Tekstweergave van BWB1914_0822-1_00001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
TWEEDE
BLAD
VAN
HET
mmmu
weekblad
VAN
Zaterdag22
Augustus
1914.
LANDBQUW.
De
Landbouw
en
de
Oorlog.
Tengevolge
van
den
huidigen
toestand
is
het
verboden
eenige
artikelen
op
landbouw-
gebied
uit
te
voeren.
Op
de
lijst
van
de
artikelen,
waarvan
de
uitvoer
verboden
is,
vinden
wij,
in
zoover
het
den
landbouw
betreft;
Paarden,
liooi,
stroo,
haver,
tarwe
en
tarwemeel,
rogge
en
roggemeel,
gerst
en
gort,
peulvruchten
en
boekweit.
Uit
deze
opsomming
blijkt
dat
niet
ver
boden
is
de
uitvoer
van
boter,
kaas,
eieren
van
alle
tuinbouwproducten,
als
groenten,
komkommers,
aardappelen
euz.
Wei
kan
nog
de
uitvoer
van
deze
arti
kelen
verboden
worden,
als
deze
noodig
zijn,
om
onze
eigen
bevolking
te
voeden;
maar
zooals
wij
hierna
zullen
aantoonen,
zijn
er
vele
producten,
die
ons
land
te
veel
heeft,
ook
als
de
geheele
bevolking
ervan
voor-
zien
is.
—o—
In
ons
Land
wordt
bijvoorbeeld
veel
meer
boter
gemaakt,
dan
de
bevolking
gebrui-
ken
kan.
De
totale
productie
bedraagt
ongeveer
70
millioen
K.G.,
ingevoerd
wordt
slechts
millioen
K.&.
In
gewone
tijden
wordt
door
de
bevol
king
hiervan
gebruikt
35
millioen
K.
G-.
Waar
men
tegenwoordig
zuiniger
loeft,
zal
er
zeker
niet
meer
dan
vroeger
gebruikt
worden.
Daarom
kan
het
aan
de
bevolking
niet
de
minste
schade
doen,
als
de
overige
boter,
zijnde
ruim
37
millioen
K.G.
perjaar,
naar
het
buitenland
wordt
uitgevoerd.
In
plaats
van
schade,
zal
het
integendeel
aan
de
be
volking
voordeel
brengeu.
Want
behoudt
de
landbouwer
zijn
inkomsten,
althans
voor
het
grootste
gedeelte,
dan
komt
dit
nood'
zakelijk
ten
goede
aan
alle
andere
klassen
der
bevolking.
Het
is
dus
voor
ons
Land
wenschelijk,
dat
zoo
spoedig
mogelijk
de
boter
wederom
kan
uitgevoerd
worden
eveuals
voorheen.
—o—
Hetzelfde
wat
van
de
boter
gezegd
is,
geldt
voor
kaas
en
eieren.
De
eigen
inwoners
kunnen
in
gewone
omstandigheden
on
mogelijk
alle
kaas
ge-
bruiken,
die
gemaakt
wordt,
en
alle
eieren,
die
aan
de
markt
worden
aangevoerd.
De
meerdere
productie
moet
dus
wel
uit
gevoerd
worden,
en
dit
gebeurt
dan,
zonder
dat
aan
ons
Land
onttrokken
wordt
wat
het
noodig
heeft.
En
de
landbouwer
kan
zijn
bedrijf
alleen
loonend
maken,
als
hij
zijne
artikelen
niet
enkel
in
ons
Land,
maar
ook
in
het
bui
tenland
kan
iifzetten.
Wat
in
't
bijzonder
de
tuinbouw
betreft,
eenieder
weet,
dat
de
groenten,
de
kom
kommers
en
verdere
voortbrengselen
van
den
tuinbouw
in
zoo'n
mate
verbouwd
wor
den,
dat
zij
onmogelijk
in
het
eigen
Land
kunnen
verbruikt
worden.
