Tekstweergave van KKO7536-445-137
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
CONCORDIA
POIIS
veiiig
en
voordeelig
DRIFT
8
-
UTRECHT
130.
TOTAAL
f
30.640
UITGEKEERD
In
Jii
nummer:
BINNENLAND
I
I
De
ambtseed
van
De
Gier
Men
juiche
ndet
te
woeg
Pag.
pag.
Het
congres
der
S.D.A.P.
jjag,
Vreselijk
ongeluk
te
Capelle
aan
de
IJsel
pag.
Het
landsverradelijk
optreden
van
dr.
Van
Rappard
pag.
ARTIKELEN
pag.
pag.
Geen
succes
Naar
de
verzoening?
BUITENLAND
Grootse
plechtigheid-
te
Rome
pag.
Brits-Italiaanse
vriendschap
be-
zegeld
pag.
Chamberlain
en
Mussolini
wis-
selen
telegrammen
pag.
Franco
beheerst
70
km
langs
de
zee;
Tortosa
is
omsingeld
pag.
Ook
Frankrijk
gaat
vrede
slui-
ten
met
Italie
pag.
i
SPORT
Gelijk
spel
in
kampioenswed-
strijden
van
IVCB
pag.
Vosta
kampioen
pag,
Limburg
slaat
Breda
in
missie-
wedstrijd
pag.
Verdiende
zege
van
Heracles
over
Be
Quick
pag.
I
1
2
2
6
1
5
5
5
6
7
7
w
De
ambtseed
van
De
Gier
„Utrechts
Nieuwsblad*^
bewijst
hoe
met
de
eed
gesold
werd
Alsook
van
welke
leugentaal
en
laster
dit
blad
zich
weet
te
bedienen
DE
WARE
DEMOCRATIE
EIST
BESCHERMING
TEGEN
ONDER-
MIJNING
VAN
DE
GEZONDE
VOLKSGEEST
In
de
rij
van
de
dagbladen,
die
zich
onledig
houden
met
wat
zich
terzake
Oss
aldaar
en
in
de
Tweede
Kamer
heeft
afgespeeld,
behoort
ook
het
Utrechts
Nieuws-
blad.
Voorheen
stond
dit
blad
—
in
de
volksmond
„de
krant
van
De
Liefde"
—
bekend
als
neutraal.
Doch
indien
het
al
ooit
op
deze
kwalificatie
aanspraak
heeft
kun-
nen
maken
in
het
verleden,
zo
moet
worden
vastgesteld,
dat
het,
sinds
het
staat
onder
de
leiding
van
een
oud-hoofdredacteur
van
de
T
e
1
e
g
r
a
a
f,
er
ernstig
naar
streeft
als
sensatieblad
niet
onder
te
doen
voor
dit
Amsterdamse
dag-
blad,
en
daarbij
geen
gelegenheid
onbenut
laat
anti-papistische
ge-
voelens
te
luchten.
Het
U.
N.
ziet
in
de
katholieke
Kerk
niet
anders
dan
een
machtslnstituut,
dat
op
alle
terreinen
ieder
en
alles
aan
zicii
ondergeschikt
wenst
te
maken.
Daarbij
zou
de
Kerk
zioh
vooral
bedienen
van
de
R.
K.
Staatsparty,
wier
politiek
Zy
voorschrijft.
Op
deze
achtergrond
kan
het
dan
ook
geen
verwondering
wekken,
dat
het
blad
zich
werpt
op
de
Osse
affaire.
Een
Rooms
milieu,
een
Roomse
burgemeester,
twee
Roomse
pastoors,
geruchten
omtrent
een
zedendeUct
wat
kon
meer
worden
ge-
wenst.
Het
kan
geenszins
onze
bedoeling
zijn
te
treden
in
een
polemiek
met
dit
Utrechtse
blad,
doch
het
is
voornamelyk
om
de
goed-
willenden,—
en
dat
zijn
er
gelukkig
velen
—
nog
eens
door
een
voorbeeld
duidelijk
te
maken
hoezeer
men
in
zekere
kringen
niets
onbenut
laat
indien
het
gaat
tegen
een
katholieken
gezagsdrager.
Het
meest,
wat
ons
van
het
U.
N.
ge-
griefd
heeft
—
aan
welk
blad
wij
natuurlijk
niet
het
reoht
van
critiek
op
minister
Go-
'
seling
ontzeggen
—
is,
dat
het
van
het
ogenblik
af,
dat
de
minister
gesproksn
heeft,
hem
op
de
meest
unfaire
wijze
heeft
behandeld.
De
wijze,
waarop
het
U.
