Tekstweergave van BWB1939_0826-1_00006
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
fi'r.
iV
■t
;
K-
i
|\'
IP-
aanwezige
leden
van
den
Raad
en
ook
het
lid
Baltussen,
die
wegens
ziekte
af-
wezig
is,
vcxDr
de
prettige
samenwerking.
Er
is
in
deze
zittingsperiode
veel
nuttigs
tot
stand
gebracht.
Alle
leden
hebben
veel
aetiviteit
betoond.
Hij
hoopt
met
den
nieuwen
Raad
even
voorspoedig
te
kunnen
samenwerken.
Van
de
rondvraag
werd
geen
gebruik
gemaakt.
De
vergadering
werd
met
den
gebrui'
kelijken
Chr.
groet
gesloten.
DE
BEKORING.
Christi
Baehlestner
stond
in
zijn
kamer
en
bekeek
zich
opmerkzaam
in
den
wand
Spiegel,
want
dit
pronkstuk
bevatte
de
kamer,
al
was
ze
overigens
nog
zoo
arm-
zalig
gemeubeld.
#a,
—
heel
opmerkzaam
bekeek
hij
zich.
Zoo
zag
er
dus
een
„pit-
tige
kerel"
uit!
Dat
had
de
vreemdeski
looper
gezegd,
die
daaronder
bij
den
boer
op
de
bank
bij
de
kachel
lag...
Met
ver
bonden
voet...
beenbreuk...
Het
zou
nog
een
poosje
duren
eer
deze
weer
zou
skien.
En
wanneer
Christi
hem
nietge-
vonden
had
daarbuiten
en
naar
hier
ge
sleept,
dan
was
hij
waarschijnlijk
bevro-
ren.
Hij
was
tenminste
al
aardig
op
wag,
Het
was
heusch
geen
licht
karweitje
ge
weest
om
dien
grooten
zwaren
mijnheer
den
berg
af
te
brengen,
maar
hij
had
het
toch
klaar
gespeeld.
Nu
ja...
wanneer
men
een
pittige
kerel
is...
een
kerel
waar
ras
in
zit!
Christi
hing
den
spiegel
weer
aan
den
wand,
jammer
dat
hij
zoo
klein
was.
Nadenkend
keek
hij
door
de
ruiten,
veel
hebben
de
ijsbloemen
niet
vrij
gela-
ten.
Het
was
toch
een
echt
kruis
met
't
weer
dit
jaar.
Het
ging
al
tegen
Maart
en
de
sneeuw
lag
nog
een
huis
hoog.
Maar
iederen
dag
kon
de
fohn
komen,
dan
was
het
uit
met
de
heerlijkheid.
Af-
schuwelijk
lang
is
toch
zoo'n
bergwinter
—
maar
wanneer
er
geen
sneeuw
is,
dan
zijn
er
ook
geen
ski-loopers.
Zeker,
men
schen
zooals
die
vreemdeling
ginds,
wa-
ren
zeldzaam.
Een
buitengewoon
hoog
bedrag
aan
geld
had
hij
zijn
levensredder
geschonken.
Lieve
hemel...
zooveel
geld
In
zijn
heele
25
jaar
had
Christi
nog
zoo
veel
geld
niet
bij
elkaar
gezien.
Wat
daar
mee
al
te
beginnen
was!
Hij
zou
maar
eens
beginnen
met
zijn
boer
op
te
zeggen,
knecht
zijn
behoefde
hij
voortaan
nooit
meer.
Op
de
tweede
plaats
kon
hij
de
schulden
aflossen,
die
nog
op
het
ge
doetje
van
zijn
vader
stonden,
hij
kon
zijn
oude
ouders
van
alle
zorgen
bevrijden
en
later
zelfs
een
paar
zomergasten
nemen
Ja,
de
bovenkamer
kon
hij
laten
vergroo
ten,
er
een
kast
in
zetten
met
een
spie
gel,
waarin
hij
zich
ten
voete
uit
kon
zien!
Maar
wat
had
de
vreemdeling
tot
hem
gezegd.
Jammer
was
het
van
hem,
dat
hij
zich
in
zulk
een
woestenij
begroef,
waar
men
in
April
nog
sneeuw
had
en
in
October
al
weer.
Zeker,
hij
weet
niets
van
de
heerlijkheid
van
een
Alpenzomer,
van
het
geruisch
der
dennen,
van
de
be
toovering
der
bergwereld,
die
zijn
vader
land
is...
maar
toch,
hij
zou
nog
eens
goed
over
zijn
aanbod
nadenken...
„Christi,
Christi,
riep
hem
de
stem
der
boerin
uit
zijn
droomen,
ge
moet
bij
den
professor
komen!
Want
de
vreemdeling
w£is
een
gezocht
chirurg...
had
een
groote
kliniek
thuis
veel
werk,
haast
en
nu
nog
pech
boven-
dien.
Met
moeite
had
hij
den
gewensch-
ten
plaatsvervanger
gevonden
om
enkele
weken
in
de
bergen
te
kunnen
doorbren
gen
en
nu
moest
hij
me
daar
reeds
den
derden
dag
zijn
voet
breken...
Maar
toch
wilde
hij
hier
blijven,
de
boer
had
plaats
en
de
absolute
rust
was
mis
schien
het
beste
voor
hem.
Christi
kon
de
verpleging
op
zich
nemen,
kon
hem
al
het
noodige
bezorgen,
want
de
kerel
kon
immers
ski-loopen
alsof
hij
er
mee
op
de
wereld
gekomen
was.
Ja
Christi
laat
ik
nooit
meer
los,
daair
zit
ras
in.
Menschen
als
wij
krijgen
maar
al
te
vaak
minderwaardig
tuig
in
de
vin-
gers...
ik
wil
hier
de
genezing
afwach
ten
en
de
volksziel
een
beetje
bestudee-
ren...,
zei
de
patient
bij
zich
zelf.
Maar
de
volksziel
is
een
preutsch
ding,
zijwil
afgewacht,
niet
veroverd
worden
en
daar
voor
had
de
professor
geen
geduld.
Na
eenige
dagen
toen
hij
geen
pijn
meer
had,
begon
hy
zich
reeds
te
vervelen.
Waarom
hebt
ge
geen
radio?
De
aan-
sluiting
is
toch
zoo
moeilijk
niet,
vroeg
hij
den
boer.
Hebben
we
niet
noodig,
antwoordde
de
boer.
En
wanneer
ik
er
nu
op
mijn
kosten
eens
een
maken
liet
voor
u?
Ja
dan
zou
ik
zeggen:
God
loone
u!
lachte
de
boer.
Christi
werd
direct
naar
het
dal
ge-
stuurd
en
had
zijn
boodschap
uitstekend
gedaan.