Hoe
eerder
deze
tuinbouwvruchten
naar
het
buitenland
uitgevoerd
worden,
des
te
beter
voor
ons
Land;
want
dan
komt
er
des
te
meer
geld
ons
Land
binnen,
wat
wederom,
gelijk
wij
zeiden
aan
alien
ten
goede
komt.
—o—
Het
is
een
g^lukkig
verschijnsel,
dat
niet
een
land,
maar
dat
vele
landen
van
Neder-
land
de
landbouwproducten
betrekken.
Nemen
wij
alti
voorbeeld
de
boter.
Vanuit
Nederland
wordt
boter
ingevoerd
:
Naar
Belgig
5.400.000
K.G.
„
Engeland
7.800.000
„
„
Duitschland
18.400.000
„
„
Frankrijk
8.000.000
„
Hieruit
volgt,
dat
als
ook
een
of
ander
laad
geeu
waar
kan
afnemes,
tooh
eea
groot
gedeelte
van
de
productie
kan
ver-
kocht
worden.
Met
groot
genoegwn
hebben
wij
verno-
men
dat
in
de
laatste
dagen
verschillende
landbouwproducten
zijn
kunnen
uitgevoerd
worden.
Het
gaat
nog
wel
moeilijk,
bij
gebrek
aan
voldoende
vervoer
per
trein,
maar
een
be
gin
is
toch
gemaakt.
Wij
mogen
dus
hopen,
dat
weldra
meer
gelegenheid
zal
geboden
worden.
A1
zijn
de
tijden
erustig
voor
onze
land-
bouwers,
zij
beschikken
toch
over
het
noo-
dige,
om
te
leven,
ea
ontvangen
geregeld
de
gelden
van
de
verkochte
boter,
al
is
de
prijs
ook
op
't
oogenblik
zeer
verminderd.
En
als
wij
gespaard
worden
voor
een
oorlog,
wat
God
geve
en
waarop
toch
alle
hoop
bestaat,
dan
zullen
langzamerhand
de
tijden
voor
onze
landbouwers
verbeteren;
en
wi]
mogen
wel
herinnereu
aan
het
oude
spreekwoord
:
„als
het
den
landbouwer
goed
gaat,
gaat
het
alle
standen
goed".
N.
K.
Wenken
aan
den
Landbouwer.
Het
Utr.-Landbouwgenootschap
heeft
de
volgende
wenken
aan
den
landbouwer
ver-
spreid:
1.
Blijf
oogsten
en
zaaien.
Bedenk
dat
stoppelknollen
geschikt
zijn
voor
menschen-
voedsel.
2.
Houdt
bij
gebrek
aan
zaaizaad
en
meat
uw
land
voortdurend
zwart,
het
is
tevens
een
uitstekend
middel
om
het
onkruid
te
bestrijden.
3.
Bewaar
uw
best
fokvee,
al
is
het
wat
duur.
4.
Verkoop
uw
varkens
niet
voor
elken
prijs.
5.
Blijf
kaas
maken;
kunt
ge
ze
niet
zelf
bewaren,
huur
dan
te
zamen
een
kaas-
pakhuis,
want
dezen
winter
zal
de
kaas
waarschijnlijk
duur
worden.
6.
Bewaar
uw
appels
en
peren,
of
schil
en
droog
ze.
Gratia
inlichtingen
hieromtrent
geeft
de
Nederl.
Pomologische
Vereeniging
Eijnkade
8,
Utrecht.
7.
Hebt
ge
gebrek
aan
werkkrachten,
wend
u
dan
tot
onze
afdeelingsbesturen
of
tot
den
correspondeat
van
het
Comite
voor
onderling
dienatbetoon
in
uwe
woonplaats.
8.
Pot
geen
geld
op,
maar
breng
het
naar
de
spaarbank,
daar
is
het
volkomen
veilig.
Verzilver
in
geen
geval
effecten,
alvorens
inlichtingen
ingewounen
te
hebben
bij
vertrouwde
raadslieden.
9.
Hebt
gij
voorlichting
noodig,
wend
u
dau
tot
de
Rijkslandbouw-ambtenaren
of
de
vertegenwoordigers_
van
't
Genootschap.
10.
Werk
kalm
door
en
gebruik
uw
verstand.
