Tekstweergave van ECH1913_0607_00001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
:n
No.
40.
Z^terdag
7
Juni
1913.
32ste
Jaargang.
nederland.
ECHO
VAN
HET
LAND
VAN
CUYK
LAND
VAN
CXmc.
Algameen
Mieiws-
eo
AdYertestieMad
Iiteroomminali
felifooi
1°.
f.
A
B
0
N
N
E
M
E
N
T
S
P
R
IJ
S
t
per
drie
raaanden^
Franco
door't
gebeele
R|k
.
...
f
-.50.
—
Enkele
Nuraraera
.
...
f
-.05.
Dtt
Blad
vmchSnf
tlksn
Wosnsdae
tn
Zattrdag.
Van
liet
Gr©illtist.**®erci
2£oiicla.gps$1t>lct,dL
(echter
ulUlultend
verkrQKb»ir
»oc
de
Abonn6»
op
de
Courant).
Per
drle
maiindcn
frinco,
,
.
,
f
-.45
AJ*osdeiIik«
Bummars
syn
uiet
verkrggbaar.
Uitgover:
JOS.
J.
VAN
LINDERT,
CUYK
a/d
Maas.
Brieven,
enz.
franco
aan
het
Bureau
van
„de
Echo
van
het
Land
van
Cuyk"
te
Cuj/k.
Alia
Boekhandaiarsn
an
Potldimtsyren
sismen
Abannsmenfan
en
AdvarttiitiSn
san.
Per
PR
US
gewonen
regel
.
nur
pJaatsruimte.
3-maal
piaatsing
wordt
slechts
plaatsiag
viermaal
in
rekening
gebracht.
Reclames
achter
de
rnbriek
BiaaeEl»Bd.
DER
A
I)
V
E
R
T
E
N
T
IE
N.
/
-.10,
groots
letters
ea
vignetten
worden
berekend
tiree-
en
7-ina&l
/
-as
i.j!r
regel
Bij
dit
nnmmer
behooren
twee
BIJVOEGSELS.
STAND
DER
MAAN.
28
Mei
4
Jur»i
0,
n
Juni
i8
Jujsi
g!.
JaarMarIt
te
Ojil,
PiBigag
17
Jnni
Diegenen,
welke
zich
met
ingang
van
1
Juli
op
dit
Blad
abonueeren,
ontvangen
de
tot
dien
datum
ver-
schijnende
nummers
gratis.
De
Staat
als
schuldeischer
en
als
schuldenaar.
(Prof.)
S(truyken)
schrijft
in
„Van
Onzen
tijd"
naar
aanleiding
van
de
[zaak-Ebell,
het
volgende
:
„De
strafvervolging
voor
de
rechtbank
te
's-Hertogenbosch
van
den
vroegeren
Rijks-archivaris
al-
daar,
zal
vreezen
wij,
inenig
ambte-
naar
en
zelfs
menig
particulier
den
schrik
om
het
hart
doen
slaan.
Hoe
menlgeen
zal
bij
't
lezen
van
't
geen
den
beklaagde
wordt
ten
laste
gelegd,
zich
herinneren,
dat
hij,
de
een
dit
feit,
de
andere
dat
feit,
ook
wel
eens
heeft
gedaan,
en
dus
ook,
ja
ook...
als
een
falsaris
had
kunnen
worden
terechtgeateld.
Wij
mogen
over
de
thans
aanhan-
gige
zaak
geen
oordeel
hebben;
men
kan
uit
de
verslagen
der
coiiranten
niet
voldoende
afleiden,
wat
de
omvang
en
de
intentie
der
ten
laste
gelegde
comp-
tabele
knoeierijen
is
geweest;
ook
blijkt
daaruit
niet,
waarom
eigen-
lijk
deze
vervolging
is
ingesteld.
Slechts
in
't
algemeen
zouden
wij
willen
waarschuwen
tegen
al
te
grooten
ijver
in
de
vervolging
van
diergelijke
valschheden
in
geschrif-
te,
als
waarvan
ook
de
president
der
terechtzitting,
tenminste
vol-
gens
de
courantenberichten,
blijk
gaf.
Onze
administratieve
en
voor-
al
de
comptabele
wetgeving
leidt
dagelijks
tot
talrijke
onwettigheden
en
onoprechtheden,
zoo
men
wil
valschheden
in
geschrifte,
zonder
welke
het
staatsbedrijf
eenvoudig
niet
zou
kunnen
worden
gevoerd.
Zou
men
daaraan,
door
streng
for-
malistische
wetstoepassing
te
eischen,
een
einde
willen
maken,
men
zou
zeker
meer
kwaad
doen
dan
goed.
Zoolang
de
intentie
eene
behoorlijke
is,
niet
bestaat
in
over-
dreven
gemakzucht,
of
in
de
zucht
_
FEUILLETON.