Den
volgenden
Zondag
sneeuwde't
zoo
geweldig
dat
het
scheen
alsof
er
een
wit
gordijn
voor
de
ramen
hing,
dat
door
den
schuwd.
U
doet
zich
anders
voor
dan
u
bent,
en
U
heet
ook
geen
Warmsteen.
Zoo,
nu
weet
u
het!
En
dat
geld
neem
ik
doodgewoon
niet
aan.
DiseUioff
is
achter
met
betalen
en
ik
heb
een
contract,
dat
luidt;
Is
Disselhoff
een
jaar
met
de
pacht
ten
achter,
dan
is
de
pachtovereenkomst
vervallen.
En
nu
kunt
u
gaan,
mijnheer
Warmsteen,
of
hoe
u
dan
ook
mag
heeten
De
heer
Richter
had
zich
verschrikke
lij'k
opgewonden.
Nu
lachte
hij,
want
hij
meende
het
gewonnen
te
hebben.
Doch
Sigmar
zag
er
nog
heelemaal
niet
ver
slagen
uit.
Hij
maakte
een
onberispelijke
bulging
voor
de
dames,
die
hem
met
een
zuur-
zoet
lachje
opnamen.
Tot
weerzien,
me
vrouw.
Ik
wensch
u
het
beste.
—
U
ook,
juffrouw
Richter.
Och,
het
had
alles
zoo
heel
anders
kunnen
loopen,
wanneer
uw
vader
een
ander
mensch
was
geweest,
nietwaar.
Ja...
wij
hadden
het
ons
zoo
mooi
voor-
gesteld.
Maar
jij,
brombeer,
viel
mevrouw
Richter
eensklaps
onbeheerscht
tegen
haar
man
uit,
jij
Doch
de
heer
Richter
verdedigde
zich
oogenblikkelijk
en
met
vuur;
Een
man,
die
onrechtmatig
een
portefeuille
en
een
sigarettenkoker
met
een
briljanten
kroon
bij
zich
draagt,
een
man,
die
zoo
maar
plotseling
vijf
duizend
mark
op
tafel
kan
leggen,
een
valschen
naam
opgeeft,
en
de
dolste
rijkunsten
uitvoert,
die
is
niet
ziii-
ver
op
de
graat.
Het
beste
is,
dat
zoo
iemand
onmiddellijk
Altroda
verlaat.
Ik
vrees
er
hard
voor,
dat
anders
mijn
huis
nog
eens
in
de
lucht
vliegt.
Dat
zou
kunnen
gebeuren,
mijnheer
Richter.
Best
mogelijk.
Afwachten
maar,
he!
Tot
ziens!
...Zoo
verliet
Sigmar
von
Wernstein
het
landgoed
en
stapte
overgelukkig
naarde
smederij,
Vlak
achter
hem
sloop
echter
de
de
tective
van
Vorstin
von
Cherbourg
het
erf
van
het
landgoed
op
en
liet
zich
aan-
dienen.
Wat?
riep
de
hear
Richter
uit.
Wat?
wind
bewogen
werd...
men
kon
geen
pas
vooruit
zien.
Vandaag
kan
er
geen
mensch
naar
de
kerk
zei
de
boer,
,,het
sneeuwt
zoo
al
sedert
gisteren,
het
zou
levensgevaarlijk
zijn
zich
er
in
te
wagen.
Kom
dan
hier
en
luister
dan
tenmin-
te.
naar-
de
morgenoefeningen,
die
door
de
radio
gegeven
worden,
zei
de
professor
In
de
halfdonkere
huiskamer
zaten
zij
toen
bijeen
luisterden
met
aandacht
naar
de
godsdienstoefening.
Daar
belt
het
voor
de
Consecratie
en
alien
vallen
op
de
knieen.
Nadenkend
staart
de
professor
over
die
gebogen
hoofden,
hij
begint
te
gevoelen
hoeveel
deze
eenvoudige,
geloo-
vige
menschen
voor
hebben
op
hem,
den
rijken,
benijden
man...
Geen
geheim
van
het
menschelijk
lichaam
is
onder
zijn
mes
verborgen
gebleven,
maar
Een,
de
oor-
sprong
van
het
leven,
de
Goddelijke
vonk
die
wij
ziel
noemen...
die
had
hij
niet
gevonden.
Want
daartoe
zijn
de
oogen
van
een
geloovige
noodig.
Later,
toen
hij
met
Christi
alleen
was
vroeg
hij
hem:
„Zoekt
gij
dan
nooit
naar
bewijzen
voor
wat
gij
gelooft?
Bewijzen?
vroeg
Christi
verbaasd,
be
wijzen...
maar
die
heb
je
toch
niet
noo
dig,
het
zijn
toch
allemaal
oude
waar-
heden...
daar
twijfelt
niemand
aan.
Allemaal
oude
waarheden...
voor
de
eerste
maal
kwam
er
twijfel
in
hem
op
of
hij
er
wel
goed
aan
deed
dezen
man
los
te
rukken
uit
den
bodem
waarmede
hij
dieper
verworteld
was
dan
hij
zelf
wist.
Als
de
bekoorder
kwam
hij
zich
voor,
die
met
de
heerlijkheden
der
we
reld
verblinden
wil,
waarvan
hij
toch
ze
ker
weet,
hoe
leeg
zij
zijn,
hoe
zij
de
menschen
bedrogen
ten
koste
van
geluk
en
geloof
Maar
als
u
bewijzen
noodig
hebt,
ver-
volgde
Christi,
dan
kan
ik
u
een
goeden
raad
geven.
Ginds
in
Mariazell
is
een
oude
pastoor,
een
zeer
geleerde
heer,
doc
tor
is
hij.
Binnenkort
wanneer
't
sneeu-
wen
gedaan
is,
doet
hij
weer
een
Mis
voor
ons
in
de
boschkapel...
dien
moet
u
vragen,
die
kan
u
alles
uitleggen.
Denkt
ul?
lachte
de
professor...
het
was
een
vermoeid
twijfelend
lachen.
De
dagen
verliepen,
eentonig
en
rus-
tig.
Maar
de
sneeuw
had
nu
een
grijze
kleur
en
was
heel
wat
gedaald.
In
de
ber
gen
rommelde
het,
de
fohn
was
op
komst.
De
professor
was
thans
meer
buiten.
Hij
hinkte
weliswaar
nog,
maar
waagde
zich
toch
reeds
tot
de
kapel
in
het
woud.
Hij
riep
Christi,
die
de
kale
ruimte
met
den-
nengroen
versierde,
een
schertsenden
groet
toe.
Maar
de
donderende"
berg-
stroom
verslond
zijn
woorden...
Den
volgenden
Zondag
kwam
de
Pas
toor
van
Mariazell
naar
boven...
