Tekstweergave van KKO7536-446-194

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
VyvoUA,c>Cct^ , /(^sS Sr>kirJ^tViaX im cLe. %. ICa/m^A DE GEBEURTENISSEN TE OSS. Interpellatie in de Tweede Kamer. Minister Goseling brengt Maarheid. VANMIDDAG reeds kwam in de Tweede Kamer aan de orde de interpellatie van den heer Drop over de voorloopige beslissingen ten aanzien van de brigade der Konink- lijke mareehaussee te Oss en hetgeen daarmede in verband staat. De heer DROP (S.D.) zegt, dat er in deze zaak klaarheid noodig is. Dit is ook op grond van vroegere zaken tegen een hoofdcommis- saris van politic en een tweetal hoofdambte- naren noodig. Ook dienaangaande is er nog geen klaarheid. Het gaat in Oss om maatregelen tegen per- sonen, die rechtstreeks onder het departe- ment staan. Opbeldering is noodig, ook na het gegeven perscommunique. Dat indertijd de mareehaussee te Oss ver- sterkt werd, was noodig en werd algemeen toegejuicht. Allerlei verhalen hebben de ronde gedaan over de gemeentepolitie te Oss, maar van ernstige feiten is er niets gebleken. Den laatsten tijd zijn er berichten inge- komen, dat niet meer alleen tegen menschen met bijnamen doch ook, tegen een fabrikant en een bankier werd opgetreden. Het perscommunique is niet duidelijk. Men moet uit de berichten opmaken, dat het be- sluit om de brigade te Oss een deei van haar taak te ontnemen, plotseling is genomen. Er schijnt ook verschil van meening te zijn tus- schen de departementen van Justitie en De- fensie. Spr. wijst op het tweeslachtig karak- ter der mareehaussee. Een opperwachtmeester is ook hulpofficier van justitie. Waarom is nu opgetreden? Uit verbalen en rapporten zou gebleken zijn, dat bij opsporingswerkzaamheden door marechaussees rechtmatige belangen van burgers op pijnlijke wijze zijn geschonden. Waaruit bestaat dit en waaruit is dit ge ­ bleken ? Er is pijnlijke onzekerheid in bijna elk woord van het perscommunique. Waar ­ om moet de mareehaussee te Oss zich van opsporingswerk onthouden ? De verhouding tusschen gemeentebestuur en de mareehaus ­ see is in het geding. Er is verwondering over de herbenoeming van den burgemeester van Oss; in hoever daarvoor reden is, kan spr. niet beoordeelen. Is de mareehaussee haar bevoegdheid tegen het gemeentebestuur te buiten gegaan ? Hoe denkt men een verkeer- den toestand te herstellen door de mare ­ ehaussee gedeeltelijk buiten werking te stel- len ? Vragen. Spreker stelt de volgende vragen: 1. Welke zijn de niet wel te verantwoor- den uitingen in sommige persorganen, die tegenstellingen hebben geschapen tusschen I Minister mr. Goseling. de brigade der Koninklijke mareehaussee te Oss eenerzijds en andere organen van be- stuur en politic anderzijds, welker aanwak- kering niet kan worden geduld ? 2. Sinds hoelang is uit verbalen en rap ­ porten gebleken, dat bij het opsporingsonder- zoek door de Kon. Mareehaussee tc Oss methoden werden toegepast, waardoor recht ­ matige belangen van burgers op pijnlijke wijze werden geschonden, zoodat het onver- wijld geboden was maatregelen te nemen om het vereischte evenwicht te herstellen ? 3. Welke bepaalde feiten, gebeurtenissen of gedragingen hebben aanleiding gegeven tot het besluit om aan de brigade Kon. mare ­ ehaussee te Oss opdracht te geven zich tot nader order van opsporingsdiensten te ont ­ houden? 4. Wat is den minister bekend van de ver ­ houding tusschen gemeentebestuur of ge ­ meentepolitie en de leiding der brigade van de mareehaussee te Oss; op welk tijdstip is een minder goede verhouding hem bekend geworden en welke maatregelen stelt de mi ­ nister zich voor te nemen ten einde deze verhouding op goede basis te regelen? 5. Acht de minister het uit een oogpunt van algemeen justitieel beleid juist, in om- standigheden, als die te Oss aanwezig zijn, de brigade der Kon. mareehaussee surveillan ­ ce en bewakingsdiensten te laten doen blijk- baar ook in het territoir der gemeentepolitie, terwijl de brigade haar voornaamste taak, waarvoor zij destijds is versterkt, niet mag uitoefenen? , 6. Moet de minister niet erkennen, dat het gevoel van rechtszekerheid kan zijn aange- tast door ingrijpen op een oogenblik, dat ge- rechtelijk onderzoek werd gedaan in andere kringen der bevolking dan die, waarin sinds 1935 misdrijven werden opgespoord en tot berechting gebracht en op welke wijze stelt hil zich dan voor de waarborgen voor rechts ­ zekerheid gelijkelijk voor alle bevolkings- groepen te herstellen of te versterken?