Tekstweergave van AAN1921_0924_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
EERSTE
JAARGANG
24
SEPTEMBER
1921
No
.
2
.
DE
AANKONDIGER
WEKELIJKSCH
NIEUWS
-
EN
ADVERTENTIEBLAD
VOOR
VUGHT
EN
OMLIGGENDE
DORPEN
BEVATTENDE
DE
OFFICIEELE
KERKDIENSTEN
EN
GEMEENTE-PUBLICATIES
DER
BETROKKEN
GEMEENTEN
VERSCHIJNT
ELKEN
ZATERDAG
—
UITGAVE
JOS
.
M
.
KRIJNEN
EN
F
.
DAAMS
,
VUGHT
Abonnementsprijs
per
3
maanden
90
cent
;
fr
.
p
.
p
.
1
gld
.
Losse
nummers
1
%
cent
.
PRIJS
DER
ADVERTENTIËN
:
Van
1—6
regels
90
et
.,
daarboven
15
et
.
per
regel
gemeten
van
lijn
tot
lijn
.
Bij
contract
van
250
of
meer
regels
wordt
korting
toegestaan
.
Quae
sursum
sunt
quaerite
,
Streeft
naar
het
Betere
.
Alle
advertentiën
worden
uiterlijk
Donderdagavond
ingewacht
Adres
voor
Redactie
en
Administratie
:
TAALSTRAAT
139
EN
MARKT
289
VUGHT
.
Dit
na
.
üesiaal
uilluise
tiiaden
.
EERSTE
BLAD
,
Onze
Agenten
.
HELVOIRT
:
NIC
VAN
DER
AA
.
CROMVOIRT
:
HOEVENAARS
.
ST
.
MICHIELS-OESTEL
:
J
.
VAN
DER
HEIJDEN
,
Dorpstraat
A
193
.
SCHIJNDEL
:
P
.
O
.
KUIJPERS
,
Kluis
O
223
.
VLIJMEN
:
JAN
VERSCHUREN
B
39
.
BERLICUM
:
J
.
VAN
LAMOEN
Stad
en
land
.
Er
ligt
een
tegenstelling
in
beide
woorden
,
die
voor
eenieder
voelbaar
is
.
Wel
niet
zoo
erg
als
in
kat
en
hond
,
water
en
vuur
,
oorlog
en
vrede
,
maar
toch
doet
het
denken
aan
een
verscheidenheid
van
begrippen
,
wier
belangen
wijd
verschillend
zijn
.
Van
oudsher
heeft
dat
verschil
al
bestaan
.
Maar
in
verloop
van
tijd
zijn
de
omstan
-
digheden
sterk
gewijzigd
.
Vroeger
was
de
stad
het
meest
gezocht
:
het
was
een
groot
voorrecht
stadsburger
te
zijn
.
Wie
poorter
was
,
gelijk
het
toen
heette
,
had
allerlei
voor
op
ingezetenen
,
die
van
buiten
kwamen
en
een
geboren
poorter
genoot
weer
meer
vrijheid
dan
een
ander
,
die
het
poortrecht
slechts
had
gekocht
.
Tegenover
de
sterke
stad
,
sterk
door
bolwerken
en
muren
,
door
wallen
en
grach
-
ten
,
lag
het
land
rondom
open
en
bloot
,
dat
met
recht
den
naam
van
platteland
ver
diende
.
Slechts
hier
en
daar
was
een
kasteel
,
waarheen
de
omgeving
vluchten
kon
,
als
de
landlieden
met
have
en
goed
zich
-
in
veiligheid
moesten
brengen
voor
de
vagebonden
en
vrijbuiters
,
die
in
on
-
rustige
'
tijden
het
land
afstroopten
en
de
wegen
onbegaanbaar
maakten
.
Se
Meierij
en
omgeving
van
Den
Bosch
heeft
daar
eeuwenlang
van
gelust
:
Nog
berusten
op
het
stadhuis
aldaar
de
papieren
,
waarin
Godgeklaagd
wordt
over
het
„
landbederf
",
zoowel
van
bevriende
als
van
vijandige
zijden
en
waarin
sprake
is
van
»
den
armen
landtman
,
diewelcke
op
vele
plaetsen
nyet
gerust
op
sijn
bedde
en
slaeptc
Dikwijls
maakten
de
soldaten
en
ruiters
,
die
er
passeerden
of
werden
ingekwartierd
,
het
den
boeren
zoo
lastig
,
dat
zij
niet
eten
of
drinken
wilden
zonder
dat
zij
eerst
'
n
paar
daalders
onder
hun
bord
hadden
liggen
.