In
de
hand
hield
hij
het
bruin
mahoniehouten
kistje,
waarin
zich
de
kelk
met
hosties
bevond,
want
volge'ns
oud
gebruik
ging
ook
iedereen
te
Communie.
Terwijl
in
't
kapelletje
de
H.
Mis
opgedragen
werd,
blies
de
fohn
er
lustig
op
los
en
de
berg-
stroom
wierp
zijn
schuim
tegen
de
mu-
ren...
Toen
de
pastoor
later
bij
de
boe-
ren
aan
de
koffietafel
zat,
ging
de
wind
zoo
te
keer,
dat
men
de
vensters
sluiten
moest.
.Midden
in
een
druk
gesprek
kwam
plotseling
de
boerin
binnen
gestormd
„Mijnheer
Pastoor,
de
beek
werpt
de
ka
pel
omver.
De
beek
was
verande'rd
in
een
geweldi-
gen
stroom,
die
de
oude,
bouwvallige
mu-
ren
van
alle
zijden
omspoelde.
Alles
was
zoo
snel
gekomen,
dat
alien
verstijfd
stonden
van
schrik.
Iedereen
wist
dat
daarbinnen
op
het
armzalig
altaartje
de
houten
koffer
stond,
dat
het
Allerhei-
ligste
bevatte.
Daar
dringt
Christi
zich
door
hetjam-
merende
volk,
begeeft
zich
te
water,
voorzichtig,
want
ieder
der
afvallende
steenen
kon
hem
het
hoofd
verpletteren,
bereikt
de
kapel
en
neemt
het
koffertje
op.
Tot
onder
de
armen
staat
het
ijskou-
de
water,
maar
hij
komt
gelukkig
terug.
Terwijl
hij
bevend
van
koude
en
hijgend
naar
adem
den
pastoor
het
geredde
ge
heim
overreikt,
vallen
alien
op
de
knieen
ook
de
professor.
Weelepz>ec
WEKUW
LEVER-GAL
OP
en
u
zult
*s
morgens
uit
bed
springen,
gereed
om
bergen
te
ver
zetten.
Iederen
dag
moet
uw
lever
een
liter
lever-
gal
in
uw
ingewanden
doen
vloeien.
Wanneer
deze
stroom
van
lever-gal
onvoldoende
is,
ver-
teert
uw
voedsel
niet,
het
bederft.
U
voelt
u
opgeblazen,
u
raakt
verstopt.
Uw
lichaam
is
vergiftigd,
u
voelt
u
berocfd
en
ellen^^ig,
u
■71
n
1
I
P
"7
TXrfl
T
t
De
mieste
laxeermiddelen
zijn
slechts
lap-
middelen.
U
moet
CARTER'S
LEVER-PIL-
LBTJES
nemen
om
deze
liter
lever-gal
vrij
te
doenvloeienenuzult
ueengeheel
andermensch
voelen.
Onschadelijk,
plantaardig,
zacht,
on-
overtroffen
om
de
lever-gal
te
doen
vloeien.
Eischt
Carter's
Lever-Pilletjes
bij
apothekers
1
drogiaten.
f.
0.75.
Laat
hem
oogenblikkelijk
binnenkomen.
Dat
was
koren
op
zijn
molen.
Een
de
tective...
Hij
had
toch
wel
gelijk
gehad...
De
heer
Richter
was
nu
weer
geheel
de
rijke,
machtige
grondbezitter.
Wie
bent
u?
De
detective
van
vorstin
von
Cherbourg...
?
En
wat
is
er
van
uw
verlangen
?
Excuseer.
Ik
hoorde
in
het
dorp,
dat
de
heer,
die
zooeven
uw
huis
verliet,
bij
u
als
rijknecht
in
dienst
is.
Geweest!
brulde
de
heer
Richter
woe-
dend
over
die
mededeeling.
Goed,
geweest
dan.
Die
heer
staat
on
der
mijn
toezicht.
Wat...?
Hoe
bedoelt
?
Zeg
dat
nog
eens!
Hij
staat
onder
mijn
toezicht,
mijnheer
Richter.
Zoo!
Ik
had
zooiets
al
wel
gedacht.
Heeft
zeker
van
alles
op
zijn
kerfstok,
niet
?
Maar
ik
zal
helpen,
zooveel
als
ik
kan,
om
dien
bandiet
voor
de
gemeen-
schap
onschadelijk
te
maken.
Waar
gaat
het
precies
om?
Niet
om
een
bandiet.
Tenminste
niet
dat
ik
weet.
Het
gaat
om
zijne
J;ioogheid,
vorst
Sigmar
Houd
op,
Man,
houd
op!
Ben
je
dron-
ken,
misschien?
Spreekt
u
van
uw
op-
drachtgeefster,
de
vorstin
von
Cherbourg
of
van
haar
echtgenoot?
Hoe
zit
dat
eigenlijk
?
U
begrijpt
mij
niet,
mijnheer
Richter.
Ik
bedoel
vorst
Sigmar
Er
uit...
er
uit,
zeg
ik
u!
U
bent
be-
slist
krankzinnig!
Die
man,
die
daar
net
wegging
was
mijn
rijknecht.
Van
de
straat
heb
ik
hem
opgeraapt,
dien
vlegel!
Gisteren
was
zijn
vroegere
patroon
bij
mij.
Ik
had
een
reebok
laten
schieten,
ijs
en
ananas
besteld,
doch
alles
voor
niets.
En
nu
kom
jij,
idiote
kerel,
en
spreekt
van
een
vorst.
Jij
hebt
hem
vorstelijk
om,
ge
loof
ik.
Jij
en
een
detective,
haha!
Jij
bent
er
een,
om
je
knollen
voor
citroenen
te
laten
verkoopen,
suffer.
—
Dat
kletst
van
dien
landlooper
als
van
zijne
hoog-
heid!
Ga
uit
mijn
oogen,
mislukte
Sher
lock
Holmes!
Alsjeblieft,
opschieten!
VACANTIE.
Het
yerschil
tusschen
Dommel
en
Nijl.
„Thuis"
heb
ik
'n
beetje,
wat
je
noemt,
—
nou
ja,
,,woorden",
mag
ik
niet
zeggen
en
„hommeles"
klinkt
erg
ordinair,
maar
toch...
Om
kort
te
gaan:
het
goede
woord
wil
me
niet
te
binnen
schiefen,
maar
de.
lezer
begrijpt
me
wel.
Het
zit
zoo,
—
och,
eigenlijk
heeft
de
lezer
er
niets
mee
te
maken.
Wij,
man-
nen,
we
hebben
alien
ons
eigen
ver-
driet
„thuis".
Maar
ik
wil
vrijwillig
toch
iets
van
het
mijne
meedeelen.
Stelt
u
zich
van
mij
eens
voor,
dat
ik
woon.
in
Best
b.v.!
