Tekstweergave van ECH1920_0609_00001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Hyoetisdlag
S
Jnni
19211
Telegr.-Adres:
.Echo"
Dit
BM
fOTseiiiJiit
Wo0ngd'if,ea^
'
u
jt
AboaEsmeestspri^s
f
H.OO
p..
kwartaal
U
it
ge
ver:
J
ob
.
J
.
van
L
i
n
dert,
G
ay
k
NKDE&LAND
ill]
E]€HO
VAN
39sf©
Jaapgang
—
Nom
39
PrSIs
der
Adv«fton«ISn
15
cS.
per
regel
pUft
n
cp
abonnements-
advet^»atien
Etantnerkelu'ke
rednctie.
VAN
CUYK
Tclcfoon
No
7
LAND
VAN
CUYK
•
•
m,
die
zich
met
idsu'!;
1
'wH
op
blart
abosmrciiicu,
d6
tot
dien
datura
versfhijaende
Biimmers
GRATIS.
Be
Uitgever,
Aan
onze
Roomsche
Arbeiders.
'
De
roode
benden
komen
in
be-
roering.
Meetings
en
manifesten
moesten
de
massa
des
volks
bang
maken
met
de
anti-revolutiewet.
In
de
Tweede
Kamer
zijn
ze
bezig
met
schelden
en
schreeuwen
om
alien
arbeid
onmogelijk
te
maken.
Socialisten
en
communisten
zijn
nu
broederlijk
eensgezind.
Samen
willen
ze
de
kans
open
houden
om
het
op
een
goeden
dag
nog
eens
te
probeeren
met
een
revo-
lutie.
Wij,
Nederlanders,
zijn
daarvan
niet
gediend.
Wij,
Nederlandsche
arbeiders,
wij
willen
geen
revolutie.
Revolutie
is
de
tyrannic
van
een
minderheid.
Wij
willen
niet
geregeerd
worden
door
een
kleine
roode
bende.
Revolutie
is
de
onderdrukking
van
al
onze
volksrechten,
het
ontnemen
van
onze
vrijheden.
Wij
willen
onze
rechten
en
vrijheden
behouden,
de
rechten
en
vrijheden
van
ons
volk.
Maar
wij
ontzeggen
Troelstra
het
recht
van
revolutie.
Daartoe
geven
wij
hem
de
vrijheid
niet.
Wii
willen
rust
en
orde.
Wij
willen,
dat
Nederland,
dat
met
zijn
sociale
wetten
en
maatregelen
het
eerste
land
der
wereld
is,
dat
alle
landen
voorbijstreeft,
waar
socialisten
de
macht
hebben,
die
plaats
blijve
innemen.
De
Nederlandsche
arbeiders
zien
met
minachting
neer
op
de
straat-
jongenspolitiek,
die
de
roode
groepen
in
de
Tweede
Kamer
vertoonen.
En
als
Troelstra
de
arbeiders
op-
roept
om
hem
te
steunen
in
zijn
obstructiewerk,
dan
laat
de
massa
hem
staan
in
zijn
hemd
...
of
in
het
boetekleed
van
November
1918.,
Om
hun
houding
goed
te
praten,
zullen
de
roode
leiders
dezer
dagen
weer
een
stroom
van
volksmisleiding
over
Nederland
doen
vloeien.
Maar
als
Troelstra
meent,
het
yolk
nog
te
kunnen
bedriegen,
als
hij
de
arbeiders
vopr
te
dom
houdt
om
zijn
beweringen
als
roode
leugens
te
her-
kennen,
—
als
hij
meent,
dat
alle
arbeiders
„slavenzielen"
hebben,
zooals
er
zooveel
duizenden
zijn
bij
N.V.V.
of
N.A.S.,
—
als
hij
meent,
datde
Nederlandsche
arbeiders
in
staking
zullen
gaan
op
een
teeken
van
Troelstra's
zweep,
dan
vergist
hij
zich
weer.
De
Nederlandsche
arbeiders
willen
geen
obstructie
en
geen
revolutie,
maar
ernstig
en
krachtig
arbeiden
om
ons
heele
volk
te
brengen
tot
grootere
welvaart
en
hooger
geluk.
HetBureau
voor
de
R.K.Vakorganisatie.
J.
VAN
RIJZEWIJK,
Voorzitter.
A.
C.
DE
BRUIJN,
Sec*etaris.
Feuilleton
van
,.De
Echo"
Op
de
Goiven
des
Leveos.
(26)
Herinnering:
Pierre
Rouvenat
heeft
een
be-
Eoek
gebracht
aan
Lucile
en
haar
kind,
die
onder
zeer
armoedige
omstandigheden
leven.
Rouvenat
vraagt
zijn
raeester
een
deel
van
hefgeen
deze
hem
schuidig
is
voor
bewezen
diensten
om
daarmede
Lucila
uit
haren
nood
te
gaan
verlossen.
Het
gelaat
van
den
ouden
dienaar
ver-
helderde.
-
j
,
i
1
Hij
sloot
de
kist
weer
en
gaf
den
sleutel
aan
zijn
meester.
*
Deze
deed
hem
geen
enkele
vraag
en
net
niet
bemerken,
dat
hij
zijn
plan
had
geraden.
