Tekstweergave van KKO7536-449-004
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
opgelegd,
zich
dit
geld
op
eerlijke
wijz€
moeten
verschaf-
fen,
als
hem,
zoon
van
ons
volk,
de
gelegenheid
tot
werken
wordt
ontnomen?
Of
men
straft
d(en
man
met
enkele
maan-
den
eel,
dezen
„gemeenen
dief",
waardoor
hij
wordt
een
man
met
eien
„verleden",
voor
wien,
ook
al
zou
er
werk
zijn,
in
deze
maatschappij
geen
plaats
meer
is.
Of
onze
reclftbanken
hebben
het
druk
met
het
straf
op-
leggen
aan
alleszins
eerbare
burgers,
die,
toen
zij
des
morgens
op
hun
fiets
naar
kantoor
gingen,
in
de
haast
ver-
gaten
hun
belastingplaatje
op
hun
jas
te
hangen.
Dat
zijn
allemaal
dingen,
die
men
in
de
Rechtstaat
der
Nederlanden
niet
dulden
kan.
Qelukkig
hebben
onze
rechtbanken
niet
alleen
dergelijke
gevallen
te
beslechten,
er
zijn
in
Holland
nog
verliefde
jongens,
die
aanslagen
plegen,
er
zijn
nog
„gladde
jongens",
die
in
de
huizen
der
rijken
hun
buit
zoeken
en
er
zijn
ook
nog
moordenaars,
die
onschadelijk
gemaakt
moeten
worden.
Maar
dat
zijn
de
alledaagsche
gevallen,
doch
het
Neder-
landsche
Volk
weet,
dat
wat
dit
betreft,
zijn
belangen
wel
behartigd
zullen
worden,
maar
wanneer
er
recht
gespro-
ken
moet
worden
tegen
hooggeplaatste
personen
of
tegen
person
en,
wier
invloed
politieke
waarde
heeft,
dan
ra-
ken
de
dossiers
zoek.
OOK
Dg
DOSSIERS
VAN
OSS
ZULLEN
ZOEK
RAKEN!
wanneer
het
Nederlandsche
Volk,
na
minister
Ooseliingi
tot
aftreden
te
hebben
gedwongen,
zelf
deze
zaak
ter
hand
zou
willen
nemien.
Dat
dc
minister
wetc»
dat
in
ons
Volk
leeft
fen
blijft
leven
ccn
gcvoel
van
rcchtvaardigheid,