Tekstweergave van KKO7536-446-188
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
EXTRA
EDITIE
W
Xs
DONDERDAG
7
APRIL
1938
PROVINCIALE
NOORDBRABANTSCHE
EM
167sie
Jaargang
'§'§ertogcttbo§§c^c
^ourant
AUe
b«talende
abonnfi's
op
dit
blad
zljn,
volgens
ae
bepalingen
In
ds
..Voorwaarden
van
Verzekerlng"
vermeld,
ong«lu^n
voor
bedragen
van
f
500^
bij
levenslange
ongesdiiktheid;
S
500.—
bij
overlijden;
S
30fr.—
bij
verlles
van
een
hand
or
voet;
#
250.—
mj
verlies
van
een
cog;
f
150.—
bij
verlies
van
een
duiHi".
^
''ij
verlles
van
een
vrijsvinger;
/
15.—
bij
verlaes
van
elken
anderen
vmger.
De
uitbetollng
der
verzekerde
uitkeeringen
wordt
gewaarborgd
door
de
Nieuwe
B!AV-Bank
N.V.
(Nieuwe
HoUandscne
iUgemeene
Verzelrerings-
Ranir^
te
De
verzekcriDg
is
gesloten
door
bemiddeUng
van
de
Assurantie
Bezorgers,
de
Firma
BLOM
«
v.
a.
AA
te
Amsterdam
en
de
Pirma
VAN
LANSCHOT
&
VERHEIJEN
te
's-Hertc^enbosch,
Hoogesteenweg
27.
Uitg.
3.
J.
ARKESTKYN
&
ZOON,
Kerkstraat
54
te
's-Hertogenbosch.
Telef.
No.
1068
(2
lijnen).
Gironummer
42990.
Uitgave
dagelijks,
behalve
op
Zon-
©a
Feestdagen.
Abonnementen
p.
3
maan-
den
bij
vooniitbetaling
f
2.60,
fr.
p.
post
f
2.85
Advertentien
van
1—6
re-
gels
f
2.10,
daarboven
35
cent
per
gewonen
regel.
Interpellatie
over
de
OsscHe
Marechaussee
in
de
Tweede
Kamer.
Kamerlid
Drop
sfelf
vragen,
weike
door
Minister
Goseling
worden
beanlwoord.
Na
een
scherpe
rede
van
een
N.S.B.'er
klinkt
er
applaus
op
de
publieke
tribune,
weIke
hierna
werd
ontruimd.
Heden
kwam.
de
Tweede
Kamer
wear
bijeen.
Aan
de
orde
was
het
verzoek
van
den
heer
van
Qelderen
om
verlof
tot
het
richten
van
vragen
aan
den
minister
van
algemeene
zaken,
omtrent
het
beleid
der
regeerlng
ten
aansien
van
de
bestrijding
van
de
zeer
omvangrijke
werkloosheid.
Z.h.s.
werd
besloten,
het
gevraagde
verlof
te
verleenen
op
nader
te
bepalen
De
gebeurtenlssen
te
Oss
Aan
de
orde
was
de
interpellatie
van
den
heer
Drop
over
de
voorloopige
be-
slissiiigen
ten
aanzien
van
de
brigade
der
Koninklijke
Marechaussee
te
Oss
en
hetgeen
daarmede
in
verband
staat.
De
heer
Drop
(S.D.)
zegt,
dat
er
in
deze
zaak
klaarheid
noodig
is.
Dit
is
ook
op
grond
van
vroegere
zaken
tegen
een
hoofd-commissaris
van
politic
en
een
tweetal
hoofdambtenaren
noodig.
Ook
dienaangaande
is
er
nog
geen
klaarhsid
Het
gaat
in
Oss
om
maatregelen
tegen
personen
die
rechtstreeks
onder
het
departement
staan.
Opheldering
is
noodig,
ook
na
het
gegeven
pers-
communique.
Dat
indertijd
de
marechaussee
te
Oss
vcrsterkt
werd,
was
noodig
en
werd
algemeen
toegejuicht.
Allerlei
verhalen
hebben
de
ronde
gedaan
over
de
ge-
meente-politie
te
Oss,
maar
van
ernstige
feiten
is
er
niet
gebleken.
Den
laatsten
tijd
zijn
er
berichten
in-
Bekomen,
dat
niet
meer
tegen
menschen
met
bijnaimen,
doch
dat
ook
tegen
een
labrikant
en
een
bankier
werd
opgetre-
den.
