Tekstweergave van BWB1939_0826-1_00006

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
fi'r. iV ■t ; K- i |\' IP- aanwezige leden van den Raad en ook het lid Baltussen, die wegens ziekte af- wezig is, vcxDr de prettige samenwerking. Er is in deze zittingsperiode veel nuttigs tot stand gebracht. Alle leden hebben veel aetiviteit betoond. Hij hoopt met den nieuwen Raad even voorspoedig te kunnen samenwerken. Van de rondvraag werd geen gebruik gemaakt. De vergadering werd met den gebrui' kelijken Chr. groet gesloten. DE BEKORING. Christi Baehlestner stond in zijn kamer en bekeek zich opmerkzaam in den wand Spiegel, want dit pronkstuk bevatte de kamer, al was ze overigens nog zoo arm- zalig gemeubeld. #a, heel opmerkzaam bekeek hij zich. Zoo zag er dus een „pit- tige kerel" uit! Dat had de vreemdeski looper gezegd, die daaronder bij den boer op de bank bij de kachel lag... Met ver bonden voet... beenbreuk... Het zou nog een poosje duren eer deze weer zou skien. En wanneer Christi hem nietge- vonden had daarbuiten en naar hier ge sleept, dan was hij waarschijnlijk bevro- ren. Hij was tenminste al aardig op wag, Het was heusch geen licht karweitje ge weest om dien grooten zwaren mijnheer den berg af te brengen, maar hij had het toch klaar gespeeld. Nu ja... wanneer men een pittige kerel is... een kerel waar ras in zit! Christi hing den spiegel weer aan den wand, jammer dat hij zoo klein was. Nadenkend keek hij door de ruiten, veel hebben de ijsbloemen niet vrij gela- ten. Het was toch een echt kruis met 't weer dit jaar. Het ging al tegen Maart en de sneeuw lag nog een huis hoog. Maar iederen dag kon de fohn komen, dan was het uit met de heerlijkheid. Af- schuwelijk lang is toch zoo'n bergwinter maar wanneer er geen sneeuw is, dan zijn er ook geen ski-loopers. Zeker, men schen zooals die vreemdeling ginds, wa- ren zeldzaam. Een buitengewoon hoog bedrag aan geld had hij zijn levensredder geschonken. Lieve hemel... zooveel geld In zijn heele 25 jaar had Christi nog zoo ­ veel geld niet bij elkaar gezien. Wat daar mee al te beginnen was! Hij zou maar eens beginnen met zijn boer op te zeggen, knecht zijn behoefde hij voortaan nooit meer. Op de tweede plaats kon hij de schulden aflossen, die nog op het ge doetje van zijn vader stonden, hij kon zijn oude ouders van alle zorgen bevrijden en later zelfs een paar zomergasten nemen Ja, de bovenkamer kon hij laten vergroo ten, er een kast in zetten met een spie gel, waarin hij zich ten voete uit kon zien! Maar wat had de vreemdeling tot hem gezegd. Jammer was het van hem, dat hij zich in zulk een woestenij begroef, waar men in April nog sneeuw had en in October al weer. Zeker, hij weet niets van de heerlijkheid van een Alpenzomer, van het geruisch der dennen, van de be toovering der bergwereld, die zijn vader land is... maar toch, hij zou nog eens goed over zijn aanbod nadenken... „Christi, Christi, riep hem de stem der boerin uit zijn droomen, ge moet bij den professor komen! Want de vreemdeling w£is een gezocht chirurg... had een groote kliniek thuis veel werk, haast en nu nog pech boven- dien. Met moeite had hij den gewensch- ten plaatsvervanger gevonden om enkele weken in de bergen te kunnen doorbren gen en nu moest hij me daar reeds den derden dag zijn voet breken... Maar toch wilde hij hier blijven, de boer had plaats en de absolute rust was mis schien het beste voor hem. Christi kon de verpleging op zich nemen, kon hem al het noodige bezorgen, want de kerel kon immers ski-loopen alsof hij er mee op de wereld gekomen was. Ja Christi laat ik nooit meer los, daair zit ras in. Menschen als wij krijgen maar al te vaak minderwaardig tuig in de vin- gers... ik wil hier de genezing afwach ten en de volksziel een beetje bestudee- ren..., zei de patient bij zich zelf. Maar de volksziel is een preutsch ding, zijwil afgewacht, niet veroverd worden en daar voor had de professor geen geduld. Na eenige dagen toen hij geen pijn meer had, begon hy zich reeds te vervelen. Waarom hebt ge geen radio? De aan- sluiting is toch zoo moeilijk niet, vroeg hij den boer. Hebben we niet noodig, antwoordde de boer. En wanneer ik er nu op mijn kosten eens een maken liet voor u? Ja dan zou ik zeggen: God loone u! lachte de boer. Christi werd direct naar het dal ge- stuurd en had zijn