Tekstweergave van KKO7536-446-188

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
EXTRA EDITIE W Xs DONDERDAG 7 APRIL 1938 PROVINCIALE NOORDBRABANTSCHE EM 167sie Jaargang '§'§ertogcttbo§§c^c ^ourant AUe b«talende abonnfi's op dit blad zljn, volgens ae bepalingen In ds ..Voorwaarden van Verzekerlng" vermeld, ong«lu^n voor bedragen van f 500^ bij levenslange ongesdiiktheid; S 500.— bij overlijden; S 30fr.— bij verlles van een hand or voet; # 250.— mj verlies van een cog; f 150.— bij verlies van een duiHi". ^ ''ij verlles van een vrijsvinger; / 15.— bij verlaes van elken anderen vmger. De uitbetollng der verzekerde uitkeeringen wordt gewaarborgd door de Nieuwe B!AV-Bank N.V. (Nieuwe HoUandscne iUgemeene Verzelrerings- Ranir^ te De verzekcriDg is gesloten door bemiddeUng van de Assurantie Bezorgers, de Firma BLOM « v. a. AA te Amsterdam en de Pirma VAN LANSCHOT & VERHEIJEN te 's-Hertc^enbosch, Hoogesteenweg 27. Uitg. 3. J. ARKESTKYN & ZOON, Kerkstraat 54 te 's-Hertogenbosch. Telef. No. 1068 (2 lijnen). Gironummer 42990. Uitgave dagelijks, behalve op Zon- ©a Feestdagen. Abonnementen p. 3 maan- den bij vooniitbetaling f 2.60, fr. p. post f 2.85 Advertentien van 1—6 re- gels f 2.10, daarboven 35 cent per gewonen regel. Interpellatie over de OsscHe Marechaussee in de Tweede Kamer. Kamerlid Drop sfelf vragen, weike door Minister Goseling worden beanlwoord. Na een scherpe rede van een N.S.B.'er klinkt er applaus op de publieke tribune, weIke hierna werd ontruimd. Heden kwam. de Tweede Kamer wear bijeen. Aan de orde was het verzoek van den heer van Qelderen om verlof tot het richten van vragen aan den minister van algemeene zaken, omtrent het beleid der regeerlng ten aansien van de bestrijding van de zeer omvangrijke werkloosheid. Z.h.s. werd besloten, het gevraagde verlof te verleenen op nader te bepalen De gebeurtenlssen te Oss Aan de orde was de interpellatie van den heer Drop over de voorloopige be- slissiiigen ten aanzien van de brigade der Koninklijke Marechaussee te Oss en hetgeen daarmede in verband staat. De heer Drop (S.D.) zegt, dat er in deze zaak klaarheid noodig is. Dit is ook op grond van vroegere zaken tegen een hoofd-commissaris van politic en een tweetal hoofdambtenaren noodig. Ook dienaangaande is er nog geen klaarhsid Het gaat in Oss om maatregelen tegen personen die rechtstreeks onder het departement staan. Opheldering is noodig, ook na het gegeven pers- communique. Dat indertijd de marechaussee te Oss vcrsterkt werd, was noodig en werd algemeen toegejuicht. Allerlei verhalen hebben de ronde gedaan over de ge- meente-politie te Oss, maar van ernstige feiten is er niet gebleken. Den laatsten tijd zijn er berichten in- Bekomen, dat niet meer tegen menschen met bijnaimen, doch dat ook tegen een labrikant en een bankier werd opgetre- den. Het perscommunique is niet duide- lijk. Men meet uit de berichten op- maken, dat het besluit om de brigade te Oss een deel van haar taak te ont- nemen, plotseling is genomen. Er schijnt ook versc^il van meening te zijn tusschen de departementen van justitie en defensie. Spr. wijst op het tweeslachtig karakter der marechaussee. Een opperwacbtmeester is ook hulp- officier van Justitie: Waarom is nu op- getreden? Zeker niet am het geschil tusschen twee departementen? Uit ver- balen en rapporten zou gebleken zijn, dat bij opsporingswerkzaamheden door marechaussees rechtmatige belangen van burgers op pijnlijke wijze zijn ge- Bchonden. Waaruit