N.
den
minister
is
te
lijf
gegaan,
had
op
de
eerste
plaats
met
zioh
moeten
brengen,
dat
het
zijn
le-
zers
objectief
had
kennis
doen
nemen
van
hetgeen
de
minister
in
zijn
rede
had
gezegd.
Daartoe
ware
geenszins
nodig
geweest
de
Handelingen
over
te
drukken,
doch,
toen
de
redactie
—
en
indien
zij
behoorlijk
geoutilleerd
is,
moet
zij
daartoe
in
staat
ge
weest
zijn
—
kennis
genomen
had
van
de
Handelingen,
had
zij
tot
de
conclusie
moeten
komen,
dat
het
haar
vanwege
een
persbureau
verstrekte
Kamerverslag,
met
name
daar,
waar
het
gold
hetgeen
de
mi
nister
gezegd
heeft
over
de
beide
geeste-
lijken,
droog
zand
was.
In
zijn
nummer
van
7
April
publiceerde
het
U.
N.
datgene
wat
de
minister
in
eer
ste
termijn
in
de
Kamer
die
middag
had
ge
zegd
en
terwijl
de
minister
nog
bezig
was
te
luisteren
naar
de
tweede
termijn
om
die
te
beantwoorden,
draaiden
in
Utrecht
de
persen
van
het
U.
N.
reeds
met
een
cri
tiek
op
het
antwoord
van
den
minister.
Er
kon
in
deze
zaak
geen
dag
en
geen
mi-
nuut
door
het
sensatieblad
verloren
wor
den.
In
zijn
opmerkingen
op
het
ministeriele
antwoord
legde
het
U.
N.
den
minister
al-
lereerst
als
diens
mening
in
de
mond,
„dat
er
tussen
de
strafzaak
tegen
den
fabriek.5-
directeur
die
thans
in
voorarrest
zit
en
de
andere
gevallen,
welke
men
noemt,
geen
verband
bestaat"
terwijl
toch
de
minister
met
nadruk
in
de
Kamer
verklaarde,
dat
de
wachtmeester
der
marechaussee
uit-
drukkelijk
tegenover
den
procureur-gene-
raal
in
zijn
schriftelijk
rapport
had
ver-
klaard,
dat
er
generlei
verband
aanwezig
was.
Het
spreekt
al
vanzelf,
dat
er
geen
ver
band
kon
aanwezig
zijn,
want
anders
had
de
minister
zeker
niet
gedaan
wat
hij
nu
heeft
gedaan,
doch
hij
kon
zulks
doen,
om-
dat
de
zaak
M.
Z.
wat
men
pleegt
te
noe-
men
„rond"
was.
Als
tweede
opmerking
bij
het
ministe
riele
antwoord
gold
de
suggestie
als
zou
er
in
Oss
ten
nadele
van
de
Armenkas
een
verduistering
hebben
plaats
gevonden
van
27.000
gulden.
.
Het
blijft
zeer
de
vraag,
of
dat,
waar
hier
op
gedoeld
wordt,
inderdaad
een
ge-
val
van
verduistering
is,
maar
aannemende
dat
zulks
wel
het
geval
was,
dan
betreft
het
een
zaak
van
enkele
honderden
guldens
en
is
de
Osse
gemeenteraad
in
de
afwikke-
llng
dezer
affaire
volkomen
gekend.
Als
derde
opmerking
van
het
U.
N.
gold
het
verwijt
aan
den
minister,
dat
hij
niet
had
geantwoord
op
de
vraag
waarom
hij
de
supplementaire
sterkte
van
de
brigade
tot
op
de
huidige
dag
had
gehandhaafd.
Wij
merken
in
dit
verband
op,
dat
de
in-
tsrpellant
Drop
wel
zo
verstandig
geweest
is
zulk
een
vraag
niet
te
stellen.
Dat
deze
supplementaire
sterkte
gehandhaafd
is
kan
louter
gegrond
zijn
op
overwegingen
van
algemene
preventie.
Omdat
in
de
ge-
meente
Utrecht
vrijwel
nooit
iets
bijzon-
ders
gebeurt
wat
die
gemeente
in
opspraak
brengt,
er
gebeuren
geen
moorden,
geen
grote
kraken,
daarom
worden
de
twee
commissariaten
nog
niet
tot
^n
terugge-
bracht.
Wij
willen
niet
ontkennen,
dat
handhaving
van
een
te
groot
corps
soms
ook
haar
gevaren
met
zich
brengt.
Oss
heeft
dat
allerduidelijkst
toewezen,
waar
men
eenvoudig
zaken
en
verbalen
ging
maken.
Het
U.
