Tekstweergave van KKO7536-445-161

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
?^O7V0UA^, // '/i DONDERDAG li APRIL 1938 De minister overOss Tweede Kamer legt zich antwoord neer I bij zijn Wclkc foutcn msnktc j "^fi ­ de Marechaussee ? De interpellatie geslofen (Van een correspondent) 's G r a V e n h a g e, 7 April. In de Tweede Kamer heeft vanmiddag de heer Drop (s. d.) zijn interpellatie in zake het beleid van minister Goseling betreffende Oss gehouden. Op het Binnenhof was het merkbaar, dat er dezen middag in het parlement iets bijzonders te doen was. Bij den ingang stonden nieuwsgierigen het aanrijden en komen aanloopen der Kamerleden gade te slaan en fotografen deden herhaaldelijk hun werk. Ook voor de publieke tribune was een belangstelling, welke de capaci- teit verre overtrof. Toen de heer Drop het woord verkreeg om minister Goseling, die alleen achter de regeeringstafel had plaats genomen over zijn beleid in de Ossche zaak te in- terpeleeren, waren beide tribunes dan ook overvol en ook de Kamer was vrijwel vol- tallig opgekomen. De interpellant stelde de volgende vra- gen, welke hij uitvoerig toelichte: 1. Welke zijn de niet wel te verant- woorden uitingen in sommige persorga- nen, die tegenstellingen hebben gescha- pen tusschen de brigade der Koninklijke Maz-6chauss6e te Oss eenerzijds en andere organen van bestuur en politie anderzijds, welker aanwakkering niet kan worden ee- duld? 2. Sinds hoolang is uit verbalen en rap- porten gebleken, dat bij het opsporings- onderzoek door de Kon. Marechauss6e te Oss methoden werden toegepast, waardoor recbtmatige belangen van burgers op pijnlijke wijze werden geschonden, zoodat het onverwijld geboden was, maatregelen \ te nemen om laet vereiscTate evenwicht te herstellen ? 3. Welke bepaalde feiten, gebeurtenis- sen of gedragingen hebben aanleiding ge- geven tot het besluit om aan de brigade Kon. Marechaussee te Oss opdracht te ge- gen, zich tot nader order van opsporings- diensten te onthouden? 4. Wat is den minister bekend van de verhouding tusschen gemeentebestuur of gemeeiitepolitie en de leiding der brigade van de marechaussee te Oss, op welk tijd- stip is een minder goede verhouding hem bekend geworden en welke maatregelen stelt de minister zich voor te nemen ten einde deze verhouding op goede basis te regelen? 5. Acht de minister het uit een oog- punt van algemeen justitieel beleid juist, in omstandigheden als die te Oss aanwe- zig zijn, de brigade der Kon. Mar6chaus- see surveillance- en bewakingsdiensten te laten doen, blijkbaar ook in het territoir der gemeentepolitie, terwijl de brigade haar voornaamste taak, waarvoor zij des- tijds is versterkt, niet mag uitoefenen? 6. Moet de minister niet erkennen, dat het gevoel van rechtszekerheid kan zijn aangetast door ingrijpen op een oogen- blik, dat gerechtelijk onderzoek werd ge- daan in andere kringen der bevolking dan die, waarin sinds 1935 misdrijven werden opgespoord en tot berechting gebracht en op welke wijze stelt hij zich dan voor de waarborgen voor rechtszekerheid gelijke- lijk voor alle bevolkingsgroepen te her- stellen of te versterken? at eigenlijk in ieder woord pijnlijke on- zekerheid. De verhouding tusschen gemeentebe ­ stuur en marechaussee is hier ook in het geding. Er is reden te vragen of men zich moet verwonderen over de herbenoeming van den burgemeester en of er verband bestaat tusschen deze herbenoeming en het optreden tegen de marechauss6e. Lag in de verhouding tot het gemeente ­ bestuur aanleiding tot het buiten wor ­ king stellen van de brigade, zoo ja, hoe lang was dan die slechte verhouding be ­ kend en hoe denkt de minister nu verder betere verhoudingen te waarborgen? De interpellant herinnerde vervolgens aan de vele beschouwingen in de Neder- landsche pers, waaraan hij zoo sober mo- gelijk, naar hij aankondigde, eenige op- merkingen wilde vastknoopen, zonder sensatie en zonder beschuldigd te willen worden van anti-clericalisme. Men moet echter bepaalde gedragingen niet zonder meer