Het
perscommunique
is
niet
duide-
lijk.
Men
meet
uit
de
berichten
op-
maken,
dat
het
besluit
om
de
brigade
te
Oss
een
deel
van
haar
taak
te
ont-
nemen,
plotseling
is
genomen.
Er
schijnt
ook
versc^il
van
meening
te
zijn
tusschen
de
departementen
van
justitie
en
defensie.
Spr.
wijst
op
het
tweeslachtig
karakter
der
marechaussee.
Een
opperwacbtmeester
is
ook
hulp-
officier
van
Justitie:
Waarom
is
nu
op-
getreden?
Zeker
niet
am
het
geschil
tusschen
twee
departementen?
Uit
ver-
balen
en
rapporten
zou
gebleken
zijn,
dat
bij
opsporingswerkzaamheden
door
marechaussees
rechtmatige
belangen
van
burgers
op
pijnlijke
wijze
zijn
ge-
Bchonden.
Waaruit
bestaat
dit
en
waaruit
is
dit
gebleken?
Er
is
pijnlijke
onzekerheid
in
bijna
elk
woord
van
't
perscommunique.
Waarom
moet
de
marechaussee
te
Oss
zich
van
opsporingsdienst
onthouden?
De
verhouding
tusschen
gemeentebestuur
en
de
marechaussee
is
in
het
geding.
Er
is
verwondering
over
de
herbenoeming
van
den
burgemeester
van
Oss.
Of
daar-
voor
reden
is,
kan
spr.
niet
beoordeelen.
Is
de
marechaussee
haar
bevoegdheid
tegen
het
gemeentebestuur
te
buiten
gegaan?
Hoe
denkt
men
een
verkeerden
toestand
te
herstellen
door
de
mare
chaussee
gedeeltelijk
buiten
werking
te
atellen?
Spr.
stelt
de
volgende
vragen;
1.
Welke
zijn
de
niet
wei
te
verant-
vroorden
uitingen
in
sommige
pers-
organen,
die
tegenstellingen
hebben
ge-
schapen
tusschen
de
brigade
der
Kon.
marechaussee
te
Oss
eenerzijds
en
andere
organen
van
bestuur
en
polibe
anderzijds,
welker
aanwakkering
niet
kan
worden
geduld?
2.
Sinds
hoelang
is
uit
verbalen
en
rapporten
gebleken,
dat
bij
het
op-
sporingsonderzoek
door
de
Kon.
mare
chaussee
te
Oss
methoden
-werden
toe-
gppast,
waardoor
rechtmatige
belangen
van
burgers
op
pijnlijke
wijze
werden
geschonden,
zoodat
het
onverwijld
ge-
boden
was
maatregelen
te
nemen
om
het
vereischte
evenwicht
te
herstellen?
3.
Welke
bepaalde
feiten,
gebeurte-
nissen
of
gedragingen
hebben
aanleiding
gegeven
tot
het
besluit
om
aan
de
brigade
Kon.
marechaussee
te
Oss
op-
dracht
te
geven
zich
tot
nader
order
van
opsporingsdiensten
te
onthouden?
L
Wat
is
dsn
minister
bekend
van
de
verhouding
tusschen
gemeentebestuur
of
gemeentepolitie
en
de
leiding
der
brigade
van
de
marechaussee
te
Oss,
op
welk
tijdstip
is
een
minder
goede
ver
houding
hem
bekend
geworden
eri
welke
maatregelen
stelt
de
minister
zich
voor
te
nemen
ten
einde
deze
verhou
ding
op
goede
basis
te
regelen?
5
Acht
de
minister
het
uit
een
oog-
punt
van
algemeen
justitieel
beleid
Juist,
in
omstandigheden
als
die
te
Oss
aan-
wezig
zijn
de
brigade
der
Kon.
Mare
chaussee
surveillance
en
bewakings-
diensten
te
laten
doen.
blijkbaar
ook
in
het
territoir
der
gemeentepolitie,
terwijl
de
brigade
haar
voornaamste
taak,
waarvoor
zij
destijds
is
versterkt,
niet
mag
uitoefenen?
6.