En
de
arme
boeren
moesten
uit
vrees
voor
erger
aan
zulke
baldadigheden
wel
voldoen
,
wilden
zij
hun
boeltje
niet
zien
platgebrand
en
zelf
gekneveld
en
mis
-
handeld
worden
.
In
dis
tijden
had
men
het
ook
wel
in
de
stad
benauwd
,
maar
vraag
niet
,
hoe
het
land
werd
uitgeteerd
!
'
t
Is
waarachtig
,
staat
er
in
een
stuk
om
trent
een
geschil
van
Den
Bosch
met
het
platteland
in
1581
,
'
t
is
waarachtig
,
dat
men
hier
voor
tijden
in
de
Meierij
dezer
stad
land
jaarlijks
heeft
verpacht
voor
een
vette
gans
.
Is
het
vreemd
,
dat
bij
zuik
een
toestand
het
gezegde
kon
ontstaan
,
dat
het
beter
van
een
stad
dan
van
een
dorp
af
kon
?
Maar
al
leeft
dit
spreekwoord
nog
in
den
volksmond
,
de
tijden
zijn
zoo
veranderd
,
dat
tegenwoordig
het
omgekeerde
eerder
waar
is
.
Het
land
heeft
de
stad
niet
meer
noodig
.
Dat
blijkt
met
den
dag
duidelijker
.
Een
paar
feiten
van
de
laatste
dagen
tot
bewijs
.
Vooreerst
de
vreugde
in
een
dorp
als
Vught
bij
het
vernemen
,
dat
er
van
annexatie
geen
gedachte
is
.
Wat
eertijds
als
een
privilege
gold
,
onder
de
vrijheid
der
stad
te
behooren
,
beschouwt
men
nu
en
terecht
als
een
grooten
last
.
Men
is
veel
liever
dorpsch
dan
stadsch
en
gunt
met
graagte
aan
de
stad
het
voorrecht
om
als
eigenaar
van
de
oude
heerbaan
de
breedste
dorps
-
straat
te
mogen
onderhouden
.
Een
ander
bewijs
,
dat
men
de
stad
niet
noodig
heeft
,
ligt
in
de
beslissing
van
den
Bosschen
kring
van
den
N
.
C
.
B
.
omtrent
de
plaats
der
te
houden
aardappelveilingen
.
Twee
veilingsdirecteuren
dongen
voor
hun
standje
om
de
voorkeur
en
ofschoon
Den
Bosch
in
een
web
van
spoor
-
en
waterwegen
allergunstigst
gelegen
is
,
liet
men
andere
redenen
zwaarder
wegen
en
w^d
de
Dru
-
nensche
veiling
gekozen
boven
die
van
Den
Bosch
.
Maar
Den
Bosch
heet
toch
de
Poort
van
het
Zuiden
...
tenminste
als
het
met
dien
naam
verguld
wil
zijn
.
De
nieuwe
tijd
heeft
geen
poort
meer
noodig
.
Het
platteland
,
dat
nimmer
poorten
had
,
is
de
sterke
mededinger
van
de
stad
geworden
.
Slechts
de
stad
,
wier
bestuur
met
deze
omstandigheden
rekening
weet
te
houden
en
in
plaats
van
te
hangen
aan
oude
rechten
en
gewoonten
een
politiek
voert
in
vooruitstrevenden
zin
,
die
zal
van
buiten
boer
en
burger
trekken
,
hetgeen
zij
vroeger
doen
kon
met
bedwang
.
Utrecht
en
Alkmaar
zijn
daarvan
gelukkige
voor
-
beelden
.
Ofschoon
de
bevolkingstoename
bij
de
laatste
maar
gering
is
—
altijd
toch
nog
grooter
dan
in
Den
Bosch
—
is
de
voorspoed
van
een
gemeente
volstrekt
niet
alleen
in
het
bevolkingscijfer
gelegen
,
maar
mag
Alkmaar
er
op
groot
gaan
een
centrum
voor
de
gansche
veeteelt
van
Noord-Holland
benoorden
het
Y
te
zijn
.
De
bloei
der
stad
is
onverbrekelijk
verbonden
,
mocht
er
laatst
bij
gelegenheid
van
het
internationaal
be
-
zoek
worden
gezegd
,
aan
den
boerenstand
in
de
omgeving
.