Dat
lijkt
me
een
heel
geschikte
benaming.
U
weet:
Best
ligt
in
Noord
Brabant.
En
in
de
buurt
daarvan,
op
een
afstand
van
een
kilometer-of-z66,
laat
ik
zeggen:
twintig
kilometers,
stroomt
een
riviertje:
de
Dommel.
De
benaming
„Dommel"
lijkt
me
voor
'n
man
in
vacantiestem-
ming
al
weer
buitengewoon
geschikt.
Op
'n
zomerschen
keer
kom
ik
,,thuis"
—
let
wel:
in
Best
—
nadat
ik
uit
hoof-
de
mijner
professie
dien
dag
toevallig
in
de
Dommel-contreien
heb
gedwaald.
Ik
was
bekoord
door
het
beeld
van
vet-
te,
groene
weiden,
grillig
doorschoten
met
eikenwalletjes,
'n
zandverstuiving
op
den
achtergrond,
'n
kreekje
in
de
buurt,
mooi
zwart-bont
en
rood-bont
vee,
gril-
lige
en
licht-doorschoten
wolkenforma-
ties,
serene
rust;
'n
stukje
verderop:
een
paar
zorgelooze
visschers,
die
van
de
politiek
veel
en
van
de
visch
en
de
natuur
geen
kwaad
wisten:
een
paar
poedelende
naakte
(ofschoon
behoorlijk
gezwembroekte)
kinderen,
'n
hamerende
groene
specht,
'n
stoeiend
paar
wilde
konijntjes...
En
een
houten
buitenhuisje.
In
kom
thuis
te...
Enfin,
ik
ben
be-
geesterd.
Straks,
zeg
ik,
in
September
(want
in
het
naseizoen
is
het
goedkoop)
gaan
we
een
veertien
dagen
vacantie
genieten
in
een
buitenhuisje!
In
een
ge-
meubileerd
buitenhuisje.
De
rivier
ligt
aan
het
,,eigen"
terrein.
Daar
kan
ik
visschen
en
daar
kunnen
we
zwemmen,
zonnebaden,
met
den
hond
stoeien!
Daar
zijn
we
vrij
als
de
vogeltjes
in
de
—
Waar
klinkt
nuchter
de
vraag.
—
In
de
lucht
natuurlijk!
—
Ja,
maar
waar?
Ik
blijf
enthousiast
en
wil
van
mijn
begeestering
mededeelen.
—
Aan
de
Dommel!
juich
ik
—
Ja,
aan
de
Dommel!
Stel
je
voor:
slechts
20
K.M.
hier
vandaan.
En
'n
natuur
Een
vrijheid!
'n
Schoonheid!
'n
Weelde
Nee,
zeg
!
Maar
op
m'n
enthousiasme
wordt
zwaar
de
domper
gezet,
—
Aan
de
D-o-m-m-e-l
?
hoor
ik
me
verbaasd
tegenwerpen.
Aan
de
D-o-m-
m-e-l
?
't
Klonk
op
'n
toon,
alsof
ik
ge-
vraagd
had
om
de
vacantie
in
het
kip-
penhok
te
gaan
slijten.
—
Aan
de
D-o-m-m-e-l
?
?
?
Ik
voelde,
waar
'm
de
schoen
wrong.
De
Dommel
is
inaar
20
K.M.
van
Best
en
daarom
kan
de
Dommel
niet
voor
een
vacantie-uitstapje
in
aanmerking
komen.
De
Nijl,
—
dat
zou
heel
wat
an
ders
zijn.
De
Nijl
ligt
in
Egypte
en
daar
gaat
niet
iedereen
naar
toe.
De
Nijl
is
mooi,
omdat-ie
ver
weg
is
en
een
ge-
schiedenis
heeft,
verbonden
aan
konings-
graven
en
oud-Testamentische
verhalen,
Ik
vind
de
Dommel
mooier
dan
de
Nijl
De
Nijl
is
water
en
zand
en
Arabieren
met
een
lucht
je
aan
zich;
de
Dommel
is
een
wolkenspiegeltje
in
groene
weiden,
met...
enfin,
lees
hiervoren.
Dat
verhaaltje
van
bij
me
thuis
is
maar
gefantaseerd
hoor!
Maar
vele
menschen
zijn
zoo,
als
ik
ze
beschreef,
Slechts
wat
ver
is,
kan
mooi
of
lekker
zijn.
Zoo
verbeeldt
men
zich!
Als
'n
H.B.S.-klas
drie
dagen
beschik
baar
heeft
voor
'n
uitstapje,
moet
ze
naar
Zwitserland;
twee
dagen
worden
in
trein
en
bed
gesleten;
'n
halve
dag
wordt
op
'n
boot
doorgebracht
en
van
Zwitserland
krijgt
men
minder
te
zien
dan
in
een
half
uur
Cineac.
Als
de
Knapenvereeniging
in
Erica
'n
uitstapje
maakt
van
'n
dag,
wordt
be-
rekend,
welke
verte-mogelijkheden
zoo'n
dag
biedt.
Amsterdam
kan
men
„ha-
len",
dus
worden
Artis
en
Schiphol
op
'n
drafje
„gedaan".
's
Nachts
om
twee
uur
rijdt
dan
'n
bus
met
slapende
kin
deren
en
'n
chauffeur,
die
tevergeefs
poogde
wakker
te
blijven,
ergens
een
kanaal
in
en
als
Onze
Lieve
Heer
niet
meer
hart
hadde'
getoond
dan
de
bege
leidende
persoon
verstand,
dan
zouden
er
35
menschenlevens
in
het
kanaal
ver-
loren
zijn
gegaan.
De
werkelijkheid
is
deze:
te
groote
inspanning
weeft
een
waas
voor
het
schoone.
Zoek
het
mooie
in
de
omge-
ving
en
het
wordt
dubbel-mooi;
zoek
het
schoone
ver
en...
het
valt
tegen.
En
daar
stond,
nu
de
detective
met
zijn
speurderstalent
midden
onder
de
ganzen
en
kippen
op
het
erf.
Zwaar
zuchte
hij
over
de
moeilijkheden
van
zijn
beroep,
dat
hij
pas
sinds
drie
weken
uitoefende.
Had
ik
toch
maar
nooit
in
mijn
leven
detective-romans
gelezen,
dan
had
ik
ook
nooit
dien
onnoozelen
inval
gekregen,
om
detective
te
worden.
Nu
heb
ik
den
heer
Neuhaus
van
alles
wijs
gemaakt
over
mijn
kunde
en
hier
laat
ik
mij
als
een
staljon-
gen
afschepen;
De
jonge
vorst
is
natuur
lijk
onderwijl
verdwenen.