Moet
de
minister
niet
erkennen,
dat
het
gevoel
van
rechtszekerheid
kan
zijn
aangetast
door
ingrijpen
op
een
oogenblik,
dat
gerechtelijk
onderzoek'
werd
gedaan
in
andere
kringen
der
be-
volking
dan
die,
waarin
sinds
1935
mis-
drijven
werden
opgespoord
en
tot
be-
rechting
gebracht
en
op
welke
wijze
stelt
hij
zich
dan
voor
de
waarborgen
voor
rechtszekerheid
gelijktijdig
voor
alle
bevolkingsgroepen
te
herstellen
of
te
versterken?
Spr.
heeft
geen
behoefte
aan
sensatie
of
critiek
op
den
>Tiinister.
Men
doet
geenerlei
groep
diensten
door
gedra
gingen
te
verbloemen.
Het
feit
te
Oss
ligt
er
nu
eenmaal.
Er
was
een
reeks
misdrijven
waarvan
de
daders
in
het
minst
draagkrachtig
deel
der
bevolking
leefden.
Lof
en
onderscheiding
is
ten
deel
gevallen
aan
hen
die
deze
„misda-
digers"
deden
vervolgen.
Doch
nu
wordt
opgetreden
tegen
een
groep
politic,
meer
onafhankelijk
van
plaatselijke
omstandigheden
dan
de
gemeente
politie.
Deze
heeft
niet
veel
tot
klaar
heid
gebracht,
wel
vele
vergissingen
oe-
gaan.
Hier
klopt
iets
niet.
Het
is
het
gevoel
van
rechtsonzekerheid,
dat
vooral
aanleiding
is
tot
de
om-ust,
die
deze
zaak
verwekt.
Is
dit
het
geval
sinds
er
onderzoek
wordt
gedaan
in
andere
toingen
aan
voorheen?
Antwoord
van
den
minister.
De
minister
van
Justitie,
de
heer
Goseling,
is
den
heer
Drop
en
de
Kamer
erkentelijk
voor
aanvraag
en
toestaan
der
interpellatie.
Het
snelle
antwoord
aan
den
heer
Wijnkoop
op
diens
vragen
was
een
weg
om
een
spoedige
interpel
latie
te
bevorderen.
Spr.
hecht
aan
de
groote
waarde
hiervan
in
ons
staats-
bestel,
en
tegenover
het
hoofd
van
den
staat
en
tegenover
de
volksvertegen-
woordiging
draagt
spr.
gaarne
de
ver-
antwoordelijkheid.
..
Spr.
vermaant
tot
bezinning.
Hi]
waardeert
de
interpellatie
en
haar
soberen
vorm.
W^e
moeten
trachten,
in
Nederland
nuchterheid
te
bewaren
en
evenwicht
in
stand
te
houden.
Daarvan
zal
de
regeerlng
zich
niet
laten
afbren-
gen
door
lichtvaardig
optreden
of
ver-
dachtmaking.
"
Terecht
heeft
de
Interpellant
verschil
gemaakt
tusschen
ingrijpen
jegens
de
zelfstandige
rechterlijke
macht
en
het
politieoptreden.
Van
de
brigade
Oss
zal
het
personeel
worden
overgeplaatst.
Tot
nader
order
heeft
het
zich
van
ops^-
ringsdienst
te
onthouden.
In
Oss
blijft
een
brigade
van
gelijke
sterkte,
Spr.
moet
zich
beperking
opleggen.
Hij
kan
niet
alle
dossiers
hier
gaan
behan-
delen
Hij
zal
rectitmatige
belangen
van
individueele
burgers
en
leden
der
bn-
gade
moeten
ontzien.
Hi.i
mag
met
lichtvaardig
optreden,
doch
moet
dat
doen
zonder
aanzien
des
pepoons.
In
veel
van
hetgeen
over
het
gebeurde
is
geschreven,
wordt
de
indruk
geves-
tigd
alsof
het
gaat
tegen
de
door
H.
M.
de
Koningin
gedecoreerde
brigade.
Der-
gelijke
aantijging
is
onbehoorlijk.
Van
de
brigade
in
1935
sterk
20
man,
zijn
er
4
gedecoreerd,
waarvan
er
nog
2
in
Oss
zijn.
,
..
-1
I.
Is
echter
iemand
dan
voor
zijn
heele
leven
onfeilbaar?
.
Het
corps
is
een
onnnsbaar
orgaan,
maar
in
handen
van
de
verantwoorde-
lijke
overheid.
Deze
laat
het
zich
niet
uit
haar
handen
wringen
door
pogingen
van
anderen.
