Tekstweergave van KKO7536-446-083

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
GEEN SCHAAMTE Ach, dat de Heer Bomans, ex-iid van de Twee- de Kamer, ex-wethouder van Haarlem, sinds- dien pensioentrekkend, uit hoofde van beide functies, en salaristrekkend wegens zijn lid- maatschap van het Gedeputeerd College van Noord-Holland, geen schaamte kent, is van een algemeene bekendheid, en uit dien hoofde zou het niet noodig zijn, dat „Zwart Front" in het bijzonder de aandacht op dezen „bons" van het „Katholieke" partij- en zakengedoe vestigde. Maar er zijn grenzen... Tenmlnste dat dachten we immer, ai gaven we ons zelf toe, dat Mr. Bomans de grenzen van het oirbare voor zijn persoonlijk gebruik wel onge- lorfelijk breed had uitgezet. Wij vergisten ons, de' Heer Bomans weet zich- wat) op dit gebied te over- treffen ! wie is die heer bomans ? Een schaamtelooze, wat reeds uit het voor- gaande volgt. Een, die atom verkondigde, met een quasi-vroom gezicht, dat hij op zijn „bid- prentje maar een titel wensehte, in zijn oogen hooge eeretitel: ^propagandist van de Katholieke partij". We kunnen dat verlangen begrijpen. SteM u eens voor, dat na het verscheiden van Mr. Bomansi op Mjti ,,bidpretitie" zou komen te istaan: „kort- wierfie Sue salanssen als G^dspnteerde, behalvs zijn eigen saiaris; dreigde de gemeente, waarvan hij reeds jaren „onverdiend" (juridisch natuurlijk wel verdiend, dat spreekt van zelf) pensioen trok, bij een eventueele korting van dit penisioen, in rechte te gaan vervolgen. Pro ­ pagandist van de Katholieke partij ?, ia, inder- daad, van die partij, die zich onder het mom van „R. K." jaar en dag afvraagt: „hoe slagen wij er in, ons te verrijken ?" Hoe slagen wij er in, driedubbel betaalde „bons" te worden, en dan nog onder het mom van „R.K." betaling te erlangen voor functies bij zoogenaamde R. K. ondernemingen, b.v. bij een Mahlers bank en bij een N. V. Spaarkas voor belegging in R. K. leeningen. De Heer Bomans is, in dit opzicht eeni geslaagd man. Als propagandist van de Katholieke par ­ tij, heeft hij het zoover gebracht, dat hij aan pensioen^, sialaris en honoraria, vrijwel „s!a- pend" zijn duizend gulden en meer per niaand trekt. Zeker, het Hep de spuigaten uit, dat gedrag van Mr. Bomans. In alle zich „R.K." noemende bla- den, verkondigde men het wachtwoord, dat de man buiten de rijen van de Staatspartij behoor- de te worden gesloten, maar. . . er zijn er zoo- veel, die „praten" als Bomans, met een verheven blik naar boven gericht en die ondertusscheni de kansen op een steeds dikker wordende por- tefeuille berekenen, zoodat van die uitsluiting natuurlijk niets kwam. Soortgenooten bijten el- kaar niet en er zijn voldoende soortgenooten, die evenzeer geld en baantjes najagen als de heer Bomaitis, zij het dan ook niet zoo brutaal, Dat deze Bomans zich tevens nog verstoutte, onder pseudoniem een kwetsende roman te schrijven, waarin onze Koningin en Kroonprinses werd be- leedigd, maakt Bomans tot een pathologisch ge- val, tot een geval, waaraan geen enkele func- tie van openbaar nut kan worden toevertrouwd. EN NIET ALLEEN VAN OPENBAAR NUT, MAAR TEVENS BEHOORDE MEN HEM lEDE- RE FUNCTIE IN HET ZAKENLEVEN TE ONT- ZEGGEN. bomans en zijn spaarkas Dat de laatste conclusie hout snijdt, leert ons Bomans' gedrag, als Gedelegeerd CommJssa- ris van de N. V. Spaarkas, voor Belegging in R. K. kerkelijke leeningen, een comniissariaat, dat hem direct en indirect het noodige opbrengt, Nu zouden wij lang kunnen blijven stilstaan bij de exploitatie van godsdienstige gevoelens uit comniercieele baatzucht, een procede, dat de spaarkas kenmerkt. Itiderdaad zijn ons een ontelbaar aantal geval- len bskend, waarbij de godsdienstige gevoelens werden gekitteld en gestreeld, om tenslotte een aardig winstje binnen te haleni Och, het ligt zoo voor de hand, om naar een pastoor te gaan en hem voor zijn kerkebouw een leening aan te bieden, hem tevens verzoekende, de spaarkas aan te bevelen bij de parochianen. Het ligl zoo voor de hand over spaarzaamheid te sprekan, over „katholiek" geld, wat bij „katholieke" in- stellingen zou moeten komen (ondanks de er- varing van jaren, dat't daar maar al te dikwijls verloren gaat), over de heerlijkheid van kerke ­ bouw, om dan te eindigen met: „wilt ge dit alles, teeken dan een spaarcontract bij de spaar ­ kas van Mr. Bomans. Echter laten wij aan dit walgelijk gedoe voorbijgaan, evenzeer aan het feit, dat de spaarkas waarschijnlijk, omdat ze zich, miet „R.K." tooit, op veel onvoordeeligere condities haar bedrijf uitoefent, dan insteUin^en, die dat praedicaat niet voeren. Maar waaraan wij niet voorbij willen gaan, is het feit, dat