Eenige
oogenblikken
later
verw^derde
Rouvenat
zich
met
zijn
schat,
dien
hij
onder
zijn
hoofdkussen
verborg.
Hij
ging
vroeg
naar
bed,
maar
ken
den
geheelen
nacht
geen
oog
sluiten.
Alt^d
zag
hu
Lucile
en
haar
kind
voor
zich
en
gedijrig
meende
hij
den
wanhopigen
kreet
van
zijne
ongelukkige
meesteres
te
hooren:
,
,
_
—
Ik
ben
vervloekt!
Ik
ben
vervloekt!
BQ
het
aanbreken
van
den
dag
stond
hij
op,
stopte
de
rollen
goud
in
al
zijne
zakken
en
ging,
evenals
den
vorigen
dag
zonder
iets
te
zeggen,
naar
op
weg
Saint-Irun.
Luciie
verwachtte
hem.
De
kleine
Edmond,
die
hem
dadelijk
herkende,
strekte
de
armpjes
naar
hem
uit.
^
^
—
Lieve
kleme,
zei
Rouvenat,
hem
teeder
aan
zijn
hart
drukkend,
'kheb
den
geheelen
nacht
aan
je
gedacht;
evenmin
als
je
moeder,
zal
ik
je
ooit
vergeten.
In
afwachting,
dat
ik
je
zal
zien
loopen
enspelenin
develden
van
Seuiilon,
heb
ik
iets
voor
je
meegebracht.
Hii
ging
zitten,
zette
het
kind
op
zflne
knieen
en
ledigde
zijne
zakken
in
den
schoot
der
jonge
moeder.
„
—
Pierre,
je
hebt
mi]
verraden!
nep
zij.
Neem
dat
goud
terug,
ik
wil
het
niet.
Ik
heb
je
reeds
gezegd,
dat
ik
niets
van
mfln
vader
wiide
aannemen.
.
~
Dat
goud
is
het
mijne,
Lucile,
ant-
woprdde
Rouvenat
fier;
ik
licb
het
met
***
Wie
wel,
wie
niet?
Wie
mag
't
wel,
wie
mag
't
niet
?
Dat
is
men
geneigd
te
vragen,
wanneer
men
de
herrie
van
de
socialis
ten
tegen
het
anti-revolutie-wetje
in
ons
land
in
verband
beschouwt
met
hetgeen
er
in
Duitschland
omgaat.
Wij
hebben
hier
een
christelijke
regeering,
die
dank
zij
haar
energiek
werken
Nederland
in
de
eerste
rijen
doet
staan
op
het
gebied
van
sociale
wetgeying.
Die
regeering
wil
de
vrijheid
van
't
volk
waarborgen,
wil
den
toeleg
eener
bloeddorstige
bende
fnuiken.
Zij
mag
dat
niet
volgens
de
socia
listen
en
hun
hoofdorgaan
Het
Volk,
dat
Zaterdag^
o.m,
schi'eef:
„De
betoogingen
tegen
het
anti-
„revolutie-ontwerp
moeten
tot
een
„indrukwekkend
protest
der
arbeiders-
„klasse
tegen
de
kneveling
van
haren
„strijd
worden.
„In
massa
naar
de
meetings
!"
Duitschland
wordt
geregeerd
in
socialistisch-republikeinschen
geest.
De
Duitsche
rijkskanselier,
de
sociaal-democraat
Mtiller
zeide
in
de
Duitsche
volksvertegenwoordiging;
„Het
is
mogelijk,
dat
ontslagen
officieren
aan
een
Putsch
denken"_,
„Inrekenen",
riependaarop
de
sociaal-
democraten
en
communisten
van
den
-Rijksdag.
„Zeker,
ieder,
dien
we
te
pakken
kunnen
krijgen,
zullen
we
inrekenen..."
zeide
de
Rijkskanselier,
de
sociaal-
democraat
Miiller.
En
dit
bericht
neemt
Het
Volk
met
instemming
op.
-
In
ons
land
mag
de
regeering
dus
niet
optreden
tegen
hen,
die
een
revolutie
voorbereiden
en
er
een
begin
van
uitvoering
aan
geven.
In
Duitschland
mag
men
de
arresta-
tie
van
de
aanleggers
reeds
eischen,
wanneer
er
gedacht
wordt
aan
een
„Putsch".
Maar
we
begrijpen
het.
Nederland
heeft
een
Christelijke
regeering
en
Duitschland
een
Socialis-
tische!
1
Buitenlandi
Algemeen
Overzicht.
De
Rflsstsclie
heilstaat;
De
vrede
met
Hongar^e
en
ziin
gcTol-
scen;'
Oe
boy
cot
over
Hongarije;
Een
raisdadlge
opzet;
0e
economische
nood
in
Eusland;
In
lerSaad
geweld
te^en
geweld;
Ernstige
onlusten
in
ItaliS
;
Citstel
der
Spa-confereutie;
Oe
Duitsche
RijfesdagverliieziBgen.
Sinds
10
December
'19
was
er
al
geen
„vrede"
meer
geteekend.
