Tekstweergave van KKO7536-445-141
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
05
rr-
/
'
.
/
^//
/
2/-
o^/-
Ifan
..slikken"
en
van
„volk"
lesproken.
De
Zaak-Oss
und
kein
Ende!
„Het
Nationale
Dagblad"
van
de
Mus-
sert-partij
kan
er
maar
niet
over
uitge-
praat
komen.
^
.
Dit
blad
schijnt
die
zoo
gewichtig
te
vinden,
dat
het
een
hoofdartikel
in
zijn
nummer
van
gisteravond,
waar
boven
staat:
„Ontwakend
Volk.
De
stem
van
het
volk
weerklinkt
buiten
de
Kamers",
ein-
digt
met
dezen
gewichtigen
volzm:
„Dat
is
het
groote
belang
dezer
zaak,
die
in
de
ge-
schiedenis
van
ons
volk
wellicht
een
keer-
punt
zal
blijken
te
zijn
geweest".
Niet
meer,
maar
ook
niet
minder!
Dat
„groote
belang"
schijnt
na
lezing
van
het
artikel
te
culmineeren
in
het
feit(?),
dat
Minister
Goseling
bij
zijn
be-
antwoording
van
de
interpellatie-Drop
omtrent
de
Ossche
affaire
de
Kamer
maar
wat
wijs
maakte;
dat
de
Kamer
alles
wat
die
Minister
haar
voorfantaseerde
gewil-
lig
en
critiekloos
„slikte",
maar
dat
het
yolk
buiten
de
Kamer
den
Minister
van
critiek
weet
te
dienen
aan
de
hand
der
feiten(!?),
die
inmiddels,
natuurlijk
al-
leen
in
de
kolommen
van
het
„Nationale
Pagblad",
zijn
komen
vast
te
staan!
Hoor
het
„Nationale
Dagblad":
„Critiekloos
heeft
de
Tweede
Kamer
alles
geslikt,
wat
minister
Goseling
haar
aan
de
hand
van
zijn
voor
haar
gesloten
dossiers
over
de
gebeurtenissen
te
Oss
opdischte".
«««■
■•••'
•••
•
„Nu
is
slikken
niet
bepaald
de
taa,k
en
Uoeping
van
een
volksvertegenwoordiging
in
het
democratische
stelsel".
„Daardoor
zien
wij
thans
het
verschijn-
Sel,
dat
de
stem
van
het
in
het
volk
Mif
levende
recht
niet
in,
maar
buiten
de
Ka
mers
weerklinkt.
Deze
vertegenwoordigen
al
lang
niet
meer
het
volk,
maar
alleen
de
partijen".
.
.
,
.
Het
zegt,
volgens
het
blad,
niets,
dat
Minister
Goseling
groot
succes
had
met
zijn
betoog
in
de
Kamer.
Immers;
de
instemming
van
de
partijen,
maar
de
instemming
van
het
volk
geeft
een
re-
geering
gezag
in
den
lande".
Minister
Goseling
mag
de
Kamer
zfln
feiten
hebben
gegeven,
uit
het
volk
zelf
komen
thans
de
feiten
en
verpletteren
de
alles
slikkende
Kamer",
Dit
alles
schrijft
de
advocaat-hoofdre-
dacteur
van
,,Het
Nationale
Dagblad
en
die
kan
zich
in
het
oog
van
het
partijloo-
ze(?)
volk,
dat
de
N.S.B'ers
zijn,
niet
ver-
gissen.
.
...
Vraag
echter
niet
aan
dien
advocaat-
hoofdredacteur
noch
aan
de
partijlooze
N.S.B'ers,
die
dan
het
„volk"
zouden
yor-
men,
om
steekhoudend
den
baarlijken
onzin
te
verklaren,
dat
politieke
partijen
niet
uit
volksdeelen
bestaan
en
dat
het
„volk",
in
casu
de
N.S.B'ers,
niet
een
po
litieke
partij
vormt.
Die
opgaaf
/.ou
te
moeilijk
blijken
en
zoowel
de
advocaat-hoofdredacteur,
die
dien
onzin
neerschreef
als
het
„volk",
dat
dien
onzin
critiekloos
„slikt",
zou
op
schitterends
wijze
in
gebreke
blijven.
Intusschen
,,slikt"
het
N.S.B'eesche
„volk"
dien
onzin
als
heerlijke
onpolitieke,
wijl
partijlooze(
?)
koek!
Inderdaad,
als
iemand
voor
onslikbaren
kost
wordt
gezet,
dan
is
het
wel
het
par
tijlooze
,,volk"
van
de
N.S.B.!
Want
dat
de
Kamer
over
Oss
onjuist
is
ingelicht,
wordt
voor
dat
„volk"
bewe-
zen(
?)
op
de
tweede
pagina
van
hetzelfde
nummer
van
het
waarheidlievend
„Natio-
nale
Dagblad".
En
het
N.S.B'eesche
partij
looze
„volk"
heeft
dat
bewijs(!)
zonder
pritiek
„geslikt".
Op
die
tweede
pagina
toch
wordt
in
ko
lommen
naast
elkaar
afgedrukt;
„Wat
de
minister
verklaarde"
in
de
Kamer
en
„Wat
de
feiten
aantoonen".
Nu
zijn
de
verklaringen
van
den
Minis
ter
—
tenzij
deze
een
aartsbedrieger
is,
wat
niet
zeer
aannemelijk
schijnt
—
zeker,
want
zij
liggen
vast
in
de
dossiers
der
Ossche
Marechaussee-zelf;
terwijl
de
„fei-
ten"
van
het
„Nationale
Dagblad",
zonder
jjieer
—
d.w.z.
zonder
aanduiding
van
ook
maar
eenige
bron
—
afgedrukt
staan
op
zeer
geduldig
krantenpapier.
Ergo:
moraliter
gesproken,
hebben
de
verklaringen
van
den
Minister
bewijs-
kracht,
terwijl
de
in
het
„Nationale
Dag
blad"
afgedrukte
„aantoonende
feiten"'
juist
iedere
bewijskracht
missen.
Maar
het
N.S.B'eesche
partijlooze
,,votk"
zal
ze
wel
als
bewezen
hebben
„geslikt".
Het
iriisleidende
„Nationale
Dagblad"
jneent
dus
zijn
doel
bereikt
te
hebben,
dank
zij
het
feit,
dat
er
nog
onnoozel
jjVolk"
in
de
wereld
is,
dat
alles
,,slikt",
Deze
misleiding
en
dit
slikken
zullen
nu
V^el
niet
de
beteekenis
aannemen
van
een
„keerpunt
in
de
geschiedenis
van
ons
volk";
maar
intusschen
achten
wij
toch
de
vraag
op
haar
plaats,
of
dit
alles,
n.I.
daar
neerzetten
van
den
Minister
als
be-
Wust
bedrieger;
het
belasteren
—
want
iets
anders
is
het
niet;
—
van
twee
pas-
toors
van
Oss,
zoo
maar
ongestoord
ge-
Bchieden
kan
en
mag
en
door
een
deel
van
het
fatsoenlijk
Nederlandsche
partij-
volk
zoo
maar
onbeschermd
en
hulpe-
loos
moet
worden
geslikt?
f