Als
ziji
mij
maar
niet
zoo'n
schrik
voor
hem
hadden
aangejaagd.
Maar
ja,
hij
zag
er
toch
wer-
kelijk
uit
als.
iemand,
die
voor
den
duivel
nog
niet
bang
is.
En
als
Plotseling
eindigde
de,
detective
zijn
al-
leenspraak,
want
daar
zag
hij
opeens
Sig
mar
von
Wernstein
met
Maria
aan
zijn
arm
de
dorpsstraat
uit
wandelen.
Vlug
rende
hij
hen
achterna.
Dezen
keer
zou
hij
den
vorst
niet
meer
uit
het
oog
ver-
liezen.
Kom,
Sigmar,
ik
weet
een
rustig
plekje
met
een
bank,
daar
kunnen
wij
eens
kalm
overleggen,
wat
wij
nu
zullen
doen.
In
ieder
geval
zal
vader
naar
een
andere
smederij
moeten
uitkijken.
Jij
kunt
hem
daarbij
helpen
en
ik...
ik
ga
in
dien
tijd
misschien
toch
voor
een
poos
je
naar
gravin
Hughen.
Ik
denk,
dat
het
mij
geen
kwaad
zal
doen,
bij
haar
eens
goed
het
huishouden
aan
te
pakken.
Ook
betere
omgangsmanieren
wil
zij
mij
lee-
ren,
opdat
wij
later
nog
eens
een
goed'e
betrekking
kunnen
aannemen.
—
Heb
jij
je
werkelijk
altijd
prettig
gevoeld
bij
de
groote
lui,
Sigmar?
Is
het
er
gezellig?
Toe
vertel
er
eens
wat
van?
Dadelijk,
als
wij
op
dat
rustig
plekje
zijn,
lieveling.
Vroolijk
lachend
baanden
zij
zich
een
weg
tusschen
weerspannig
struikgewas,
tot
het
pad
begon
te
dalen
en
zij
uitkwa-
men
op
eenplek,
door
de
dorpelingen
,,het
dal"
genoemd.
Daar
zetten
Sigmar
en
Maria
zich
neer
voor
een
ernstig
gesprek.
Intusschen
ging
het
gerucht,
dat
de
rijknecht
van
Richter
onder
politietoe-
Tenzij
men
niet
leeft
uit
de
waarheid,
maar
uit
de
suggestie.
Zoek
dan
'n
boom
in
den
eigen
tuin,
strek
je
daaronder
uit
in
een
luien
stoel
en
vertrek
naar...
droomland.
Dat
is
de
voordeeligste
manier
van
vacantie-houden.
i€2?celselzzs£fezi.
DE
PLAATJES-MISERE.
Het
nieuwe
belastingjaar
voor
den
fietser
is
pas
begonnen
en
reeds
staan
de
kranten
vol
met
plaatjes-misere.
Het
is
thans
immers
weer
de
moeite
waard
om
die
blikken
dingetjes
te
gappen.
Er
is
ook
veel
valsch
sentiment
in
de
plaatjes-critiek.
Ziehier
bijv.
een
stukjO;
dat
„pmlijst"
in
de
Tel.
voorkwam:
Was
dit
uw
bedoeling,
wetgever?
„Een
loopjongen
uit
Amersfoort
werd
Zaterdagavond
door
de
politie
aangehou-
den,
omdat
hij
zonder
belastingplaatje
fietste.
Hij
had
een
schoon
jasj^
aange
trokken
en
zijn
belastingplaatje,
dat
met
een
veiligheidsspeld
op
het
vuile
jasje
zat
vergeten.
Een
agent
hield
hem
aan
en
hoewel
de
jongen
even
later
het
blikken
plaatje
liet
zien,
kreeg
het
ventje
toch
nog
een
daalder
boete,
precies
zijn
week-
loon,
waar
moeder
Zaterdags
zooi
op
zit
te
v/achten".
Wat
wil
men?
Zooals
de
fietsbelasting
op
het
oogenbUk
geregeld
is,
kunnen
de
politie-ambtenaren
niet
anders
optreden.
Zoo
moet
het
inderdaad
de
bedoeling
zijn
geweest
van
den
wetgever.
Want
't
plaatje,
dat
men
voor
een
riks
bekomt,
is
niet
ten
name
gesteld,
Laat
de
politie
dus
iemand,
die
zonder
plaatje
rijdt,
naar
huis
gaan,
dan
kan
hij
terugkomen
met
het
plaatje
van
zijn
vader,
zijn
broer,
zijn
buurman,
zijn
dienstbode
of
van
wien
dan
ook.
Maar
het
is
onbegrijpelijk,
dat
de
over-
heid
niet
een
beter
systeem
wil
invoeren,
Onlangs
heb
ik
mijn
hondenbelasting
weer
eens
betaald.
Ik
kreeg
daarbij
als
gewoo-nlijk
een
penning
voor
den
hond
en
'n
kwitantie
voor
me
zelven.
Er
is
nooit
iemand
die
er
naar
kijkt
of
de
hond
zijn
penning
draagt,
maar
als
dit
gebeurde
en
de
hond
had
zijn
penning
eens
verloren
dan
bleef
mij
toch
altijd
nog
de
kwitan
tie,
waarop
ik
tegen
een
kleine
vergoe-
ding
een
nieuwe
penning
zou
kunnen
be-
komen.
Waarom
kan
dat
met
het
fietsplaatje
niet
net
zoo
worden
geregeld?
Wel
zou
ten
alien
tijde
het
niet
met
zich
voeren
van
het
fietsplaatje
een
over
trading
moeten
blijven,
waarop
straf
staat.
Anders
voerde
niemand
het
belas-
tingmerk
en
bezorgde
men
den
contro-
leurs
aldus
een
hoop
last.
Maar
niemand
zou
ten
minste
kunnen
worden,
gedwon-
gen
om
ten
tweede
male
zijn
belasting-
plicht
te
voldoen.
•Haredage"
-
„verloren
dagen",
heette
het
vroeger.
Nu
niet
meer
-
nu
zijn
er
"AKKERTJES"!
Een
paar
per
dag,
weg
pijn
en
narigheidi
NAAR
DE
NIEUWE
GEMEENSCHAP.
De
Nationale
Kaderdag.
De
groote
Nationale
Kaderdag
op
Zon
dag
10
September
in
het
Ajax-Stadion
te
Amsterdam
balooft
een
indrukwekkende
en
unieke
manifestatie
te
worden.
De
dag
zelf
zal
geheel
en
al
staan
in
het
drievoudige
teeken
van
het
geloof,
de
hoop
en
de
liefde,
de
elementen,
welke
tazamen
de
onmisbare
voorwaarden
voor
de
Nieuwe
Gemeenschap
vormen.
Naast
de
drie
sprekers:
Dr.