Spr.
zoekt
eer
schuld
bij
hen
die
het
corps,
den
man
met
mate-
looze
eerbied
overgieten.
De
regeerlng
moet
voor
evenwicht
zorgen
niet
het
minst
in
het
belang
der
menschen
zelven.
.
.
,
Bij
deze
zaak
zijn
de
ministers
van
Justitie,
Defensie
en
Binnenlandsche
Zaken
betrokken.
Het
heeft
den
burge
meester
van
Oi-S
niet
aan
tact
en
door-
tastendheid
ontbroken.
Met
den
amlDt-
genoot
van
defensie,
is
er
ook
volledige
overeenstemming.
De
marechaussee
is
in
de
eerste
plaats
politiecorps.
Tucht
en
discipline
c.a.
ressorteeren
onder
defen
sie.
ledere
minister
heeft
specifieke
ver-
antwoordelijkheid.
De
noodig
geacht-e
mutaties
hebben
de
voile
instemming
van
den
minister
van
defensie.
Zelfs
is
er
beweerd
dat
er
groote
oneenigheid
zou
zijn
tusschen
de
ministers
van
Justitie
en
Defensie.
(Vroolijkheid).
Wat
meer
inzonderheid
de
derde
vraag
betreft,
komt
spr.
tot
de
strafzaak
tegen
een
fabrieksdirecteur
te
Oss.
Die
zaak
heeft
haar
ncrmaal
verloop.
De
verdachte
is
in
arrest
en
er
is
niet
aan
gedacht,
hem
daaruit
te
ontslaan.
Het
vooronderzoek
is
reeds
gevorderd.
Spr.
wijst
op
lofwaardige
activiteit
der
bri
gade
ten
deze.
Toch
is
het
niet
zoo,
dat
zij
alleen
te
prijzen
is
voor
haar
werk
ten
deze.
B.v.
had
men
zich
evengoed
tot
de
gemeente-politie
als
tot
de
ma-
rechausseee
kunnen
wenden.
De
feiten
in
andere
strafzaken
hebben
met
deze
strafzaak
niets
te
ma'ien.
Deze
staat
geheel
op
zichzelve.
Er
bestaat
tusschen
deze
zaak
en
andere
zaken
geen
verband.
Dit
zegt
spr.
om
de
sfeer
te
zuiveren.
Spr.
komt
tot
de
zaak
van
den
dus-
genaamden
bankdirecteur,
die
makelaar
is
en
bezorger
van
assurantien.
De
aan-
gehoudene
werd
vervoerd
In
een
zij
span
van
den
marechaussee-motor,
in
plaats
van
in
een
auto,
waarom
hij
gevraagd
1
had.
Op
19
Maart
om
3
uur
is
de
man
gearresteerd,
om
9
uur
in
verzekerfle
bewaring
gesteld,
om
4
uur
had
huiszoe-
king
plaats.
Doch
de
off
icier
van
justitie
wist
daar
niets
van.
Wat
de
inbeslag-
neming
betreft,
heeft
de
wachtmeester
der
marechaussee
op
eigen
gelegenneid
gehandeld.
Op
28
Maart
is
den
verdacji-
te
beteekend
dat
hij
niet
verder
zou
worden
vervolgd
op
grond
van
het
voor-
onderzoek.
Die
zaak
is
afgeloopen.
Spr.
komt
tot
twee
zaken
tegen
Ossche
burgers
in
geestelijken
dienst.
Daaroni-
trent
zijn
verschillende
personen
Se-
hoord,
ook
in
de
residentie.
Doch
dachte
was
niet
gehoord
„o
m
d
a
t
e
r
geen
verdachte
als
zoodanig
w
a
s".
Van
strafbare
feiten
is
niet
ge
bleken.
Zoo
ging
het
o.m.
om
verjaarde
zaken,
indien
die
al
gepleegd
waren.
De
andere
zaak
betreft
ook
®en
Osschen
inwoner
in
geestelijke
bedie-
ning.
Wat
spr.
het
meest
getroffen
heeii,
is
de
manier
waarop
men
—
destijds
minderjarigen
—
nu
heeft
meenen
te
moeten
hooren,
over
dingen
die
zeven
jaar
geleden
gebeurd
zouden
zijn.