Hulp
aan
den
Landbouw.
De
Nederlandsche
Heidemaatschappij
te
Arnhem
verzoekt
ons
mee
te
deelen,
dat
zij
zich
bereid
verklaart
belanghebbenden
bij
het
verrichten
van
landbouwwerkzaam-
heden
behulpzaam
te
zijn.
Zij
stelt
daartoe
op
schriftelijke
aanvrage
personeel
voor
de
leiding
der
werkzaamheden,
zoomede
paar
den,
ossen,
dLsook
in
zoo
verre
mogelijk
trek-
en
ploegmotoren
en
andere
landbouw-
machines
tegen
kostenden
prijs
terbeschik-
king
van
belanghebbenden.
Prjjsdaling
van
landbouwproducten.
Uit
het
ofEoieele
weekblad
Handelsbe-
richten
blijkt,
hoe
geweldig
in
het
begin
der
vorige
week
de
prijsdaling
van
land
bouwproducten
was.
Wij
geven
de
volgende
vergelijking
van
marktprijzen:
4
Aug.
11
Aug.
Eieren
4.10—6.50
2.65—4.76
Koeien
0.76—0.84
Kalveren
0.42—0.44
Varkens
1)
0.40—0.42
Eogge
2)
7.00—8.50
Aardappelen
3)
3.20—3.50
Roode
kool
2.30—3
10
Gele
kool
4)
5.10—6.70
Postelein
0.21—0.26
Wortelen
4.20—4.60
Prinsesseboon.
0.40—1.00
Erwten
6)
0.50—0.90
1)
Deze
vier
producten
te
Amsterdam.
2)
Te
Groningen.
3)
Te
Amsterdam.
4)
Beide
te
Langendijk.
6)
De
vier
laatste
producten
te
Loos-
duiuea.
0
75—0.80
0.36—0.38
0.34—0.36
6.00—6.60
1.00—1.70
1.30
-2.80
3.30—4.10
0.13-0.23
2.60—4.80
0,32—0.78
0.30—0.46
De
Europeesche
Oorlog.
De
Pruisen
te
St.
Maartens
Voeren.
Men
schrijft
uit
Maastricht
aan
deMsb.:
Zoo
ging
het
alles
in
zijn
werk
te
Sint
Maartens
Voeren:
Het
dorpje
ligt
tien
minuten
gaans
van
de
Hollandsche
grens.
Er
woonden
een
pas-
toor
en
een
kapelaan,
die
samen
een
huis
betrokken.
,Het
dorp
ligt
niet
langs
den
grooten
weg,
die
het
ongeluk
geworden
is
van
Waraage
en
Berneau.
Zoo
werd
er
door
niets
de
landelijke
rust
verstoord,
tot
ver-
leden
Donderdag
de
Pruisen
ook
daar
op-
daagden.
De
menschen
zagen
ze
het
dorp
vervullen
en
zij
zagen
toe
in
rustige
gelaten-
heid.
Zij
waren
voorbereid
sinds
lang
door
het
weervaren
der
plaatsen
uit
den
omtrek.
Zoo
wisten
zij,
dat
ook
hun
beurt
komeu
zou.
Daarom
konden
zij
nu
zoo
rustig
toezien.
Twee
officieren
meldden
zich
in
de
pas-
torie
aan.
De
manschappen
verlangden
hooi
voor
hun
paarden
en
de
officieren
verlang
den
van
den
pastoor,
dat
het
hooi
verschaft
werd
door
zijn
bemiddeling.
De
priester
verklaarde
zich
bereid
om
ze
te
voorzien
van
het
noodige.
Hij
deed
daarom
een
ronde
door
het
dorp
en
de
boeren
gaven,
wat
zij
hadden.
Zoo
werden
de
manschappen
be-
vredigd.
Ook
betaalden
zij
iets
links
en
rechts.
Maar
sommige
boeren
kregen
een
papiersnipper
in
de
hand
gestopt,
waarop
de
soldaten
met
potlood
schreven:
goed
voor
zooveel
mark.
