oss
werd
door
de
rechtbank
veroordeeld
tot
twee
jaar
gevangenisstraf,
omdat
hij
op
12
Mei
1932
te
Oss
met
J.
-T.
van
Galen,
H.
C.
van
Galen
en
M
van
Orsouw
op-
zettelijk
bran-d
heeft
gesticht
m
verdachte's
woning.
Alles
was
verloren
gegaan.
Verdachte
had
den
daders
/
50
beloofd.
Verdachte
bekende,
doch
zeide,
dat
hij
geen
brandbare
stoffen
had
klaargezet,
J.
van
Galen
was
bij
hem
gekomen
met
het
voorstel
toen
verdachte
zelf
dronken
was.
Verdachte
heeft
Van
Galen
toen
medegedeeld,
dat
hij
den
vol-
genden
dag
afweizig
zou
zijn
en
tijdens
zijn
afweizigheid
is
de
brand
gesticiit.
Mr.
Massink
eischte
vernietiging
van
het
vonnis
wegens
verandering
in
de
verklarin
gen
van
een
der
getuigen
en
verhooging
van
de
gevangenisstraf
tot
drie
jaar
en
zes
maan
den.
De
verdediger
mr.
Pulles,
beval
een
reclas^
seeringsrapport
aan
en,
vroeg
clementie.
Uitspraak
6
April.