Het
Pestschip.
(2).
(Slot.)
Dus,
geen
mogelijkheid
ziendezijn
eigen
schip
te
laten
herstellen,
voor-
dat
hij
te
Panama
zou
zljn,
zette
hij
koers
naar
'tNoorden.
Dit
alles
was
vroeg
in
den
morgen
gebeurd
en
tegen
het
midden
van
denzelfden
dag
kreeg
hy
den
rook
in
het
oog
van
een
stoomboot,
die
zuidwaarts
kwam
en
in
voile
zee
bleef,
als
ware
zij
bevreesd
geweest
voor
de
oorlogs-
bodems
op
de
kust.
Hij
stoomde
op
haar
at,
op
zijn
geschut
rekenende
voor
het
geval,
dat
zij
tot
den
vijand
raocht
behooren.
Toen
het
onbekende
vaartuig
duidelijk
in
het
gezicht
kwam,
zag
hij
dat
het
eene
kleine,
oude
passagiersboot
der
Chileensche
Jijn
was
die
hij
als
Tupisa
herkende.
Maar
zij
droeg
geen
vlag
en
even-
min
heesch
zij
er
een,
toen
hij
haar
naderde.
Dit
streed
zoozeer
met
alle
gebrui-
ken,
dat
de
zaak
hem
vreemd
voor-
kwam;
maar
weldra
zag
hij
nog
iets
zonderlings;
want
van
zyne
plaats
op
de
brug,
kon
hij
met
behulp
van
zijn
zeekijker
zien,
dat
er
aan
dek
van
de
Tupisa
lieden
vochten
en
dat
wel
op
verschillende
plaatsen.
Hij
werd
ook
gewaar,
dat
iemand
op
het
bovendek
poogde
een
vlag
te
hyschen,
terwijl
anderen
dit
trachtte
te
ver-
hinderen;
maar
kon
geen
spoor
van
kanonnen
ontdekken,
dus
stuurde
hij
recht
op
haar
af
en
nu
zag
hy
een
zich
ten
koste
van
den
Staat
te
verrijken,
houde
men
in
ieder
ge
val
den
strafrechter
liever
er
bui-
ten.
Vooral
ook
op
comptabel
ge-
bied.
De
Staat
heeft
te
bedenken,
dat
hij
nu
eenmaal
de
onhebbe
lijkste
crediteur
en
debiteur
beide
is.
Voor
een
deel
is
hij
tot
die
houding
verplicht,
voor
een
ander
deel
is
zij
een
gevolg
van
eigen
lakschheid,
achterlijkheid
in
de
wetgeving,
bureaucratie
en
ambte-
lijke
„Klein-kramerie".
Als
credi
teur
regelt
hij,
hoe
hij
de
burger
zal
betalen,
als
debiteur
regelt
hij,
hoe
hij
zelf
zal
betalen.
Als
credi
teur
kent
hij
nog
geen
andere
be-
taling
dan
in
benauwde,
overvul-
de
belastingkantoortjes;
betalingen
per
postwissel,
aangeteekende
brief,
cheque,
giro
e.d.
zijn
hem
alien
nog
te
modern;
wel
heeft
hij
den
deurwaarder
altijd
bij
de
hand.
Als
debiteur
houdt
hij
vast
aan
comptabele
regelen
van
meer
dan
eene
halve
eeuw
geleden;
voor
de
vergoeding
van
reis-
en
verblijf-
kosten
aan
een
reglement,
meer
dan
een
kwarteeuw
oud,
van
welks
absolute
ondeugdelijkheid
en
on-
bruikbaarheid
ieder
overtuigd
is;
bij
voorkeur
laat
hij
den
burger,
die
voor
hem
werkzaam
is,
de
kos-
ten
daarvan
voorschieten
;
vraagt
deze
ze
terug,
dan
moet
hij
voor
die
vermetelheid
beginnen,
zegel-
belasting
te
betalen,
en
declaraties
precies
volgens
voorgeschreven
model
indienen,
de
staat
betaalt
dan
zonder
zich
te
haasten,
wan-
neer
hem
dat
goed
dunkt,
en
laat
hem
voor
die
betaling
natuurlijk
opnieuw
belasting
en
leges
voldoen.
Denkt
men
zich
daarbij
nu
nog
de
mogelijkheid,
dat
dit
alles
wordt
toegepast
door
ambtenaren,
die
het
hun
plicht
achten,
vellen
vol
te
schrijven,
zonder
aan
wat
men
in
het
gewone
leven
beleefdheid
of
kieschheid
noemt,
een
oogenblik
te
denken,
—
om
te
zorgen,
dat
eene
formalistische
toepassing
van
wet-
ten
en
besluiten
worde
verzekerd,
en
meteen
te
trachten
minieme
bedragen
voor
den
Staat
te
redden,
dan
zal
men
begrijpen,
dat
de
ver-
houding
van
den
Staat
tot
zijne
„declaranten"
niet
altijd
eene
aan-
gename
is.