op bepaalde overwegingen pogen te verbloemen of aan de openbaarheid te onttrekken. Voor het zuiveren van de z.g. onder- wereld heeft de marechaussee lof en on- derscheiding gekregen, nu zijn een „ban- kier" en een industrieel gearresteerd. De eerste is losgelaten, de arrestatie van dpn tweede zou consequenties kunnen hebben voor notabelen en mogelijk voor geeste- lijke ambtsdragers. Indien de berichten dienaangaande juist zijn en waarheid bevatten, is de toestand daar toch beden-■ kelijk. In ,,De Tijd" wordt al geschreven,i dat de marechaussee maar een zaak, en| dat bij vergissing, tot oplossing heeft'ge-J bracht en verder louter vergissingen heeftf begaan. : Onzekerheid in de justitie heeft ohrust veroorzaakt. Het Nederlandsche volk (Wenscht gelukkig niet, dat met tweeerlei maat wordt gemeten. Daarom is open- hartige opening van zaken zeer noodza- kelijk. Antwoord De brigce uiteen Vertrokken-xar nieuwe standaisen (Van een cespondent) OSS, 8 April. T^.welijks door het publiek opgemerkjieeft het perso- neel der Kon. Michaussee van de brigade Oss in detfop van den VriJ- dagmiddag de kcrne verlaten om naar zijn nieuw^tandplaatsen te vertrekken. Nadat de mutc&s bekend waren geworden, hebben elen van de ge- legenheid gebruiJtfemaakt om den scheidenden politiiannen de hand te drukken. Voornc,elijk het vertrek van wachtmeester Gier, die door zijn beminnelijk eitactvol optreden, de harten van veh heeft weten te winnen en sedert 24 onafgebroken te Oss is werkzaam iweest, wordt als een groot verlies ge^eld. In vele ge- zinnen, welken de nchtmeester met raad en daad ter'.ijde was blijven staan, wordt zijn hengaan oprecht betreurd. De gezinnen der pctiemannen ver- toeven nog te Oss e, zullen binnen eenige dagen vertreken. Inmiddels zijn brig de-commandant Mientjes en verscMlende nieuwe manschappen in de zazerne gearri- veerd. Het beg:n Toelichting^ Spr. dankte voor den spoed, waarmede zijn interpellatie kon worden gehouden, hetgeen ook gewenscht was, aangezien opheldering in dezen dringend noodig is. Het heeft bevreemd, dat hier aldus is in- gegrepen, nadat de regeering b.v. in de zaak-Van 't Sant nimmer zich met het justitieel en politiebeleid heeft bemoeid. De marechaussee is sedert 1934—'35 krachtig in en om Oss opgetreden en heeft voortreffelijk saneerend werk verricht. In 1937 heette het, dat de politie te Oss met eigenaardige middelen optrad, doeh hier- tegen hebben de hoogste autoriteiten niets gedaan. Nu de marechaussee zich niet meer bezighield met de menschen met bijnamen, heeft de regeering, heeft althans deze minister, met opvallenden spoed ingegrepen. De interpellant begreep niet, hoe be ­ paalde publicaties tegenstellingen kun ­ nen scheppen tusschen de brigade te Oss en andere organen van bestuur en politie. Is het juist, dat er in dezen meenings- verschil is, althans is geweest, tusschen Justitie en Defensie? Een opperwacht- meester is hulpofficier van Justitie en be- hoort dus ook tot de onafhankelijke rech- terlijke macht, meende de interpellant, die geen jurist is. Het Nederlandsche volk heeft recht op een duidelijk, met feiten geillustreerd, antwoord, welke opsporingsmethoden aan ­ leiding gaven tot ingrijpen en sedert hoe lang deze bekend waren. Het communique inmiddels de minister van Delensie nab plaats genomen, in ademlooze stilte aan-^ gehoord, was dankbaav over de zaaVi-Ost: zoo spoedig te kunnen spreken. Natuur- lijk kon het communique niet alle op ­ heldering verstrekken; mede daarom is door het omgaand beantwoorden van de vragen van den heer Wijnkoop, de weg geeffend voor de interpellatie. In Nederland zijn de ministers naar twee zijden verantwoording schuldig, aan het Staatshoofd en in openbaarheid aan de volksvertegenwoordiging. Hier heeft het volk niet te zwijgen over de daden der regeering. Zijn verantwoording, in beiderlei zin, zei de minister blijmoe- dig te dragen. Er is in dezen wel eenige bezinning noodig. De interpellant is sober geweest, doch niet geheel Nederland heeft de nuchterheid en het