Tekstweergave van KKO7536-446-191

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
7j-c^c>Uyi^oU3uj,^ —^^4nm4^Spu}C, ^§5J De interpellatie- Drop Minister Goseling antwoordt op de vragen. (Vervolg van biz. 1.) Zes vragen gesteld. ■De heer BROP vat zijn betoog samen in de volgende vragen; 1. Welke zijn de niet "wel te verantwoorden ■uitingen in sommige persor^anen, die tegenstel- lingen hebben geschapen tussche.h de brig^e der KoninkUjke marechausse te Oss eenerzijds en andere organen van bestuur en politie anderzyds, welker aanwakkering niet kan word en geduld? 2. Sinds hoelang is uit verbalen en rapporten gebleken, dat bij het opsporingsonderzoek door de Kon. marechaus&ee te Oss methoden werden toe- gepasit, waardoor recbtmatige belangen van bur- ^ gers op pijnlijke wijze werden geschonden, zoodat , h.et onverwijld geboden was maatregelen te ^ nenien om het vereischte evenwicht te herstellen. 3. Welke bepaalde feiten, gebeurtenissen of ge- dragingen hebben aanleiding gegeven tot het be- sluit om aan de brigade Kon. marechaussee te Oss opdracht te geven zich tot nader order van opsporingsdiensten te onthouden? 4. Wat is den Minister bekend van de verhou- ding tusschen gemeentebestuur of gemeentepoli- tie en de leiding der brigade van de marechaussee te Oss, op welk tijdstip is een minder goede ver- houding hem bekend geworden en welke maat- regelen stelt de minister zich voor te nemen ten cinde deze verhouding op goede basis te regelen? 5. Acht de Minister het uit een oogpunt van algemeen justitieel beleid juist, in bmstandig- hcden als die te Oss aanwezig zijn de brigade der Kon. marechaussee surveillance en bewakings- diensten te laten doen blijkbaar ook in het ter- ritoir der gemeentepolitie, terwijl de brigade haar voornaamste taak, waarvoor zij destijds is versterkt, niet mag ultoefene.n? 6. Moet de minister niet erkennen, dat het ge- voel van rechtszekerheid kan zijn aangetast door ingrypen op een oogenblik, dat gerechtelijk onder- zoek werd gedaan in andere kringen der bevol- king dan die, waarin sinds 1935 misdrijven wer ­ den opgespoord en tot berechting gebracht en op welke wijze stelt hij zich dan voor de waarlwrgen voor rechtszekerheid gelijkelijk voor alle bfevol- kingsgroepen te herstellen of te versterken. Minister antwoordt. De MINISTER VAN JUSTITIE, de heer GOSELING, is den interpellant dankbaar voor zijn initiatief. Spr. is niet zoo na'ief geweest, te meenen, dat deze zaak schriftelijk kon •werden opgehelderd. De snelle beantwoording van de vragen van den heer W'ijnkoop, be- doelde den weg te banen voor een interpellatie. Er zijn twee systemen van controle in de wereld. Het eene ruimt overheids- personen op groote schaal op. Het andere kent tweezijdige ministerieele verantwoordelijkheid jegens de Kroon en jegens de volksvertegenwoordiging. De laatste verantwoordelijkheid draagt spr. vrljmoedig en met voile overtui- ging. Het verheugt hem meer te kun- nen mededeelen, dan strikt noodig zou zijn ter beantwoording van de vragen van den heer Drop. Vooraf laat spr. een vermaan gain tot bS-' Binning. Deze is niet overal in den lande be- tracht. Men moet nuchter zijn en het ver ­ eischte evenwicht in stand houden. Noch door gerucht, noch door lichtvaardig oordeel, noch door verdachtmaking zal de regeering zich hiervan laten afbrengen. Terecht maakte de interpellant onderscheia tusschen ingrijpen in zaken, die behooren on- der de zelfstandige rechterlijke macht, en m aaken, die bij de politie berusten. Van de brigade te Oss zullen