I>e
kroongetuige
heeft
18
yeroordeelipgen
achter
den
rug,
een
berucht
individu
die
zich
blijkens
rapporten
op
zed®'ijk
gebied
beestachtig
gedragen
heeft.
i-r
is
gesuggereerd
dat
op
druk
van
hooker-
hand
het
verhoor
niet
js
doorgezet.
opr.
komt
daartegen
op,
o.m.
op
grond
van
een
brief
van
den
Officier
van
Jusutie
van
29
Maart.
Spr.
heeft
terdege
b^re-
pen,
welke
kiemen
hierin
zaten-
Door
valschen
schijn
heeft
spr.
zich
niet
van
zijn
plicht
laten
afbrengen
juist
in
de
sfeer
van
het
moderne
Europa.
Men
nad
anders
het
wetboek
van
strafrecht
en
strafvordering
wel
kunnen
wegbergeii.
De
brigade
op
hoi.
Spr.
critiseert
het
optreden
der
marechaussee
in
zaken,
eigenlijk
Van
civielen
aard.
Men
moet
de
sfeer,
zoo
groeiend,
voelen,
en
zich
afvragen,
of
dat
zoo
door
kan
gaan.
Spr.
heeft
zich
geregeld
laten
voorlichten
oni
a
jour
te
blijven
en
zag
zich
genoopt,
in
overeen
stemming
met
den
procureur-generaai
te
constateeren:
die
brigade
is
op
noi
geslagen.
Overplaatsing
was
in
het
De-
lang
van
de
menschen
zelven,
hun
c
lets
hebben
in
's-Hertogenbosch
van
aiie
stukken
kennis
genomen.
Toen
zijn
er
verder
maatregelen
se-
nomen.
Tijdelijk
werd
eerst,
Vrijaas,
1
April
(vroolijkheid)
aan
de
menscnen
der
brigade
opsporingsbevoegdheid
®it-
nomen,
niet
aan
de
brigade.
Geenszins
werd
de
brigade
als
het
ware
geconsig-
neerd
in
de
kazerne.
Op
2
April.^yn
verdere
besprekingen
gevoerd.
Inniio^els
worden
de
maatregelen
uitgevoerd.
De
nieuwe
brigade
zal
met
enkele
ook
weer
opsporingsbevoegdheid
heboen.
Zooals
het
was,
mocht
het
niet
bliJ^en.
Spr.
komt
tot
een
beantwoording
nieer
speciaal
der
vragen,
als
in
het
boven-
staande
neergelegd.
Beantwoording
der
vragen.
Het
antwoord
op
de
gestelde
vragen
luidt:
1
Niet
wel
is
aan
te
nemen,
dat
interpellant
onbekend
zou
zijn
met
de
in
min
of
meer
sensationeelen
vorm
ge
stelde
heschoiiwingen
in
eenlge
bladen,
waarbij,
mede
naar
aanleiding
van
een
ernstige
zedenzaak
te
Oss
ten
koste
van
den
burgemeester
van
die
gemeente
en
de
plaatselijke
politie
de
activiteit
der
Koninklijke
Marechaussee
overmatig
werd
geprezen.
Met
nadruk
werd
ge
wezen
op
tegenstellingen
tusschen
beide
soorten
politie
en
het
gezag
van
het
hoofd
van
plaatselijke
politie
tegenover
de
in
bij
stand
werkende
rijkspolitie
werd
aangetast
en
ondennijnd.
Deze
oD-mpagne
moet
naar
mijn
oordeel
mede
ongunstig
hebben
gewerkt
op
de
men-
ta'iteit
der
marechaussee.
2.
Gedurende
het
verloop
van
een
achttal
dagen
zijn
mij
die
methoden
ge-
leidelijk
uit
verbalen
en
rapporten
be
kend
geworden.
onverwijld
ingrijpen
was
te
meer
geboden,
omdat
de
wijzei
waarop
het
onderzoek
in
de
zaak
der
jeugdwerkloozenzorg
had
plaats
ge-
vonden,
den
officier
van
justitie
bereids
had
aanleiding
gegeven
om
op
15
Nov.
1937
de
brigade
Kon.
Marechaussee
te
verbieden
onderzoeken
in
te
stellen
in.
zaken
waarbi.1
organen
der
gemeente
Oss
waren
betrokken,
hetgeen
voor
de
brigade
der
Kon.
Marechaussees
een
ernstige
waarschuwing
moet
zijn
ge-*
weest.