vereischte evenwicht bev/aard. De regeering wijkt niet voor gerucht en verdachtmaking, aldus de mi ­ nister, die vervolgens opening van zaken aankondigde. Van de brigade Oss wordt het personeel oyergeplaatst, tot nader order moet het zich van opsporingsonderzoek onthouden. Er blijft in Oss een brigade, van gelijke sterkte. De aanleiding tot het ingrijpen betreft gevallen van ernstige fouten. De minister kon natuurlijk niet alle dossiers hier me- dedeelen De heer Rost van Tonnin- g e n; Pas op dat ze niet zoek raken! De heer Albarda: U denkt aan Duitsch- land en Oostenrijk, u bent hier echter in Nederland! Maar, aldus de minister, er Wordt in dezen opgetreden zonder aanzien des persoons. Scherp keurde de minister het af, dat de Koninklijke onderscheiding voor de brigade telkens in het geding wordt ge ­ bracht. Van de 20 man uit 1935 zijn er nog slechts vier over en hiervan zijn er twee gedecoreerd. Overigens maakt zelfs een onderscheiding een mensch niet feilloos. Voorts critiseerde de minister het, dat gepoogd is, der regeering het corps ma ­ rechaussee uit de hand te wringen, Schuldig zijn degenen die het corps of een of enkele mannen met ma- telooze lof verheerlijken. Ook in dezen moet de regeering voor evenwicht zorgen, vooral in het belang van het personeel. Er is ook gepoogd, tegenstellingen te construeeren tusschen de ministers van Justitie, Defensie en Binnenlandsche Za ­ ken. Hiervan is niets waar. Den herbe- noemden burgemeester heeft het niet aan tact en voortvarendheid outbroken en met mijn ambtgenoot van Defensie is in dezen ook steeds volledige samenwer- king en overeenstemming geweest. De minister van Defensie is van den aanvang op de hoogte gehouden. De verantwoor- delijke chefs hebben bij de mutaties de leiding gehad. In de „gedrukte dag- schrifturen" ontbreekt soms de humor niet. Zoo zei gisteren een krant, dat Jus ­ titie en Defensie op voet van oorlog leef- den. Na deze uitvoerige inleidlng kwam de minister tot de eigenlijke feitelijke aan ­ leiding tot zijn ingrijpen. Hij werd het eerst gmengd, na half Pebruari, in de strafzask tegen den fa- brikant te Oss. Deze zask heft haar nor- maal verloop. Het vooronderzoek is al behoorlijk gevorderd en aan ontslag uit de voorloopige hechtents van den ver- dachte is nimmer ggdacht. In dezen heeft de brigade een lofwaar- dige activiteit aan den dag gelegd. Een der slachtotiers had moed gevat en ging naar de politie. Toevallig kwam ze bij de ^iet bij de gemeente- Andere' hebben met deze zaak niets te maken. Men heeft een verkeerde sfeer hierom ge- hangen. Verband met andere zaken is lichtvaardig, insjnueerend gelegd. Dit heeft ook een der onderzoekende wacht- meesters gerelateerd. Voor: de sensatie van de olievlek is dus geen aanleiding, constateerde de minister. De tweede zaak betreft de dusgenaamde „bankier", die in werkelijkheid makelaar en assurantiebezorger is. Op Zaterdag 19 Maart te drie uur is hij aangehouden en per motorzijspan naar de kazerne vervoerd onder bovenmatige be ­ langstelling. Om vier uur ving de huiszoe- king aan, de officier van Justitie was dan ook toen niet op de hoogte van de ar ­ restatie en inbeslagneming. Maandag 21 Maart lazen officier en rechtercommis- saris het in de ochtendbladen. De inbe^ slagneming is volkomen voor verantwoor- delijkheid van den wachtmeester als hulpofficier gekomen. Op 28 Maart, na sluiting van het voor- onderzoek, is de verdachte buitenvervol- gingstelling beteekend. De conclusie is dus duidelijk, dat hier lichtvaardig was opgetreden. Na negen dagen was deze eerst zoo geruchtmakende zaak finaal afgeloopen! Men had bovendien valschheid in ge- schrifte willen construeeren met een nota uit 1931, waarin een vergissing voorkwam, welke reeds lang geredresseerd was. Voor een beweerde verduistering ten nadeele van 'n wetenschap wilde de marechaus ­ see een archief tot 1600 in beslag nemen (V r e u g d e). Zoo was ze op hoi. De „zaken" tegen twee geestelijke be- dienaren te Oss kwamen voort uit het ver- hoor van eenige