Thans
heeft
de
viedes-machine
weer
zoo'n
gedrocht
afgewerkt
e.1,
de
hrede
met
Hengarije.
Vrijdagmiddag
om
half
vijf
heeft
de
plechtigheid
der
onderteekeaicg
te
Ver
sailles
plaats
gehali.
De
gevolgen
der
onderteekening
zul
len
voor
het
trotsche
en
dappere
Hos-
gaarsche
volk
awaar
zijn
om
te
dragen,
maar
de
gesllieerden
hebbec
het
voor-
gehouden,
dat
het
Hongarea
zija
ge-
weest,
die
de
hand
niet
hebben
tegen-
gehouden,
die
in
1914
de
lont
wierp
in
het
tot
den
rand
toe
gevulde
kruitvat.
Aanvankelijk
heette
het,
dat
geen
enkele
Hongsarfjche
staatyrniin
I"
kind^n
sou
zijn
om
die
harde
voorwaard.en
te
onderteekenen.
De
laatste
wejien
hebben
ons
Hongarije
doen
zien,
als
eeii
visch
spartelende
aan
kst
vangsnoer.
De
re
geering
in
Boedapest
heeft
tegenvoor-
sEellen
gedaan,
waarvart
het
voomaamste
was,
dat
althans
een
volksstemming
in
de
Hongaarsche
kroonlanden
zou
worden
gehouden
om
het
begiosel
van
selfbe-
schikkiagsrecht
te
eerbsecligen.
Doch
deze
en
andere
eischen
sijn
van
de
hand
gewezec.
De
weinige
tegeinoetkomingen
\
die
Hongarije
ten
slotte
gekregeti
heeft,
I
zinken
in
't
niet
bij
de
cfieris,
dis
het
j
brengen
moet
!
De
bevoiking
gsat
terug
van
21
mil-
|
lioen
op
10
millioen
zielen.
j
In
economisch
opacicht
zal
HoKgatije
,
voortaan
een
iandbouwstaat
zijn.
Etts-
j
en
kolenmijnen
xqn
het
afgenomen,
zijn
j
voornaamste
induitrieplaatsen
iiggesa
over
de
nieuwe
iandsgreszeo,
en
een
eigen
uitweg
naar
de
zee
heeit
het
niet
meer.
Zelfs
het
girootste
deel
van
zijn
bosschen
ziet
het
in
andere
handen
overgaan.
Geen
wonder,
dat
de
46
Junitoteen
nationale
rouwdag
werd.
Hotjgarije
siaat
nu
een
iiieuwe
blad-
zijde
van
zijti
geschiedenis
op.
En
die
eerste
bladzijde
dreigt
al
weer
met
rouw
te
worden
omfloerst.
Hongarije
heeft
't
voorrecht
een
Christelijke
regeeriug
te
bezitten,
die
met
vasie
hand
het
zwaar
beproefde
land
weer
een
betere
toekomst
wil
verschafJen.
Maar
—
zoo
zeggen
de
roode
volksmisleiders
de
regeeriag
tyranniseert
de
bevolking.
Er
zoudeH
massa-moorden
plaats
hebben
vooral
op
arbeiders.
Het
Internationaal
Verbond
van
Vak-
vereenigingcn
heeft
nu
de
boycot
over
Hongarije
uitgesproken.
In
een
manifest
„aan
de
arbeiders
aller
landen"
worden
de
mak-
kers
aangespoord
van
af
20
Juni
a.s.
geen
enkeien
arbeid
meer
voor
Hongarije
te
verrichten.
Dit
beteekent
een
misdaad
tegen
het
Hongaarsche
volk,
dat
staat
aan
den
rand
van
deh
afgrond.
Het
is
een
misdaad,
al
was
't
alieen
maar,
omdat
het
motief
van
den
c^nef:
reeds
een
ratsleiding,
een
leugen
is.
De
Ned.
journalist
G.
Nijpeis,
die
toch
niet
ver-
dacht
mag
worden
bevooroordeeld
te
zija
ten
gunste
eener
kathoiieke
regee
ring,
schrijft
in
het
Handelsblad
na
een
iangdurig
verbiijf
in
Hongarije,
dat
van
alle
praatjes
over
vervolgingen
niets
waar
is.
Maar
om
de
waarheid
gaat
'i:
hler
blijkbasr
niet.
En
*t
proletariaat,
aan
wien
deze
in
Multatuliaanschen
stijl
gestelde
oproep
gericht
is,
vraagt
daar
ook
al
weinig
naar.
Zooiets
gaat
er
in
ala
ni^uw.
Wat
echler
niet
beteekent,
dat
we
een
slagen
van
den
grootscheepschen
opzet
verwachten.
if
*
In
de
Fraukforter
Ztg.
IcEcn
we
weer
eenige
treffeode
staaltjes
over
den
economischen
nood
in
Rusland.
Daarki
wordt
o.m.
verteld
van
het
groote
communistische
eethuis,
dat
in
het
vroagere
restaurant
de
Beer
te
Petersburg
gevestigd
is.
Er
worden
nu
dagelijks
meer
dan
werken
verdiend,
en
het
recht
toekennfen,
geven,
je
zult
mij,
hoop
ik,
het
aan
uw
kind
te
3000
menschen
gevoed
in
de
Beer;
maar
wat
een
voedsei!