de leden wor ­ sen overgeplaatst. Tot nader order zullen de leden zich van opsporingsonderzoek hebben te onthouden. Andere diensten kunnen zij ver- richten en een brigade zal te Oes blijven ge- Btationneerd. _ . Het optreden tier marechaussee _ , ernstige fouten vertoond. Spr. kan met de '^"Se^heerROs/vAN^'TONNINGEN (n.s.b.): '••^d1 zijt in Ne- MINISTER zegt voor goedwillenden feiten te willen noemen. Hij wijze van beschouwing die In vele dag^ aden is toegepast. Het gaat volgens die bladen tegen de dSo? H. M. de Koningm gedecoreerde brigade. Spr. heeft afschuw daarvoor en H. M.. de Koningin zou de eerste zijn die een derge- m betreLen van haar persoon zou afkeuren. Spr. noemt het onbehoorlijk en ongehoord. brigade in Oss telt twintig ma^ Daar- van zijn er in 1935 vier gedgcoreerd. paa^an ziin er nog twee in Oss. Van degensn, die m 1935 aan het opsporingsonderzoek hebben deelgenomen, zijn er nog vier m Oss. Wat et)eelt men nu die decoraties uit. De regeering zal zich het orgaaa der mare ­ chaussee niet W de hand laten wnngen. Spr. zoekt de foaiten niet in de marSchaussSe, doch S^de overmaat van lof, aan. de stoere kerels, die ook menschen zijn, toegezwaaid. _ Spr. brandmerkt de pogmg tweespalt in de r^sreerinff te zaaien. Spr. is met zijn ambtgenoot van binnenlandsche zaken in contact ge- "bleven en ait een recent onderzoek is komen vast te staan, dat tiet den burge- meester van Oss n-och aan tact noch aan voortvarendheid heeft ontbroken Met ziin ambtgenoot van defensie heeft spr. geen oogenblik verschil van meenmg Politiecorps. j Men houde in het oog, dat de marechausa^e In de eerste plaats een politiecorps is. Uit de Snslachtiglieid van bevoegdheden-constructie z^den moellijkheden kunnen zfln ontstaan doch alle mutaties en alle maatregelen, tot het terrein van defensie behoorend, zijn met voile in^temming en onder voile verantwoorde- lijikiheid van den minister van defensie ge- Op de derde vraag van den interpellant ant ­ woordt spr. het volgende: Het eerste feit, wat spr. in dit verband ter oore kwam, vras de arerstatie van een mdus- trieel te Oss. Die zaak heeft haar normale verloop. De verdachte is in arrest er is nooit aan gedacht hem daaruit te ontslaan en het onderzoek van den rechter-commissaris is m eervergevorderd stadium. Spr. wil wijzen op d^lofwlardige activiteit van de brigade in ^®^®"lntusschen moet men haar niet ver heerlijken over iets, wat zij niet gedaan heeft. Een der slachtoffers heeft mede- deeling aan de marechaussee gedaan en hieraan is het te danken geweest dat deze de zaak in handen kon nemen. De gedragingen in andere strafzaken heb ­ ben mft de ^al Organon mets te mak^^ .egt dat m^ S™ heeft gefaald, een sfeer van ver- denking J®4r^X°'in deze zaak heeft Een wachtm procureur-generaal gespeurd, heef , ^ er een dergelijk van dit verband, van de uitdijende ollevlek SS S VSS-"" De arrestatle geschiedde te 15 uur, het vervoer in een open zijspan der marechaussee, onder groote pubUeke v^iano-stelling Te 16 uur werd een- So^Wnrverricht. Spr. heeft voor ziSi een rapport van den huiszoeken- den wachtmeester. Van de hui^ekmg zegt deze, dat het bevel van den offi- cier van justitie niet kon worden afge- wacht. De huiszoeking was dus voor verantwoording van den wachtmeester. De officler had tevoren wel over arres- tatie gesproken, doch geen opdracht e-eeeven. De rechter-commissaris bad de huiszoeking uit de krant vernomen. Na sluiting van het voor-onderzoek heeft de officier den verdachte beteekend, dat niet verder zou worden vervclgd,