boodschap uitstekend gedaan. Den volgenden Zondag sneeuwde't zoo geweldig dat het scheen alsof er een wit gordijn voor de ramen hing, dat door den schuwd. U doet zich anders voor dan u bent, en U heet ook geen Warmsteen. Zoo, nu weet u het! En dat geld neem ik doodgewoon niet aan. DiseUioff is achter met betalen en ik heb een contract, dat luidt; Is Disselhoff een jaar met de pacht ten achter, dan is de pachtovereenkomst vervallen. En nu kunt u gaan, mijnheer Warmsteen, of hoe u dan ook mag heeten De heer Richter had zich verschrikke lij'k opgewonden. Nu lachte hij, want hij meende het gewonnen te hebben. Doch Sigmar zag er nog heelemaal niet ver slagen uit. Hij maakte een onberispelijke bulging voor de dames, die hem met een zuur- zoet lachje opnamen. Tot weerzien, me vrouw. Ik wensch u het beste. U ook, juffrouw Richter. Och, het had alles zoo heel anders kunnen loopen, wanneer uw vader een ander mensch was geweest, nietwaar. Ja... wij hadden het ons zoo mooi voor- gesteld. Maar jij, brombeer, viel mevrouw Richter eensklaps onbeheerscht tegen haar man uit, jij Doch de heer Richter verdedigde zich oogenblikkelijk en met vuur; Een man, die onrechtmatig een portefeuille en een sigarettenkoker met een briljanten kroon bij zich draagt, een man, die zoo maar plotseling vijf duizend mark op tafel kan leggen, een valschen naam opgeeft, en de dolste rijkunsten uitvoert, die is niet ziii- ver op de graat. Het beste is, dat zoo iemand onmiddellijk Altroda verlaat. Ik vrees er hard voor, dat anders mijn huis nog eens in de lucht vliegt. Dat zou kunnen gebeuren, mijnheer Richter. Best mogelijk. Afwachten maar, he! Tot ziens! ...Zoo verliet Sigmar von Wernstein het landgoed en stapte overgelukkig naarde smederij, Vlak achter hem sloop echter de de ­ tective van Vorstin von Cherbourg het erf van het landgoed op en liet zich aan- dienen. Wat? riep de hear Richter uit. Wat? wind bewogen werd... men kon geen pas vooruit zien. Vandaag kan er geen mensch naar de kerk zei de boer, ,,het sneeuwt zoo al sedert gisteren, het zou levensgevaarlijk zijn zich er in te wagen. Kom dan hier en luister dan tenmin- te. naar- de morgenoefeningen, die door de radio gegeven worden, zei de professor In de halfdonkere huiskamer zaten zij toen bijeen luisterden met aandacht naar de godsdienstoefening. Daar belt het voor de Consecratie en alien vallen op de knieen. Nadenkend staart de professor over die gebogen hoofden, hij begint te gevoelen hoeveel deze eenvoudige, geloo- vige menschen voor hebben op hem, den rijken, benijden man... Geen geheim van het menschelijk lichaam is onder zijn mes verborgen gebleven, maar Een, de oor- sprong van het leven, de Goddelijke vonk die wij ziel noemen... die had hij niet gevonden. Want daartoe zijn de oogen van een geloovige noodig. Later, toen hij met Christi alleen was vroeg hij hem: „Zoekt gij dan nooit naar bewijzen voor wat gij gelooft? Bewijzen? vroeg Christi verbaasd, be ­ wijzen... maar die heb je toch niet noo ­ dig, het zijn toch allemaal oude waar- heden... daar twijfelt niemand aan. Allemaal oude waarheden... voor de eerste maal kwam er twijfel in hem op of hij er wel goed aan deed dezen man los te rukken uit den bodem waarmede hij dieper verworteld was dan hij zelf wist. Als de bekoorder kwam hij zich voor, die met de heerlijkheden der we ­ reld verblinden wil, waarvan hij toch ze ­ ker weet, hoe leeg zij zijn, hoe zij de menschen bedrogen ten koste van geluk en geloof Maar als u bewijzen noodig hebt, ver- volgde Christi, dan kan ik u een goeden raad geven. Ginds in Mariazell is een oude pastoor, een zeer geleerde heer, doc ­ tor is hij. Binnenkort wanneer 't sneeu- wen gedaan is, doet hij weer een Mis voor ons in de boschkapel... dien moet u vragen, die kan u alles uitleggen. Denkt ul? lachte de professor... het was een vermoeid twijfelend lachen. De dagen verliepen, eentonig en rus- tig. Maar de sneeuw had nu een grijze kleur en was heel wat gedaald. In de ber ­ gen rommelde het, de fohn was op komst. De professor was thans meer buiten. Hij hinkte weliswaar nog, maar waagde zich toch reeds tot de kapel in het woud. Hij riep Christi, die de kale ruimte met den- nengroen versierde, een schertsenden groet toe. Maar de donderende" berg- stroom verslond zijn woorden... Den volgenden Zondag