Tekstweergave van KKO7536-445-101
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
/
^-O
(/-
^33
sss
le^ende
en
feiten
Legendes
—
zoo
meent
de
man-op-
straat
—
behooren
tot
de
middeleeu-
wen;
onze
tijd
spreekt
de
taal
der
feiten.
Maar
wie
heden
werkelijk
tot
de
feiten
wil
doordringen,
bemerkt
vaak
tot
zijn
verbazing,
dat
de
moderne
massale
inlichtingsmiddelen,
die
—
zoo
meent
men
—
in
een
minimum
van
tijd
een
maximum
van
feitenkennis
verspreiden,
in
werkelijk-
heid
dikwijis,
inderdaad
in
een
minimum
van
tijd,
de
feiten
bedekken
met
een
legen-
darisch
waas
van
maximale
ondoorzichtig-
heid.
Hieronder
vindt
de
lezer
eenige
feiten
uit
het
stadje
Oss,
waarop
deze
moderne
legende-vorming
haar
kracht
getoond
heeft.
De
legende
van
Oss
is
overbekend.
Zij
luidt
in
het
kort
aldus:
Er
was
in
Oss
een
haard
van
de
afleest
verwil-
derde
misdadigheid.
De
politie
stond
er
siap
en
lijdelijk
tegenover.
Het
hoofd
.ler
politie,
de
burgemeester,
was
het
voorbeeld
van
die
laffe
lijdelijkheid.
Hij
trachtte
zclfs
maar
niet
te
zien,
wat
hij
niet
aan
kon.
Toen
kwam
de
marechaussee.
Zij
deed
een
ijzeren
greep
en
de
misdadigheid
lag
met
gebroken
ruggegraat.
Politie
en
burgemees
ter
trachtten
tevergeefs
hun
schaamte
te
bedekken;
op
de
borst
der
marechaussee
fonkelde
de
koninklijke
onderscheiding,
de
dank
der
natie.
Zoo
luidt
de
legende
die,
lang
voordat
er
sprake
was
van
de
recente
dienstbeper-
king
der
marechaussee
te
Oss,
in
verschei-
dene
pers-organen
—
met
name
in
de
„Telegraaf"
—
gangbaar
was
als
gemunt
goud.
De
persoon
van
burgemeester
Ploeg-
makers
en
het
aan
hem
verantwoordelijke
corps
gemeentepolitie
golden
als
een
—
ongewild,
maar
daarom
niet
minder
hecht
—
bolwerk
van
de
criminaliteit
in
Oss.
Toen
het
misdadigersnest
van
Toon
de
Soep
en
zijn
bende
werd
uitgeroeid,
had
de
burgemeester
van
niets
geweten;
al
wat
daarna
gebeurde,
bedekte
hij
met
den
mantel
der
slapheid.
Daarentegen
was
de
marechaussee
de
eenige
instantie,
die
het
Oss'sche
milieu
aankon,
en
op
haar
uit-
sluitend
credit
staat
de
groote
schoonmaak,
Toen
onlangs
aan
het
optreden
der
marechaussee
zekere
perken
werden
gesteld,
ging
dan
ook
de
suggcstie
van
mond
tot
mond:
nu
is
Oss
verloren!
Het
sterke
gezag
is
van
zijn
voetstUk
ge-
stooten.
De
burgemeester
regeert,
en
met
hem
de
indolentie,
de
slapte,
de
blindheid,
„Zoo
er
ooit
reden
was
om
een
gemeente
een
nieuwen
energieken
burgemeester
te
geven
dan
bestond
die
reden
voor
de
gemeente
Oss.
Dat
zou
echter
gelijk
hebben
gestaan
met
een
Bchuldbekentenis
van
hen,
die
jarenlang
de
Ossche
misstanden
hadden
geduld."
schreef
de
„Telegraaf"
den
morgen
na
de
Kamerdebatten.
De
overzichtschrijver
van
het
„Vader-
land"
meende
de
opmerking
te
moeten
maken;
„dat
wij
den
mlnisterieelen
lof
aan
den
bur
gemeester
van
Oss
gaarne
gemist
hadden.
Ons
heugt
namelljk
nog,
dat
deze
burgervader
de
geruchten
over
groote
misdadigheid
in
zijn
ge
meente
naar
het
rijk
der
fabelen
verwees,
terwijl
kort
daarna
tal
van
ernstige
misdrijven
tot
op-
heldering
werden
gebracht
en
zware
straffen
aan
Ossenaren
werden
opgelegd."
De
socialistische
pers
sloot
zich
in
een
hoofdartikel
den
volgenden
dag
bij
deze
opmerking
aan:
Minister
Goseling
wil
de
schutspatroon
zijn
van
een
burgemeester,
schreef
het
„Volk",
die
met
de
hand
op
het
hart
verklaarde,
dat
Oss
zulk
een
rustig
en
veilig
oord
was,
terwijl
kort
daarop
de
marechaussee
het
geboefte
bij
bosjes
oppakte
en
door
den
rechter
veroordeeld
zag.