Een
stuk
slecht
brood
met
een
bord
soep,
dat
er
uitziet
als
spoeling.
Daarbij
is
het
nog
een
heeie
toer
ons
dit
weinige
te
bekomen
;
eerst
moet
men
in
de
rij
gaan
.staari
om
te
betalen
en
ee.i
kaart
te
krijgen
goed
%'oor
een
bord
soep;
dan
in
een
tweeda
rij
om
bord
en
iepel,
waarvoor
men
schter
een
of
ander
voorwerp
moet
in
pand
geven
;
het
pand
kan
men
dan
terughalen
bij
't
verla?ea
van
het
eet
huis,
vvaarbij
men
dan
ten
derde
male
in
de
rij
moet
gaan
staan.
Het
ergsie
is
volgecs
den
correspor-
dent
van
dit
blad,
dat
er
in
zoo'n
eet
huis
altijd
honderden
om
de
talels
zwer-.'en,
die
er
nog
slachter
aan
toe
zijn.
Hun
i.s
't
te
doen
om
de
re.s!jes
van
de
spoeiing.
Toch
is
er
volgens
het
lijd&chrift
De
Communislische
Internationale
nog
steeds
geen
hongersrsood
!
Zoolang
wij
geen
10
measchen
tegeiijk
acbtet
66a
rat
ziea
loopen,
aldus
deze
ondieren,
is
er
er
nog
geen
echte
hongersnood.
En
toch
worden
er
volgens
genoemd
blad,
stervende
paarden
aan
stukkesi
gesneden
en
opgegeten,
werdeiA
er
zelfs
menschen
opgegeten
!
O,
gelukkige
heilstaat
van
't
Com-
munisme
1
*
♦
*
Mat
den
dag
neemt
de
lersche
kivestie
scherper
vormsn
aan.
En
Ecgeland
schijnt
het
inderdaad
ernst
te
zijn
met
het
nemen
van
zijn
onlangs
aangekoadigde
dwangmaatrege-
len;
Steeds
meer
troepen
worden
over
lerland
uitgestort.
Twee
volledig
uitge-
ruste
oorlogsbodems
met
ieder
1000
man,
voorzien
van
Ipopgraafhelmen
en
gewereis,
zijn
in
leriand
aangekomen.
Verder
zija
er
nog
40
tanks
28
vlieg-
tuigen
in
lerland.
Niettemin
gaan
de
aanvallen
der
i>in
Feiners
geregeld
bun
gang.
Er
hebben
aanslagen
plaats
op
politieposten
op
kazernes,
op
de
kustwachten,
de
vuurtorens
en
zelfs
op
de
troepen.
Politiebeainbten
worden
vermoord,
dagelijks
leest
men
van
nieuwe
aanvallen
en
wat
doet
men
in
Londea
om
deuen
brand
te
blu^f
chen
Men
maakt
er
een
grocje
in
een
wijnglas
klaar!
Algemeen
toch
is
het
bekend,
dat
de
wet
voor
zelfbestuur
in
lerland
geen
genads
kan
vinden.
En
toch
discussieert
men
hierover
in
het
Engelsche
parlement
met
een
breed-
sprakigheid,
zooals
Duys
dit
den
iaatsten
tijd
doet
in
onze
Tweede
Kamer.
Hiermede
komen
we
natuurlijk
heel
weinig
aader
bij
de
oplossitig
dezer
gewichtige
kwestie.
*
*
De
Temps
maakt
melding
van
ernstige
onlmten
in
Italie.
In
de
provincie
Bar
is
een
landarbei-
dersstaking
uitgebroken.
Daarbij
zijn
incidenten
voorgekomen.
Op
verschil-
leside
plaatsen
is
de
algemeene
staking
afgekondigd.
Hier
en
daar
kwam
het
tot
botsingen,
waarbij
weer
dooden
te
betreuren
vielen.
Kunnen
we
de
Matin
geiooven,
dan
zal
het
toch
nog
tot
een
uitstel
der
Spa-Conferentie
koraen.
BANK-ASSOCIATIE
Wertheim
k
Gompertz
1834
ea
Credietvereenfging
1853
MaiiSuor
I^an^e
B«rcMstr.I4
Telefoon
503,
1929
en
2128
IBir>ecteiEr
B
EICIU¥Y
KAPITAAL
EN
RESERVEN
f
19.400.000
Koopen
en
verkoopen
Effecten.
-
Verwisselen
Coupons.
Vreemd
Geld
(van
het
dagelijksch
koersverloop
in
Duitsch
bank
en
andere
valuta
blijven
wij
steeds
op
de
hoogte).
Handelscredieten
-
Deposit©
-
Prolongatien
-
Beleeningen
Emissies
~
Incasso
op
Binnen-
en
Buitenland
-
Brandkluis.
243
Italie
heeft
dan
toch
nog
zijn
zin
gekregen.
De
conferentie
zal
waarschijn-
iijk
eerst
op
5
Juli
gehouden
worden.
Er
gaan
al
geruchten,
dat
er
geen
vast
bedrag
voor
de
schadeloosstelling
zal
bepaald
worden.