De
boeren
wachtten
zich
wel,
er
iets
op
aan
te
merken.
De
troep
ging.
Daarna
kwam
een
andere
bende.
Deze
vroeg
kwartier
voor
den
nacht.
De
ruiters
stalden
hunne
dieren,
waar
ze
konden
en
zochten
nachtverblijf.
Zij
leger-
den
zich,
waar
zij
een
leger
vonden
en
elke
.
schuur
werd
een
slaapzaal.
De
boeren
lieten
hen
stil
begaan.
De
officieren
kwamen
op
de
pastorie
terecht
en
zeiden
dat
ze
eten
verlangden
en
bedden
voor
den
nacht.
Ik
zal
u
geven
wat
ik
heb,
zei
de
pastoor.
De
huishoudster
zette
de
pan
op
*t
vuur.
De
pastoor
haalde
flesschen
uit
den
kelder.
De
officieren
vroegen
om
champagne.
Een
dorpspastoor
en
champagne?
lachte
de
gastheer
—
lachte
waarschiinlijk
als
een
boer
die
kiespijn
heeft
en
„gastheer"
malgre
lui.
Het
beste
was
niet
goed
genoeg.
De
vreemdelingen
aten
en
dronken
als
men-
scheUj
die
een
langen
vasteotijd
achter
den
rug
hadden.
Daarna
gingen
zij
slapen
in
de
frisch
gespreide
bedden.
Zij
moesten
om
4
uur
gewekt
worden
's
anderen
daags.
De
huisgenooten
waakten
dien
nacht
en
ook
de
bejaarde
pastoor
kwam
niet
uit
de
kleeren.
Tegen
drie
uur
in
den
morgen
ontstond
er
een
helsch
lawaai
in
het
dorp.
Het
dorp
bestaat
uit
drie
huizendrommen
en
in
een
dier
wijkea
stond
een
hoeve
in
brand.
Het
huis
brandde
neer
en
begroef
drie
inwoners
onder
de
asch.
Soldaten
omriiigden
het
met
gevelde
bajonetten,
om
de
vluchtelingen
in
de
vlammen
terug
te
drijven.
Twee
bewo-
ners
die
bijtijds
in
den
kelder
gevlucht
waren,
werden
na
den
brand
gered
door
de
buren.
Maar
tot
het
lawaai,
dat
de
pastoor
hoorde
voor
zijn
deur,
was
een
ander
voorval
aan-
leiding.
In
zijn
angst
klopte
de
pastoor
aan
de
kamer
zijner
gasten.
Zij
antwoordden
van
binnen,
dat
zij
opgestaan
waren.
Dan
hoorde
hij,
hoe
ze
het
venster
open
rukten
en
met
donderende
stem
vroegen,
wat
er
gaande
was.
Soldaten
antwoordden
van
buiten,
dat
de
boeren
hadden
geschoten.
Nu
gingea
de
officieren
naar
buiten
en
zagen
op
straat
een
man
liggen,
die
doorstoken
was
met
een
lans.
Het
staal
was
hem
door
het
ge-
zicht
heen
gestoken.
Die
was
het,
die
gevuurd
had,
zeiden
de
soldaten.
Maar
de
vrouw
van
den
ongelukkige
stond
er
jam-
merend
bij
en
zeide,
dat
hij
zijn
bed
ver-
laten
had
om
te
zien
wat
er
gaande
was
op
straat.
Een
oude
man
werd
bij
het
lijk
gebracht.
Men
vroeg
hem,
wie
de
gedoode
was.
Doch
daar
deze,
tengevolge
zijner
wonde
onken-
baar
was
geworden,
meende
de
oude
man,
dat
het
een
vreemde
moest
zijn.
De
officieren
zeiden
toen,
dat
zij
grootmoedig
zouden
zijn,
dat
aij
wel
geloofden,
dat
geen
inwoner
van
nu
blina
heel
de
wereld
in
oorloes-l
AUuacuuB
Jurt.
ioou,
urau.
iiupuei
imou
Vimou,
ayu
geuoei
mou
giassuuoi
VDUI
J-IV"
oorlog
van