Tekstweergave van KKO7536-445-160

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
(^-OU/LOc/l^lyt tA.yoLc>^ ^ UX ^39 REGEERING EN DE MARECHAUSSEE Wofdt liet onderzoek uitgebi cid ? {yari omen correspondent) 's Graven h age, 17 April. De Maasbode blijkbaar officieus geinspireerd, trekt van leer tegen de weerleggingen, die de N.R.Crt dezer dagen publiceerde van het betoog, dat minister Goseling in de Tweede Kamer over de zaak Oss hield. Het biad ziet daarin een zijdeling- schen aanval door „officieren van de marechaus- sec" legen den minister. Het schrijft ; Nil komt „van bevocgde zijde" repliek op de regeering in... de krant. De „bevoegde zijde" bcslaat, of de „N.R. Crt." pleegt mystificalie. Zoo zij bestaat, kan men daarondcr alleen verstaan officieren van de marechanssee. En verder: Nu van tweeen een: de bevoegde zijde van de „N.R.Crt." bestaat niet, of de bevocgde zijde raaakt zich schuldig aan gezagsonder- mijning, die even lafhartig als kras is. De ovcrheid kan dit niet dulden; het schijnt oils noodzakelijk, dat zij van haar bevoegdheid gebruik maakf, om of de mys- tificatie in de „N,R,Crt," te ontmaskeren of degencn, die dit staaltjc van gezagsonder- mijning pleegden, tot de orde te roepen. Geen land en geen overheid kan zooiets straffeloos dulden ; het kan zeker niet in een land als het onze, waar de publieke zaak publiek benadeeld worden kan en in dit geval ook publiek benandeld is, waar dit gcschieden moest, nl. in het parlemenl. Het zou ons leed doen indien inderdaad chefs der niarechaussee zoo zouden zijn op- getreden, alsde „N.R.Crl.« insinueert. Want dit zou er op wijzen, dat er dan, behalve in de lagere ook in de hoogere rangen van dit politiecorps begrip voor evenwicht moet worden bijgebracht. De verhouding tusschen overheid en mare ­ chanssee is dus blijkbaar door de Ossche affaire ook reeds vertroebeld. Men vertrouwt clkaar niet meer hetgeen ons bovendien noo- bleek, toen bij een bezoek van een particulier aan een officier der marechaussee, door de politic uit de plaats, waar deze officier woon- achtig is, in Amsterdam werd geinformeerd aan wien de auto toebehoorde waarmede deze bezoeker voor het huis van de marechaussee was gearriveerd. Men bespionneert dus blijk ­ baar het doen en laten der officieren. De zedelijkheid in de bedrijven Het Dagblad van Noord Brabant en Zeeland (r.-k) heeft naar aanleiding van een vraag van De Avondpost, wat de Brabantsche geestelijk- beid had gedaan om de onzedelijke toestanden Jeugdbewegmg, mgr. F. Frencken : „De toestanden teOss,aidus mgr. Frencken, zijn ons sinds lang bekend. Reeds in een en- quete, door ons in 1930 ingesteld en in „Dux" orgaan van het R.-K. Centraal Bureau voor Onderwijs en Opvoeding gepubliceerd, is van de onzedelijke verhoudingen op de fabrieken van Zwanenberg melding gemaakt. Maar niet alleen van deze fabrieken. Van tal van bedrij ­ ven uit geheel het land waren gegevens ver- zameld. Dit is ons eerste werk geweest. We wilden weten hoe het in de werkmiddens van ons land met de zedelijkheid gesteld was. We stelden ons niet tevreden met een oppervlakkig onderzoek, maar vaardigden daartoe vertrouw- de goed onderlegde meisjes af of wisten ver- trouwenspersonen in de te onderzoeken be ­ drijven aan het werk gesteld te krijgen, die ons volkomen betrouwbare en verant- woorde rapporten hebben verstrekt omtrent de toestanden op fabrieken, kantoren, winkels in den landarbeid en