bestaat dit en waaruit is dit gebleken? Er is pijnlijke onzekerheid in bijna elk woord van 't perscommunique. Waarom moet de marechaussee te Oss zich van opsporingsdienst onthouden? De verhouding tusschen gemeentebestuur en de marechaussee is in het geding. Er is verwondering over de herbenoeming van den burgemeester van Oss. Of daar- voor reden is, kan spr. niet beoordeelen. Is de marechaussee haar bevoegdheid tegen het gemeentebestuur te buiten gegaan? Hoe denkt men een verkeerden toestand te herstellen door de mare ­ chaussee gedeeltelijk buiten werking te atellen? Spr. stelt de volgende vragen; 1. Welke zijn de niet wei te verant- vroorden uitingen in sommige pers- organen, die tegenstellingen hebben ge- schapen tusschen de brigade der Kon. marechaussee te Oss eenerzijds en andere organen van bestuur en polibe anderzijds, welker aanwakkering niet kan worden geduld? 2. Sinds hoelang is uit verbalen en rapporten gebleken, dat bij het op- sporingsonderzoek door de Kon. mare ­ chaussee te Oss methoden -werden toe- gppast, waardoor rechtmatige belangen van burgers op pijnlijke wijze werden geschonden, zoodat het onverwijld ge- boden was maatregelen te nemen om het vereischte evenwicht te herstellen? 3. Welke bepaalde feiten, gebeurte- nissen of gedragingen hebben aanleiding gegeven tot het besluit om aan de brigade Kon. marechaussee te Oss op- dracht te geven zich tot nader order van opsporingsdiensten te onthouden? L Wat is dsn minister bekend van de verhouding tusschen gemeentebestuur of gemeentepolitie en de leiding der brigade van de marechaussee te Oss, op welk tijdstip is een minder goede ver ­ houding hem bekend geworden eri welke maatregelen stelt de minister zich voor te nemen ten einde deze verhou ­ ding op goede basis te regelen? 5 Acht de minister het uit een oog- punt van algemeen justitieel beleid Juist, in omstandigheden als die te Oss aan- wezig zijn de brigade der Kon. Mare ­ chaussee surveillance en bewakings- diensten te laten doen. blijkbaar ook in het territoir der gemeentepolitie, terwijl de brigade haar voornaamste taak, waarvoor zij destijds is versterkt, niet mag uitoefenen? 6. Moet de minister niet erkennen, dat het gevoel van rechtszekerheid kan zijn aangetast door ingrijpen op een oogenblik, dat gerechtelijk onderzoek' werd gedaan in andere kringen der be- volking dan die, waarin sinds 1935 mis- drijven werden opgespoord en tot be- rechting gebracht en op welke wijze stelt hij zich dan voor de waarborgen voor rechtszekerheid gelijktijdig voor alle bevolkingsgroepen te herstellen of te versterken? Spr. heeft geen behoefte aan sensatie of critiek op den >Tiinister. Men doet geenerlei groep diensten door gedra ­ gingen te verbloemen. Het feit te Oss ligt er nu eenmaal. Er was een reeks misdrijven waarvan de daders in het minst draagkrachtig deel der bevolking leefden. Lof en onderscheiding is ten deel gevallen aan hen die deze „misda- digers" deden vervolgen. Doch nu wordt opgetreden tegen een groep politic, meer onafhankelijk van plaatselijke omstandigheden dan de gemeente ­ politie. Deze heeft niet veel tot klaar ­ heid gebracht, wel vele vergissingen oe- gaan. Hier klopt iets niet. Het is het gevoel van rechtsonzekerheid, dat vooral aanleiding is tot de om-ust, die deze zaak verwekt. Is dit het geval sinds er onderzoek wordt gedaan in andere toingen aan voorheen? Antwoord van den minister. De minister van Justitie, de heer Goseling, is den