Vooral
het
Departe-
ment
van
Binnenlandsche
Zaken
zoekt
in
de
laatste
jaren
zijn
trots
er
in,
„er
achterheen
te
zitten",
opdat
de
schatkist
geen
schade
lijde.
man
en
een
jong
meisje,
met
revol
vers
gewapend,
een
klein
troepje
mannen
op
een
afstand
houden,
ter
wijl
een
andere
er
eindelijk
in
slaagde
de
vlag
te
hijschen.
Zoodra
deze
door
den
wind
ont-
plooid
werd,
zag
Caldera,
dat
zij
geel
was.
Het
was
de
Pestvlag
en
nu
zij
omhoog
ging
sprongen
de
mannen
er
op
toe,
onder
het
slaken
van
vreeselijke
kreten,
als
willen
zij
haar
we6r
neer
rukken.
Maar
het
meisje
en
haar
metgezel
losten
elk
twee
of
drie
schoten
en
joegen
ze
terug.
De
andere
man,
die
de
vlag
had
opgetrokken,
Hep
naar
de
stuurhut
en
keerde
terug
met
een
groot
krijt-
bordj
dat
hij
op
de
verschansing
hield.
Caldera
richtte
zijn
zeekijker
daar-
heen
en
las
het
in
groote
witte
let
ters
geschreven
woord:
»Pestpokken!«
De
beide
schepen
kwamen
nu
vlak
bij
elkaar
en
het
jonge
meisje
wendde
zich
nu
naar
de
Huarwra
breidde
de
armen
uit
en
riep:
»Pestpokken
!
Pestpokken
!
Bijna
alien
hier
zijn
aangetast!
Enkelen
hopen
er
aan
te
ontsnappen
en
willen
aan
boord
van
uw
schip
gaan.
Blijft
weg
van
ons!«
Hoe
veranderd
van
angst
de
stem
ook
zijn
mocht,
herkende
Caldera
die
tot
zijne
ontzetting.
Het
was
Carmen,
zijn
bruid,
daar
op
het
pestschip!
Hij
wist
natuurlijk
niet,
hoe
zij
daar
kwam;
maar
hij
zag
nu
ook
haar
gelaat,
het
was
een
feit,
dat
zij
zich
daar
bevond,
een
vree-
selijk
feit.
Ook
zij
herkende
hem,
zooals
hij
daar
op
de
brug
atond
en
riep
and6r-
raaal
:
Nu
blijft
natuurlijk
ook
tegen-
over
een
onhebbelijken
debiteur,
eerlijkheid
een
vereischte.
Maar
zoolang
dan
ook
deze
niet
ont
breekt,
niet
wordt
gestreefd
naar
eigen
verryking
ten
koste
van
den
Staat,
moet
men
op
zijn
tijd,
en
zelfs
geregeld,
veel
door
de
vin-
gers
kunnen
zien.
Men
weet
toch
bij
ondervinding,
dat
het
sterke
aandraaien
van
de
formalistische
schroef
wel
somtijds
voor
een
ge-
geven
geval
eenig
voordeel
kan
brengen,
maar
meestal
op
den
duur
het
omgekeerde
gevolg
heeft;
dat
men
dan
formalistisch
juist,
maar
materieel
duurder
regeert,
Goede
loyale
koopmansgeest,
daar
aan
heeft
ook
de
Staat,
naast
al
zijne
wetten
en
verordeningen,
be-
hoefte".
Verkiezing
Provinciale
Stateii.
la
alle
districteu
van
Noord-Brabaat
zijn
de
Statenleden
herkoiten,
bahalve
Bergen-op-Zoom,
waar
naast
de
diie
aftre-
deade
katholieke
leden,
de
heerea
Van
Gilse,
Juten
en
Verheyen,
is
candidaat
gesteld
de
heer
H.
C
van
der
Hoek(lib.)
te
Dinteioord.
Voor
de
stemming
op
Donderdag
12
deser
zijn
Dinsdag
ten
stadhnise
der
hoofd-
plaatsen
van
de
betrokken
kiesdis:ticten
officieel
de
vclgecde
candidaturen
gesteld
en
herkozen
voor
de
Prov,
Staten.
la
't
district
Venlo
Van
Basten
Baten-
burg
J.
A.
H.
Tegelen
aftr.
Kath.
Kiesvg.
Janssen
J.
W.
J.,
(Helden)
aftr.
Kath.
Kiesvg.
Vogels
F.
W.,
(Reuver-Beesei)
aftr,
Kath.
Kiesvereeniging.
In
't
district
Horst.
Everts
P.
H.
(Seve-
num)
aftr.
kath,
Janssen
J.
H.
(Venrsy)
aftr.
kath.