getuigen. Eenigen hier ­ van waren in Den Haag dat hierom niet minder is! maar de verdachten waren toen nog nimmer gehoord. Desge- vraagd werd den minister medegedeeld dat dit niet kon, omdat er nog geen ver ­ dachten waren. De verklaringen van de in de eerste zaak gehoorde vrouw leverden geen aanwijzing van een strafbaar felt op en de tweede zaak dateerde uit 1918—1922 en was in ieder geval verjaard. Er is nimmer sprake geweest van arrestatie van een of de twee pastoors. De desbetreffende wachtmeester verhoorde „in het algemeen belang". De andere zaak tegen den tweeden pastoor was in 1931 reeds gedeponeerd. In 1938 kwam echter een getuige, die in 1931 van niets zeide te weten, opeens met ver- halen over wat in 1922—1925 gebeurd zou zijn. Een in 1931 dertienjarige jongen, die toen niets kon verklaren, is nu weer ge ­ hoord in bij zijn van den kroongetuige, iemand met 18 veroordeelingen achter den rug, een der beestachtige individuen van Oss, gelijk de marechaussee zelf heeft verklaard. Er is gezegd, dat het onderzoek in de zaken onder druk van hoogerhand niet is doorgezet, doch op 24 Maart verklaarde de wachtmeestr, dat de verdachte niet was gehoord in overleg met den officier van Justitie, op 26 Maart had hij een bespre- king bij den officier en op 29 Maart ver- DE AANGEKONDIGDE INTERPELLATIE van den heer W. Drop over het buiten dienst stellen van het marechausseekorps te Oss had een groote schare belangstel- lenden naar de Tweede Kamer gelokt. De minister van Justitie, mr. C. M. J. F. Gose ­ ling, die zijn beleid in dezen had te ver- dedigen, bij aankomst op het Binnenhof. nam de minister, dat in dezen geen over- leg was geweest met den officier. Ik wist valschen schijn tegen mij te kunnen krijgen, maar juist in het licht van het moderne Europa, moest er voor gewaakt worden, dat het Wetboek van Strafrecht en Strafvordering opzij ge- schoven wordt. In de groote dienstijver is de mare ­ chaussee maar hier en daar gaan grijpen. Civiele geschillen werden als strafzaken vervolgd en onschuldigen zijn maar vast- gehouden en naar geklaagd wordt is een van dezen, die een revolver had gevonden, geranseld. Deze klacht over den toestand van zijn rug is bij de gemeentepolitie nog in onderzoek ( verbazing). De sluiting der interpellatie 'sGravenhage, 7 April. De in ­ terpellatie-Drop over de gebeurtenissen in Oss heeft hedenmiddag in de Tweede Kamer ruim vier uren gespattnen aan- dacht gehad van alien, die ^eze parle- mentaire gedachtenwisseling, ietzij bene- den in de zaal, hetzij van den hooge, heb ­ ben bijgewoond. ' Vele leden hebben aan dej discussies deelgenomen, welke ten slotte piet geleid hebben tot een concrete uitspri'^^k van de ^ .y ' De meeste leden bleken, rtviVifeteT Goseling tweemaal zijn beleid had verde- digd, geen aanleiding meer te hebben tot het verder formuleeren van critiek ten op- zichte van zijn optreden jegens de briga ­ de der Koninklijke marechaussee te Oss. Zijn antwoord in eersten termijn voort- zettend, verklaarde de minister, dat hij zich geruimen tijd van te voren op de hoogte had laten houden over de gedra ­ gingen van deze op hoi geslagen brigade en haar leiding. Ten slotte was ingrijpen, ook in het eigen belang van die menschen, noodzakelijk. Vrijdag jl. heeft'de inspec- teur der marechaussee alle dossiers bestu- deerd en Zaterdagavond heeft de minister de zaak met hem besproken, nadat in ­ middels op 1 April (vreugde) de opspo- ringsbevoegdheid tijdelijk was stopgezet. Dit gold dus alleen den opsporingsarbeid, de mannen zijn niet geconsigneerdgewor ­ den. Thans worden de mutaties uitge- voerd en over eenige dagen is de gereor- ganiseerde brigade weder in voile functie. Vervolgens kwam de minister tot de ca- tegorische beantwoording vande gestelde vragen, waarbij o. m. nog bleek, dat hij gedurende acht dagen zich met deze zaak had beziggeliouden, alvorens Zaterdag in te grijpen. Ten slotte betoogde de minster, dat de eer van het Korps Marechaussee niet is aangetast, zoo voelt men het ook in het korps