heer Drop en de Kamer erkentelijk voor aanvraag en toestaan der interpellatie. Het snelle antwoord aan den heer Wijnkoop op diens vragen was een weg om een spoedige interpel ­ latie te bevorderen. Spr. hecht aan de groote waarde hiervan in ons staats- bestel, en tegenover het hoofd van den staat en tegenover de volksvertegen- woordiging draagt spr. gaarne de ver- antwoordelijkheid. .. Spr. vermaant tot bezinning. Hi] waardeert de interpellatie en haar soberen vorm. W^e moeten trachten, in Nederland nuchterheid te bewaren en evenwicht in stand te houden. Daarvan zal de regeerlng zich niet laten afbren- gen door lichtvaardig optreden of ver- dachtmaking. " Terecht heeft de Interpellant verschil gemaakt tusschen ingrijpen jegens de zelfstandige rechterlijke macht en het politieoptreden. Van de brigade Oss zal het personeel worden overgeplaatst. Tot nader order heeft het zich van ops^- ringsdienst te onthouden. In Oss blijft een brigade van gelijke sterkte, Spr. moet zich beperking opleggen. Hij kan niet alle dossiers hier gaan behan- delen Hij zal rectitmatige belangen van individueele burgers en leden der bn- gade moeten ontzien. Hi.i mag met lichtvaardig optreden, doch moet dat doen zonder aanzien des pepoons. In veel van hetgeen over het gebeurde is geschreven, wordt de indruk geves- tigd alsof het gaat tegen de door H. M. de Koningin gedecoreerde brigade. Der- gelijke aantijging is onbehoorlijk. Van de brigade in 1935 sterk 20 man, zijn er 4 gedecoreerd, waarvan er nog 2 in Oss zijn. , .. -1 I. Is echter iemand dan voor zijn heele leven onfeilbaar? . Het corps is een onnnsbaar orgaan, maar in handen van de verantwoorde- lijke overheid. Deze laat het zich niet uit haar handen wringen door pogingen van anderen. Spr. zoekt eer schuld bij hen die het corps, den man met mate- looze eerbied overgieten. De regeerlng moet voor evenwicht zorgen niet het minst in het belang der menschen zelven. . . , Bij deze zaak zijn de ministers van Justitie, Defensie en Binnenlandsche Zaken betrokken. Het heeft den burge ­ meester van Oi-S niet aan tact en door- tastendheid ontbroken. Met den amlDt- genoot van defensie, is er ook volledige overeenstemming. De marechaussee is in de eerste plaats politiecorps. Tucht en discipline c.a. ressorteeren onder defen ­ sie. ledere minister heeft specifieke ver- antwoordelijkheid. De noodig geacht-e mutaties hebben de voile instemming van den minister van defensie. Zelfs is er beweerd dat er groote oneenigheid zou zijn tusschen de ministers van Justitie en Defensie. (Vroolijkheid). Wat meer inzonderheid de derde vraag betreft, komt spr. tot de strafzaak tegen een fabrieksdirecteur te Oss. Die zaak heeft haar ncrmaal verloop. De verdachte is in arrest en er is niet aan gedacht, hem daaruit te ontslaan. Het vooronderzoek is reeds gevorderd. Spr. wijst op lofwaardige activiteit der bri ­ gade ten deze. Toch is het niet zoo, dat zij alleen te prijzen is voor haar werk ten deze. B.v. had men zich evengoed tot de gemeente-politie als tot de ma- rechausseee kunnen wenden. De feiten in andere strafzaken hebben met deze strafzaak niets te ma'ien. Deze staat geheel op zichzelve. Er bestaat tusschen deze zaak en andere zaken geen verband. Dit zegt spr. om de sfeer te zuiveren. Spr. komt tot de zaak van den dus- genaamden bankdirecteur, die makelaar is en bezorger van assurantien. De aan- gehoudene werd vervoerd In een zij span van den marechaussee-motor, in plaats van