Tekstweergave van KKO7536-445-158

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
13-09-^ /fjS oLa^ Sm O^^yicM /yjfi DE OSSCHE AFFAIRE |E jongste verklaringen van minister Goseling betreffende de affaire van Oss mogen op het moment, nadat zij wa- ren uitgesproken, de groote meerderheid der Tweede Kamer hebben bevredigd, met de publieke opinie is zulks niet het geval. De door den minister aangevoerde argumenten voor de maatregelen tegen de marechaussee zijn in den loop der laatste weken in de Nederlandsche pers stuk voor stuk op hunne waarden getoetst en als resultaat daarvan nagenoeg alle als on- gegrond gedisqualificeerd. Het is niet verstandig deze zaak slechts als een politiek relletje te zien, hoevi^el het feit, dat de politiek er zich aanstonds meester van maakte, de aspecten aanmer- kelijk vertroebelt. De omstandigheid dat de nationaal-socialistische pers de details der affaire het eerst in het publiek bracht en krachtig de groote trom roerde, heeft sommigen op de gedachte gebracht dat de zaak-Oss uitgevonden is om de democratic te ondermijnen. Zoo beging bijvoorbeeld het „Bat. Nieuwsblad" de fout haar te kenschetsen als een door de n.s.b. tot oli- fant opgeblazen mug met het uitsluitend doel het huidige Regeeringssysteem een trap te geven. Nu zal het „Nationale Dag- blad" inderdaad deze aangelegenheid niet op zulk een opzienbarende wijze hebben gepubliceerd om de democratic van dienst te zijn. Maar men bewijst haar nog min ­ der een dienst, wanneer men de affaire tracht te bemantelen of te verbloemen. Want de kracht eener gezonde democratic schuilt juist in de volledige openbaarheid en rechtszekerheid zonder aanzien des per soons. Of deze factoren in de bedoeldc zaak ten voile tot hun recht zijn gekomen is aan ernstigen twijfel onderhevig. De mededeelingen van den minister waren vaag en onvolledig, ja ergcr; de mi ­ nister schijnt niet geheel juist ingelicht geweest te zijn. Een vooraanstaand blad als de „Nieuwe Rotterdamsche Courant", dat men toch waarlijk niet van nationaal- socialistische sympathie verdenken zal, en dat in deUcate aangelegenheden als deze nimmer over- een nacht ijs pleegt te gaan, heeft het meerendeel der ministe- rieele argumenten als ondeugdelijk afge- wezen. De huiszoeking bij cn de arrestatie van ,,den bankier" te Oss blijken nu bijvoorbeeld volkomen door de wettelijke bepalingen gedekt. En ook bij het onderzoeken naar de hande- lingen van twee geestelijken is, zooals de „N. R. Crt." verzekert, niets onregelma- tigs gebeurd. Het was de plicht der mare ­ chaussee dat onderzoek in te stellcn naar zeer ernstige geruchten, v/clke welis- waar latter on juist bleken te zijn, maar die toch in elk geval het afnemen van een verhoor voldoende rechtvaardigden. Het blad heeft bij vele autoriteiten zijn licht opgestoken over deze zaak en kan niet anders dan tot deze conclusie komen: „In volkomen tot oordeelen taevoegde kringen blijft men dan ook, ook na de verklaringen van den minister, van oordeel, dat ook al zou misschien hier of daar door de marechaussee minder tactisch zijn opgetreden, door de leden der brigade Oss geen dusdanig ernstige fouten zijn gemaakt, dat daardoor de ministerieele maatregelen zelfs ook maar ten deele zouden zijn gerecht- vaardigd." Aldus de slotsom in de „N. R. Crt.", die door het oordeel van de meerderheid der Moederlandsche pers volkomen on- derschreven en bevestigd wordt, ook al twijfelt bijvoorbeeld de R. K. ,,Tijd" aan de „echtheid" dier „bevoegde kringen". Het is begrijpelijk dat de Roomsch- Katholieke pers den minister zooveel mo- gelijk tracht te steunen, maar een blad als de „Tijd" bezit toch nog voldoende v/er- kelijkheidzin om mede aan te dringen op eene cnquete, die het voile licht over deze aangelegenheid werpen zal. Jammer genoeg heeft men in sommige kringen de zaak niet alleen in den sfeer van de politiek maar ook in dien van den godsdienst gebracht. Zoo wordt openlijk beweerd dat de Katholieke minister de twee Ossche geestelijken „natuurlijk" door dik en dun, tegen beter weten in, sauveeren wil. Wij hebben voldoende ver- trouwen in de ministerieele integriteit om een dergelijken aanval als onwaarachtig, en bij voorbaat lasterlijk te kenmerken. Wanneer dc wachtmeester der mare ­ chaussee te Oss, de Gier, die het onder ­ zoek tegen de twee geestelijken leidde en die zelf als een goed Roomsch-Katholiek bekend staat, objectief en eerlijk genoeg was om, toen daar aanleiding toe bestond, deze priesters het pijnlijke van een on ­ derzoek niet te besparen, mag men wel aannemen dat een Staatsman, die zooveel grootere publieke verantwoordelijkheid draagt, zich niet zal laten leiden door mo- tieven welke schadelijk voor het algeme&n belang en voor rechtszekerheid moeten