Tekstweergave van KKO7536-446-084
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Maar,
waarom^
waaroni,
waarmn
stellen
de
ge-
ooemde
heeren,
Hohtnann
daartoe
in
de
gele-
gertheid?
Is
er
wellicht
iets
te
verbergen,
iet^
wat
Hoh-
mann
weet
ea
waardoor
Hotunann
deze
Com-
snissarissen
en
Directie
naar
zijn
hand
kam
zetten?
Daarop
zullen
de
heeren
Boman®,
Bongaerts
en
Maassen
nu
het
antwoord
moeten
geven.
Ze
zullen
toch
moeten
verktanen,
hoe
zij
er
toe
ko-
nien,
hun
clientele
bloot
te
stellen
aan
een
bij-
zonder
risico,
door
aan
zulk
een
man
het
In-
specteursctoap
toe
te
vertrouwen.
OF
SCHA-
MEN
DE
HEEREN
ZICH
WELLICHT
VOOR
DE
WIJZE,
WAAROP
ZE
ZICHzELF
EXTRA-
INKOMSTEN
VVETEN
TE
VERSCHAFFEN.
extra-inkomsten
I
De
spaarkas
belegt
zijn
gelden
in
R.
K.
leeidn-
gen.
Wat
is
nu
gemakkelijker,
dan
aan
den
„ker-
kelijken"
Debiteur
te
zeggen:
„goed,
ik
zal
u
tegeo
een
flinke
rente
die
geldkening
bezorgen^
oiaar
voor
een
gedeelte
moet
gij
dat
geld
weer
beleggen,
door
spaarkasinschrijvingen
bij
mij
te
nemen.
Op
die
wijze
is
de
door
ons
verstrekte
leening
dan
weer
|wachtig
jgedekt
en
ge
beiioeft
al
dien
tijd,
dat
de
leening
loopt^
niets
af
te
lossen."
Zoo
ging
het
bijvoori>eeld
met
de
geldleening
VM
fl30.000
aan
de
vereenigiog
tot
bevorde-
ring
van
het
Gesticht
van
het
arme
kind
Jezus
te
Simpelveld.
De
vereeniging
kreeg
f130.000
voor
ruim
15
jaar
tegen
41/2%,
moest
echter
zich
verbinden
voor
250
spaarbrieven
ad
/500.—
ieder,
dus
voor
/125.000.
Dat
bedrag
moet
bin-
nen
veet^en
jaar
gespaard
worden
en
wel
door
maandelijks,
gedurende
die
veertien
jaar
f750.—
aan
de
spaarkas
te
betalen.
Na
veertien
jaar
dus,
zou
de
spaarkas
een
even
groot
bedrag
schuldig
zijn
aan
de
vereeniging
als
omgekeerd
en
de
leening
dus
zijn
terugbeteald.
Daarop
is
natuurlijk
h^l
wat
aan
te
merken,
want
de
spaarkas
belegt
de
spaargelden
heusch
niet
voor
niets,
maar
het
ergste
is,
dat
de
provisie
voor
die
spaarbrieven,
een
extra-douceurtje
vormde
voor
den
Directeur
prive,
alzoo
een
aardige
bij-
verdienstfe
van
/1.875.
Natuurlijk,
de
geldlee-
ner,
tuk
op
het
geld
wat
hij
behoeft,
moet
on-
der
het
juk
door
en
dat
juk
is
niet
alleen
voor-
deelig
voor
de
maatschappij,
maar
is
tevens
een
bijzondere
bate
voor
den
Directeur.
Zoo
sleepte
de
heer
Maassen
uit
die
leening
een
„meeval-
lertje"
van
Wjna
2
mille.
Maar
er
zijn
meer
memscheti,
die
tuk
zijn
op
eM
dergelijke
bijverdienste,
bi^oorbeeld
ir.
Bongaerts
of,
wat
tei»lotte
hetzelfde
is,
zija
zoon.
Bij
een
leening
aan
heit
ziekenhuis
St.
Joanna
de
Deo,
waarvan
„toevallig",
o
heel
toevallig,
Ir.
Bongaerts
reg«it
is,
werd
het
ziekenhuis
ge-
dwongen
350
van
die
spaarbrieven
te
contrac-
teeren.
De
heer
Maassen
ontving
/2.625
als
extratje,
maar...
tenslotte
relaties
zijn
relaties
niet
waar,
en
aan
Bongaerts,
als
regent,
kan
men
tenslotte
niet
een
fooi
in
de
hand
drukken.