Dit
zou
een
succes
zijn
voor
Frankrijk.
*
«
♦
Naar
het
schijnt,
zyn
de
Rijksdagverkiezingen
in
Duitschland
kalm
verloopen.
C
e
offi-
cieele
uitslag
is
pas
op
20
of
22
Juni
a.s.
bekend.
B.
R.
Lucile
barstte
in
snikken
uit.
»
Het
knaapje
liet
zich
van
Rouvenats
knieen
glijden,
en
zich
aan
z^ne
moeder
yastklem-
mend.
zeide
hij
met
een
aandoen
ijke
stem:
—
Mama,
ge
huilt
weder,
zooals
gisteren
en
den
geheelen
nacht.
Wilt
ge
dan
altijd
^"Sle
nam
het
kind
in
hare
amen
en
drukte
het
teeder
aan
haar
hart.
Toen
Rou
venat
de
hand
reikend
sprak
zij:
—
Pierre,
mijn
eenige
vriend,
deze
arme
kleine
zal
weten,
wat
ge
voor
hem
gedaan
hebt
en
u
nimmer
vergeten.
Welaan,
ik
neem
uw
gift
voor
hem
aan.
Ik
dank
11,
ik
dank
u.
Lucile,
gaat
ge
naar
die
bergachtige
streek
terug?
_
Ja,
dat
is
mijn
plan.
—
't
Is
wel
ver.
,
.
_
Ja,
dat
is
zoo,
maar
ik
heb
er
een
weinig
rust
gevonden.
—
Dferbare
meesteres,
ik
wilde
u
ver-
zoeken,
mij
een
belofte
te
doen.
—
Welke,
Pierre?
—
Me
nu
en
dan
te
schrijven.
_
Ik
beloof
het
u.
,
■
...
—
En
als
ge
iets
noodig
hebt,
het
mij
te
doen
weten.
—
Ook
dat
beloof
ik
u,
Pierre
1
De
oogen
van
den
ouden
dienaar
schit-
terden
van
vreugde.
't
Was
bijna
twee
uur,
toen
hi]
er
aan
dacht
om
naar
Seuiilon
terug
te
keeren.
Het
afscheid
was
aandoenlijk.
XXL
Ben
Decembernacht.
—
Welk
een
braaf
en
edel
man!
dacht
Lucile,
'k
zal
hem
waarschijnlijk
nimmer
wederzien.
.
...
i
•
Des
avonds
betaalde
zi]
haar
vertermg,
en
te
acht
uur
verliet
zij
de
herberg,
tot
groote
verbazing
van
Papa
Bertaux,
die
maar
niet
kon
begrijpen,
dat
eene
vrouw
zoo
dwaas
kon
zijn,
om
in
een
winternacht
met
een
klein
kind
op
reis
te
gaan.
't
Was
voorwaar
een
groote
onvoorzichtig-
X
Vit
on»
Praathuis.
Van
en
om
de
anti
rtvolutie-wet-,
De
obstructie
der
sociaal-democraien
;
De
die-
pere
gronden
daarvan
\
Ergelijk
gezwam,
vooral
van
Duijs;
Demonstratieve
sta
kingen
in
Amsterdam,
Rotterdam
en
^sHage.
Het
is
algemeen
bekend,
dat
in
geen
land
ter
wereM
de
vrijheid
van
het
ge-
sptokea
en
geschreven
woord
166
groot
is
als
in
het
onze.
Wat
in
Duitschland
gebeuren
kan
onder
eea
sociaal-democratische
regeering,
die
de
vrijheid
van
ket
woord
en
de
vrijheid
der
pers
aan
eea
seker
volksdeel
ontnaiB,
is
hter
totaal
ODmogelijk.
Wat
lich
thans
in
Frankrijk
afspeelt,
de
in-hechtenis-ne-
ming
van
vakvereenigingsbsstuurslsdaa,
die
tot
algemeene
staking
hebben
aangespoord,
is
ondeakbaar
in
ons
vrijheidlievend
landja.
Wsit
in
de
Veieantgde
Staten
van
Ame-
rika
geschfedt,
waar
de
leiders
der
vak-
beweging
in
de
ggvangenls
worden
gestopt,
wanneer
xij
propageeten
wat
hier
byna
dagsi|ks
wofdt
verdedigd
door
de
Tribune,
kan
hier
niet
gebearea.
Kottom,
in
geen
eakel
land
beerscht
op
dit
punt
20o'n
groote
vrijheid
als
in
Nederland.
Die
groots
vrijheid
«ou
ons
uoodlottig
kunnen
worden.
Nederland
was
zoo
langKamerhand
een
broeinest
geword^n
van
revolationnaire
woeliagen.
De
regeeriag
was
verplicht
daartegen
op
te
tteden.
En
zij
deed
dat
door
de
indiening
eener
wel,
die
alleen
beoogt
te
voorkomen,
dat
politieke
raddraaiers
ons
land
zouden
kun
nen
stottea
in
de
ellende
eenet
revolutie.
De
Sociaal-democraten
en
de,
Commu
nisten
gaan
natuurlijk
hevig
tegen
dit
wetje
te
keer.