Bij
enkele
candidaatsstelling
werden
Dinsdag
als
leden
van
de
Provinciale
Sta
ten
van
Gelderland
voor
het
kiesdistrict
Nijmegen
geprodameerd
de
heerea
:
J,
F.
C.
AratF,
te
Nijmegea,
aftr.
lid,
en
VV.
J.
J.
Verstraaten,
te
Beuniiigen,
aftr.
lid.
WathetKsiinerlidmnat.schaplhanselscht.
De
weikjaarahedeu
zijn
er
in
de
laatsle
jaren
voor
iemand,
die
een
district
ver-
tegeawoordigt,
niet
minder
op
geworden.
Vergelijkt
men,
wat
vroeger
een
Kamerlid
te
doen
had
met
hetgeen
hij
thans
moet
verrichteo,
dan
merkt
men
een
groot
ver-
schil
op.
Vroeger
uam
de
afgevaardigde
in
den
begrootingstijd
een
kaaitje
naar
Den
Haag,
bleef
daar
tot
de
begrootings-
zaken
waren
afgehandeld,
om
dan
weer
naar
den
huiselijken
haard
terug
te
keeren.
Hij
kon
dan
denken,
dat
hij
zijn
task
ongeveer
volbr^cht
had.
In
dien
tijd
gold
de
grondwetsbepaling,
dat
de
zittingstijd
der
Kamer
miastens
20
dagen
moe.st
duren.
Doch
tegenwoordig
duuit
die
zittingstijd
van
den
3
den
Dinsdag
in
Sept.
tot
den
laatsten
Zaterdag
v66r
dien
Dinsdag
in
September
en
meir
denkt
er
niet
aan
de
limiet
van
20
dagen
in
acht
te
nemea.
De
Kamer
heeft
dit
zittingsjasr
no
dagen
»Ricardo!
Ricardo
caro!
Blijf
van
ons
weg!
Poog
niet
een
van
ons
alien
te
redden.
De
plaag
kwam
te
Guya-
quille
aan
boord.
Het
schip
is
een
pesthuis.
Blijf
weg!
Als
je
niet
kunt
boor
ons
dan
in
den
grond,
want
wij
moeten
sterven.
Men
weigert
ons
aan
land
te
laten
komen.
Gij
zult
inzien,
Senor,
dat
niemand
in
een
vreeselijker
toestand
geplaatst
kon
zijn
dan
Caldera
bij
het
verne-
men
dier
woorden.
Hij
was
een
man
van
zuiver
Castiliaansch
bloed
in
de
aderen
en
ook
een
getrouw
zoon
van
Peru.
Hi]
had
dit
heldhaftige
meisje
lief,
zooals
alleen
een
Spanjaard
kan
beminnen
en,
voor
het
eerst
na
drie
jaar,
zag
hi.j
haar
onder
zulke
schrik-
wekkende
omstandigheden
weder.
Hij
zou
zijn
leven
hebben
gegeven
om
het
hare
te
redden;
maar
hij
had
honderd
vrouwen
en
kinderen,
die
anderen
dierbaar
waren,
en
zijne
eigen
dappere
onderhoorigen
onder
zijne
hoede.
Jndien
de
schepen
elkan-
der
aanraakten,
zouden
de
ongeluk-
kige
aangetasten
aan
boord
springen,
den
dood
met
zich
medebrengen-
de,
ja
zelfs
indien
er
slechts
eene
boot
van
het
eene
vaartuig
naar
het
andere
kwam,
zou
de
besmetting
volgen.
Hij
had
ook
bemerkt
dat
de
Tupisa
sneller
liep
dan
zijn
eigen
half
verlamd
schip
en
dat,
indien
hij
trachtte
haar
te
ontkomen,
zij
hem
inhalen
raoest.
Welke
hoop
bleef
er
dus
voor
de
aan
zijne
zorgen
toevertrouwde
lieden
over
dan
dat
laatste,
afgrijselijke
redmiddel:
zijn
geschut
?
En
toch
kon
bij
het
niet
over
zich
verkrijgon
bevel
te
geven
tot
vuur.
in
het
openbaar
vergadert
en
daarbij
waren
een
groot
aautal
avond-
en
nachtvergade-
ringen.
En
na
afloop
dier
vergaderingen
kan
men
niet
zeggen
als
een
school-
jongen
;
geen
werk,
dus
vacantie.
Zulk
een
voorstelling
komt
alles
behaive
met
de
wetkelijkheid
overeen.
Want
het
grooSste
deel
van
den
vrijen
tijd
der
heeren
Kamer-
leden
wordt
in
bsslag
genomen
cm
de
zaken,
die
in
het
openbaar
behandeld
zulleu
worden,
voor
te
bereiden.
Daaruit
volgt,
dat
het
op
den
duur
hoe
langer
hoe
rnoeilijker
zal
worden
in
afgelegen
pro-
vincies
vertegenwoordigers
tevinden.
