Tekstweergave van KKO7536-450-022

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Om Ossche zaak doet prof, v, Bemmelen vragen: WATGAATVOOR: /D~ Prof. mr. J. M. v. Bemmelen. [ : Staatsrust of de T?f het zoo juist verschenen nummer van het „?rederlandsch Juristenblad" bespreekt de Leidsche hoogleeraar mr. J. M. ran B e m- ni e 1 e n, in een zeer uitvoerig lioofdartikel, het onderwerp; „Oss, het Wetboek van Straf- vordering en de Politieorganisatie". Schrijver betoogt, dat het voor het groote publiek en de pers er voornamelijk om ging of inderdaad door de marechaussee methoden waren toegepast, waartegen terecht beden- kingen gemaakt konden worden en of de schorsing der opsporingsbevoegdheld ver- diend w^s. Die vraag wordt door Ai uitspraak van den Centralen Raad van Beroep in het midden gelaten, terwijl de uitspraak van den Centralen Raad evenmin die andere vraag aanroerde, of er een strafrechtelijk ondar- zoek op ongewenschte, of zelfs onwetUge, wyze was gestaakt met het doel bepaalde personen te sparen. I Op voor de betrokken marechaussees onbe- vredigende wijze zijn de feiten uithetver- leden niet opgehelderd en op hun rechtvaar- ddgheid getoetst. Voor de toekomst zijn .^hter de vragen omtrent de maoht van den minister van Justitie over de opsporingsorga- nen en ter zake van de organisatie der politie de belangrijkste. Zoowel de hooggeleerde schrij ­ ver als de Amsterdamsche hoogleerares me- vrouw Hazewinkel-Suringa had er op ge- wezen, dat de regeling der opsporing behoort tot de strafvordering en dat de regeling daar- van uitsluitend den wetgever is voorbehouden. Om mevrouw Hazewinkel wroordelijk aan te halen: „Het is de wet, die de personen aan- wijst, welke zij met de opsporing belast, l?lt is de wet, die hun reehten en plichten regelt, uit- breidt of beperkt." Nochtans is de Centrale Raad van Beroep met dit betoog niet accoord gegaan. Soheiip gesteld verschijnt het navolgende al' tematief op het eerste plan: „Wat gaat voor bij de strafvordering, de waarheid of, de rust in den staat?" Te zorgen, dat verdachte en anderen betrokkenen bij een strafproces zoo min moge- lijk leed wwrde aangedaan, is aldus mr. Van Bemmelen geen doel, maar voorwaarde voor een goed strafproces en voor het strafproces- recht. Onvermijdelijk is, dat een verdachte en anderen leed wordt berokkenc^ De zorg, dat de waarheid aan het licht komt, kan de minis ­ ter van Justitie niet dragen: dat'is de taak der rechterlijke macht. Het departementshoofd kan oipsporingsambtenaren bevelen verstrek- ken, hun bepaalde opdraohten geven, maar het is de collectieve redeneering der profes- soren Haze winkel-Suringa en - Van Bemme' ten de minister kan zoodanigen opsporings- ambtenaren hun bevoegdheid niet geheel ont- nemen, zoolang er geen aanleiding bestaat die ambtenaren te sohorsen of uit hun ambt te ontzetten. Wijziging noodig? TTKT is een merkwaardige bijzonderheid, dat * * d€ minister, althans zijn woordvoerder de onintrekbaarheid van dien opsporingslast eigenlijk zelf wel erkend heeft. Als dit eenmaal vaststaat, verrijst een andere vraag. aan den juridischen horizon: kan de minister van Ju ­ stitie dan nog wel waken voor de „richtige opsporing?" Naar het oordeel van den heer Van Bemmelen: ongetwijfeld. Over alle zaken kan de minister den officie- ren van Justitie: bevelen geven. Misdraagt een opsporingsambtenaar zioh, dan kan de minister hem sohorsen of, indien die beambte admini- stratief. onder een anderen chef ressorteert (minister van Defensie of burgemeester), is het