Daarom
betaalde
de
directeur
Maassen
f875.—
retourcommissie
aan
den
zoon
van
Ir.
Bon
gaerts.
Aldus
was
de
zaak
in
orde.
Ir.
BongaMs
had
zich
niets
te
verwijten
en
de
zoon
kon
het
tenslotte
ook
niet
helpen,
dat
papa
regent
van
het
betrokken
ziekenhuis
was.
Zijn
het
deze
en
dergelijke
feiten,
die
Mr,
Bo-
mans,
Ir.
Bongaerts,
den
heer
Maassen,
belet-
ten
zich
van
hun
inspecteur
te
ontdoen,
Nu,
het
zal
hen
niet
helpen.
De
kruik
gaat
zoolaog
te
water
tot
zij
breekt.
Enu
.
.
wie
met
pek
om-
gaat,
wordt
er
mee
besmet.
De
baatzucht
heeft
de
„heeren"
wel
zeer
ver
gebracht.
marsjan
en
organon
Schrik
niet,
beste
lezer,
wij
willen
U
niet
vertel-
len,
dat
de
heer
Marchant
iets
te
maken
hee?t
met
het
Schandaal
aan
de
Organon-fabrieken;
maar
anderszins
is
er
wel
verband
tusschen
de
ze
twee.
We
zouden
hier
met
eens
zoo
gauw
aan
gedacht
hebben,
als
de
heer
Marchant
er
zelJ
niet
over
begonnen
was.
Mr.
H.
P.
Marchant,
oud-minister
van
onderwijs,
kunsten
en
weten-
schappen,
thans
in
ruste
teerend
op
zijn
voor-
bije
glorie,
schrijft
hierover
in
„Ons
Noorden".
Er
is
echter
iets
dramatisch
in
dit
geschrijf:
de
goede
man
kan
schijnbaar
weinig
anders
doen
DAN
AANGEVEN,,
WAARIN
HIJ
ZELF,
TIl-
DENS
ZIJN
iVlINiSTERSCHAP,
GEFAALD
HEEFT.
En
nu
kan
hij
zich
hier
wel
van
afma-
ken,
met
de
uitvlucht,
dat
dergelijke
zaken
niet
onder
zijn
departemerat
vielen;
maar
deze
uit
vlucht
gaat
nirf
op.
Als
hij
zijn
groote
open
brie-
ven
aan
den
heer
Vrijman
schrijft,
en
hem
NU
zoo
uitdrukkelijk
in
het
gelijk
stelt,
dan
zeggen
wij;
heer
Marchant,
wij
noemen
u
laf,
dat
U
tij-
dens
uw
ministerschap
nooit
met
de
vuist
op
tafel
geslagen
hebt,
en
Uw
collega's
hebt
ge-
dwongen
dit
onrecht
te
herstellen,
of
openlijk
heen
te
gaan
—
maar
voor
ons
staat
dan
06k
niet
het
salaris
op
de
eerste
plaats
!
Deze
heer
Mr.
H.
P.
Marchant
dan,
heeft
ge-
pend
over
het
schandaaltje
bij
Maupie.
Natuui-
lijk
in
heel
wat
nettere
termen
dan
wij,
maar
wij
zijn
dan
ook
geen
oud-Ministers
of
advocaten.
Hij
heeft,
toen
het
potje
a!
te
hard
begon
te
stinken,
zich
afgewend,
en
verklaard,
dat
het
toch
een
schandaal
was,
dat
zooiets
in
Neder-
land
mogelijk
vt^as,
en
dat
hem
bekend
was,
hoe
er
al
jaren
geleden
tegen
de
gevaren
der
fabrie-
ken
is
geprotesteerd.
En
hij
vertelt
hoe
hij
en-
kele
jaren
geleden
getuige
was
van
een
massale
meeting
der
K.
J.
V.
in
de
veemarkthallen
te
Den
Bosch.
Daar
reeds
kwamen
rapporten
binnen
van
meisjes,
dat
de
toestanden
toch
zoo
beroerd
waren,
en
dat
de
meisjes
aan
zooveel
gevaren
bloot
stonden.
En,
ze^
Marchant;
toen
werd
er
aan
deze
klacht
geen
gehoor
gegeven;
als
de
regeering
toen
maar
naar
die
K.
J.
V.
geluis-
terd
had,
zou
dit
nu
niet
zoo
gestonkeni
hebben.