kwam de Pas ­ toor van Mariazell naar boven... In de hand hield hij het bruin mahoniehouten kistje, waarin zich de kelk met hosties bevond, want volge'ns oud gebruik ging ook iedereen te Communie. Terwijl in 't kapelletje de H. Mis opgedragen werd, blies de fohn er lustig op los en de berg- stroom wierp zijn schuim tegen de mu- ren... Toen de pastoor later bij de boe- ren aan de koffietafel zat, ging de wind zoo te keer, dat men de vensters sluiten moest. .Midden in een druk gesprek kwam plotseling de boerin binnen gestormd „Mijnheer Pastoor, de beek werpt de ka ­ pel omver. De beek was verande'rd in een geweldi- gen stroom, die de oude, bouwvallige mu- ren van alle zijden omspoelde. Alles was zoo snel gekomen, dat alien verstijfd stonden van schrik. Iedereen wist dat daarbinnen op het armzalig altaartje de houten koffer stond, dat het Allerhei- ligste bevatte. Daar dringt Christi zich door hetjam- merende volk, begeeft zich te water, voorzichtig, want ieder der afvallende steenen kon hem het hoofd verpletteren, bereikt de kapel en neemt het koffertje op. Tot onder de armen staat het ijskou- de water, maar hij komt gelukkig terug. Terwijl hij bevend van koude en hijgend naar adem den pastoor het geredde ge heim overreikt, vallen alien op de knieen ook de professor. Weelepz>ec WEKUW LEVER-GAL OP en u zult *s morgens uit bed springen, gereed om bergen te ver zetten. Iederen dag moet uw lever een liter lever- gal in uw ingewanden doen vloeien. Wanneer deze stroom van lever-gal onvoldoende is, ver- teert uw voedsel niet, het bederft. U voelt u opgeblazen, u raakt verstopt. Uw lichaam is vergiftigd, u voelt u berocfd en ellen^^ig, u ■71 n 1 I P "7 TXrfl T t De mieste laxeermiddelen zijn slechts lap- middelen. U moet CARTER'S LEVER-PIL- LBTJES nemen om deze liter lever-gal vrij te doenvloeienenuzult ueengeheel andermensch voelen. Onschadelijk, plantaardig, zacht, on- overtroffen om de lever-gal te doen vloeien. Eischt Carter's Lever-Pilletjes bij apothekers 1 drogiaten. f. 0.75. Laat hem oogenblikkelijk binnenkomen. Dat was koren op zijn molen. Een de ­ tective... Hij had toch wel gelijk gehad... De heer Richter was nu weer geheel de rijke, machtige grondbezitter. Wie bent u? De detective van vorstin von Cherbourg... ? En wat is er van uw verlangen ? Excuseer. Ik hoorde in het dorp, dat de heer, die zooeven uw huis verliet, bij u als rijknecht in dienst is. Geweest! brulde de heer Richter woe- dend over die mededeeling. Goed, geweest dan. Die heer staat on ­ der mijn toezicht. Wat...? Hoe bedoelt ? Zeg dat nog eens! Hij staat onder mijn toezicht, mijnheer Richter. Zoo! Ik had zooiets al wel gedacht. Heeft zeker van alles op zijn kerfstok, niet ? Maar ik zal helpen, zooveel als ik kan, om dien bandiet voor de gemeen- schap onschadelijk te maken. Waar gaat het precies om? Niet om een bandiet. Tenminste niet dat ik weet. Het gaat om zijne J;ioogheid, vorst Sigmar Houd op, Man, houd op! Ben je dron- ken, misschien? Spreekt u van uw op- drachtgeefster, de vorstin von Cherbourg of van haar echtgenoot? Hoe zit dat eigenlijk ? U begrijpt mij niet, mijnheer Richter. Ik bedoel vorst Sigmar Er uit... er uit, zeg ik u! U bent be- slist krankzinnig! Die man, die daar net wegging was mijn rijknecht. Van de straat heb ik hem opgeraapt, dien vlegel! Gisteren was zijn vroegere patroon bij mij. Ik had een reebok laten schieten, ijs en ananas besteld, doch alles voor niets. En nu kom jij, idiote kerel, en spreekt van een vorst. Jij hebt hem vorstelijk om, ge ­ loof ik. Jij en een detective, haha! Jij bent er een, om je knollen voor citroenen te laten verkoopen, suffer. Dat kletst van dien landlooper als van zijne hoog- heid! Ga uit mijn oogen, mislukte Sher ­ lock Holmes! Alsjeblieft, opschieten! VACANTIE. Het yerschil tusschen Dommel en Nijl. „Thuis" heb ik 'n beetje, wat je noemt, nou ja, ,,woorden", mag ik niet zeggen en „hommeles" klinkt erg ordinair, maar toch... Om kort te gaan: het goede woord wil me niet te binnen schiefen, maar de. lezer begrijpt me wel. Het zit zoo, och, eigenlijk heeft de lezer er niets mee te maken. Wij, man- nen, we hebben alien ons eigen ver- driet „thuis". Maar ik wil vrijwillig toch iets van het mijne meedeelen. Stelt u zich van mij eens voor, dat ik woon. in Best b.v.! Dat lijkt me een heel