het hotel-, cafe- en restau- rantbedrijf. De resultaten dezer enquetes hebben wij daarna met opzet gepubliceerd in Dux en later op onze verschillende congressen bchandeld, om de aandacht der overheid erop te vestigen en om de openbare meening wakker te schuden. Er waren echter eenige groote bezwaren, 1 waarmee we rekening moesten houden. We ondervonden steeds, dat er door het publiek zoo gemakkelijk gegeneraliseerd werd ten aanzicn van het fabrieksmeisje. Men dacht maar al te gauw, dat alleen fabrieksmeisjes i met deugden, een opvatting, waardoor recht- streeks die fabrieksmeisjes zelf getroffen werden. En dit, waar de toestanden op kan- nog"ziji;. en Een ten minste even groot bezwaar was, dat h^.'/ voorkeur bewoog in I zuiden, de idee ffinef postvaiten alsofhet alleen in Brabant zoo onzedelijk toe-' ^ I'?'.®tJan is het wel dit. We beschikken ook over zeer nauwkeuripa pgevensoverde toestanden in fabrieken, kan ­ toren, warenhuizen en winkels, het hotel- en restaurantbedrijf van boven den Moerdiik en aldus mgr. i-rencken, ikaarze! niette verklaren' dat de toestanddaar zeker niet minder slecht is L"* N, Zujden. Dat echter wel Brabant en oo'^ hf f gaat is te wijten aan het feit, dat Brabant den moed gehad hejeii de rotte plekken openlijk aan te wijzen, terwijl die boven den Moerdijk angstvallig worden be- dekt gehouden of niet worden gekend Nu kan men vragen: Wat deedt ge met die verzamelde gegevens? Hadden ze daden tot gevolg? Zooals ik reeds zei, aldus mgr. Frencken, hebben wij bij eike geboden gelegenheid de overheid op de hoogte onzer bevindingen gesteld. Waar officieele personen op onze bii- eenkomsten en congressen verschenen, hebben wi] telkens openlijk op deze feiten gewezen. Verscheiden malen hebben wij de politie rechtstreeks van te bewijzen feiten op de hoogte gebracht, terwijl wij in voortdurend contact aonden en nog staan met de Arbeidsinspectie. Daarbij hebben wij herhaaldelijk moefen onder- vinden, dat het hoogst moeilijk is het voor ... '"^chtbank noodzakelijke bewijs te leveren wijl m fabrieken, die werkelijk slecht ziin' nooit getuigen te vinden zijn, ja men zelfs met ertegen opziet meineed te doen. Ontmoe- digend is het verder, wat herhaaldelijk is voorgekomen, dat bij ingrijpen der Arbeidsin ­ spectie om schreeuwende werkomstandifrheden te verbeteren, de betreffende patroons werden vnjgesproken wegens „overmachl". Meermalen hebben wij ons met dc ons bekend geworden feiten tot fabrikanten en directies van bedrijven gewend, hun alle ge- wenschte inlichtingen verstrekt en zijn we hen behulpzaam geweest bij het treffen van maatregelen en dit alles met heel gelukkige gevolgen, waarvoor de betrokken werkgevers ons nadien ten hoogste dankbaar geworden zijn. Op dit oogenblik is dan ook op het eerste gezicht reeds vast te stellen, waar de Katholieke Actie iverkzaam geweest is en waar niet, De toestanden zijn enorm verbeterd. Op de meeste fabrieken van Brabant is het op den dag heden zoo gesteld dat het fabrieks ­ meisje met meer in gevaar is, zeker niet meer bmnen dan buiten de fabriek. Tot zoover betreft het de directe actie der tatholieke jeugdbeweging in de bedrijven zelf. Hier reeds mag de vraag gesteld worden: Wat is er van andere zijde gedaan om aan de ongewenschfe toeslanden op kantoren in * n werkplaatsen een einde te maken ' Alleen de Katholieke Actie onder leiding van katholieke geestelijkheid is hier positiefoo- getreden!" ' 1