Het
onderzoek
naar
wat
nu
verder
nog
aan
ongerechtigheid
bestaat
gaat
thans
weer
terug
aan
de
gemeente-politie,
waarvan
deze
burge
meester
het
hoofd
is.
En
de
pers
moet
zooveel
mogelijk
buiten
dit
alles
worden
gehouden.
De
overzichtschrijver
van
de
„N.
R.
Crt."
vond
zelfs,
dat
een
beetje
bevoegdheids-
cverschrijding
hem
liever
was,
dan
het
regime
der
lamlendigheid,
door
burgemees
ter
Ploegmakers
belichaamd.
voren
burgemeester
Ploegmakers
was
herbe-
noemd,
die
blijkens
een
indertijd
gepubliceerde
rede
zlchzelf
een
goede
drie
jaren
geleden
diets
maakte,
dat
Oss
een
zeer
rustig
en
veilig
oord
was,
hoewel
de
marechaussees
kort
daarop
tot
tientallen
arrestaties
moesten
overgaan,
die
waarlijk
niet
zonder
goede
gronden
geschiedden.
Wat
minister
Goseling
en
mr.
Truyen
ook
over
het
waardeerend
oordeel
van
den
Commissaris
der
Konlngin
in
de
provlncie
Noordbrabant
mo-
gen
zeggen,
—
de
indruk,
dat
voor
de
komst
van
de
marechaussees
de
lamlendigheid
zlch
te
Oss
thuls
voelde
en
dat
vooral
dlt
groepje
stoere
mannen
den
Augiasstal
gezuiverd
heeft,
wordt
daardoor
niet
weggenomen.
Is
het
geen
gevaar-
lijk
precedent,
dat
op
overmaat
van
Ijver
op
zooveel
onaangenamer
wijze
gereageerd
wordt
dan
op
overmaat
van
lijdelijkheid
en
lijdzaam-
heid.
Gene
wordt
met
ongewenschte
overplaat-
sing,
deze
met
de
begeerde
herbenoeming
be-
loond.
Als
professeurs
d'energle
zijn
de
ministers
Van
Boeijen
en
Goseling
In
deze
zaak
niet
op-
getreden."
Wij
zeggen
dus
niet
te
veel,
wanneer
wij
constateeren,
dat
vrijwel
de
heele
pers
van
de
linkerzijde
—
hetzij
onder
suggestie
van
de
„Telegraaf",
hetzij
doordat
zij
uit
een
en
dezelfde
troebele
bron
haar
inlichtingen
ontvangt
—
geloofde
aan
de
boven
gezegde
legende
en
op
grond
daarvan
een
even
heftige
als
eensgezinde
campagne
tegen
een
burgemeester
voerde
en
ten
deele
nog
voert.
Welke
zijn
nu
de
feiten
inzake
de
roemruchte
opruiming
van
het
Ossche
„milieu"?
Wij
laten
ze
hieronder
volgen.
Toen
burgemeester
Ploegmakers
destijds
benoemd
werd,
was
zijn
eerste
werk
als
hoofd
der
politie
de
organisatie
van
nacht-
diensten,
die
voordien
in
Oss
niet
beston-
den
Daarmee
bereikte
hij
zooveel,
dat
in
derdaad
in
Oss
de
toestand
veilig
werd.
Niet
daar,
doch
in
de
buitengemeenten,
waar
geen
nachtdienst
van
de
politie
be
stond,
hadden
de
meest
beruchte
inbraken
van
de
bende
plaats.
Bij
het
instellen
van
die
nachtdiensten
lieit
de
burgemeester
het
niet.
Hij
contro-
leerde
ze
zelf.
Een
politieverordening,
die
het
dragen
van
messen,
langer
dan
5
c.M.
verbood,
verschafte
gereede
aanleiding
om
ieder
lid
van
de
bende,
dat
zich
op
ver-
dachte
uren
op
straat
bevond,
te
fouillae-
ren.
Hijzelf
fouilleerde
meermalen
de
meest
beruchte
sujetten.
„Toen
kwam
de
ijzeren
greep....",
zegt
de
legende.
Inderdaad.
De
eerste
arrestatie
van
bende-leden,
waarbij
voldoende
bewijs-
middelen
werden
gevondeij
om
hen
te
ver-
oordeelen,
werd
verricht
in
den
nacht
van
15
op
16
Mei
1934.
Er
was
een
roofmoord
gepleegd
in
Oyen.
De
burgemeester
van
Oss
had
reeds
vroeger
den
burgemeester
der
oinliggende
gemeenten
verzocht
hem
bij
voorkomende
nachtelijke
gevallen
niet
der
volgenden
morgen,
doch
terstond
te
wacr-
schuwen,
Dat
gebeurde
dien
nacht.
Onmid-
dellijk
na
het
ontvangen
van
het
eerste
bericht
—
midden
in
den
nacht
—
begaf
de
burgemeester
zich
op
pad.
Een
lijst
van
de
voornaamste
„candidaten"
had
hij
ge-
reed
om
af
te
werken.