geschikte benaming. U weet: Best ligt in Noord Brabant. En in de buurt daarvan, op een afstand van een kilometer-of-z66, laat ik zeggen: twintig kilometers, stroomt een riviertje: de Dommel. De benaming „Dommel" lijkt me voor 'n man in vacantiestem- ming al weer buitengewoon geschikt. Op 'n zomerschen keer kom ik ,,thuis" let wel: in Best nadat ik uit hoof- de mijner professie dien dag toevallig in de Dommel-contreien heb gedwaald. Ik was bekoord door het beeld van vet- te, groene weiden, grillig doorschoten met eikenwalletjes, 'n zandverstuiving op den achtergrond, 'n kreekje in de buurt, mooi zwart-bont en rood-bont vee, gril- lige en licht-doorschoten wolkenforma- ties, serene rust; 'n stukje verderop: een paar zorgelooze visschers, die van de politiek veel en van de visch en de natuur geen kwaad wisten: een paar poedelende naakte (ofschoon behoorlijk gezwembroekte) kinderen, 'n hamerende groene specht, 'n stoeiend paar wilde konijntjes... En een houten buitenhuisje. In kom thuis te... Enfin, ik ben be- geesterd. Straks, zeg ik, in September (want in het naseizoen is het goedkoop) gaan we een veertien dagen vacantie genieten in een buitenhuisje! In een ge- meubileerd buitenhuisje. De rivier ligt aan het ,,eigen" terrein. Daar kan ik visschen en daar kunnen we zwemmen, zonnebaden, met den hond stoeien! Daar zijn we vrij als de vogeltjes in de Waar klinkt nuchter de vraag. In de lucht natuurlijk! Ja, maar waar? Ik blijf enthousiast en wil van mijn begeestering mededeelen. Aan de Dommel! juich ik Ja, aan de Dommel! Stel je voor: slechts 20 K.M. hier vandaan. En 'n natuur Een vrijheid! 'n Schoonheid! 'n Weelde Nee, zeg ! Maar op m'n enthousiasme wordt zwaar de domper gezet, Aan de D-o-m-m-e-l ? hoor ik me verbaasd tegenwerpen. Aan de D-o-m- m-e-l ? 't Klonk op 'n toon, alsof ik ge- vraagd had om de vacantie in het kip- penhok te gaan slijten. Aan de D-o-m-m-e-l ? ? ? Ik voelde, waar 'm de schoen wrong. De Dommel is inaar 20 K.M. van Best en daarom kan de Dommel niet voor een vacantie-uitstapje in aanmerking komen. De Nijl, dat zou heel wat an ­ ders zijn. De Nijl ligt in Egypte en daar gaat niet iedereen naar toe. De Nijl is mooi, omdat-ie ver weg is en een ge- schiedenis heeft, verbonden aan konings- graven en oud-Testamentische verhalen, Ik vind de Dommel mooier dan de Nijl De Nijl is water en zand en Arabieren met een lucht je aan zich; de Dommel is een wolkenspiegeltje in groene weiden, met... enfin, lees hiervoren. Dat verhaaltje van bij me thuis is maar gefantaseerd hoor! Maar vele menschen zijn zoo, als ik ze beschreef, Slechts wat ver is, kan mooi of lekker zijn. Zoo verbeeldt men zich! Als 'n H.B.S.-klas drie dagen beschik baar heeft voor 'n uitstapje, moet ze naar Zwitserland; twee dagen worden in trein en bed gesleten; 'n halve dag wordt op 'n boot doorgebracht en van Zwitserland krijgt men minder te zien dan in een half uur Cineac. Als de Knapenvereeniging in Erica 'n uitstapje maakt van 'n dag, wordt be- rekend, welke verte-mogelijkheden zoo'n dag biedt. Amsterdam kan men „ha- len", dus worden Artis en Schiphol op 'n drafje „gedaan". 's Nachts om twee uur rijdt dan 'n bus met slapende kin ­ deren en 'n chauffeur, die tevergeefs poogde wakker te blijven, ergens een kanaal in en als Onze Lieve Heer niet meer hart hadde' getoond dan de bege leidende persoon verstand, dan zouden er 35 menschenlevens in het kanaal ver- loren zijn gegaan. De werkelijkheid is deze: te groote inspanning weeft een waas voor het schoone. Zoek het mooie in de omge- ving en het wordt dubbel-mooi; zoek het schoone ver en... het valt tegen. En daar stond, nu de detective met zijn speurderstalent midden onder de ganzen en kippen op het erf. Zwaar zuchte hij over de moeilijkheden van zijn beroep, dat hij pas sinds drie weken uitoefende. Had ik toch maar nooit in mijn leven detective-romans gelezen, dan had ik ook nooit dien onnoozelen inval gekregen, om detective te worden. Nu heb ik den heer Neuhaus van alles wijs gemaakt over mijn kunde en hier laat ik mij als een staljon- gen afschepen; De jonge vorst is natuur ­ lijk onderwijl verdwenen. Als ziji mij maar niet zoo'n schrik voor hem hadden aangejaagd. Maar ja, hij zag er toch wer- kelijk uit als. iemand, die voor den duivel nog niet bang is. En als Plotseling eindigde