De
stad
beijvert
zich
bij
voortduring
om
het
marktwezen
te
bevor
-
deren
,
om
een
stapelplaats
te
zijn
voor
den
afvoer
van
de
in
den
omtrek
geteelde
pro
-
ducten
en
omgekeerd
van
aanvoer
van
al
wat
de
boer
tot
uitoefening
van
zijn
bedrijf
noodig
heeft
en
streeft
er
naar
-
om
hem
verstrooiing
te
geven
na
stoeren
arbeid
en
de
stad
te
wezen
,
waar
hij
aan
het
eind
van
zijn
leven
een
rustigen
,
gezelligen
ouden
dag
kan
slijten
.
In
'
t
kort
gezegd
,
de
stad
,
die
den
boer
naar
de
oogen
ziet
,
vaart
daar
wel
bij
.
Want
de
boer
voelt
zichzelven
groeien
:
hij
is
niet
langer
een
minderwaardige
in
onze
maatschappij
.
De
tijd
,
dat
boer
en
dorper
verachtelijk
klonken
als
een
begrip
van
ruwe
en
gemeene
onbeschaafdheid
,
die
tijd
gaat
langzaamaan
voorbij
.
En
er
is
aanleiding
om
een
beroep
te
doen
,
dat
hij
niet
overmoedig
wordt
en
de
stad
Iaat
ontgelden
,
wat
zij
zelf
hem
altijd
heeft
tekort
gedaan
.
v
.
A
.
Onze
Vetweiders
.
Het
mag
als
van
algemeene
bekendheid
beschouwd
worden
,
dat
door
den
reus
-
achtigen
,
Hog
steeds
toenemenden
invoer
van
buitenlandsch
vleesch
de
binnenlandsche
vleeschproductie
zeer
gedrukt
wordt
.
Geen
wonder
:
van
buitenlandsch
vleesch
(
versch
,
bevroren
,
gerookt
of
gedroogd
)
wordt
een
invoerrecht
geheven
van
6
gld
.
per
100
K.O
.
terwijl
het
inlandsch
vleesch
belast
wordt
met
een
accijns
van
10
0
/<,
der
waarde
,
wat
zoo
ongeveer
overeenkomt
met
20
gld
.
per
100
K.O
.
De
heer
Weitkamp
,
lid
der
Tweede
Kamer
,
heeft
6
April
'
21
de
regeering
op
dezen
wantoestand
gewezen
,
en
verzocht
verbe
-
tering
te
brengen
door
óf
de
bedoelde
in
-
voerrechten
op
vleesch
aanmerkelijk
te
FEUILLETON
.
Het
einde
eener
Keizers
-
dochter
.
Laatste
bladzijde
uit
het
leren
van
koningin
Maria
Antoinette
.
II
.
Hare
kamer
was
bevloerd
met
tichels
of
steen
en
plavuizen
;
aan
de
houten
panee
-
len
der
wanden
zag
men
nog
de
ver
-
bleekte
leliën
van
Frankrijk
,
welke
Lode
-
wijk
de
Heilige
(
IX
),
door
wien
dit
paleis
gebouw
was
,
had
laten
aanbrengen
.
—
Een
bed
en
een
stoel
maakten
de
geheele
meubileering
uit
;
een
met
zware
ijzeren
staven
getralied
raam
gaf
aan
elk
der
beide
cellen
licht
.
Toen
burger
Maximille
de
poort
naderde
,
leunde
zijne
gezellin
zwaar
op
zijnen
arm
en
fluisterde
:
O
God
,
het
wordt
mij
zoo
bang
te
moede
I
Wanneer
ons
bezoek
,
om
de
koningin
teredden
,
nu
weer
mislukt
!
Ditmaal
moet
de
redding
slagen
.
Alles
is
zorgvuldig
voorbereid
,
en
ik
heb
tweeijzers
in
het
vuur
.
—
Hebt
gij
het
briefje
?
—
Goed
;
verberg
dat
in
den
eenen
rui
-
ker
en
doe
dezen
in
uw
zak
.
Wanneer
de
gendarm
het
ruikertje
viooltjes
onderzocht
heelt
,
verwisselt
gij
beide
,
en
geeft
dat
met
den
brief
erin
aan
hare
majesteit
.
Wat
er
eerst
gedaan
moet
worden
,
is
u
bekend
.
—
Ik
weet
het
—
en
offer
mijn
levenvoor
hare
majesteit
.
—
Gij
zult
niet
sterven
—
ik
haal
u
eruit
,
mijn
woord
daarop
!
Doch
stil
nu
;
daar
komt
Santerre
.
Bij
deze
woorden
sidderde
de
dame
.
Santerre
was
de
man
,
die
bij
het
ont
-
hoofden
van
Lodewijk
XVI
bevel
gegeven
had
de
trommels
te
roffelen
,
waardoor
de
laatste
woorden
van
den
stervenden
koning
werden
overstemd
.