Toelstra
maakte
lyn
tweeds
vergissing-
toen
hij
vertv^Lchtte,
dat
algemeene
stakin,
gen
en
woaiingen
somden
verhinderen,
dat
dit
wetje
in
de
kamer
koa
behafideld
worden.
Van
algemeene
stskiogen
was
totaal
geen
sprake.
Nu
nam
men
xijn
toevlucht
tot
eea
an
der
middel
n.t.
dat
der
obstruct
i^.
Dit
komt
hier
op
neer,
dat
men
door
het
vragen
van
stemmingen
over
allerlei
onbenullige
saksn,
door
het
kletsen
over
dingen,
die
met
de
te
behandelen
zaak
niets
te
maken
hebben,
alien
voortgang
In
de
wetgeviDg
bijna
onmogelijk
maakt.
Dat
walgelijk
spelletje
is
de
votige
week
al
begonaen.
Het
heette
tosn,
dat
de
anti-
revolutiewet
tr.
spoedig
aan
de
orde
werd
gesteld.
De
gronden
der
obstructie
leggen
o.i.
echter
dieper.
De
S.
D.
A.
P.
komt
door
verschiilende
omstaadigheden
in
steeds
hachelijker
positie.
Sommen
we
slechts
ei-en
op:
de
nood-
lottige
vetgissing
van
Toelstra
in
Novem
ber
1918,
de
tosnesaende
actie
van
com-
aunisten,
het
steeds
moeielijker
worden
van
de
propaganda
onder
de
Roomsche
arbeiders,
het
sacces
van
het
vronwenkies-
recfat
voor
de
R,
K,
staatspatiij
—
zie
Maastricht
—
en
de
ingenomeaheid
van
bijna
het
geheele
Ned.
volk
met
de
soci
ale
wetten
van
dit
ministerie.
Uit
dit
malaise
g
e
V
0
e
1
groote
van
verbittering
vcort
bij
heid,
maar
eenmaal
het
zich
voorgenomen
hebbende,
redeneerde
Lucile
niet.
De
lucht
was
donker,
de
koude
scherp
en
doordringend.
Toen
zij
te
Fr6micourt
kwam,
begon
het
fijn
te
sneeuwen.
Zij
gingen
op
het
kerkhof.
Moeder
en
kind
knielden
op
een
graf,
daarna
op
een
ander.
Zij
bleven
er
ongeveer
tien
minuten.
De
sneeuw
begon
dichter
te
vallen.
Het
kind
beefde
van
de
koude,
zijne
tan-
den
klapper'den
op
elkander,
maar
het
hield
zich
goed.'
De
moeder
nam
het
in
hare
armen,
wikkelde
het
zoo
veel
mogelijk
in
een
punt
van
haar
wollendoeken
ging
den
weg
naar
Terroise
op.
Toen
zij
het
dorp
doorging,
kwam
bij
haar
de
gedachte
op,
er
dien
nacht
te
blijven,
maar
vreezende
herkend
te
worden,
zette
zij
de
reis
voort.
Moede
en
naar
adem
hijgende,
wilde
zij
het
kind
laten
loopen,
maar
zijne
door
de
koude
verstijfde
voetjes
konden
hem
niet
dragen.
Zij
nam
hem
weder
in
hare
armen;
hij
huilde
in
stilte.
Nu
begon
zij
ook
te
weenen;
zij
zag
in,
hoe
onvoorzichtig
zij
gehandeld
had.
't
Sneeuwde
voortdurend,
en
de
wesfen-
wind,
die
was
komen
opzetten,
joeg
haar
de
natte
vlokken
in
't
gelaat.
Elk
oogen-
blik
werd
haar
gezicht
beneveld,
en
de
hevige
windvlagen
wierpen
haar
bijna
om-
ver.
Zij
kwam
slechts
weinig
vqoruit
en
putte
hare
laatste
krachten
uit
in
den
strijd
tegen
de
losgebroken
elementen.
De
onge
lukkige
voelde
haar
kind
tegen
haarbibberen;
zij
hoorde
het
zacht
kreunen,
en
dat
ver-
scheurde
haar
het
hatt.
Zij
staarde
voor
zich
uit,
maar
bespeurde
nergenseen
men-
schelijk
wezen,
geen
enkele
plek,
waar
zij
kon
schuilen.
Een
vreeselijke
angst
folterde
haar.
Het
kind
slaakte
een
kreet,
en
zij
verschrok
hevig.
Zij
legde
het
ijskoude
gelaat
van
den
armen
kleine
tegen
het
hare
en
bedekte
het
met
hartstochtelijke
kussen.
—
Ik
wil
slapen,
stamelde
het
kind
nauwe-
lijks
hoorbaar.
Zfl
slaakte
een
akeligen
kreet
en
riep:
—
Vervloekt!
Vervloekt
1
Zij
deed
haar
omslagdoek
af;
zij
had
nog
sproot
een
deS.D.A.P.
Die
verbittering
is
eec
der
ware
oorra-
ken
van
de
obstructie.
Ga^rne
touden
tij
clen,
evecals
de
Com
munisten,
dat
de
L.
O.-wet
niet
meer
kon
worden
behandeld.