de, detective zijn al- leenspraak, want daar zag hij opeens Sig ­ mar von Wernstein met Maria aan zijn arm de dorpsstraat uit wandelen. Vlug rende hij hen achterna. Dezen keer zou hij den vorst niet meer uit het oog ver- liezen. Kom, Sigmar, ik weet een rustig plekje met een bank, daar kunnen wij eens kalm overleggen, wat wij nu zullen doen. In ieder geval zal vader naar een andere smederij moeten uitkijken. Jij kunt hem daarbij helpen en ik... ik ga in dien tijd misschien toch voor een poos ­ je naar gravin Hughen. Ik denk, dat het mij geen kwaad zal doen, bij haar eens goed het huishouden aan te pakken. Ook betere omgangsmanieren wil zij mij lee- ren, opdat wij later nog eens een goed'e betrekking kunnen aannemen. Heb jij je werkelijk altijd prettig gevoeld bij de groote lui, Sigmar? Is het er gezellig? Toe vertel er eens wat van? Dadelijk, als wij op dat rustig plekje zijn, lieveling. Vroolijk lachend baanden zij zich een weg tusschen weerspannig struikgewas, tot het pad begon te dalen en zij uitkwa- men op eenplek, door de dorpelingen ,,het dal" genoemd. Daar zetten Sigmar en Maria zich neer voor een ernstig gesprek. Intusschen ging het gerucht, dat de rijknecht van Richter onder politietoe- Tenzij men niet leeft uit de waarheid, maar uit de suggestie. Zoek dan 'n boom in den eigen tuin, strek je daaronder uit in een luien stoel en vertrek naar... droomland. Dat is de voordeeligste manier van vacantie-houden. i€2?celselzzs£fezi. DE PLAATJES-MISERE. Het nieuwe belastingjaar voor den fietser is pas begonnen en reeds staan de kranten vol met plaatjes-misere. Het is thans immers weer de moeite waard om die blikken dingetjes te gappen. Er is ook veel valsch sentiment in de plaatjes-critiek. Ziehier bijv. een stukjO; dat „pmlijst" in de Tel. voorkwam: Was dit uw bedoeling, wetgever? „Een loopjongen uit Amersfoort werd Zaterdagavond door de politie aangehou- den, omdat hij zonder belastingplaatje fietste. Hij had een schoon jasj^ aange trokken en zijn belastingplaatje, dat met een veiligheidsspeld op het vuile jasje zat vergeten. Een agent hield hem aan en hoewel de jongen even later het blikken plaatje liet zien, kreeg het ventje toch nog een daalder boete, precies zijn week- loon, waar moeder Zaterdags zooi op zit te v/achten". Wat wil men? Zooals de fietsbelasting op het oogenbUk geregeld is, kunnen de politie-ambtenaren niet anders optreden. Zoo moet het inderdaad de bedoeling zijn geweest van den wetgever. Want 't plaatje, dat men voor een riks bekomt, is niet ten name gesteld, Laat de politie dus iemand, die zonder plaatje rijdt, naar huis gaan, dan kan hij terugkomen met het plaatje van zijn vader, zijn broer, zijn buurman, zijn dienstbode of van wien dan ook. Maar het is onbegrijpelijk, dat de over- heid niet een beter systeem wil invoeren, Onlangs heb ik mijn hondenbelasting weer eens betaald. Ik kreeg daarbij als gewoo-nlijk een penning voor den hond en 'n kwitantie voor me zelven. Er is nooit iemand die er naar kijkt of de hond zijn penning draagt, maar als dit gebeurde en de hond had zijn penning eens verloren dan bleef mij toch altijd nog de kwitan ­ tie, waarop ik tegen een kleine vergoe- ding een nieuwe penning zou kunnen be- komen. Waarom kan dat met het fietsplaatje niet net zoo worden geregeld? Wel zou ten alien tijde het niet met zich voeren van het fietsplaatje een over ­ trading moeten blijven, waarop straf staat. Anders voerde niemand het belas- tingmerk en bezorgde men den contro- leurs aldus een hoop last. Maar niemand zou ten minste kunnen worden, gedwon- gen om ten tweede male zijn belasting- plicht te voldoen. •Haredage" - „verloren dagen", heette het vroeger. Nu niet meer - nu zijn er "AKKERTJES"! Een paar per dag, weg pijn en narigheidi NAAR DE NIEUWE GEMEENSCHAP. De Nationale Kaderdag. De groote Nationale Kaderdag op Zon ­ dag 10 September in het Ajax-Stadion te Amsterdam balooft een indrukwekkende en unieke manifestatie te worden. De dag zelf zal geheel en al staan in het drievoudige teeken van het geloof, de hoop en de liefde, de elementen, welke tazamen de onmisbare voorwaarden voor de Nieuwe Gemeenschap vormen. Naast de drie sprekers: Dr. L. G. Kor- tenhorst, sacrataris van de Algem. B,. K. Werkgeversvereeniging, A. C. de Bruijn, voorzitter van het R, K. Werkliadenver- bond