Wat
eigenlijk
jammer
is,
omdat
toch
in
de
Kamer
niet
gemist
kunnen
worden
men-
schen
van
verschillende
bsroepen.
Onmoge-
lijk
kan
met
de
Kamerwerkzaamheden
goed
waarnemen
en
daarbij
zijn
eigen
zaken
naar
behooren
behartigen.
Of
het
een
of
het
ander
moet
er
onder
lijden.
Daaruit
volgt,
dat
een
ambt
in
gemeente
of
pro-
vincie
moeilijk
vereenigbaar
is
met
het
lidmaatfichap
der
Tweede
Kamer.
Op
't
oogenblik
is
het
daarmee
zoo
gesteld,
dat
men
moet
kuenen
zeggen
:
iederen
dag
moet
ik
daaraan
kunnen
besteden.
Vooral
ia
dese
omstandigheden,
waarin
tengevolge
van
de
verkiezingen
de
rechtsche
meerder-
heid
slechts
een
paar
stemmen
zal
bedra
gen,
is
het
zeker
noodrakelijk
ieder
oogen
blik
op
*t
appel
te
zijn.
Wat
zijn
de
oor-
zaken,
die
tot
de
vermeerdering
der
werk-
zaamhedea
van
de
Kamerleden
geleid
haddea
?
Vooreersf
de
toeneming
der
staatsbenoeming.
Het
is
een
feit,
dat
de
overheid
sich
thans
met
meer
zaken
be-
moeit
dan
bijvoorbeeld
een
25
jaar
geleden.
Op
de
tweede
plaats
komt
daarbij,
dat
de
verhouding
tussehen
de
partijen
een
beetje
anders
geworden
is.
We
hebben
een
meer
„aufgeregt"
politiek
leven
gekregen.
Dit
heeft
natuurlijk
zijn
voor-
en
nadeelen.
Op
de
33
plaats
wordt
het
den
Kamer
leden
hoe
langer
hoe
rnoeilijker
om
het
slot
van
hun
redevoeringen
dicht
te
bren
gen
bij
het
begin.
Kwftrte
practijkeii
bij
de
keiiring;
van
Miiitiepliclitigen.
De
militieplichtigen
worden
ten
ernstige
gewaarschuwd
tegen
de
practijken
van
de
personen,
die
hen,
tegen
betaling
van
een
som
gelds,
voorspiegelen
in
staat
te
zijn
bij
het
geneeskundig
ouderzoek
voor
den
Keuringsraad
of
voor
den
Militieraad
hunne
ongeschikt-verklaring
voor
den
dienst
bij
de
militie
te
bewerken.
Ia
geen
eckel
opzicht
kan
de
bemoeiiog
van
zoodanfge
personen,
als
boven
bedoelc),
tot
afkearing,
van
welken
iageschrevene
ook,
leiden,
terwijl
de
raadpleging
van
die
personen
den
betrnkkene
slechts
fiaan-
cieel
nadeel
kan
berokkenen.
In
Art.
206
van
het
Wetboek
van
Straf-
recht,
is
bepaald,
dat
met
gevaagenisstraf
van
ten
hoogste
twee
jaren
wordt
gestraft
hij,
die
zich
opzettelijk
voor
den
militie-
dienst
ongeschikt
maakt
of
laat
maken,
en
hij
die
een
ander
op
diens
verzoek,
opseitelijk
voor
den
dienst
ongeschikt
maakt.
Zilveren
Feest
te
TIenray.
Dnn
2
Juli
a.s,
zal
het
25
jaar
geleden
sij
,
dat
te
Tienray
—
waar
Maria
reeds
bijna
5
eeuwen
op
bijzondere
wijze
veteerd
Hij
veranderde
in
plaats
daarvan,
van
koers
en
stoomde
weg,
tot
Carmen
roepende:
—
Werp
u
over
boord,
Carmen
raio,
en
met
u
alle
gezonden
en
wij
zullen
u
redden.
De
zieken
niet,
of,
bij
de
Heiligen,
ik
moet
op
u
laten
vuren!
Ik
zou
u
redden
als
ik
kon,
maar
ik
heb
vrouwen
en
kinderen
aan
boord;
ik
mag
niet
?
Maar
ziende,
dat
de
))Huarwra«
poogde
weg
te
komen,
stoomden
degenen,
die
zich
van
het
bevel
over
de
Tupisa
meester
hadden
gemaakt,
haar
achterna.
Toen
gaf
Caldera
een
bevel
en
gingen
officieren
en
man-
schappen
aan
het
groot
en
klein
ge
schut
staan.
Opnieuw
echter
smeekte
hij
luidkeels
medelijden
te
hebben
met
degenen
die
nog
gespaard
waren
gebleven
en,
om
te
bewijzen,
dat
zijne
bedreiging
hem
ernst
was,
loste
bij
een
schot
in
de
lucht.