Een
voor
een
werden
zij
aan
een
huiszoeking
onderworpen
en
het
was
de
burgemeester
in
persoon,
die
de
hand
legde
op
de
twee
daders
en
de
stille
bewijsstukken
(de
schoenen
met
haverkor-
rels
er
aan
en
kleedingstukken
met
versche
bloedsporen)
vond
en
dienzelfden
nacht
overeenkomstige
voetsporen
vond
op
de
plaats
van
de
misdaad.
En
verder.
De
twee
verdachten
bekenden
aanvankelijk
niet.
De
rechtbank
achtte
echter
voldoende
bewijsmateriaal
aanvezig
cm
den
een
tot
vijftien
en
den
ander
tot
acht
jaar
te
veroordeelen.
De
veroordeel-
den
gingen
in
appel
en
voor
het
Hof
m.een-
de
de
jongste
van
de
twee
door
iets
anders
te
bekennen,
dan
hem
ten
laste
werd
ge-
legd,
den
dans
te
kunnen
ontspringen.
De
oudere
begreep
deze
berekening
niet
en
toen
hij
zijn
makker
hoorde
bekennen,
raakte
hij
of
in
verontwaardiging
of
in
de
veronderstelling,
dat
het
beproefde
zwijg-
systeem
van
Oss
in
elkaar
viel,
zijn
tong
kwam
los
en
hij
wees
ook
andere
mede-
plichtigen
aan.
Van
dat
oogenblik
af
rolde
de
sneeuwbal
verder.
De
groote
schoonmaak
begon.
In
deze
schoonmaak
werden
72
leden
van
de
bende
gevangen.
En
van
deze
72
nam
de
Oss'sche
gemeentepolitie
er
niet
minder
dan
vijftig
in
hechtenis.
Vler
leden
van
het
corps
marechaussee
werden
om
hun
verdiensten
bij
de
„schoon-
maak"
door
Hare
Majesteit
de
Koningin
onderscheiden.
Doch
drie
leden
van
het
corps
gemeente-politie
werden
dat
66k
om
dezelfde
reden
—
en
burgemeester
Ploeg,-
makers
werd
bevorderd
tot
Officier
in
de
Orde
van
Oranje
Nassau.
Aldus
het
feitelijk
verslag
van
de
be-
roemde
schoonmaak
in
Oss.
Wij
willen
daarmee
op
onze
beurt
niets
te
kort
doen
aan
de
verdiensten
der
mare
chaussee,
wier
harde
hand
heilzaam
ge-
werkt
heeft.
Maar
wij
stellen
deze
.'eiten
slechts
tegenover
de
legende,
die
anderen
onteerde.
Waardoor
kon
die
legende
zich
vormen?
BUjkbaar
dankt
zij
haar
ontstaan
aan
een
uitlating
van
den
burgemeester,
waarin
deze
destijds
de
pers
den
raad
gaf
niet
zoo
veel
aandacht
te
schenken
aan
de
crimina
liteit
in
zijn
gemeente,
niet
omdat
die
cri
minaliteit
niet
bestond,
doch
omdat
door
de
sensationeele
wijze,
waarop
er
voortdu-
rend
op
werd
gehamerd,
de
naam
van
de
gemeente
dermate
in
opspraak
kwam,
dat
er
ongemotiveerde
schade
dreigde
voor
de
burgerij,
die
met
de
criminaliteit
niets
uit-
staande
had.
Een
burgemeester,
die
het
welzijn
van
zijn
gemeente
op
het
oog
heeft,
misdoet
niets
met
zulk
een
verzoek.
Kanaal
Fonejacht-Harlingen^
De
Kslmer
van
Koophandel
en
Pabrieken
voor
Priesland
heeft
in
verband
met
de
voorkeur,
welke
de
minister
van
Waterstaat
en
Gedepu-
teerde
Staten
van
Groningen
hechten
aan
het
leggen
van
het
kanaal
Ponejacht—^Leeuwarden,
langs
de
voorzijde
van
Leeuwarden,
een
adres
gericht
tot
Gedeputeerde
Staten
van
Priesland.
De
minister
en
Ged.
Staten
van
Groningen
hebben
toegezegd,
dat,
indien
Ged.
Staten
van
Friesland
aan
de
zuidelijke
verlegging
de
voor
keur
zouden
geven,
zy
zich
daarbij
zouden
neer-
leggen,
mits
hieruit
geen
groote
kosten
voor
hen
voortvloeien.
Aan
de
hand
van
desiderata
uit
de
betrokken
kringen
van
handel,
nijverheid,
landbouw
en
scheepvaart
te
dezen
aanzien
meent
adressaiit
te
mogen
concludeeren,
dat
een
kanaal
ten
noorden
van
Leeuwarden
verre
de
voorkeur
ver-
dient
boven
een
kanaal
ten
zuiden
van
Leeuwar
den.
„De
maatregel
der
verplaatsing
trok
te
meer
de
aandacht,
aldus
het
blad,
omdat
kort
te