Mr. Bomarn, gedelegeerd commissaris, te samen met den directeur, den heer Maassen, er geen been in ziet, iemand, die reeds verschillende malen wegens verduistering en oplichting werd ont- slagen en veroordeeld, als inspecteur aan te stellen, en, ondanks hun bekendheid met de fei- ten, hem tegen alles en nog wat in, te hand- haven. Ook Ir. Bongaerts, Lid van de Tweede Kamer en Oud-Minister van Waterstaat, mede-commis- saris van den heer Bomans, is van een en ander op de hoogte en keurt blijkbaar die gedragslijn goed ! waarom fast men niet door ? Omsireeks 1 December 1936 engageerde de Spaarkas als inspecteur, een zekere Antonius Maria Hohmann. Deze Hohmann is een over- beterlijke zwakkeling, die gedurende meer dan tien jaren heeft bewezen, niet bestand te zijn tegen de verleiding, geld weg te nemen, wan- neer hem dit uit een of anderen hoofde werd toevertrouwd. In 1923 reeds werd genoemde Hohmann veroordeeld, wegens verduistering van geld in dienstbetrekking, tot vier maanden ge- vangenisstraf, welke hij onderging. Nu zou men kunnen zeggen. „ja, maar dat is nu vijftien jaar geleden en het is mogelijk, dat Hohmann zich intusschen verbeterd heeft/' Was dat het geval geweest, dan zouden wij in „Zwart Front" de zaak niet hebben behandeld, maar het om- gekeerde bleek het geval te zijn. In die vijftien jaar bleek deze Hohmami alom zijn reputiatie gestasnd te doen, van „onbetrouwbaar" in geid- zaken. In 1927 werd hij als reiziger bij de firma Romen en Zoon te Roermond, wegens oplichting „on- eervol" ontslagen. In 1929 ontsioeg de K.R.O. genoemde Hohmann, wederom „on©ervor' en plaatste in de K.R.O.-gids van 13, 20 en 27 een waarschuwing tegen dezen man. Uaama was Hohmann filiaalhouder van de „Ve- lo -w^chmachine Maatschappij te Nijmegen, waar hij wederom wegens oplichting en verduis ­ tering oneervol werd ontslagen^, In 1933 maakte hij gedurende eenige maanden Dieren onveilig en lichtte den pastoor en net K. K. Armbestuur op. In 1936 werkte hij samen met een zekeren Pieter Pastiin in de reclamebranche en deed dat op een dergelijke n!n: Middenstandskrant Ian 6 Juni 1936 tegen hem moest waarschuwen. Daarna trok hij ongeveer fl6.— per week steun van Maatschappehjk Hulpbetoon te Rotterdam ging daarmee door, ook toen hij het Inspec- teurschap van de spaarkas van Bomans had we- ten te verwerven. In Mei van het vorig jaar kwam die steunfraude uit. Hij had een kleine vierhonderd gulden van de steun getrokken, in eenzelfde tijd, dat hij als inspecteur ongeveer 21/2-3.000 gulden verdiende. Proces-verbaal werd opgemaakt, maar men trok de zaak op de lange baan, omdat er invloeden aan het werk waren, die verzochten geen vervolging in te stel ­ len. HET IS DAN OOK WEL COMPROMIT- TANT VOOR HEEREN ALS BOMANS EN BONGAERTS, OM IN EEN ADEM GENOEMD TE WORDEN, MET IEMAND ALS HOHMANN. waarom zijn bomans en bongaerts bang ? Waarvoor zijn Bomans en Bongaerts bang? Niet mogelijk, zal de lezer zeggen, niet mogelijk dat men&chen als Bomans en Bongaerts zuik een individu handhaven, als ze bekend zijn met deze feiten. En toch is het zoo, de heeren kennen de feiten, evenals de directeur, de heer Maa- sen, ermee bekend is, maar. . . ondanks dat al ­ les, handhaven ze Hohmann. Wat zeggen wij: handhaven? Handhaven is te zwak uitgedrukt' ze bevorderen hem, door aan hem niet alleeti Noord-Holland, maar ook Friesland als inspec- tie toe te vertrouwen. Door niet alleen hem in hun dienst te handhaven, maar zelfs, om hem plezier te doen, zijn „vriendjes" in dien dienst op te nemen,. zooals bijv. de reeds genoemde Pieter Pastijn. Maar hebben die menschen dan heelemaal geen verantwoordelijkheidsgevoel meer, zal de lezer zich afvragen. Tja, het schijnt zoo, temninste als ze ooii eenig verantwoordelijkheidsgevoel hebben bezeten. Denkt u eens in, wat een ver- trouwenspositie het inspecteurschap van zulk een spaarkas is. De menschen betalen htm qui- tanties, nem^ een voorschot op met onderpand van hun polis, waarop het voorgeschoten be- drag moet worden aangeteekend. Onlangs nog werd zu!k een' agent veroordeeld, wegens ver ­ duistering van dertig mille, het bedrag, wat de man bij zijn maatschappij had opgenomen op polissen, die hem waren toevertrouwd uit an ­ deren hoofde. De clienten wisten van de geld- leening niets. Tientallen mogelijkheden zijn er voor een agent of een inspecteur van een spaar ­ kas of een verzekeringsmaatschappij, om te fraudeeren. En zuik een vertrouwenspositie schenken de heeren Bomatis, Bongaerts en Maassen aan 'n man, die gedurende vijftien jaar regelmatig op ­ lichting en verduistering pleegde, die hier dus weer een nieuwe gelegenheid krijgt, zich op dit » gebied te onderscheiden, dQi