den minister mogelijk te juister plaatse zijn beklag in te dienen alsmede op ontslag of schorsing aan te dringen. De ,,richtlge opspo ­ ring" functionneert derhalve metterda,ad. Prof. Van Bemmelen concludeert intusschen uHdrukkelijk; ...Zoolang een opsporingsambte naar zijn functie uitoefent, doet hij dat krach- tens de wet en daaraan kan de minister niet tornen. Het eenige wat-men nu verder zou kun- nen vragen is of het niet beter ware alle op- sporingsorgarLen administratief onder den mi nister van Justitie te laten ressorteeren." Hier komt de organisatie der politie in het geding, waarop de hoogleeraar zich voorstelt in het vervolg van zijn opstel terug te komen. Ongetwijfeld zoo gaat de, hoogleeraar voort -- zijn de moeilijkheden, in zake Oss ^e- rezen, voor een, deel ontstaan uit de wonder- lyke, historisch gegroeide, sterk gedifferen- tieerde politie-organisatie hier te lande Tal- looze malen zijn vele pennen in bsweging ge- komen over het onwenschelijke van „een z66 veelhoofdelijke politie". Zou aldus "mr. Van Bemmelen de taakverdeeling niet anders Kunnen worden geregeld en met name de op ­ sporing van belangrijke misdrijven niet beter Kunnen worden toevertrouwd aan de rijlcspo- jitie? Centralisatie bij de rijkspolitie leidt wel- "cht tot bezuiniging en efficiency. Ook voor de bestrijding van kindermisdadigheid en smderverwaarloozing, voor het toezicht op en net weren van vreemdelingen, de controle op valsche paspoorten en valsch geld, zou het aan- oeveUng yerdienen, dat het Rijk een moderne outillage verzekerde. Neemt men de geheele politie-organisatie op- nieuw ter hand, dan zou ongetwijfeld ook de Plaats van de marechaussee in dat geheel wor ­ sen onderworpen aan opbouwende critiek. In de oorlogsjaren is onomstootelijk gebleken, in het bijzonder door de instelling van de militaire politie, dat een afzonderlijke legerpolitie on- Wisbaar is. Misschien valt de marechaussee dei halve ten deele met haar te vereenlgen en 20U men het nieuwe corps als marechaussee moeten betitelen. Het verkrijgt dan een mili ­ taire taak, terwijl de burgertaak van de mare ­ chaussee naar de rijksveldwacht overgaat. De eindconclusie van mr. Van Bemmelen luidt aldus: „Wanneer uit de botsing der mee- ningen een betere regeling der politie zou voortvloeien, dan zouden de moeilijkheden, in Oss ontstaan, die ov.erigens afin ieder die er bij betrokken was niet anders dan narigheid en ongenoegen hebben opgeleverd, toch voor de toekomst haar nut hebben gehad en wij zou ­ den alien te zamen kunnen zeggen: Het is van orize fouten, dat wij het meest leeren!" Indie, gepresenteerd aan Nederland. In het Januari-nummer van het orgaan der ivoninklijke Vereeniging „Oost en West" is een artikel gewijd aan den belangrijken en belang- ^ekkenden arbeid van den heer H. F. T i 11 e- te Bloemendaal. „Deze gro'ote strijder voor indie, die honderdduizenden bereikt," werkt in ^'la „Semarang" ten bate van ons IndiS, vooral °P publicistisch gebied. Hy heeft er een soort indiscli persbureau, dat uitsluitend het doel nastreeft. Indie in Nederland bekend te ma- ^en. En de zeventigjarige doet dat heel alleen. vooral de provincie licht hij voor. Russisch feest der H. Drie Koningen. Amsterdam, 17 Jan. Aangezien het freest der H. Drie Koningen naar de Jiil. tijd- oerekening op 19 Januari valt, vindt in de Russrische Orthodoxe Kerk - (Gebouw van de 'jer. Kerk, Ger. Brandtstraat, ingang bij het Vondelpark) op Donderd'ag 18 Januari a.s., des avonds 8% uur, een avonddienst met v.-"- terwijding plaats.