L.
G.
Kor-
tenhorst,
sacrataris
van
de
Algem.
B,.
K.
Werkgeversvereeniging,
A.
C.
de
Bruijn,
voorzitter
van
het
R,
K.
Werkliadenver-
bond
en
Pater
Borromeus
de
Greeve
O.F.M.,
zal
het
spel
Elckerlijck
worden
opgavoerd,
waaraan
800
personen
zullen
meewerken
en
dat
door
zijn
inhoud
ge
heel
op
da
gadachte
van
de
Nieuwe
Ge
meenschap
aansluit.
Het
Comite
van
Actie
naar
de
Nieu
we
Gemeenschap
is
er
in
geslaagd
Jah
Engelman
bereid
te
vinden
tot
een
bewer
king
van
den
■
tekst,
Marius
Monniken-
dam
schreef
de
muziek,
terwijl
het
spel
zicht
stond,
als
een
loopend
vuurtje
door
het
praatlustige
Altroda.
Michel
had
dat
gerucht
uitgestrooid.
Toen
hij
Sigmar
door
de
poort
het
erf
zag
verlaten,
was
hij
er
van
overtuigd,
dat
hij
nu
weer
gauw
rijknecht
zou
zijn
en
niet
meer
voor
de
koeien
hoefde
te
zorgen.
Zoo
vlug
hij
maar
kon,
liep
Michel
naar
Frida
Richter.
Zijn
dik,
sproetig
gezicht
blonk
van
opwinding.
Juffrouw
Frida,
nu
word
ik
weer
rij
knecht,
nietwaar?
Hoezoo,
Michel?
Nou,
de
landlooper
is
toch
weg.
Ja,
dat
was
een
bedrieger,
Michel.
Jij
had
gelijk...
Er
was
zoo
juist
al
een
de-
tectieve
hier,
die
naar
hem
zocht.
Plaha!
Heb
ik
er
niet
dadelijk
kwaad
achter
vermoed...
?
En
de
vlegel
heeft
mij
onlangs
geslagen.
Dat
zal
ik
hem
nu
in-
peperen!
Frida
Richter
was
juist
in
een
stem
ming
om
naar
dergelijke
taal
te
luisteren
en
zij
vuurde
daairom
Michel
nog
aan.
Dan
zal
je
je
moeten
haasten,
Michel,
anders
is
hij
misschien
al
gearresteerd.
Op
mij
kun
je
rekenen.
Jij
wordt
weer
rijknecht
en
niemand
anders.
O,
dank
u
wel,
juffrouw.
Dsink
u
wel.
Op
het
schaftuur,
toen
Michel,
als
iederen
dag,
in
„Het
Witte
Hert"
een
pakje
sigaretten
ging
halen,
ontmoette
hij
een
zoon
van
den
nachtwaker
en
een
paar
vrienden.
Hebben
jullie
het
al
gehoord?
De
poli
tie
zit
dien
rijknecht,
dien
landlooper,
op
de
hielen.
Wat...
?
Wij;
zagen
hem
daarnet
nog
met
de
dochter
van
Disselhoff
naar
„het
dal"
wandelen.
Laten
wiji
ham
nagaan.
Ik
heb
no-g
nooit
een
arrestatie
gezien,
schreeuwde
een
ander.
Reeds
gingen
er
vensters
en
deuren
open.
Wie
zal
ar
gearresteerd
worden?
Wel,
die
landlooper!
Die
pianospeler!
Die
circusartist!
Het
praatje
zou
nu
zonder
meer
van-
zelf
wel
rondgaan,
doch
Michel
beijverde
zich
nog
verder.
In
de
gelagkamer
van
Het
Witte
Hert"
stonden
eenige
arbei-
zelf
onder
leiding
van
den
bekenden
re-
gisseur
Anton
Swears
zal
worden
opge-
voerd.
Op
deze
wijza
is
ook
het
kunstenaars-
element
in
dit
groote
gebeuren
inge-
schakeld.
Niet
minder
dan
2000
bruidjes
zullen
vervolgens
op
indrukwekkende
wijze
een
boodschap
aan
de
wereld
overbrengen,
terwijl
daarnaast
door
diverse
jeugdgroe-
pen
da
inzet
van
de
actie
in
Nederland
zal
worden
uitgebeeld.
Aan
de
vertegenwoordigers
van
de
cir
ca
400
plaatselijke
comite's
zal
een
exem-
plaar
van
de
Nieuwe
Gemeenschapsvlag
worden
overhandigd
als
een
symbool
om
straks
overal
plaatselijk
de
gedachte
aan
da
Nieuwe
Gemeenschap
verder
uit
te
dragen.
Door
het
gezamenlijk
gebed
voor
de
ac
tie
zal
tenslotta
Gods
zegen
daarop
wor
den
afgeismeekt,
terwijl
voorts
door
het
zingen
van
het
volksliad
het
nationale
karakter
van
de
actie
mede
zal
worden
onderstreapt.
De
nationale
Kaderdag
zal
op
heel
bij-
zondere
wijze
uiting
geven
aan
het
ver
langen,
de
actie
Naar
da
Nieuwe
Gemeen
schap
verder
uit
te
bouwen.
RIJTIJDENWET
EN
VERKEERS-
VEILIGHEID.
De
K.N.A.C.
heeft
zich
tot
den
minis
ter
van
Waterstaat
gewend
met
het
ver-
zoek
het
z.g.n.
„werkboekje"
dat
ingevol-
ge
de
rijtijdenwet
door
het
meerendeel
der
beroepsschutters
en
daarnevens
nog
door
een
groot
aantal
anderen
geregeld
moet
worden
bijgehouden,
wanneer
door
hen
wordt
gewerkt,
resp.
gereden,
dienst-
baar
ta
maken
aan
de
bevordering
van
de
verkeersveiiigheid
door
op
de
thans
on-
bedrukte
binnenzijde
van
de
kaft
de
voor-
naamste
verkeersregels
in
eenvoudige
bewoordingen
te
doen
afdrukken,
verge-
zeld
van
enkele
verduidelijkende
teeke-
ningen.
De
K.N.A.C.
heeft
zich
bereid
ver-
klaard
tekst
en
teekeningen
te
verzorgen
en
tevens
desgewenscht
de
aan
een
en
ander
verbonden
extra
kosten
voor
hare
rekening
te
nemen.
DE
LOTERIJ
DER
K.
F.
A.
De
loterij
der
K.F.A.,
verleden
jaar
in
October
begonnen,
had
aanvankelijk
een
viot
verloop.
Binnen
enkele
maanden
werden
20.000
loten
verkocht.
Er
rezen
echter
moeilijkheden
met
den
Ned.
Bios-
coopbond
over
het
geven
van
een
gratis
filmvoorstelhng.