en Pater Borromeus de Greeve O.F.M., zal het spel Elckerlijck worden opgavoerd, waaraan 800 personen zullen meewerken en dat door zijn inhoud ge heel op da gadachte van de Nieuwe Ge ­ meenschap aansluit. Het Comite van Actie naar de Nieu ­ we Gemeenschap is er in geslaagd Jah Engelman bereid te vinden tot een bewer king van den tekst, Marius Monniken- dam schreef de muziek, terwijl het spel zicht stond, als een loopend vuurtje door het praatlustige Altroda. Michel had dat gerucht uitgestrooid. Toen hij Sigmar door de poort het erf zag verlaten, was hij er van overtuigd, dat hij nu weer gauw rijknecht zou zijn en niet meer voor de koeien hoefde te zorgen. Zoo vlug hij maar kon, liep Michel naar Frida Richter. Zijn dik, sproetig gezicht blonk van opwinding. Juffrouw Frida, nu word ik weer rij ­ knecht, nietwaar? Hoezoo, Michel? Nou, de landlooper is toch weg. Ja, dat was een bedrieger, Michel. Jij had gelijk... Er was zoo juist al een de- tectieve hier, die naar hem zocht. Plaha! Heb ik er niet dadelijk kwaad achter vermoed... ? En de vlegel heeft mij onlangs geslagen. Dat zal ik hem nu in- peperen! Frida Richter was juist in een stem ­ ming om naar dergelijke taal te luisteren en zij vuurde daairom Michel nog aan. Dan zal je je moeten haasten, Michel, anders is hij misschien al gearresteerd. Op mij kun je rekenen. Jij wordt weer rijknecht en niemand anders. O, dank u wel, juffrouw. Dsink u wel. Op het schaftuur, toen Michel, als iederen dag, in „Het Witte Hert" een pakje sigaretten ging halen, ontmoette hij een zoon van den nachtwaker en een paar vrienden. Hebben jullie het al gehoord? De poli ­ tie zit dien rijknecht, dien landlooper, op de hielen. Wat... ? Wij; zagen hem daarnet nog met de dochter van Disselhoff naar „het dal" wandelen. Laten wiji ham nagaan. Ik heb no-g nooit een arrestatie gezien, schreeuwde een ander. Reeds gingen er vensters en deuren open. Wie zal ar gearresteerd worden? Wel, die landlooper! Die pianospeler! Die circusartist! Het praatje zou nu zonder meer van- zelf wel rondgaan, doch Michel beijverde zich nog verder. In de gelagkamer van Het Witte Hert" stonden eenige arbei- zelf onder leiding van den bekenden re- gisseur Anton Swears zal worden opge- voerd. Op deze wijza is ook het kunstenaars- element in dit groote gebeuren inge- schakeld. Niet minder dan 2000 bruidjes zullen vervolgens op indrukwekkende wijze een boodschap aan de wereld overbrengen, terwijl daarnaast door diverse jeugdgroe- pen da inzet van de actie in Nederland zal worden uitgebeeld. Aan de vertegenwoordigers van de cir ­ ca 400 plaatselijke comite's zal een exem- plaar van de Nieuwe Gemeenschapsvlag worden overhandigd als een symbool om straks overal plaatselijk de gedachte aan da Nieuwe Gemeenschap verder uit te dragen. Door het gezamenlijk gebed voor de ac ­ tie zal tenslotta Gods zegen daarop wor ­ den afgeismeekt, terwijl voorts door het zingen van het volksliad het nationale karakter van de actie mede zal worden onderstreapt. De nationale Kaderdag zal op heel bij- zondere wijze uiting geven aan het ver ­ langen, de actie Naar da Nieuwe Gemeen schap verder uit te bouwen. RIJTIJDENWET EN VERKEERS- VEILIGHEID. De K.N.A.C. heeft zich tot den minis ­ ter van Waterstaat gewend met het ver- zoek het z.g.n. „werkboekje" dat ingevol- ge de rijtijdenwet door het meerendeel der beroepsschutters en daarnevens nog door een groot aantal anderen geregeld moet worden bijgehouden, wanneer door hen wordt gewerkt, resp. gereden, dienst- baar ta maken aan de bevordering van de verkeersveiiigheid door op de thans on- bedrukte binnenzijde van de kaft de voor- naamste verkeersregels in eenvoudige bewoordingen te doen afdrukken, verge- zeld van enkele verduidelijkende teeke- ningen. De K.N.A.C. heeft zich bereid ver- klaard tekst en teekeningen te verzorgen en tevens desgewenscht de aan een en ander verbonden extra kosten voor hare rekening te nemen. DE LOTERIJ DER K. F. A. De loterij der K.F.A., verleden jaar in October begonnen, had aanvankelijk een viot verloop. Binnen enkele maanden werden 20.000 loten verkocht. Er rezen echter moeilijkheden met den Ned. Bios- coopbond over het geven van een gratis filmvoorstelhng. Hierdoor werd verkoop der loten ernstig belemmerd en tenslotte stop gezet. Aan den Minister van Jus