3.
Tot
de
bedoelde
opdracht
hebbea
aanleiding
gegeven
de
volgende
feiten;
a.
Zaak
v.
d.
H.;
Opmaken
van
processen-verbaal
t.a.v,
feiten,
die
reeds
geruimen
tijd
zijn
ver-
jaard
en
waarvan
de
belangen
zoo
ge-
ring
waren,
dat,
al
ware
de
verjarings--
termljn
nog
niet
voltooid
geweest,
een,
opsporingsonderaoek
niet
oppcfftuun
was
■-
te
achten.
AiTestatie
en
de
wijze
waarop
:
zulks
geschiedde.
Huiszoeking
en
in
beslagneming
geheel
archief
op
eigen
gezag.
De
aan
deze
heele
zaak
gegeven
ruchtbaarheid.
b.
Zaak
opzichters-werkverschaffing:
Ondanks
mededeeling
van
het
hoofd
van
politie
van
Oss,
dat
hem
bij
onder
zoek
gebleken
was,
dat
het
h-ier
geen.
strafbaar
feit
betrof,
overgegaan
toU
arrestatie
van
die
twee
jonge
menschen,
welke
bij
voorgeleiding
na
4
dagen
door
den
officier
van
justitie
werden
in.
vrijheid
gesteld.
Indien
van
eenig
straf
baar
feit
sprake
zou
zijn
geweest,
ha<»
dit
geen
hoogere
waarde
kunnen
be-
treffen
dan
ongeveer
f
10.
Veel
rucht
baarheid,
waardoor
gemeentelijke
ge»
zagsdragers
volkomen
ten
onrechte
in
een
kwaad
daglicht
werden
gesteld.
(/Sia
antwoord
op
vraag
2.)
c.
Onrechtmatige
arrestatie
in
een
van
den
aanvang
af
als
civielrechtelijB
te
onderkennen
financieele
kwestie,
waarbij
klaarblijkelijk
de
bedoelmg
heeft
voorgezeten
door
vrijheidsberoo-
ving
pressie
tot
oplossing
der
kwestie
in
een
bepaalde
richting
te
beinvloeden.
d.
Onderzoekingen
tegen
de
beidfl
geestelijken.
In
beide
gevallen
een
uit-
voerig*
onderzoek,
terwijl
vaststona,
ci
van
een
strafbaar
feit
geen
sprake
was
Verhoor
van
verschillende
minder-
jarigen.
Een
minderjarige,
die
eerder
reeds
had
verklaard,
dat
met
hem
niets
was
voorgevallen,
gehoord
in
het
bij-
zijn
van
den
aangever,
die
18
strafvon-
nissen
tegen
zich
zag
gewezen
en
ooK
bij
de
Kon.
marechaussee
als
zeer
on
gunstig
bekend
stond.
Ruchtbaarheid;
omtrent
die
zaken.
e.
Gegronde
verdenking
van
mis-
handeling
van
een
persoon,
verdacht
van
overtreding
der
vuurwapenwet,
ten
einde
hem
tot
bekentenis
te
brengen.
f.
In
verbalen
in
strijd
met
de
waarheid
verklaren,
op
last
of
met
medeweten
van
den
Officier
van
Justitie
te
handelen.
4.
Het
is
mij
bekend,
dat
de
verhou
ding
tusschen
Kon.
Marechaussee
en
gemeentepolitie
na
in
1934
en
1935
aan-
vankelijk
slecht
te
zijn
geweest,
aan-
zienlijk
is
verbeterd
onder
leiding
van
den
vorigen
opperwacbtmeester
en
vreder
ernstig
is
verstoord
sedert
de
herplaatsing
in
Oss
van
den
tegenwoor-
digen
briga.decommandant.
Verwacht
mag
worden,
dat
de
goede
verhouding
zal
worden
hersteld
door
den
eerstge-
noemden
opperwachtmeester,
die
juisfc
met
het
oog
daarop
wordt
terugge-
plaatst.
5.
Deze
voorloopige.
maatregel
werd
door
noodzakelijkheid
geboden.
Een
voorname
taak
van
de
versterkte
bri
gade
ligt,
in
de
beoefening
mede
der
preventieve
politie,
het
door
haar
gezag
en
waakzaamheid
voorkomen
van
strafbare
feiten.
Het
ware
onjuist
ge
weest
de
brigade
daarvan
te
ontheffen.