Ons
schoot
te
binnen,
dat
wij
inderdaad
het
genoegen
hebben
gesmaakt,
den
heer
H.
P.
Marchant,
op
die
vergadering
gezien
te
hebben.
Wij
waren
daar
nl.
door
zeer
toevallige
oaistan-
digheden
ook
aanwezig.
En
inderdaad:
de
rap-
portrices
hebben
er
gesproken
over
de
gevaren
der
fabrieken,
en
hebben
met
klem
aangedron-
gen,
dat
de
regeering
maatregelen
zou
nemen,
om
de
meisjes
te
beschermen.
En
wij
herinaie-
ren
ons
als
de
dag
van
gisteren,
hoe
al
die
dui-
zenden
meisjes
de
oogen
ophieven
naar
Mr.
H.
P.
Marchant,
DIE
DAAR
WAS
ALS
MINISTER,
ALS
VERTEGENWOORDIGER
DER
REGEE
RING,
Van
hem
verwachtten
zij,
dat
hij
naar
DenHaag
terug
zou
keeren,
en
z'n
ambtsgenoot
waarschu-
wen,
dat
hij
maatregelen
moest
nemen
tegen
deze
gevaren.
HAD
MARCHANT
TOEN
ZIIN
PLICHT
GEKEND,
WELLICHT
WARE
DIT
SCHANDAAL
VAN
MAUPIE
EN
DE
VELE
AN-
DEREN
DIE
NOG
ONBEKEND
Z1|N,
VOOR-
KOMEN,
EN
WAREN
TIENTALLEN
VAN
MEISJES
MET
VERONGELUKT
VOOR
HUN
LEVEN.
Maar
de
heer
Marchant
was
hoorende
doof.
Dit
kon
men
toch
niet
van
hem
vragen,
dat
hij'
za
ken,
die
niet
tot
zijn
departement
behoorden,
zou
bespreken
met
zijn
collega-ministers.
Liever
wachtte
hij
een
paar
jaar,
tot
op
tenminste
een
fabriek
de
beerput
openbrak,
om
dan
zijn
han-
den
in
onschuid
te
wasschen.
(Trouwens;
dit
is
heeleniaal
Marchant's
methode,
Wij
herinneren
ons
eers
aardig
voorval
van
diezelfde
vergade-
ring,
dat
teekenend
is,
De
K,
J.
V,
zat
niet
a!
te
dik
in
de
siappe
was
in
dien
tijd
—
nu
schijnt
dat
voorbij
—
en
had
Marchant
genoodigd,
in
de
stille
doch
vurige
hoop,
subsidie
los
te
krij-
gen.
In
zijn
ijver
ging
Mgr.
Frencken,
de
direc
teur
van
de
K.
J.
V.,
zelfs
zoo
ver,
dat
hij,
toen
Marchant
zou
spreken,
de
meisjes
verzocht,
„uit
eerbied
voor
het
wereldlijke
gezag",
staande
zijn
woorden
te
aanhooren,
De
stille
hoop
werd
ech
ter
niet
vervuld;
er
kwam
geem
woord
over
sub
sidie,
Hij
gaf
de
meisjes
de
boodschap
mee,
dat
ze
„zonnetjes
in
huis
moesten
zijn"
—
dat
was
veel
goedkooper.
En
waarachtig,
NU
gaat
die
zelfde
man,
als
hij
nog
eens
op
Bouvigne
in
Bre
da
komt,
staan
vertellen,
dat
4
toch
zoo'n
schan-
de
is,
dat
dit
werk
niet
gesteumd
wordt
door
de
regeering!
!)
Echter:
Marchant
is
niet
de
eenige,
die
zijn
han-
den
in
onschuid
wasdit.
In
de
bladen
hebben
wij
kunnen
lezen,
dat
er
een
journalist
is
ge-
weest
bij
Mgr,Frencken,
den
directeur
der
K.J,V,
om
te
vragen,
hoe,
hij
over
de
Organon-geschie-
denis
dacht.
Ja,
wat
kon
hij
anders
zeggen,
dan
dat't
een
stinkende
zwijnenboel
was.
Maar,
zei
hij
terecht:
wij
hebben
reeds
lang
op
dit
aam-
beeldje
gehamerd,
Hij
herinnerde
aan
een
en-
quete
van
„Dux"
—
en
hij
had
nog
veel
meer
lectuur
kunnen
opnoemen,
Er
IS
inderdaad
veel
gesclireven
over
het
gevaar
van
dergeliike
fa
brieken,
Maar,
nadat
hij
verteld
heeft,
van
veel
meer
fa
brieken
volledige
gegevens
te
hebben,
laat
Mgr.