VandaKc
dat
walgelijk
gedoe
in
de
Kamer
Vooral
de
kampioen
-
grootschreeuwer
Duys
overtrof
daarbij
(ich
zelf
in
het
uitkrameu
van
onzin,
het
aaneenrijgen
van
gezwam,
h
t
gebruik
van
.scheldwoorden
en
het
bek
^
.ligen
van
zijn
medeledin
op
een
wijze,
zooals
men
dat
van
eea
fatsoen-
lijk
mensch
geheel
niet
vetwacht.
Deze
ieider
der
„bewusten"
heeft
urea
van
den
kostbaren
tijd
van
Kamer
6n
Ministers
„verkletst",
om
na
bijna
elke
interrnptie
opnleuw
af
te
loopen.
Hij
geceerde
zich
niet,
smalend
op
te
merkeo,
dat
Mgr.
No
lens
wel
in
een
prettige
stemming
zou
zijn
naar
aacleiding
van
de
heilig
vetkla-
ting
van
Jeanne
d'
Arc.
Daar
zooiets
—
aldus
Dnys
—
altijd
een
500
jaar
duurt,
til
2420
Mr.
Toelstra
aan
de
bcurt.
Kathoiieke
lexers,
kaoopt
dat
in
uw
cor.
Zoo
wordt
gespot
met
zaken,
die
ons
hei
lig
zijn.
Ons
Parlement
is
omgedoopt
in
een
praat-
of
kletshuis
I
Het
resnltaat
van
dese
poppekasletij
is,
dat
de
Lager-Onderwijswet
niet
kon
wor
den
afgehandeld
voor
het
antl-revolutie-
een
zwart
wollen
doekje
om
den
hals;
ook
dat
deed
zij
af
en
sloeg
het
om
den
hals
van
het
kind;
daarna
wikkelde
zij
het
in
den
omslagdoek,
een
kleine
opening
latende,
opdat
het
kon
ademhalen.
Maar
nu
had
zij
niets
meer
om,
dat
haar
tegen
de
felle
koude
kon
beschermen;
de
sneeuw
viel
in
haar
hals
en
liep,
lang-
zaani
smeltend,
als
ijs
over
haar
rug
en
haar
hijgende
borst.
De
koude
bevinghaar,
zij
voelde
hare
leden
verstijven.
Een
zojider-
ling
gegons
klonk
haar
in
de
ooren,
alsof
zij
in
de
verte
de
doodsklok
hoorde
luiden.
Haar
gezicht
werd
beneveld;
zij
meeade
grijnzende
spoken
voor
zich
op
den
weg
te
zien
dansen.
Toen
werd
zij
bang.
Ja,
zij
had
vrees,
vrees
voor
den
dood.
Zij
ademde
de
lucht
met
lange
teugen
in
en
riep
toenjin
wanhoop
zoo
hard
zij
kon:
—
Help
I^elp!
Het
fluiten
van
deu
wind
verdoofde
haar
stem.
Waggelend
deed
zij
nog
een
paar
schre-
den;
toen
werd
de
wolk,
die
haar
gezicht
benevelde,
dikker,
en
zij
zag
niets
meer.
Hare
knieen
knikten,
en
met
reutelende
stem
riep
zij
weder:
—
Vervloekt!
Zij
viel
dwars
over
den
weg,
zonder
haar
kind
los
te
laten,
dat
zij
in
de
verstijfde
armen
klemde.
De
schok
was
hevig,
en
de
kleine
werd
verschrikt
wakker.
Goed
beschermd
tegen
den
wind,
de
sneeuw
en
de
koude
was
hij
een
weinig
warm
geworden.
De
schomme-
ling
van
het
gaan
niet
meer
voelende,
deed
hij
den
doek
op
zijde
en
keek
rond;
hij
zag
zijne
moeder
bewegingloos
in
de
sneeuw
liggen.
Hij
slaakte
hartroerende
kreten
;
maar,
er
was
in
dat
verlaten
oord
niemand,
die
hem
kon
hooren.
Doch
alsof
de
elementen
hun
woede
had-
den
gekoeld
en
thans
bevredigd
waren,
hield
het
op
met
sneeuwen,
een
laatste
windvlaag
dwarrelde
over
moeder
en
kind,
en
de
storm
ging
voorbij,
om
op
een
andere
plaats
zijn
kracht
te
doen
gevoelen.
Twee
wagens,
door
vreeselijk
magere
paarden
getrokken,
kwamen
langzaam
aan-
sukkelen.
De.
slecht
beslagen
feoeven
der
paarden
zonken
in
de
sneeuw
of
gleden
uit
op
de
plekken,
van
waar
de
wind
de
sneeuw
had
weggevaagd.
Die
twee
rijtuigen
be-
hoordej^aan
kunstenmakers,
die,
van
een
k,ermi^omende,
zich
naar
Gray
begaven.
/
In
het
eerste
rijtuig
lagen
mannen,
vrouwen
en
kinderen,
gewikkeld
in
oude
mantels,
versleten
wollen
dekens,
stukken
goed
en
lappen
van
allerlei
kleuren,
door
elkander,
de
een
op
een
dunne
matras,
de
ander
op
stroo.