titie is thans een plan voorgelegd, waar- mee op redelijke gronden kan worden aangetoond, dat de overgebleven loten in den a.s. winter kunnen worden verkocht. Hierop heeft Z.Exc. nog eenmaal en thans voor de laatste maal acht maanden uit- stel van de trekking verleend, welke op 1 Augustus j.l. was bepaald. In het a.s. winterseizoen zal nu een krachtige ac ­ tie tot plaatsing van de onverkochte lo ­ ten worden ondernomen. In ieder geval zal de uitloting voor 1 April zoo mogelijk voor 1 Februari 1940 plaats hebben. TWIST TUSSCHEN BUKEN TE HELMOND. Ongeveer half zeven Zondagavond heeft zich in de Smalstraat te Helmond een bloedig . drama afgespeeld. Een 40- jarige man is hiervan het slachtoffer ge- Worden. Tusschen de buren K. en van B., die in deze straat wonen, heerschte reeds gerui men tijd oneenigheid en ook Zondagmid- dag kwam het weer tot een woorden- twist. Toen de beide mannen elkaar Zondagavond te ongeveer half zeven in de gemeenschappelijke gang achter de woning ontmoetten, kregen zij opnieuw ruzie. Plotseling trok van B. een mes, waarmede hij zijn buurman een steek in den buik toebracht. Hevig bloedend zeeg het slachtoffer in een. Geneeskundige hulp, die spoedig aanwezig was, mocht niet meer baten. Het slachtoffer is kor- ten tijd later overleden. De politie heeft den dader, die even- eens ongeveer 40 jaar is, in zijn woning gearresteerd. FELLE BRAND TE ELST. Twee kinderen in rook gestikt. Bij een fellen uitslaanden brand te Elst in den nacht van Vrijdag op Zater- dag zijn twee kinderen door verstikking ders aan het buffet. De landlooper wordt dadelijk opgepakt, riep hij' hen toe. Hij wandelt met zijn liefje in het dal, doch hij heeft een detective achter zich aan. Een fijne rijknecht, nou! En zijn droom met Maria zal wel spoedig uit zijn! Maar is dat wel waar...? Werkelijk waM ? Michel was de held van den dag. Kom mee naar het dal, dan kunnen wij het zien. De arbeiders dronken hun glazen leeg en verlieten de herberg. Velen liepen nog even naar huis, om hun huisgenooten en kennissen te waarschuwen, en binnen een paar minuten leek het wel of er een over- haaste volksverhuizing naar „het dal" plaats had. Voorop ging Michel en zijn vriend, een koemelker, die zich beiden 't gewichtige schouwspel van zijn arrestatie niet graag zouden laten ontgaan. Vijf- tig honderd neen, wel honderdvijf- tig menschen volgden hun. Toen ze het nauwe boschpad achter zich hadden, ontdekten zij op een hoogte den detective. Beneden op de bank za ­ gen zij Sigmar en M£u:ia zitten, die, niets vermoedend van al die spiedende blikken, druk over de toekomst spraken. Een oogenblik heerschte er bijna adem- looze stilte. Die houdt ze in de gaten. Let maar op, dadelijk grijpt hij ze. Michel had het heel zachtjes gefluis- terd. Allen drongen om hem heen. Plotseling wendde de detective zich om. Wat zag hij daar... ? Een blik van rade- loosheid kwam in zijn oogen en zenuw- chtig begon hij te kuchen. Daardoor werden Sigmar en Maria hem gewaar. Oogenblikkelijk stonden zij op. Beiden ke- ken zij vol verbazing naar die groote menschen-menigte en naar den man, die zoo dicht voor hen stond. De dorpelingen van Altroda gaapten hen vol nieuwsgierigheid aan. Zouden zij nu getuige zijn van een arrestatie? Kinderen met bloote voeten, knechts en meiden op klompen, vrouwen op hun huissloffen en met hun keukensehort om het leven gekomen. De ouders wa- ren dermate overstuur, dat zij de brand- weer verkeerde inlichtingen gaven om- trent de plaats waar de kinderen sliepen. Toen men hen vond was het helaas reeds te laat; het - oudste kindje lag op den vloar naast het ledikant en het jongste lag nog in zijn wiegje. Nu wa thans midden in den zomer' zit ­ ten met zijn mooie, maar ook warme da ­ gen is het de taak en de zorg van de huis- vrouw om verschillende maatregelen te treffen. Onze eerste zorg gaat dan naar onze baby. Ieder van ons weet , dat deze kleine menschjes heel slecht tegen de hitte kun ­ nen en dat juist in het warme jaargetijde zoo vaak babyziekten optreden in den vorm van maagdarmstoomissen en der ­ gelijke. Laten we nu eens beginnen met de kleeding van onze baby. Wij moeten er op letten, dat wij de baby niet te warm en te vast kleeden. Een katoenen hemdje en een luier is voor een flinke gezonde baby in deze warme dagen voldoende. Wij