Frencken
zich
ontvallen:
,,'t
is
zoo
moeilijk,
bijr
na
onmogelijk,
dat
laatste
bewijs
te
krijgen.
waaraan
de
rechter
houvast
moet
hebben."
Juist,
daar
zit
de
kneep.
U
kunt
van
Maupie
ge-
weten
hebben
wat
U
wilde,
het
hielp
niets,
als
er
niet
een
der
meisjes
den
moed
zou
hebben,
te
getuigen.
En
dit
was
uiteraard
te
gevaarlijk.
Snapt
U
waar
de
zaak
strandt
?
In
de
opvatting
van
„recht"
die
de
heeren
van
vandaag
er
op
na
houden.
Wij,
gewone
menschen,
die
pro-
beeren
eerlijk
te
zijn,
wij
zouden
zoo
zeggen;
als
heel
Oss
je
precies
kan
vertellen
wat
Mau
pie
voor
iemand
is,
dan
weten
WIJ
wel
hoe
we
hem
moeten
aanpakken.
Maar
de
heeren,
die
zitten
op
de
rech-
terstoelen,
die
moeten
eerst
het
„wettig
en
over-
tuigend
bewijs"
gezien
hebben,
vooraleer
ze
eraan
denken
tot
een
onderzoek
over
te
gaan.
Het
is
heel
wat
anders,
waimeer
het
Arnold
Meijer
is.
DIE
wordt
niet
eens
tot
het
bewijs
van
zijn
beschuldigingen
toegelaten.
Maar
als
iemand
Maupie
of
een
ander
dergelijk
geld-su-
jet
zou
durven
beschuldigen,
dan
moet
er
„recht"
gesproken,
in
naam
des
konings.
Wij
hebben
in
Nederland
immers
een
Christe-
lijke
Regeering.
Er
zijn
vier
Roomsch
Katholie-
ke
Ministers,
en
nog
een
aantal
Christelijken,
en
geen
enkele
roode
of
zwarte.
Allemaal
zijn
ze
even
braaf.
MAAR
ALLEMAAL
BIJ
ELKAAR
ZIJN
ZE
NOG
NIET
STERK
GENOEG,
EEN
WETJE
TE
MA
KEN
OM
SMEERLAPPEN
TE
BELETTEN.
HUN
PLOERTEN-NEIGINGEN
UIT
TE
LE
VEN.
Ja
zeifs,
als
de
directeur
van
de
K.
J.
V.
NU
den
moed
had,
de
gegevens,
waarover
hij
beschikt,
te
publiceeren.
Hep
hij
kans
met
den
strafrechter
in
aanraking
te
komen.
—
DAT
NOEMT
MEN
DE
„ZEGENINGEN"
DER
„HEI-
LIGE
DEMOCRATIE",
waarvoor
wij
alien
pal
moeten
staan
tot
in
den
dood.
WAT
IS
ONZE
REGEERING
TOCH
CHRISTELIJK,
EN
WAT
REGEERT
ZIJ
TOCH
VOLGENS
GOD's
OR-
DONNANTIEN.
h.
in't
V.
P,
S.
In
een
later
artikel
beklaagt
Mgr,
Fren-
ken
zich,
dat
hij
voor
zijn
opleiding
geen
sub
sidie
kreeg,
en
zegt:
wij
zouden
't
zoo
graag
willen
zooals
in
Italic,
waar
de
sociale
zorg
van
rijksv/ege
geschiedt,
Mogen
wij
even
een
vraag
stellen:
wie
was
't,
die
dit
schoons
in
Italie
bracht:
Don
Sturzo
met
zijn
„groote"
en
„mach-
tige"
en
,,eene"
Katholieke
Partij,
of
die
slechte
faksist
van
'n
Mussolini
?
Wie
zullen
in
Neder
land
moeten
zorgen
dat
er
werkelijk
RECHT-
VAARDIGE
wetten
komen:
de
heerlijke
Staats-
partij
(afgod
op
leemen
voetstuk)
of
dat
slechte
Zwarte
Front?
Wanneer
zal
men
eens
ooit
zijn
hersens
gaan
gebruiken
(als
men
ze
nog
heeft)
?