't
Was
een
grillig
mengsel
van
oude
en
jonge
gezichten,
eer
leelijk
dan
schoon,
van
sombere
blikken,
door
het
lijden
of
zorgen
misvormde
trekken
—
en
van
zorge-
looze
vroolijicheid
of
stompe
onverschillig-
heid;
kortom,
een
bedroevend
beeld
van
kommer
en
ellende.
Ja,
waarlijk,
armoede
en
ellende
hadden
die
als
uit
de
maatschappij
gestooten
man
nen
en
vrouwen
bij
elkander
gebracht.
Maar
de
geheele
troep
was
niet
in
het
rfltuig.
Twee
mannen,
van
welke
deoudste
dertig
jaar
kon
zijn,
liepen
met
de
handen
in
de
zakken
en
gebogen
hootd,
op
zoo
korten
afstand
voor
het
eerste
paard,
dat
zij
nu
en
dan
den
warmen
adem
uit
zijne
neusgaten
voelden.
Onder
het
loopen
praatten
zij.
ZiS
hadden
het
over
hun
treurig
lot.
■
De
oudste
was
de
paljas,
de
speelbal
van
den
troep,
die
de
schoppen
van
den
een,
de
scheldwoorden
van
den
ander
moest
verdragen
—
en
allerlei
dwaasheden
moest
vertoonen,
om
het
publiek
te
vermaken.
De
ander,
een
groote
ven
van
ongeveer
vijf-en-twintig
jaar,
was
de
voornaamste
persoon
van
den
troep.
Hij
had
kort
haar
en
een
knevel.
Zij
metgezel
daarentegen
had
een
geheel
baardeloos
gelaat
en
lang
haar,
dat
rondom
zijn
hoofd
op
zijne
schouders
viel.
Zoo
verwaand
en
tevreden
met
zichzelven
de
jongste
er
uitzag,
zoo
bescheiden,
schroom
vallig
en
troosteloos
scheen
de
ander.
Om
zflne
lippen
lag
een
trek
van
bitterheid,
in
zijn
blik
iets
droevigs
en
gelatens.
Hoe
laag
hij
ook
gezonken
mocht
zijn,
had
de
onge
lukkige
niet
alle
gevoel
van
eigenwaarde
verloren;
er
was
nog
iets
van
den
mensch
in
iiem
overgebleven.
—
Je
klaagt,
paljas,
zei
de
jongste,
het
gesprek
voortzettende,
en
even
wel
heb
je
bijna
alle
dagen
te
eten;
als
de
ontvangst
goed
is
geweest,
krflg
je
even
goed
als
ik
je
half
pintje
wijn
en
je
kop
koffie.
—
Ja;
maar
ik
klaag,
omdat
ik
niet
voor
dit
ellendige
beroep
ben
in
de
wieg
gelegd.
—
Ei,
ei,
vriendje,
mevrouw
je
moeder
was
zeker
eene
prinses
?
—
Neen,
maar
zij
was
eene
eerlqke,
brave
vrouw.
—
Zoo
zoo,
kameraadi
Je
acht
je
er
dus
door
vernederd,
dat
je,
als
we
de
tent
er-
gens
hebben
opgeslagen,
op
't
theater
je
grappen
vertoont,
om
volk
te
lokken.
—
Neen;
maar't
bevalt
me
niet,;
'k
zou
liever
iets
anders
doen.
—
Ken
je
iets
anders?
—
Helaas,
neen
I
Maar
'k
heb
schoolge-
gaan
en
kan
lezen
en
schrijven.
—
Dat
kan
tegenwoordig
iedereen,
maar
't
is
niet
voldoende,
men
moet
talent
hebben.
Denk
je,
dat
ik
niet
heb
moeten
werken,
om't
zoo
ver
te
brengen,
de
eerste
acteur
te
worden
bij
den
troep
van
papa
Crocquefeur.
—
Talent!
Dat
heb
ik
misschien
ook,
zei
de
paljas
bedeesd.
De
ander
haalde
lachend
de
schouders
op.
—
ja,
je
hebt
het
op
school
ver
gebracht,
gaf
hij
spottend
ten
antwoord.
—
Ben
jij
soms
doctor
in
de
letteren
?
—
Neen,
maar
ik
kan
Latijn
lezen.
Nu
kon
de
paljas
op
zijn
beurt
een
glim-
lach
niet
bedwingen.
—
Maar
laat
eens
hooren,
wat
zou
jewel
wenschen?
vroeg
de
eerste
acteur.
—
Ik
wou,
dat
ik
voor
eigen
rekening
iets
kon
beginnen.
—
Dan
ging
je
zeker
handelen
?
—
'k
Heb
geen
verstand
van
negotie.
Ik
zou
een
klein
rijtuig
willen
hebben
met
een
paard,
een
muilezel,
of
anders
maar
een
gewonen
ezel.
—
Je
verlangt
nog
al
niet
veel.
En
wou
je
daarmee
beghinen?
—
Dan
moet
ik
nog
een
dozqn
gekleede
marionetten
hebben,
die
ik
sprekende
zou
opvoeren,
om
van
dorp
tot
dorp
te
trekken
om
de
kinderen
te
vermaken.