Maar
nog
altijd
kwam
het
pest
schip
nader,
Carmen
was
op
de
brug
gevlucht,
waar
twee
of
drie
man,
waaronder
ook
degene,
die
het
krijt-
bord
had
opgehouden,
de
anderen
met
revolvers
in
bedwang
hielden,
maar
de
oproerlingen
hadden
het
roer
in
hunne
macht.
Ten
laatste,
toen
de
Tupisa
heel
dichtbij
kwam,
hadden
de
ongelukkigen
op
de
brug
al
hunne
patronen
verschoten
en
be-
gonnen
zij
ook
Caldera
toe
te
roepen,
terwille
van
de
vrouwen
en
kinderen
op
zijn
schip,
vuur
te
geven.
Het
waren
dappere
lieden,
Senor,
lieden,
die
liever
zelf
stierven
dan
zwakken
ter
dood
brengen.
En
ook
Carmen
smeekte
haar
bruidegom
bij
de
liefde,
die
hij
haar
toedroeg,
en
bij
al
wat
is
—
de
nieuw
opgetichte
Lourdesgrot
op
plechtigewijzegewijdwerd,
Het
eigenaardige
dezer
nabootsing
der
Massabielle
grot
is,
dat
zij
niet
buiten,
maar
in
de
bedevaarts-
kerk
gebouwd
is.
Sedert
wijlen
Pastoor
Maessen
ter
plaatse
met
de
vereericg
van
O.
L,
Vrouw
van
Lourdes
begon,
is
Tienray
als
pelgrimsoord
van
stonde
af
aan
een
ongekende
bloei
ten
deel
gevallen.
Door
duizenden
wordt
het
jaarlijks
iramers
drukker
bezocht.
Vooral
door
de
Duitschers!
Zoo
selfs,
dat,
terwijl
in
Zuidelijk
Limburg
of
in
het
hartje
van
Noord-Brabant
meerderen
van
Tienray
niet
hoordec,
over
de
gcens
tot
in
de
verste
streken
der
Rheicprovincie
en
van
West-
falen
er
nauwelijks
iemand
is,
die
Tienray
„in
Holland"
niet
kent.
Met
gepasten
luister
zal
de
25
jarige
ge-
dachtenis
der
Wijding
van
de
Lourdes-grot
gevierd
worden,
niet
slechts
den
2
Juli,
maar
in
een
reeks
van
feesten
tot
half
October.
Vele
processies
zullen
in
dien
tijd
naar
Tienray
komen;
Z,
D.
H.
de
Bisschop,
Mgr.
J.
H.
Drehmanns,
lal
den
3
Augustus
Maiia's
heiligdom
met
zijne
hooge
tegen-
woordigheid
vereeren;
op
de
fees'dagen
zullen
luisterrijkediensten
gehouden
wordeil
en
beroemde
predikanten
als
feestredcnaars
optreden.
Eindelijk
als
blijvende
hericnering
aan
dit
zilveren
teest
zal
een
begin
gemaakt
v^orden
met
het
bouwen
van
een
prachtigen
buiten-kruisweg,
waarvan
op
2
Juli
de
plechtige
eerste
steenlegging
zal
geschieden
Valsche
Bankbiljetteii.
Te
Rotterdam
en
te
Maastricht
zijn
enkele
valsche
bankbiljetten
van
honderd
gulden
voorgekomen.
Zij
onderscheiden
zich
van
de
echte
voornamelijk
door
het
ontbreken
van
den
scheprand
en
door
de
grootere
dikte
en
de
gelere
kleur
van
het
papier,
terwijl
het
middengedeelte
van
de
achter-
lijde
der
valsche
biljetten
groen-grys
is,
in
plaats
van
blauw.
De
valsche
biljetten
zijn
gedateerd
6
September
1911
en
dragen
het
setiemerk
Q.
U.
Onileuj^delijke
fietsen.
Men
schrijft
aan
de
„N.
A,
Ct."
:
Eenige
als
heeren
gekleede
personen
hebben
thans
onze
gemeente
met
hun
bezoek
vereerd.
De
„heeren"
brengen
op
Jistige
wijze
nieuwe
rijwlelea
aan
den
man.
Deze
rijwielen
zijn
van
de
allergoedkoopste
soort,
gemonteerd
met
dito
banden
en
tocbehooren.
In
de
meeste
gevallen
kiezen
deze
personen
als
operatie-terrein
caf6's
en
kroegen,
weten
'n
gesprek
aan
te
knoopen
over
rijwielen
en
komen
ten
slotte
met
hun
doel,
nl.
het
te
koop
aanbieden,
omdat
het
„geknerpt"
is;
omdat
ze
gaan
„varen",
omdat...
ja,
omdat
de
„heeren"
weten,
dat
het
grootste
gedeelte
der
menschen
bedrogen
wil
zijn.