De
generaal
bleef
voor
beiden
staan
en
zeide
:
Is
dat
niet
burger
Maximille
,
die
'
t
wijnhuis
„
In
de
Guillotine
"
heeft
gekocht
,
waar
alle
brave
patriotten
verkeeren
?
Zeker
,
burger
generaal
!
En
dit
ismijne
zuster
.
Zij
komt
uit
de
provincie
enzal
mij
helpen
in
het
bedienen
der
klanten.Nu
heeft
zij
zooveel
van
de
weduwe
Ca
-
pet
gehoord
,
dat
zij
die
gaarne
eens
wildezien
.
Dat
wil
ik
wel
gelooven
,
burger
!
riep
Santerre
lachend
uit
.
—
Het
is
trou
-
wens
de
hoogste
tijd
daartoe
,
want
zij
zal
spoedig
aan
de
beurt
komen
.
Ja
,
het
is
een
heerlijke
tijd
:
de
hoofden
vallen
als
rijpe
peren
in
den
herfst
.
Maar
er
is
werk
,
—
eiken
dag
zoo'n
honderd
van
die
ver
-
vloekte
aristokratenhoofden
af
te
slaan
,
dat
is
geen
kleinigheid
I
Nu
zag
hij
de
dame
scherp
aan
en
zeide
:
Burger
Maximille
,
wanneer
uwezuster
mij
den
wijn
aanbiedt
,
dan
zal
ikmet
u
broederlijke
vriendschap
drinken
.
—
Het
zal
een
bijzondere
eer
voor
mijzijn
,
hernam
Maximille
en
trachtte
denvreeselijken
man
voorbij
te
gaan
,
dochdeze
versperde
hem
den
weg
.
Hebt
gij
ook
de
burgerkaart
—
enhet
biljet
om
vrij
te
mogen
passeeren
?
Zeker
,
burger
generaal
.
Hier
zijn
beide
.
W»t
?
riep
Santerre
,
—
door
Robes
-
pierre
zelf
onderteekend
!
Burger
Maximille
gij
zijt
zeer
in
mijne
achting
gestegen
!
Hier
,
neem
de
kaarten
terug
en
bewaarze
goed
:
aan
zulk
een
blaadje
papier
hangtsoms
het
leven
.
Ik
moet
gaan
:
mijn
plichtroept
mij
I
Ik
zeg
echter
:
tot
wederzien
l
Tot
weerziens
,
burger
generaal
!
Santerre
ging
heen
en
de
beiden
bega
-
ven
zich
naar
de
gevangenis
,
door
welker
spits-poort
zij
binnentraden
na
de
wacht
hunne
kaarten
te
hebben
getoond
.
De
dame
huiverde
.
Hier
was
alles
som
-
ber
en
kil
;
men
hoorde
ijzer
rinkelen
en
ketens
rammelen
;
uit
de
muren
kwamen
zuchten
en
klaagtonen
;
hier
scheen
het
plaveisel
met
tranen
bevochtigd
,
met
bloed
bevlekt
.
En
onophoudelijk
kwamen
er
ra
-
telende
karren
om
telkens
nieuwe
offers
voor
het
van
bloed
druipende
schavot
te
halen
.
Na
lang
onderhandelen
werden
burger
Maximille
en
zijne
zuster
eindelijk
toege
-
laten
in
de
„
raadkamer
",
waar
de
koningin
gevangen
zat
.
Als
voorwendsel
tot
dit
be
-
zoek
had
Maximille
een
authentiek
schrij
-
ven
getoond
,
houdende
,
dat
hem
was
op
-
gedragen
de
gevangenis
nauwkeurig
op
hare
stevigheid
te
onderzoeken
,
ten
einde
aan
het
„
Comité
der
vrijheid
"
daarover
rapport
uit
te
brengen
.
De
twee
gendarmen
zaten
slaperig
op
hunne
stoelen
uit
het
raam
te
kijken
.
Maximille
kwam
bij
hen
zitten
en
vroeg
:
Alles
is
immers
in
orde
?
Alles
,
gaf
Gilbert
ten
antwoord
.
Erkan
geen
muis
in
of
uit
,
zonder
dat
wijhet
zien
,
Dan
is
een
bezichtiging
eigenlijk
overbodig
.
Maar
ik
vat
mijnen
plichtnauwkeurig
op
en
wil
deuren
en
vensterszelf
in
oogenschouw
nemen
.
Gaat
met
my
mede
!
(
Wordt
vervolgd
.)