Tekstweergave van KKO7536-450-015
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
33
van
het
66ne
politie-orgaan
na
te
gaan
of
door
het
andere
geen
fouten
of
misstappen
waren
begaan.
Denken
wij
dan
toch
nog
eens
aan
de
zaak
Giessen-lSTieuwkerk
en
de
daarover
door
den
toenmaligen
Minister
van
Justitie
gegeven
circulaire
van
21
December
1929
waarin
deze
bewindsman
zeide
:
„Vooreerst
dan
wil
ik
er
op
wijzen,
dat
ook
de
politie-ambte-
naren
zich
stipt
liebben
te
houden
aan
het
voorschrift
van
art.
29
Wb.
v.
Sv.
dat
gebiedt
zich
te
onthouden
van
alles
wat
de
strekking
heeft
een
verklaring
te
verkrijgen,
waarvan
niet
gezegd
kan
worden,
dat
zij
in
vrijheid
is
afgelegd",
enz.
„Voortdurend
toezicht
en
zich
vergewissen,
dat
niet
in
strijd
met
het
vorenstaande
is
gehandeld
is
plicht
zoowel
voor
de
hoogere
politie-autoriteiten
als
voor
de
Justitieele
ambtenaren."
Een
dergelijk
voortdurend
toezicht
zal
m.
i.
gemakkelijker
worden
nitgeoefend,
wanneer
er
verschillende
soorten
van
politic
bestaan
dan
wanneer
de
politic
uniform
en
e^nhdofdig
is.
Daarbij
komt
nog
dit.
Wanneer
wij
verschillendc
soorten
van
politie
hebben,
zal
het
voor
de
bevolking
gemakkelijker
zijn
met
haar
klachten
en
aangiftcn
te
komen
bij
dat
corps,
dat
zij
het
meest
vertrouwt.
Daarmede
is
dan
ook
bij
de
marechauss6e
rekening
gehonden,
immers
de
Dienstvoorschriften
zeggen
in
art.
45,
alinea
2
:
„Waar
de
burgemeester
reeds
als
huipofflcier
is
opgetreden,
onthoudt
zich
de
Marechaussee
daarvan".
en
in
art.
83
alinea
5
;
„Overigens
moet
de
Marechaussee,
behoudens
in
gevallen
van
heeterdaad,
zich
binnen
gemeenten,
waar
een
politiekorps
bestaat
onder
een
commissaris
van
politie,
zooveel
mogelijk
onthouden
van
op
te
treden
en
op-
of
nasporingen
te
verrichten.
Zij
behoort
voorzoover
die
gemeenten
betreft,
geen
aangiften
of
klachten
in
ontvangst
te
nemen,
dan
in
de
gevallen
waarin
de
aangevers
of
klagers,
nadat
hun
in
overweging
is
gegeven
zich
in
de
betref-
fende
aangelegenheid
tot
de
gemeentelijke
politie
te
wenden,
hun
verlangen
te
kennen
geven,
de
aangifte
of
klachten
bepaalde-
lijk
te
doen
aan
de
marechaussee."
Hier
wordt
derhalve
—
evenals
in
art.
8,
lid
2
Eiijkspolitie-
besluit
1935
S.
497
—
erkend
:
de
gemeentepolitie
is
in
de
^
Afgedrukt
in
N.J.B.
1929
biz.
708.