in een auto, waarom hij gevraagd 1 had. Op 19 Maart om 3 uur is de man gearresteerd, om 9 uur in verzekerfle bewaring gesteld, om 4 uur had huiszoe- king plaats. Doch de off icier van justitie wist daar niets van. Wat de inbeslag- neming betreft, heeft de wachtmeester der marechaussee op eigen gelegenneid gehandeld. Op 28 Maart is den verdacji- te beteekend dat hij niet verder zou worden vervolgd op grond van het voor- onderzoek. Die zaak is afgeloopen. Spr. komt tot twee zaken tegen Ossche burgers in geestelijken dienst. Daaroni- trent zijn verschillende personen Se- hoord, ook in de residentie. Doch dachte was niet gehoord „o m d a t e r geen verdachte als zoodanig w a s". Van strafbare feiten is niet ge ­ bleken. Zoo ging het o.m. om verjaarde zaken, indien die al gepleegd waren. De andere zaak betreft ook ®en Osschen inwoner in geestelijke bedie- ning. Wat spr. het meest getroffen heeii, is de manier waarop men destijds minderjarigen nu heeft meenen te moeten hooren, over dingen die zeven jaar geleden gebeurd zouden zijn. I>e kroongetuige heeft 18 yeroordeelipgen achter den rug, een berucht individu die zich blijkens rapporten op zed®'ijk gebied beestachtig gedragen heeft. i-r is gesuggereerd dat op druk van hooker- hand het verhoor niet js doorgezet. opr. komt daartegen op, o.m. op grond van een brief van den Officier van Jusutie van 29 Maart. Spr. heeft terdege b^re- pen, welke kiemen hierin zaten- Door valschen schijn heeft spr. zich niet van zijn plicht laten afbrengen juist in de sfeer van het moderne Europa. Men nad anders het wetboek van strafrecht en strafvordering wel kunnen wegbergeii. De brigade op hoi. Spr. critiseert het optreden der marechaussee in zaken, eigenlijk Van civielen aard. Men moet de sfeer, zoo groeiend, voelen, en zich afvragen, of dat zoo door kan gaan. Spr. heeft zich geregeld laten voorlichten oni a jour te blijven en zag zich genoopt, in overeen ­ stemming met den procureur-generaai te constateeren: die brigade is op noi geslagen. Overplaatsing was in het De- lang van de menschen zelven, hun c lets hebben in 's-Hertogenbosch van aiie stukken kennis genomen. Toen zijn er verder maatregelen se- nomen. Tijdelijk werd eerst, Vrijaas, 1 April (vroolijkheid) aan de menscnen der brigade opsporingsbevoegdheid ®it- nomen, niet aan de brigade. Geenszins werd de brigade als het ware geconsig- neerd in de kazerne. Op 2 April.^yn verdere besprekingen gevoerd. Inniio^els worden de maatregelen uitgevoerd. De nieuwe brigade zal met enkele ook weer opsporingsbevoegdheid heboen. Zooals het was, mocht het niet bliJ^en. Spr. komt tot een beantwoording nieer speciaal der vragen, als in het boven- staande neergelegd. Beantwoording der vragen. Het antwoord op de gestelde vragen luidt: 1 Niet wel is aan te nemen, dat interpellant onbekend zou zijn met de in min of meer sensationeelen vorm ge ­ stelde heschoiiwingen in eenlge bladen, waarbij, mede naar aanleiding van een ernstige zedenzaak te Oss ten koste van den burgemeester van die gemeente en de plaatselijke politie de activiteit der Koninklijke Marechaussee overmatig werd geprezen. Met nadruk werd ge wezen op tegenstellingen tusschen beide soorten politie en het gezag van het hoofd van plaatselijke politie tegenover de in bij stand werkende rijkspolitie werd aangetast en ondennijnd. Deze oD-mpagne moet naar mijn oordeel mede ongunstig hebben gewerkt op de men- ta'iteit der marechaussee. 