bahoeven de baby ook niet warmpjes meer toe te dekken met een wollen of gewatteerd dekentje, een katoenen la- kentje is voldoende. Zorgt U er verder voor, dat de wieg op een koele plaats staat, waar hat frisch en niet benauwd is. Wij moeten de baby iedere dag heelemaal wasschen en beter en liever nog baden. Hebt U last van vliegen leg dan een stukje vitrage over de wieg, de kleine zal er geen hinder van hebben. Als de baby goed gezond is moet U hem zooveel mo ­ gelijk buiten zetten op een koele, frissche plaats. De voeding van de zuigeling speelt in dit warme jaargetijde ook een belang- rijke rol. Voor alles geldt de natuurlijke voeding. Moet de zuigeling kunstmatig gevoed worden, dan vraagt dit van de huisvrouw weer bijzondere zorg. De melk gaat heel gemakkelijk bederven en^t moeten wij voorkomen. Dit kunnen wij voorkomen, als wij de melk voor een dag in een keer koken, ze vlug afkoelen, en ze dan in een gesloten pannetje in den kelder bewaren. Kunnen wij de melk in den kelder moeilijk goed houden, dan plaatsen wij het pannetje in een andere pan gevuld met koud water, wat dan een paar keer per dag vernieuwd wordt. Voor flesch en speen moeten wij even- eens bijzondere zorg dragen. Denkt u er steeds om, om flesch en speen direct na gebruik goed schoon te maken? U kunt de flesch daama vullen met schoon wa ­ ter of ook bewaren in een pan met schoon water. Draagt U er vooral zorg voor dat de zuigeling op geregelde tijden zijn voedsel krijgt. Blijft geregeld het Consultatiebureau bezoeken. In den thans vooral drukken tijd, nu de boerin behalve in huis en stal ook nog vaak op het land moet helpen, schiet er vaak heel weinig tijd over voor de berei- ding van het middageten. Hebt U dan wel eens gedacht aan het koken in kran ­ ten? Probeert U het eens met rijst bijy. Het bespaart U kracht, tijd en materiaal. Veel succes hoor! STICHTING VOOR HUISHOUDE- LIJKE VOORLICHTING TEN PLATTELANDE. VOLHARDING VIERLINGSBEEK. Zondag trokken beide elftallen van Volharding uit. Volharding I nam door aen wedstrijd tegen Stormvogels 1 te Siebengewald deel aari het nederlaag- tournooi van laatstgenoemde club. Daar nog geen enkele wedstrijd gewonnen werd tegen het sterke Siebengewald heeft Vol ­ harding door een 4—3 overwinning op de gastheeren beslag kunnen leggen op den uitgaloofde^ prijs, een elftal voetbal- truien. Onze jorigens speelden na de rust een aardige partij. Het tweede elftal speelde te Wanssum een jubileumwedstrijd tegen de reserve's van de thuisclub. Deze opluisteringswed- strijd bij het 12%-jarig bestaan van de Wanssumsche voetbalclub werd door Volharding 2 met 3—1 verloren. nog voor, jonge mannen zonder vest en jas, drongen en duwden om toch maar het beste te kunnen zien. Doch vooraan als in den grond vastgeworteld, stond een man in onberispelijk costuum met een zwarten bolhoed op. Volkomen kalm nam Sigmar zijn ver- loofde bij de hand. Laat ons maar gauw gaan zien, wat dat moet beteekenen. Daar komt vader ook al. Och, Sigmar, ik ben zoo' bang. Het heeft vast iets met de politie te maken. Ik zie het heel goed aan al die gezichten. Onzin, lieveling. Zou de politie dan iets van mij moeten hebben? De detective week niet van zijni plaats. Hij verheugde zich, als naieve beginneling in het vak, op de eerste kennismaking met zijn beschermeUng. O, hij zou het vorstin von Cherbourg wel eens toonen, dat hij wist, hoe hij zich tegenover een echten vorst moest gedragen. De nieuwsgierige menigte drong nog steeds rneer naar voren. Let nu op. Nu komt het! Vast, hij heeft de hand al aan zijn pistool. De handboeien heeft hij na ­ tuurlijk al klaar. Haha, nu is het uit, landlooper, schreeuwde Michel, en alien stemden daarmee in. Ontsteld keek de detective om, docft aan ontwijken viel niet meer te denken. Daarom stapte hij op dep vorst toe, die hem nu herkende als de man, dien hij reeds gisterenavond laat en ook vanmor- gen in het hotel had gezien. De spanning onder de menschen be- reikte haar hoogtepunt. Wat zou er nu gaan gebeuren? Ook smid Disselhoff, die men reeds van alle kanten medelijdend had opgeno- men, stond stil. Zonder de minste onrust keek Sigmar den detective aan. Maria, die van angst beefde, had hij nog steeds bij de hand. Wie bent u? Eh wat wilt u van mij? Sigmar's stem klonk als die van een gebieder. Wordt vervolgd.