Ee.i
rijwielhandelaar
die
het
kan
weten,
beweert
dat
die
rijwielen
kant
en
klaar
hoogstens
f
23
kosten.
De
prijzen,
die
de
„s'achtoffers"
betalen,
bedragen
soms
f
40
tot
f
50.
Dit
jaar
zijn
op
die
manierhon-
derden
aan
den
man
gebracht.
Dinsdag
hebben
de
heerea
te
Arnhem'
er
zes
ge
plaatst,
zijn
anderdaags
met
een
„pattijtje"
naar
Nijmegen
getrokken
en
hopen
spoe-
dig
weer
onze
stad
met
een
besoek
te
vereeren.
Vermelding
verdient,
dat
op
ds
rijwielen
een
fabtieksmerk
voorkotnt
van
een
Engelsche
fabriek
die
uooit
bestaan
hem
heilig
was,
zijn
plicht
te
doen.
En
terwijl
zij
hem
dit
toeriep
snel-
den
de
zieken
de
brug
op.
Zij
vochten
als
tijgers,
die
mannen
met
het
mis-
vormd
gelaat,
het
was
een
strijd
met
den
levenden
dood
en
Caldera
zag
met
de
wanhoop
in
het
hart
een
dier
tot
monsters
geworden
menschen
Carmen
aangrijpen
en
de
hand
leggen
over
haar
mond.
Op
hetzelfde
oogenblik
kwam
het
kommando
hem
over
de
lippen.
De
groote
kanonnen
bulderden
en
een
granaat
ontplofte
vlak
onder
de
brug
van
de
Tupisa,
al
degenen,
die
zich
daarop
bevonden,
aan
stukken
scheu-
rende.
Een
andere
granaat
boorde
een
groot
gat
vlak
aan
de
waterlijn
en
gelijktijdig
regende
het
kogels
uit
de
groote
en
de
groote
en
kleine
stukken
geschut,
de
reeds
door
de
hand
des
doods
aangetaste
lieden
—
mannen
en
vrouwen
dooreen
—
treifende.
Het
was
afschuwelijk,
senor,
maar
wat
had
er
anders
moeten
ge-
beuren
?
—
Ja,
het
was
een
ontzettende
toestand
?
antwoordde
ik
met
een
rilling,
maar
kapitein
Caldera
deed
zijn
plicht.
De
Tupisa
zonk
natuurlijk?
—
Ik
ben
blij,
dat
gij
dat
derikt,
senor,
heel
blij,
sprak
hij
zacht.
Ja,
de
Tupisa
zonk
met
alle
opvarende....
Dat
is
alles!
—
Gij
hebt
mij
een
zonderling
en
vreemd
verhaal
gedaan,
senor
Padre,
zeide
ik,
en
ik
zal
het
aan
de
andere
zijde
der
wereld
navertellen,
terwille
van
de
helden,
die
hun
plicht
vol-
brachten
en
van
het
dappere
meisje,
dat
zichzelve
zoo
volkomen
verloo-
chende.
heeft;
en
dat
het
rijwiel
door
een
firma
wordt
gegarandeerd,
die
evenmin
bekend
is
(ook
deze
firmanaam
komt
op
het
frame
voor).
Jammer
genoeg
voorziet
onte
wet
geving
niet
hierin.
—
Een
ieder
zij
dus
gewaarschuwd.
Binnenland.
—
Bij
enkele
candidaatstelling
zijn
ge-
kozen
tot
kamerleden
de
heeren
Kooien
(Grave),
Van
Vlijmen
(Veghel),
Fleskens
(Helmorsd),
De
Stuers
(Weert),
Van
Vuuren
(Zevenbergen).
Ia
de
95
overige
disiricten
moet
gestemd
worden.
De
stemming
heeft
plaats
Dinsdag
17
Juni.
De
herstemming,
waar
noodig,
op
Woensdag
25
Jursi.
lo
1909
was
in
II
districten
geen
stemming
noodig".
Het
waren,
behaive
vier
bovengenoemde,
Breukelen,
Rheden,
's-Hertogecbosch,
Waalwijk,
Zevenbergen,
Roermond
en
Sit-
tard.
De
kamerleden
van
beden,
die
reeds
zeker
niet
meer
in
de
nieuwe
Kamer
zallen
terugkeeren,
zijn
:
van
de
kathoiieken
mr,
Bolsius
(Roermond);
van
deanti-revolutio-
nairen
mr.
graaf
Van
Lynden
van
Sanden-
burg
(Kampec)
en
de
heer
Pollema
(Go-
rinchem);
van
de
christelijk-histoiischen
mr.
Frank
van
Lennep
(Haarlem
;de
nieuwe
christ.-hist.
candidaat
voor
dit
district
is
ook
een
Van
Lennep,
de
burgemeester
van
Heemstede);
van
de
oud-liberalen
jhr.
mr.
