Tekstweergave van KKO7536-443-013

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
l/0er//7ys j/^c6ro,ir/ /(^36 STEIVIMEN UIT OSS Wat zegt men van zoo'n burgemeester. , De burgemeester van de welbekende gemeente Oss lie/heer Ploegmakers -— is het vorige jaar geeerd met het ridderschap der Oranje Nassau en wij hebben er toen ■op gewezen, hoe vreemd, hoe heel vreemd dat was. Nu moet men zich wel is waar niet al te zeer verbazen over het toekennen van sommige ridderorden, want het komt meermalen yoor, dat men zieh af moet vragen wat toch wel de verdiensten van verschillende burgers zijn geweest, dat zfl daarvoor koninklijk onderscheiden worden. Wij kennen^wel de beteekenis van het „The king can do no wrong," en „honey soit qui mal y pense," die elke critiek op koninklijke gestes verbiedx, doch laat ons vaststellen, dat de lintjesregen bestuurd wordt door de regeering en verder, dat men werkelijk de beteekenis van deze onder- scheidingen niet verhoogd door ze maar links en rechts rond te strooien, zoodat men vaak moet vragen: waar heeft die man het aan verdiend? Maar in het geval van den burgemeester van Oss was de onderscheiding toch wel heel dwaas. Jarenlang is Oss TOowat de schande van Nederland geweest, zoodat velen L in het buitenland naar Oss de toestanden in Nederland afmaten. Het was een roof- en moord- en brandhol en de iwlitie stond er totaal machteloos. Dat is werkelyk nog Ket zachtste en vriendelijkste wat wfl er voor de politie van Oss en haar hoofd, den burgemeester, van zeggen kun- nen. En de verhouding tusschen de gemeente-politie en de marechaussee was zoo slecht mogelijk. De boeven, waar- van Oss heele risjes is gebleken te bezitten, profiteerden van dien toestand. De burgemeester van Oss was te slap of totaal niet geschikt, om de dievenbende de baas te wor ­ den. Tben begon de heer Ploegmakers struisvogeipolitiek te yelen. Hij riep wat notabelen bijeen en decreteerde, dat de pers over de misdaden van Oss zwijgen moest. Oss was eien fatsoenlijk plaatsje en het was een schande, dat de pers een blaam op deze oerdegelyke gemeente van Neder ­ land wierp. Natuuriyk gelooven wjj gaarne, dat het gros van de Ossenaren geen haar minder fatsoenlijk is dan de rest van Nederland, maar toen de marechaussee eenmaal haar schoonmaak begonnen was, kon iedereen zien, welk een leger van schurken in Oss huisgehouden had en hoe de bevolking daar jarenlang op de gemeenste manier getiran- niseerd was door het meest uitgelezen boevenpak, dat ooit op vaderlandschen grond gewoond heeft. Men zou zoo zeggen, dat nadien de burgemeester wel alle reden miste, om te herinneren aan zijn ongelukkigen uitval jegens de pers van eenige jaren geleden. Maar aldus niet de heer Ploegmakers. Een verstandig man zou zich liever de haren uit het hoofd gehaald hebben dan zijn eigen dwaasheid te memoreeren, doch deze burgervader heeft nog pas wederom den euvelen moed gehad om tegen de pers los te trekken en dat is de reden, dat wjj op deze ' zonderlinge affaire nog even terugkomen. Die akelige kranten, riep hy uit, die nog weer hebben durven zeggen, dat hier meer misdaad was dan elders. Er zijn maar 71 misdadigers gearresteerd. En hoe braaf en fatsoenlijk wij hier wel zijn kan blijken uit het feit, dat 85 pCt. der bevolking bestaat uit arbeiders en dat hier nooit of zelden gestaakt wordt. Zoo sprak deze burgervader en alle stakers en even- tueele stakers van Nederland kunnen het zich voor gezegd houden; de heer Ploegmakers heeft hen ingedeeld. Maar nu de waarheid tegenover dit prachtexemplaar van een burgemeester: jn,u Als de pers van Nederland niet honderd maal geschre- ven had over de schande van Oss en niet vaker nog aan- gedrongen had om eens in te grijpen in dezen Augiasstal, dan was het waarschjjnlijk zoo, dat de ca. honderd moo'- denaars, dieven, aanranders, oplichters, struikroovers en brandstichters, die thans veilig achter slot en grendel zit- ten, nog rustig rondliepen in Oss en omgeving en hun eer- zaam handwerk in voile vrijheid uitoefenden. Maar wat zegt men van zoo'n burgemeester.