Tekstweergave van KKO7536-445-093
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Vel
10.
21
Eerste
Kamer.
AANHANGSEL
TOT
HET
VEESLAG
VAN
DE
HANDELINGEN
DEB
EEESTE
KAMEE.
Vragen,
door
de
leden
der
Kamer
gedaan
overeenkomstig
art.
53
van
het
Reglement
van
Orde,
en
de
daarop
door
de
Regeering
gegeven
antwoorden.
Schrifteiijk
beantwoorde
vragen.
11.
VEAGEN
van
den
heer
van
Vessem
betreffende
het
ontnemen
aan
de
brigade
Koninklijke
Mare-
chauss^e
te
Oss
van
hare
bevoegdheden.
(Inge-
zonden
6
April
1938.)
•
Minister
kennis
genomen
van
de
mededeeling
m
de
Nieuwe
Rotterdamsche
Courant
van
5
April,
oohtendblad,
volgens
welke
aan
de
brigade
Koninklijke
Marechauss^e
te
Oss
hare
bevoegdheden
zijn
ontnomen
en
van
de
daarbii
gegeven
toehchting?
2
Heeft
de
Minister
opgemerkt
den
pijnlijken
indruk,
die
zulks
m
den
lande
heeft
gewekfc,
vooral
waar
genoemde
brigade
destijds
voor
haar
lofwaardig
optreden
tegen
bepaalde
wantoe-
standen
door
Hare
Majesteit
de
Koningin
is
onderscheiden
?
3.
Is
de
Minister
bereid
onverwijld
de
noodige
maatregelen
te
nemen,
opdat
niet
de
indruk
zou
kunnen
worden
gevestigd,
als
zouden
hier
te
lande
misdadige
kringen
bestaan,
die
over
zooveel
macht
beschikken,
dat
zelfs
politie-autoriteiten
niet
zonder
gevaar
voor
©igen
positie
hun
plieht
tegenover
hen
kun
nen
vervullen?
ANT
WOOED
van
den
heer
Goseling,
Minister
van
Justitie.
(Ingezonden
13
April
1938.)
1-
Het
antvsroord
op
deze
vraag
luidt
bevestigend.
2
en
3.
In
het
antwoord,
dat
ondergeteekende
inmiddels
gegeven
heeft
op
vragen
van
het
lid
van
de
Tweede
Kamer
der
btaten-Generaal
den
heer
Wijnkoop
{Aanhangsel
tot
het
ver-
slag
van
de
Handelingen
der
Tweede
Kamer,
vel
40,
Zitting
1937
1938)
en
vooral
in
al
hetgeen
hij
in
de
Tweede
'Kamer
der
btaten-Generaal
heeft
medegedeeld
bij
gelegenheid
van
de
be-
handeling
van
de
interpellatie
van
het
lid
dier
Kamer
den
heer
JJrop
op
7
April
jl.
{Handelingen
Tw©ede
Kamer
der
Staten-
Generaal,
Zitting
1937—1938,
biz.
1503
t/m
1524),
zijn
de
ODjderwerpen,
welke
in
deze
vragen
zijn
aangesneden
en
de
sug-
gesties,
welke
daaraan
zijn
verbonden,
uitvoerig
behandeld.
Ondergeteekende
veroorlooft
zioh
derhalve
naar
zijn
vorenaan-
geduid
besoheid
te
verwijzen.
Handelingen
der
Staten-GerLeraal.
1937—1938.
I.
Aanhangsel.