worden geacht. Van andere zijde is de vraag gesteld waarom de geestelijke overheid, die vol- gens een artikel van mr. Marchant in „Het Noorden" reeds lang op de hoogte van de zedenschandalen was, niet veel eerder heeft doen ingrijpen. De leider der R. K. jeugdbeweging. Mgr. Frencken gaf daar in een persgeprek met het „Dagblad van N. Brabant" een zeer afdoend en op- merkelijk antwoord pp. Wij publiceeren den tekst van dit interview heden onder de rubriek „Nederland" en mogen den le- zer daarheen wel verwijzen*). De conclu ­ sie die men er uit trekken kan is deze; dat er op het gebied der zedeloosheid in Nederland overal zeer ergerlijke wantoe- standen bestaan; dat deze situatie aan de Regeering reeds sedert jaren bekend kon zijn; en dat er desondanks niet is ingegre- pen. Om welke redenen? Omdat men in dien toestand behagen schept misschien? Na- tuurlijk niet. Wij vermoeden, dat de Jus- titie hoewel van de feiten op de hoogte nimmer het bewijs dezer zaken in han- den heeft kunnen krijgen. Dit is begrij ­ pelijk. Want geen justitieel onderzoek is moeilijker dan dat in een zedenschan- daal, waar immers iedere eventueele ge- tuige alleen door zijn aanwezigheid bij het dehct practisch al medeplichtig wordt en dus maar het liefst blijft zwijgen. De wettelijke, normale methoden van Politie. en Justitie stuiten hier bij voortduring op de onmogelijkheid om de juistheid der geruchten en verklaringen te veriliee- ren. Mag men uit dezen hoofde nu de rotting maar voort laten bestaan? Mag men dit verderf, tot schade van ons ge- heele volk, maar voort laten woekeren, alleen omdat er t6ch niets tegen te doen valt!? Wij meenen van niet. Maar dan zijn ook bijzondere en dras- tische maatregelen noodig. Dan moet men doortastende gezagshandhavers als de marechaussee van Oss niet desavou- eeren wanneer zij minder „tactisch" zijn dan de beleefde agent die Uw verloren beursje terugbrengt of het verkeer regelt in het vacantiedurp. Minister Goseling heeft, naar het ons toeschijnt, twee ernstige fouten gemaakt. In de eerst plaats heeft hij zich niet vol ­ doende juist laten voorlichten en daarom in de Kamer argumenten aangevoerd, die thans voor het forum der publieke opinie door nagenoeg de geheele pers ontze- nuwd zijn. Dit wij St op een te vluchtig onderzoek van den minister en een zich te sterk la ­ ten leiden door verkeerde adviseurs. In de tweede plaats heeft Z. Excellence, toen hij de rechtszekerheid wilde veilig stellen door het desaveu van een zeer krachtig ingrijpend corps, dat zich niet zoo heel precies aan de voorschriften van voorzichtige tact hield, de rechtszeker ­ heid juist V er-,7 ^.k t, dewijl onder deze omstandigheden :wel de Toon de Soeps achter de tralies komen, maar niet de door een haag van geld en vriendjes omgeven machten, die zonder forsch ingrijpen nooit te vangen zijn. Wanneer een vrucht aan de buitenzijde verontreinigd is kan men haar gemakke- lijk volgens beproefde en beschaafde me ­ thoden heel netjes weer opdoffen. Maar wanneer de kern rot blijkt heeft men een mes noodig. Intusschen is, blijkens een gisteren ge- pubhceerd telegram, thans door de Justi ­ tie beslag gelegd op bepaalde publicaties, waarin zeer vergaande beschuldigingen tegen bij de affaire betrokken personen, en niet het laatst tegen den minister, werden geuit. Zij laten doorschemeren, dat verschillende autoriteiten de hier en elders geconstateerde fouten opzettelijk zouden hebben gemaakt om de daden van geloofsgenooten of machtige vrienden in bescherming te nemen. Wij merkten reeds op, dat naar onze meening in deze zaak door de verant- woordelijke ministerieele instantie ernsti- ge fouten zijn gemaakt, maar dat wij | haar integriteit niet in twijfel willen of ! kunnen trekken. Men schoot hier schro- 1 melijk te kort, doch dit valt eerder te wij- ten aan verkeerd inzicht en zwakheid van beleid dan aan oorzaken van corrupten aard. Het valt te hopen dat dit ingrijpen der Justitie geenszins slechts leiden zal tot het vaststellen van het naar onze meening niet discussiabele feit, dat de minister te goeder trouw gehandeld heeft, maar dat tevens nu eindelijk eens in de rechtszaal het voile licht der waarheid over de ge ­ heele affaire valt, los van alle politieke en godsdienstige geschillen. Indien dit niet geschiedt, wanneer de erkenning uit- blijft dat de ministerieele maatregelen tegen de marechaussee en de argumen ­ ten daartoe op een betreurenswaardige misvatting hebben berust, zal het booze gerucht verder en verder gaan, tot schade van het Gezag en tot vreugde dergenen die zich aangenaum wentelen in een voor de Justitie langs de „beproefde tactische" wegen onbereikbare poel van ontucht en verderf. Gepubliceerd in het derde blad van heden, pag. 3, kol. 1.