Van
Karnebeek
;
van
de
Unie-liberalen
de
heeren
dr.
Roessingh
(Emmen),
De
Jongh
(Rotterdam)
en
De
Kanter
(Dordrecht);
van
de
vrijzinnig
democraten
de
heeren
mr.
Drucker(GroDingen),
mr.
Sraidt
(Veen-
dam),
mr.
Treub
(Assen)
en
Vorsterman
van
Oyen
(Oostburg).
Bovendien
is
er
een
vacature
door
het
overlijden
van
den
heer
Verhey
(Rotterdam
III).
De
heer
dr.
De
Visser
keert
niet
voor
Leiden
naar
de
Kamer
terug,
maar
zal,
naar
wij
hopen,
door
Ommen
voor
dit
lichaam
behouden
blijven.
—
De
Tijd
verneemt,
dat
een
aantal
leden
der
Eerste
Kamer
van
30
Juni—4
Juli
een
bezoek
aan
Limburg
zullen
bren
gen,
Op
het
voorloopige
programma
staan
bezoeken
aan
de
Staatsmijnen
Wilhelmina,
Hendrik
en
Emma;
bezoek
aan
de
Ten-
toonstelling
te
Sittard
;
rijtoer
naar
Vis6
en
beiichtiging
van
de
gekanaliseerde
Maas
in
Belgie;
bezoek
aan
Vaals,
bezichtiging
catacomben
te
Valkenburg;
boottocht
op
de
Maas
van
Maasbracht
naar
Linne,
be
zichtiging
statiocswerken
Maastricht
en
Weert,
Iederen
avond
keeren
de
Eerste
Kamerleden
naar
Maastricht
terug;
vac-
daar
worden
de
excursies
oadernomen.
De
hoofdiogenieur
van
den
Waterstaat
du
CrojjE
te
Maastricht
zal
een
voordracht
houden
over
de
Maas-kanaiisatie.
Te
Roer
mond
sal
4
Juli
het
afscheidsdiner
plaats
vinden.
—
Naar
men
verneemt,
zijn
bij
het
legerbestuur
plannen
in
overweging
orn
de
militie
bij
vertrek
met
groot
verlof,
na
voor
de
laatste
maal
onder
de
wapenen
te
zijn
geweest,
gewapend
naar
hnis
te
zenden,
om
te
voorkomen
dat
zij
na
over-
gang
bij
de
landweer
van
i
Augustus
tot
November
zonder
wapenen
zijn.
—
Een
arbeidersfamilie
te
Sterkrade
is
door
het
gebrnik
van
bedorven
voedings-
middelen
vergiftigd.
Een
kind
sderf
reeds,
diie
familieleden
liggen
op
sterven.
—
Ik
had
het
hierbij.
behooren
te
laten;
maar
ik
kon
niet
nalaten
te
zeggen.
—
Vergeef
mij
mijne
nieuwsgierig-
leid,
senor
Padre;
maar
gij
hebt
mij
de
geschiedenis
verhaald,
zooals
alleen
een
ooggetuige
dat
doen
kan.
Mag
ik
vragen
of
gij
er
bij
waart
?
—
Ja,
senor,
ik
was
er
"bij,
zeide
lij,
terwijl
hij
opstond
en
mij
de
band
toestak.
Ik
bevond
mij
aan
boord
van
de
Huarwra.
Goeden
nacht
thans,
Gij
hebt
morgen
een
langen
rit
voor
u.
Drie
maanden
later
vertelde
ik
te
Callao
het
verhaal
van
den
pastoor
aan
mijn
aldaar
gevestieden
vriend
'larris.
—
Ja,
zeide
hij,
toen
ik
gedaan
had,
dat
is
volkomen
waar.
Senorita
de
Salta
ging
te
Panama
aan
boord
van
de
Tupisa.
Zij
bevond
zich
op
de
thuisreis
van
Parys.
Toen
de
oorlog
voorbij
was,
nam
Caldera
zijn
ontslag
uit
den
zeedienst
en
werd
geestelijke,
Ik
vernam
later,
dat
hij
zijn
leven
wijdde
aan
het
Missiewerk
onder
de
Indianen
der
binnenlanden
en
na
hetgeen
gij
mij
hebt
verteld,
twijfel
ik
er
niet
aan
of
gij
hebt
hot
ver
haal
uit
zijn
eigen
mond
vernomen.
Kwaad,
dat
men
meent
van
anderen
te
[reten,
Wordt
dikwijis
o
zoo
breed
uitgsmeten,
Maar
van
de
molens
van
Rijken,
dat
is
echt,
Heeft
nog
nooit
iemand
ooit
kwaad
gezegd.
;861
J.
H.
RIJKEN,
(N.B.)