Tekstweergave van KKO7536-444-013

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
f oss I Wat werd geruimen tijd aeleen \ Een noodgehuil geslaakt \ Om't stadje Oss, dat in de pers I Geducht werd swart aemaakt. \ Met was wel waar, de misdaad had I Daar toen een hoofdver.blijf, ; En dat het opzienbarend was. Is ook wel buiten kijf. Toch was men dl te radicaal. Men suggereerde haast Dat heel dat Oss een roojhol toas, En daar was men toch naast. De bende is toen uitgeroeid Met strenge, sterke hand, Er ging een zucht van dankbaarheid Toen door het heele land; Maar dat Oss' criminaliteit Te sterk was aangedikt, _ Bewijst het feit, dat men sindsdien g Bleef zonder een delict! = Had men van de verdorvenheid ^ Van Oss toen zooveel praats, ^ Nu moet men eerlijk sijn, en geev' = Ook dit record een plaats. ^ En nu moet hij, die het er toen ^ Wat dik heeft opgelegd, = Amende honorable doen, = Want daarop heeft Oss recht! S HERMAN KRAMER iilllilMlllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllltlir