Tekstweergave van KKO7536-446-189
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
m
6.
De
juistheid
van
hetgeen
in
deze
vraag
wordt
gesuggereerd
kan
ik
in
geen
enkel
opzicht
erkennen,
daarge-
Jaten
de
vraag
of
de
jonge
opzichters
der
werkverschaffing,
de
overtreder
der
vuurwapenwet,
de
winkelier
B.
en
eelfs
de
assurantiebezorger
v.
d.
H.
be-
hooren
tot
de
vooraanstaande
kringen
van
Oss,
die,
zooals
ook
enkele
bladen
heta-
ben
geinsinueerd,
thans
tegen
de
onder-
zoekingen
der
actieve
marechaussees
Eouden
moeten
worden
beschermd,
merk
ik
op,
dat
ik
geen
onrechtmatig
optreden
duld
ten
aanzien
van
eenig
persoon
tot
welken
rang
en
stand
deze
ook
mocht
behooren.
De
door
het
op
treden
der
Kon.
Marechaussee
in
het
Blgemeen
in
gevaar
gebrachte
reclits-
Kekerheid
zal
worden
hersteld
en
ver-
Bterkt,
doordat
door
den
betrokken
korpschef
in
overleg
met
mijn
ambt-
genoot
van
defensie
en
mij
het
noodige
ter
vervanging
van
personeel
wordt
yerricht.
De
eer
van
het
corps
is
niet
aangetast.
pat
voelt
men
ook
in
het
corps,
zooals
5pr.
heeft
ervaren.
Spr.
leest
een
des-
betreffend
telegram
van
de
eerste
divisie
die
dezer
dagen
jubileerde,
voor.
Even-
goed
als
de
weermacht
moet
de
politie
een
goed
apparaat
zijn
in
handen
van
tie
regeering.
Anders
is
geen
opbouwena
werk
mogelijk.
Krachtige,
evenwichtige
feerag^andhaving
erkent
ook
de
recn-
$en
der
burgers.
Moge
het
onderlmg
yertrouwen
ten
deze
in
het
Nederland-
^che
volk
nu
hersteld
zijn.
Repliek.
De
heer
Drop
repliceert.
Spr.
vraagt
Rich
af,
of
bcpaalde
feiten
den
mniister
eerst
kort
geleden
bekend
zijn
geworden.
Dit
acht
spr.
wel
van
belang.
Er
is
blijkbaar
in
dit
geval
veel
ver-
keerde
schijn
gewekt.
Spr.
zou
echter
willen
wcten,
hoe
de
rapporten
aan
den
minister
zijn
tot
stand
gekomen.
Zijn
de
gegevens
verkregen
op
grond
van
over-
leg
ook
met
anderen
dan
den
procureur-
generaal?
Spr.
vraagt
dit
omdat
hem
is
medegedeeld
dat
er
op
26
Maart
j.l.
esn
langdurige
conferentie
is
geweest
tus-
schen
den
procureur-generaal
en
de
marechaussee,
en
dat
bepaalde
inwoners
van
Oss
buiten
vervolging
zouden
worden
gesteld.
Is
ertegen
de
brigade
te
Oss
uitsluitend
disciplinair
opge-
treden?
Spr.
heeft
den
indruk
dat
er
strijd
is
met
de
locale
organen
die
ook
met
de
maKchaussee
hebben
te
maken.
Spr.
heeft
den
indruk
dat
de
procureur-
generaal
cen
taak
vervulde
die
hem
organiek
niet
toekomt.
Dit
is
van
be-
teekenis
in
dit
debat.
De
heer
Wendelaar
(Lib.)
stemt
in
met
de
afkeuring
tegen
hen
die
wan-
trouwen
zaaien
tegen
den
minister,
justitie
en
poUtie.
Om
hun
den
wind
uit
de
zeilen
te
nemen,
had
ook
spr.
aich
een
interpellatie
voorgenomen.
Als
spr.
de
interpella^'^
had
moeten
houden,
had
hij
dit
even
zakelijk
gedaan.
Spr.
hoopt
dat
thans
volkomen
recht
is
gedaan.
Het
heeft
hem
echter
getroffen
dat
volgens
den
minister
in
een
bepaald
ge
val
de
menschen
toevallig
bij
de
mare
chaussee
terecht
zijn
gekomen.
Spr.
wijst
op
het
antagonisme
tusschen
marechaussee
en
gemeente-politie
in
Oss.
Er
zou
bij
de
marechaussee
in
Oss
een
geest
zijn
ontstaan,
dien
de
inlnister
niet
verder
kan
dulden.
Staat
dit
vol-
doende
vast?
Zijn
de
dossiers
niet
een-
zijdig
en
is
hun
inhoud
door
de
betrok
kenen
erkend?
Spr.
acht
het
verheugend,'
dat
al
zijn
er
dingen
gebeurd,
die
de
minister
niet
volkomen
kan
dekken,
de
eer
van
het
corps
marechaussee
onbe-
vlekt
is
gebleven.
De
heer
Rost
van
Tonningen
(N.S.B.)
zegt
dat
de
interpellatie
volkomen
aan
spr.'s
verwachting
heeft
beantwoord.
Tevoren
heeft
de
minister
de
vragen
van
den
heer
Drop
ontvangen
am
ze
te
kunnen
beantwoorden.
Spr.
prijst
de
onkreukbare
plichtsbetrachting
der
marechaussee.
Minister
Goseling
heeft
haar
het
zwijgend
opgelegd.
Spr,
beroept
zich
op
art.
4
der
grondwet.
Deze
Kamer
heeft
niet
eens
harteloosheid
De
voorzitter
hamert.
De
heer
Eost
van
Tonningen
zegt,
dat
de
marxisten
zich
in
deze
Kamer
vroolijk
hebben
gemaakt
over
het
lot
van
jonge
meisjes.
Spr.
herinnert
aan
een
zoek
ge-
raakt
dossier
in
de
zaak
—
van
't
Sant.
Hij
prijst
de
marechaussee,
die
Oss
zui-
verde
van
Toon
de
Soep
e.d.
De
heer
Drop
ging
de
marechaussee
te
lijf
(dave-
rende
vroolijkheid).
Spr.
verzoekt
den
hamerenden
voorzitter
dit
luidruchtige
gezelschap
tot
de
orde
te
roepen.
(De
voorzitter
hamert
opnieuw).
Spr.
critiseert
de
herbenoeming
van
den
burgemeester
te
Oss.
De
pers
zou
de
misdrijven
hebben
opgeblazen.
Integen-
deel
heeft
ze
lang
gezwegen.
Nu
men
den
bewusten
bankier
te
Oss
weer
op
vrije
voeten
heeft
gesteld,
maakt
men
de
marechaussee
een
verwijt
dat
deze
den
man
in
een
zijspan
heeft
ver-
voerd.
Hoe
doet
men
anders
wel
met
menschen
die
een
dag
hechtenis
hebben
te
ondergaan?
Wachtmeester
De
Gier
is
zelf
een
plichtsgetrouw
katholiek.
Nu
neemt
men
hem
kwalijk
dat
hij
teigen
een
geestelijke
optrad.
Spr.
critiseert
de
houding
van
den
heer
Speyart
van
Woer-
den
Jegens
den
wachtmeester.
Spr.
cri
tiseert
ook's
ministers
houding
jegens
de
brigade
marechaussee
te
Oss.
De
houding
van
den
minister
is
een
gevaar
voor
de
rechtszekerheid.
Wie
deze
wenscht,
eischt
het
aftreden
van
den
minister,
van
dit
kabinet.
Spr.
protesteert
tegen
de
hartelooze
wijze
waarop
deze
Kamer
(de
voorzitter
hamert)
deze
interpellatie
behandelt.
Nu
stellen
regeering
en
kamer
zich
buiten
het
volk
(applaus
op
de
publieke
tribune),
De
voorzitter
gelast
dat
de
publieke
tribune
zal
worden
ont-
ruimd.
Nadat
dit
geschied
is,
voert
de
heer
V.
d.
Goes
van
Naters
(SX>.)
het
woord.
Een
geruchtmakende
liquidatie
als
in
de
zaak-Rohm
zou
hier
niet
mogelijk
zijn.
Er
is
in
Europa
nog
steeds
een
voe-
dingsbodem
voor
een
verachtelijk
anti-
papisme.
Het
publiek
wordt
gesugge
reerd
dat
een
bepaalde
groep
ongestraft
strafbare
feiten
zou
mogen
doen.
Daar-
tegen
komt
spr.
op.
Misschien
echter
heeft
de
marechaussee
wel
juist
aan
allerlei
geroddel
den
kop
willen
indruk-
ken,
juist
om
de
rechtszekerheid
te
bevorderen.
Er
worde
nu,
noch
in
de
toekomst
onderscheid
gemaakt.
De
heer
Truijen
(R.K.)
is
volkomen
bevredigd
door
het
antwoord
van
den
minister.
Dat
in
Oss
afkem'enswaardige
toestan-
den
bestonden,
wordt
betreurd
door
spr.
en
de
leden
zijner
partij.
Doch
daarom
mogen
de
R.
K.
Staatspartij
nog
geen
verwijten
worden
gemaakt.
Zij
wil
voor
de
reinheid
van
zeden
en
gewoonten
blijven
waken.
De
geestelijkheid
streeft
er
ook
in
Brabant
naar,
de
jeugd,
inzon-
derheid
de
vrouwelijke
jeugd
te
bescher-
men.
De
herbenoeming
van
den
burge
meester
in
Oss
is
geschied
door
e®n
anderen
dan
dezen
minister.
Er
is
uit
den
aard
der
zaak
reden
geweest
voor
de
herbenoeming.
Spr.
heeft
sympathie
voor
het
voor-
treffelijke
poUtiecorps,
dat
de
mare
chaussee
is,
vooral
door
haar
onafhan-
kelijkheid
van
plaatselijke
toestanden,
doch
daaruit
volgt
niet,
dat
ze
nooit
fouten
kan
maken.
Spr.
prijst
den
minister
voor
dlens
optreden,
dat
in
deze
zeer
moeilijk
was.
Dat
de
zaak
zooveel
gerucht
heeft
ge
maakt,
is
mede
aan
gevolg
van
het
feit,
dat
er
een
tweetal
geestelijken
bij
be
trokken
werden.
De
geestelijkheid
valt
hier
te
lande
onder
het
gewone
recht.
Het
is
ernstig
als
op
haar
verdenking
van
onzedelijkheid
rust.
Doch
het
antwoord
van
den
minister
is
volkomen
bevredi-
gend.
Er
is
hier
te
lande
geen
kaste
van
personen,
voor
wle
de
justitie
moet
wij-
ken.
Dit
blijkt
weer
uit
het
antwoord
van
den
minister.
Gestapo-manieren
blijven
ons
vreemd.
We
moeten
waardeeren,
dat
ons
land
een
rechtsstaat
blijft.
De
heer
Kersten
(Stk.
Ger.)
zegt,
dat
de
marechaussee
in
ons
land
als
zeer
be-
trouwbaar
bekend
staat.
Er
ging
dan
ook
een
schok
door
ons
land
wegens
het
ge-
beurde
in
Oss.
De
brigade
Oss
heeft
zich
de
laatste
jaren
zeer
verdienstelijk
ge
maakt.
Ze
is
daarvoor
koninklijk
onder-
scheiden.
,(De
zitting
diuurt
yoort).
iskiro
..PRGVINCIA
pnze
succesvolle
vraag-
en
aai
iederen
Dinsdag
en
Vrijdag.
Pop
:
voorultbetaling.