N.
zette
zijn
actie
tegen
minister
Goseling
voort.
Het
stuurde
na
de
interpel-
latie
zijn
man
naar
Oss
met
het
resultaat,
dat
twee
artikelen
gepubliceerd
werden
onder
de
titel
„In
en
om
den
Osschen
stal"
en
waarin
wordt
gesuggereerd,
dat
Oss
machtige
vrienden
achter
zich
heeft
en
de
redactie
nieuw
feitenmateriaal
kan
bijbren-
gen.
Die
machtige
vrienden
zijn
dan
de
mah-
nen,
die
vervolgingen
door
de
justitie
of
weten
te
voorkomen
of
niet
doorzetten.
Wat
in
het
eerste
artikel
gepubliceerd
wordt
kan,
indien
het
niet
uit
de
duim
is
gezogen,
niet
anders
zijn
meegedeeld
dan
door
den
wachtmeester,
over
wien
de
hele
wereld
jammert,
dat
hem
een
zwijggebod
is
opgelegd.
Trouwens,
de
redactie
vangt
haar
mededelingen
aan,
dat
wachtmeester
De
Gier
aanleiding
had
tot
vermoedens,
die
hem
tot
een
onderzoek
in
een
negental
ge-
noemde
feiten
aangezet
hadden.
Laat
ons
voor
'n
ogenblik
aannemen,
dat
al
wat
in
deze
negen
feiten
ge-
noemd
wordt,
waar
is,
dan
moeten
wfl
vaststellen,
dat
de
betrokken
mare
chaussee
allereerst
met
zijn
ambtseed
lichtvaardig
is
omgesprongen
in
die
zin,
dat
hij
onbevoegden
mededelujg
gedaan
heeft
van
hetgeen
hy
krachtens
zijn
ambt
wist.
En
voorts,
dat
hy
zich
schuldig
gemaakt
heeft
aan
verregaan-
de
verzaking
van
zijn
ambtseed
door
niet
in
te
grijpen
waar
zulks
naar
zyn
heillge
overtuiging
geboden
was.
Wanneer
het
bijv.
juist
zou
zijn,
dat
de
marechaussee
geconstateerd
had,
—
zoals
het
U.
N.
zegt,
—
dat
de
gemeente
Oss
met
de
Zegelwet
de
hand
lichtte,
of
dat
een
rvjksaccountant
de
gelegenheid
zou
zijn
onthouden
boekenonderzoek
in
te
stel
len,
in
verband
waarmee
stukken
door
verbranding
zijn
vernietigd,
enz.
enz.,
dan
had
de
marechaussee
d
e
p
1
i
c
h
t
gehad
in
te
grijpen
en
dat
tot
elke
prijs.
Bij
de
negen
feiten
doet
ook
de
hoger-
genoemde
affaire
van
f
27.000
weer
opgeld
en
wordt
bovendien
verteld,
dat
er
g
e-
ruchten
in
omloop
zijn,
waarvan
reeds
positieve
getuigenverklaringen
zouden
zijn
gemaakt,
omtrent
gepleegde
vermo-
gensdelicten
door
pastoor
B
als
vak-
verenigingsbestuurder!
Wij
geloven,
dat
wij
volstaan
kunnen
met
deze
dwaasheid
louter
te
memoreren.
Welke
Nederlander
met
hersens
kan
ons
een
pastoor-vakverenigingsbe-
s
t
u
u
r
d
e
r
aanwijzen?
Overigens
trooste
de
redactie
van
het
U.
N.
zich,
want
het
record
in
sensatiever-
halen
en
leugentaal
bereikte
haar
dagelijk-
se
buitenlandse
medewerker
dr.
M.
van
Blankenstein,
die
in
de
Independance
Beige
van
14
April
meedeelde,
dat
„de
brigade
plotseling
twee
geestelijken
ar-
resteerd
e".
Over
de
vaderlandsliefde
en
Nederlandse
burgerzin
van
dezen
heer,
die
in
een
buiten-
lands
blad
landgenoten
bekladde,
zullen
we
maar
zwijgen
Met
deze
twee
geesteiyken
zijn
wq
te-
vens
gekomen
aan
het
laatste
artikel
van
het
U.
N.
Wij
citeren
hier
allereerst
het
volgende:
„6e.
De
minister
zwe
e
g
volledig:
over
de
zaak
tegen
pastoor
V.,
welke
wel
degelijk
in
het
stadium
van
arrestatie
van
den
geestelijke
gekomen
was.
De
strafbare
feiten
door
dezen
gepleegd,
zouden
dan
ook
vast
zijn
komen
te
staan."
Z