Hierdoor
werd
verkoop
der
loten
ernstig
belemmerd
en
tenslotte
stop
gezet.
Aan
den
Minister
van
Jus
titie
is
thans
een
plan
voorgelegd,
waar-
mee
op
redelijke
gronden
kan
worden
aangetoond,
dat
de
overgebleven
loten
in
den
a.s.
winter
kunnen
worden
verkocht.
Hierop
heeft
Z.Exc.
nog
eenmaal
en
thans
voor
de
laatste
maal
acht
maanden
uit-
stel
van
de
trekking
verleend,
welke
op
1
Augustus
j.l.
was
bepaald.
In
het
a.s.
winterseizoen
zal
nu
een
krachtige
ac
tie
tot
plaatsing
van
de
onverkochte
lo
ten
worden
ondernomen.
In
ieder
geval
zal
de
uitloting
voor
1
April
—
zoo
mogelijk
voor
1
Februari
—
1940
plaats
hebben.
TWIST
TUSSCHEN
BUKEN
TE
HELMOND.
Ongeveer
half
zeven
Zondagavond
heeft
zich
in
de
Smalstraat
te
Helmond
een
bloedig
.
drama
afgespeeld.
Een
40-
jarige
man
is
hiervan
het
slachtoffer
ge-
Worden.
Tusschen
de
buren
K.
en
van
B.,
die
in
deze
straat
wonen,
heerschte
reeds
gerui
men
tijd
oneenigheid
en
ook
Zondagmid-
dag
kwam
het
weer
tot
een
woorden-
twist.
Toen
de
beide
mannen
elkaar
Zondagavond
te
ongeveer
half
zeven
in
de
gemeenschappelijke
gang
achter
de
woning
ontmoetten,
kregen
zij
opnieuw
ruzie.
Plotseling
trok
van
B.
een
mes,
waarmede
hij
zijn
buurman
een
steek
in
den
buik
toebracht.
Hevig
bloedend
zeeg
het
slachtoffer
in
een.
Geneeskundige
hulp,
die
spoedig
aanwezig
was,
mocht
niet
meer
baten.
Het
slachtoffer
is
kor-
ten
tijd
later
overleden.
De
politie
heeft
den
dader,
die
even-
eens
ongeveer
40
jaar
is,
in
zijn
woning
gearresteerd.
FELLE
BRAND
TE
ELST.
Twee
kinderen
in
rook
gestikt.
Bij
een
fellen
uitslaanden
brand
te
Elst
in
den
nacht
van
Vrijdag
op
Zater-
dag
zijn
twee
kinderen
door
verstikking
ders
aan
het
buffet.
De
landlooper
wordt
dadelijk
opgepakt,
riep
hij'
hen
toe.
Hij
wandelt
met
zijn
liefje
in
het
dal,
doch
hij
heeft
een
detective
achter
zich
aan.
Een
fijne
rijknecht,
nou!
En
zijn
droom
met
Maria
zal
wel
spoedig
uit
zijn!
Maar
is
dat
wel
waar...?
Werkelijk
waM
?
Michel
was
de
held
van
den
dag.
Kom
mee
naar
het
dal,
dan
kunnen
wij
het
zien.
De
arbeiders
dronken
hun
glazen
leeg
en
verlieten
de
herberg.
Velen
liepen
nog
even
naar
huis,
om
hun
huisgenooten
en
kennissen
te
waarschuwen,
en
binnen
een
paar
minuten
leek
het
wel
of
er
een
over-
haaste
volksverhuizing
naar
„het
dal"
plaats
had.
Voorop
ging
Michel
en
zijn
vriend,
een
koemelker,
die
zich
beiden
't
gewichtige
schouwspel
van
zijn
arrestatie
niet
graag
zouden
laten
ontgaan.
Vijf-
tig
—
honderd
—
neen,
wel
honderdvijf-
tig
menschen
volgden
hun.
Toen
ze
het
nauwe
boschpad
achter
zich
hadden,
ontdekten
zij
op
een
hoogte
den
detective.
Beneden
op
de
bank
za
gen
zij
Sigmar
en
M£u:ia
zitten,
die,
niets
vermoedend
van
al
die
spiedende
blikken,
druk
over
de
toekomst
spraken.
Een
oogenblik
heerschte
er
bijna
adem-
looze
stilte.
Die
houdt
ze
in
de
gaten.
Let
maar
op,
dadelijk
grijpt
hij
ze.
Michel
had
het
heel
zachtjes
gefluis-
terd.
Allen
drongen
om
hem
heen.
Plotseling
wendde
de
detective
zich
om.
Wat
zag
hij
daar...
?
Een
blik
van
rade-
loosheid
kwam
in
zijn
oogen
en
zenuw-
chtig
begon
hij
te
kuchen.
Daardoor
werden
Sigmar
en
Maria
hem
gewaar.
Oogenblikkelijk
stonden
zij
op.
Beiden
ke-
ken
zij
vol
verbazing
naar
die
groote
menschen-menigte
en
naar
den
man,
die
zoo
dicht
voor
hen
stond.
De
dorpelingen
van
Altroda
gaapten
hen
vol
nieuwsgierigheid
aan.
Zouden
zij
nu
getuige
zijn
van
een
arrestatie?
—
Kinderen
met
bloote
voeten,
knechts
en
meiden
op
klompen,
vrouwen
op
hun
huissloffen
en
met
hun
keukensehort
om
het
leven
gekomen.
De
ouders
wa-
ren
dermate
overstuur,
dat
zij
de
brand-
weer
verkeerde
inlichtingen
gaven
om-
trent
de
plaats
waar
de
kinderen
sliepen.
Toen
men
hen
vond
was
het
helaas
reeds
te
laat;
het
-
oudste
kindje
lag
op
den
vloar
naast
het
ledikant
en
het
jongste
lag
nog
in
zijn
wiegje.
Nu
wa
thans
midden
in
den
zomer'
zit
ten
met
zijn
mooie,
maar
ook
warme
da
gen
is
het
de
taak
en
de
zorg
van
de
huis-
vrouw
om
verschillende
maatregelen
te
treffen.
Onze
eerste
zorg
gaat
dan
naar
onze
baby.
Ieder
van
ons
weet
,
dat
deze
kleine
menschjes
heel
slecht
tegen
de
hitte
kun
nen
en
dat
juist
in
het
warme
jaargetijde
zoo
vaak
babyziekten
optreden
in
den
vorm
van
maagdarmstoomissen
en
der
gelijke.
Laten
we
nu
eens
beginnen
met
de
kleeding
van
onze
baby.
Wij
moeten
er
op
letten,
dat
wij
de
baby
niet
te
warm
en
te
vast
kleeden.
Een
katoenen
hemdje
en
een
luier
is
voor
een
flinke
gezonde
baby
in
deze
warme
dagen
voldoende.