zelf. Ook de regeering heeft niet minder vertrouwen in het korps, doch zij zal niet dulden, dat dit vertrouwen ge- schokt wordt door gewroet van buiten af. De regeering heeft dit instrunent thans misschien meer dan ooit ten vole noodig. Daarnaast moet er zijn, volld trkenning van de rechten der burgers. Moje het on- derling vertrouwen tusschen] .'egeering, korps en volk door deze discu;^f versterkt zijn, besloot de minister. ; Interpellant niet tevrifljn De heer Drop was verw over het opduiken van allerlei bijlonstige ge ­ beurtenissen in het antwoordyjn den mi ­ nister, zoo de mededeeling ovriet jeugd- werk en andere, weinig receife zaken. Kende de minister deze zabr een half- jaar geleden al, zoo niet, wafcm dan nu opeens dit krachtig optreden: Er is eigenlijk maar een amment voor den krassen maatregel gebl^n; de wij ­ ze van verhooren in bepaalj zaken. De minister had zich in ieder gejl veel kun- nen besparen door minder sjitaan in te grijpen. Dan was zeker miter rumoei- ontstaan en veel onrust vooimen. Zijn de rapporten den mister alleen geleidelijk ingezonden doonen procu- reur-generaal, of is eerst arlei mate- riaal tegen de brigade verzEeld en van andere zijde ingezonden? Is- omstreeks 26 Maart een conferentie jveest, van halfdrie tot elf uur, van deprocureur- generaal met de Marechauss' waarbij de proceur-generaal gepoogd zoiebben, be ­ paalde rapporten terzijde te doen leggen en onderzoekingen te doen beeindigen? Zal voorts ten aanzien van de briga- de-Oss alleen een corrigeerende maatregel worden toegepast? Er is ongetwijfeld geen enkele aanleiding om den schijn te ves- tigen, dat sommige manschappen door den loop der gebeurtenissen extra zouden zijn getroffen. Telkens weer krijgt men een indruk van strijd tusschen de locale politieorganen te Oss. Is het niet zoo, dat de procureur- generaal zich bemoeit met de taak en be- voegdheden van den districtscomman- dant der Marechaussee? Waarom „toevallig"? De heer Wendelaar (lib.) was thans dubbel verheugd, dat deze interpellatie op zoo korten termijn gehouden is en was den minister erkentelijk voor de duide- lijke en afdoende inlichtingen, welke hij heeft verstrekt. Enkele kantteekeningen moeten echter wel gemaakt worden. Waarom kwam een klaagster „toeval- lig" bij de marechaussee? Kan men in Oss niet meer vertrouwen in dit korps hebben dan in de politie? De minister heeft uit de dossiers enkele gevallen me ­ degedeeld, maar zijn de toetrokkenen ook op die dossiers gehoord? ^taan in dit op- zicht alle isiten vast? lii de, kringen der ^ OtiSlrcVav I GVGx d-it VGi^zamelGn van cloor 3\xsUtie-autoriteiten. ^ y Deze zaak moge than^ zijn afgedaan, het IS verheugend, dat de eer van het korps onbevlekt is gebleven. De heer Rost van Tonningen (n.s.b.) had wel gedacht, dat de interpel ­ latie zoo zou verloopen, dat hoort bij het systeem. De heer Drop en de minister wa ­ ren het bij voorbaat al eens! (r u m o e r). De N.S.B. vertrouwt dezen minister, als vertegenwoordiger van het politick Ka- tholicisme, niet. De onpartijdige maJre- chaussee is der R. K. Staatspartij e'en doom in het oog. Thans heeft de minist er, in strijd met zijn eed, het korps het zw ij- gen opgelegd. Met groote hartelooshe-id jegens de meisjes, wier levens is geschon ­ den (rumoer, gehamer) heeft de minister geantwoord. Waarom laat de minister de dossiers niet inzien? Niet wij', de minister heeft de Koningin in het de-' bat betrokken. Natuurlijk gaat de heer Drop de mare ­ chaussee te lijf (d a V e r e n d e vreug ­ de). ' Mijnheer de voorzitter, wilt u dit luid- ruchtig gezelschap tot de orde roepen? (gehamer). De insinuaties over hardhandig optre ­ den moeten bewezen worden of ingetrok- ken. Onder luid gehamer roept de voorzitter daarna den spreker tot de orde, wanneer deze over „de hooge onderwereld" spreekt. De heer Rost van Tonnin ­ gen; de minister heeft slechts stame- lende verontschuldigingen gemaakt. De <5/5 ApziDOL g,aat Schuime/i moet RPODB HOND 't veld weer ruime/] te^e/y\, nOOPeHOND,€XC£m, PmjJBi