2. Gedurende het verloop van een achttal dagen zijn mij die methoden ge- leidelijk uit verbalen en rapporten be ­ kend geworden. onverwijld ingrijpen was te meer geboden, omdat de wijzei waarop het onderzoek in de zaak der jeugdwerkloozenzorg had plaats ge- vonden, den officier van justitie bereids had aanleiding gegeven om op 15 Nov. 1937 de brigade Kon. Marechaussee te verbieden onderzoeken in te stellen in. zaken waarbi.1 organen der gemeente Oss waren betrokken, hetgeen voor de brigade der Kon. Marechaussees een ernstige waarschuwing moet zijn ge-* weest. 3. Tot de bedoelde opdracht hebbea aanleiding gegeven de volgende feiten; a. Zaak v. d. H.; Opmaken van processen-verbaal t.a.v, feiten, die reeds geruimen tijd zijn ver- jaard en waarvan de belangen zoo ge- ring waren, dat, al ware de verjarings-- termljn nog niet voltooid geweest, een, opsporingsonderaoek niet oppcfftuun was ■- te achten. AiTestatie en de wijze waarop : zulks geschiedde. Huiszoeking en in beslagneming geheel archief op eigen gezag. De aan deze heele zaak gegeven ruchtbaarheid. b. Zaak opzichters-werkverschaffing: Ondanks mededeeling van het hoofd van politie van Oss, dat hem bij onder ­ zoek gebleken was, dat het h-ier geen. strafbaar feit betrof, overgegaan toU arrestatie van die twee jonge menschen, welke bij voorgeleiding na 4 dagen door den officier van justitie werden in. vrijheid gesteld. Indien van eenig straf ­ baar feit sprake zou zijn geweest, ha<» dit geen hoogere waarde kunnen be- treffen dan ongeveer f 10. Veel rucht ­ baarheid, waardoor gemeentelijke ge» zagsdragers volkomen ten onrechte in een kwaad daglicht werden gesteld. (/Sia antwoord op vraag 2.) c. Onrechtmatige arrestatie in een van den aanvang af als civielrechtelijB te onderkennen financieele kwestie, waarbij klaarblijkelijk de bedoelmg heeft voorgezeten door vrijheidsberoo- ving pressie tot oplossing der kwestie in een bepaalde richting te beinvloeden. d. Onderzoekingen tegen de beidfl geestelijken. In beide gevallen een uit- voerig* onderzoek, terwijl vaststona, ci van een strafbaar feit geen sprake was Verhoor van verschillende minder- jarigen. Een minderjarige, die eerder reeds had verklaard, dat met hem niets was voorgevallen, gehoord in het bij- zijn van den aangever, die 18 strafvon- nissen tegen zich zag gewezen en ooK bij de Kon. marechaussee als zeer on ­ gunstig bekend stond. Ruchtbaarheid; omtrent die zaken. e. Gegronde verdenking van mis- handeling van een persoon, verdacht van overtreding der vuurwapenwet, ten einde hem tot bekentenis te brengen. f. In verbalen in strijd met de waarheid verklaren, op last of met medeweten van den Officier van Justitie te handelen. 4. Het is mij bekend, dat de verhou ­ ding tusschen Kon. Marechaussee en gemeentepolitie na in 1934 en 1935 aan- vankelijk slecht te zijn geweest, aan- zienlijk is verbeterd onder leiding van den vorigen opperwacbtmeester en vreder ernstig is verstoord sedert de herplaatsing in Oss van den tegenwoor- digen briga.decommandant. Verwacht mag worden, dat de goede verhouding zal worden hersteld door den eerstge- noemden opperwachtmeester, die juisfc met het oog daarop wordt terugge- plaatst. 5. Deze voorloopige. maatregel werd door noodzakelijkheid geboden. Een voorname taak van de versterkte bri ­ gade ligt, in de beoefening mede der preventieve politie, het door haar gezag en waakzaamheid voorkomen van strafbare feiten. Het ware onjuist ge ­ weest de brigade daarvan te ontheffen.