Wij
bahoeven
de
baby
ook
niet
warmpjes
meer
toe
te
dekken
met
een
wollen
of
gewatteerd
dekentje,
een
katoenen
la-
kentje
is
voldoende.
Zorgt
U
er
verder
voor,
dat
de
wieg
op
een
koele
plaats
staat,
waar
hat
frisch
en
niet
benauwd
is.
Wij
moeten
de
baby
iedere
dag
heelemaal
wasschen
en
beter
en
liever
nog
baden.
Hebt
U
last
van
vliegen
leg
dan
een
stukje
vitrage
over
de
wieg,
de
kleine
zal
er
geen
hinder
van
hebben.
Als
de
baby
goed
gezond
is
moet
U
hem
zooveel
mo
gelijk
buiten
zetten
op
een
koele,
frissche
plaats.
De
voeding
van
de
zuigeling
speelt
in
dit
warme
jaargetijde
ook
een
belang-
rijke
rol.
Voor
alles
geldt
de
natuurlijke
voeding.
Moet
de
zuigeling
kunstmatig
gevoed
worden,
dan
vraagt
dit
van
de
huisvrouw
weer
bijzondere
zorg.
De
melk
gaat
heel
gemakkelijk
bederven
en^t
moeten
wij
voorkomen.
Dit
kunnen
wij
voorkomen,
als
wij
de
melk
voor
een
dag
in
een
keer
koken,
ze
vlug
afkoelen,
en
ze
dan
in
een
gesloten
pannetje
in
den
kelder
bewaren.
Kunnen
wij
de
melk
in
den
kelder
moeilijk
goed
houden,
dan
plaatsen
wij
het
pannetje
in
een
andere
pan
gevuld
met
koud
water,
wat
dan
een
paar
keer
per
dag
vernieuwd
wordt.
Voor
flesch
en
speen
moeten
wij
even-
eens
bijzondere
zorg
dragen.
Denkt
u
er
steeds
om,
om
flesch
en
speen
direct
na
gebruik
goed
schoon
te
maken?
U
kunt
de
flesch
daama
vullen
met
schoon
wa
ter
of
ook
bewaren
in
een
pan
met
schoon
water.
Draagt
U
er
vooral
zorg
voor
dat
de
zuigeling
op
geregelde
tijden
zijn
voedsel
krijgt.
Blijft
geregeld
het
Consultatiebureau
bezoeken.
In
den
thans
vooral
drukken
tijd,
nu
de
boerin
behalve
in
huis
en
stal
ook
nog
vaak
op
het
land
moet
helpen,
schiet
er
vaak
heel
weinig
tijd
over
voor
de
berei-
ding
van
het
middageten.
Hebt
U
dan
wel
eens
gedacht
aan
het
koken
in
kran
ten?
Probeert
U
het
eens
met
rijst
bijy.
Het
bespaart
U
kracht,
tijd
en
materiaal.
Veel
succes
hoor!
STICHTING
VOOR
HUISHOUDE-
LIJKE
VOORLICHTING
TEN
PLATTELANDE.
VOLHARDING
VIERLINGSBEEK.
Zondag
trokken
beide
elftallen
van
Volharding
uit.
Volharding
I
nam
door
aen
wedstrijd
tegen
Stormvogels
1
te
Siebengewald
deel
aari
het
nederlaag-
tournooi
van
laatstgenoemde
club.
Daar
nog
geen
enkele
wedstrijd
gewonnen
werd
tegen
het
sterke
Siebengewald
heeft
Vol
harding
door
een
4—3
overwinning
op
de
gastheeren
beslag
kunnen
leggen
op
den
uitgaloofde^
prijs,
een
elftal
voetbal-
truien.
Onze
jorigens
speelden
na
de
rust
een
aardige
partij.
Het
tweede
elftal
speelde
te
Wanssum
een
jubileumwedstrijd
tegen
de
reserve's
van
de
thuisclub.
Deze
opluisteringswed-
strijd
bij
het
12%-jarig
bestaan
van
de
Wanssumsche
voetbalclub
werd
door
Volharding
2
met
3—1
verloren.
nog
voor,
jonge
mannen
zonder
vest
en
jas,
drongen
en
duwden
om
toch
maar
het
beste
te
kunnen
zien.
Doch
vooraan
als
in
den
grond
vastgeworteld,
stond
een
man
in
onberispelijk
costuum
met
een
zwarten
bolhoed
op.
Volkomen
kalm
nam
Sigmar
zijn
ver-
loofde
bij
de
hand.
Laat
ons
maar
gauw
gaan
zien,
wat
dat
moet
beteekenen.
Daar
komt
vader
ook
al.
Och,
Sigmar,
ik
ben
zoo'
bang.
Het
heeft
vast
iets
met
de
politie
te
maken.
Ik
zie
het
heel
goed
aan
al
die
gezichten.
Onzin,
lieveling.
Zou
de
politie
dan
iets
van
mij
moeten
hebben?
De
detective
week
niet
van
zijni
plaats.
Hij
verheugde
zich,
als
naieve
beginneling
in
het
vak,
op
de
eerste
kennismaking
met
zijn
beschermeUng.
O,
hij
zou
het
vorstin
von
Cherbourg
wel
eens
toonen,
dat
hij
wist,
hoe
hij
zich
tegenover
een
echten
vorst
moest
gedragen.
De
nieuwsgierige
menigte
drong
nog
steeds
rneer
naar
voren.
Let
nu
op.
Nu
komt
het!
Vast,
hij
heeft
de
hand
al
aan
zijn
pistool.
De
handboeien
heeft
hij
na
tuurlijk
al
klaar.
Haha,
nu
is
het
uit,
landlooper,
schreeuwde
Michel,
en
alien
stemden
daarmee
in.
Ontsteld
keek
de
detective
om,
docft
aan
ontwijken
viel
niet
meer
te
denken.
Daarom
stapte
hij
op
dep
vorst
toe,
die
hem
nu
herkende
als
de
man,
dien
hij
reeds
gisterenavond
laat
en
ook
vanmor-
gen
in
het
hotel
had
gezien.
De
spanning
onder
de
menschen
be-
reikte
haar
hoogtepunt.
Wat
zou
er
nu
gaan
gebeuren?
Ook
smid
Disselhoff,
die
men
reeds
van
alle
kanten
medelijdend
had
opgeno-
men,
stond
stil.
Zonder
de
minste
onrust
keek
Sigmar
den
detective
aan.
Maria,
die
van
angst
beefde,
had
hij
nog
steeds
bij
de
hand.
Wie
bent
u?
Eh
wat
wilt
u
van
mij?
Sigmar's
stem
klonk
als
die
van
een
gebieder.
Wordt
vervolgd.