Tekstweergave van ECH1920_0609_00001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Hyoetisdlag S Jnni 19211 Telegr.-Adres: .Echo" Dit BM fOTseiiiJiit Wo0ngd'if,ea^ ' u jt AboaEsmeestspri^s f H.OO p.. kwartaal U it ge ver: J ob . J . van L i n dert, G ay k NKDE&LAND ill] E]€HO VAN 39sf© Jaapgang Nom 39 PrSIs der Adv«fton«ISn 15 cS. per regel pUft n cp abonnements- advet^»atien Etantnerkelu'ke rednctie. VAN CUYK Tclcfoon No 7 LAND VAN CUYK m, die zich met idsu'!; 1 'wH op blart abosmrciiicu, d6 tot dien datura versfhijaende Biimmers GRATIS. Be Uitgever, Aan onze Roomsche Arbeiders. ' De roode benden komen in be- roering. Meetings en manifesten moesten de massa des volks bang maken met de anti-revolutiewet. In de Tweede Kamer zijn ze bezig met schelden en schreeuwen om alien arbeid onmogelijk te maken. Socialisten en communisten zijn nu broederlijk eensgezind. Samen willen ze de kans open houden om het op een goeden dag nog eens te probeeren met een revo- lutie. Wij, Nederlanders, zijn daarvan niet gediend. Wij, Nederlandsche arbeiders, wij willen geen revolutie. Revolutie is de tyrannic van een minderheid. Wij willen niet geregeerd worden door een kleine roode bende. Revolutie is de onderdrukking van al onze volksrechten, het ontnemen van onze vrijheden. Wij willen onze rechten en vrijheden behouden, de rechten en vrijheden van ons volk. Maar wij ontzeggen Troelstra het recht van revolutie. Daartoe geven wij hem de vrijheid niet. Wii willen rust en orde. Wij willen, dat Nederland, dat met zijn sociale wetten en maatregelen het eerste land der wereld is, dat alle landen voorbijstreeft, waar socialisten de macht hebben, die plaats blijve innemen. De Nederlandsche arbeiders zien met minachting neer op de straat- jongenspolitiek, die de roode groepen in de Tweede Kamer vertoonen. En als Troelstra de arbeiders op- roept om hem te steunen in zijn obstructiewerk, dan laat de massa hem staan in zijn hemd ... of in het boetekleed van November 1918., Om hun houding goed te praten, zullen de roode leiders dezer dagen weer een stroom van volksmisleiding over Nederland doen vloeien. Maar als Troelstra meent, het yolk nog te kunnen bedriegen, als hij de arbeiders vopr te dom houdt om zijn beweringen als roode leugens te her- kennen, als hij meent, dat alle arbeiders „slavenzielen" hebben, zooals er zooveel duizenden zijn bij N.V.V. of N.A.S., als hij meent, datde Nederlandsche arbeiders in staking zullen gaan op een teeken van Troelstra's zweep, dan vergist hij zich weer. De Nederlandsche arbeiders willen geen obstructie en geen revolutie, maar ernstig en krachtig arbeiden om ons heele volk te brengen tot grootere welvaart en hooger geluk. HetBureau voor de R.K.Vakorganisatie. J. VAN RIJZEWIJK, Voorzitter. A. C. DE BRUIJN, Sec*etaris. Feuilleton van ,.De Echo" Op de Goiven des Leveos. (26) Herinnering: Pierre Rouvenat heeft een be- Eoek gebracht aan Lucile en haar kind, die onder zeer armoedige omstandigheden leven. Rouvenat vraagt zijn raeester een deel van hefgeen deze hem schuidig is voor bewezen diensten om daarmede Lucila uit haren nood te gaan verlossen. Het gelaat van den ouden dienaar ver- helderde. - j , i 1 Hij sloot de kist weer en gaf den sleutel aan zijn meester. * Deze deed hem geen enkele vraag en net niet bemerken, dat hij zijn plan had geraden. Eenige oogenblikken later verw^derde Rouvenat zich met zijn schat, dien hij onder zijn hoofdkussen verborg. Hij ging vroeg naar bed, maar ken den geheelen nacht geen oog sluiten. Alt^d zag hu Lucile en haar kind voor zich en gedijrig meende hij den wanhopigen kreet van zijne ongelukkige meesteres te hooren: , , _ Ik ben vervloekt! Ik ben vervloekt! BQ het aanbreken van den dag stond hij op, stopte de rollen goud in al zijne zakken en ging, evenals den vorigen dag zonder iets te zeggen, naar op weg Saint-Irun. Luciie verwachtte hem. De kleine Edmond, die hem dadelijk herkende, strekte de armpjes naar hem uit. ^ ^ Lieve kleme, zei Rouvenat, hem teeder aan zijn hart drukkend, 'kheb den geheelen nacht aan je gedacht; evenmin als je moeder, zal ik je ooit vergeten. In afwachting, dat ik je zal zien loopen enspelenin develden van Seuiilon, heb ik iets voor je meegebracht. Hii ging zitten, zette het kind op zflne knieen en ledigde zijne zakken in den schoot der jonge moeder. Pierre, je hebt mi] verraden! nep zij. Neem dat goud terug, ik wil het niet. Ik heb je reeds gezegd, dat ik niets van mfln vader wiide aannemen. . ~ Dat goud is het mijne, Lucile, ant- woprdde Rouvenat fier; ik licb het met *** Wie wel, wie niet? Wie mag 't wel, wie mag 't niet ? Dat is men geneigd te vragen, wanneer men de herrie van de socialis ­ ten tegen het anti-revolutie-wetje in ons land in verband beschouwt met hetgeen er in Duitschland omgaat. Wij hebben hier een christelijke regeering, die dank zij haar energiek werken Nederland in de eerste rijen doet staan op het gebied van sociale wetgeying. Die regeering wil de vrijheid van 't volk waarborgen, wil den toeleg eener bloeddorstige bende fnuiken. Zij mag dat niet volgens de socia ­ listen en hun hoofdorgaan Het Volk, dat Zaterdag^ o.m, schi'eef: „De betoogingen tegen het anti- „revolutie-ontwerp moeten tot een „indrukwekkend protest der arbeiders- „klasse tegen de kneveling van haren „strijd worden. „In massa naar de meetings !" Duitschland wordt geregeerd in socialistisch-republikeinschen geest. De Duitsche rijkskanselier, de sociaal-democraat Mtiller zeide in de Duitsche volksvertegenwoordiging; „Het is mogelijk, dat ontslagen officieren aan een Putsch denken"_, „Inrekenen", riependaarop de sociaal- democraten en communisten van den -Rijksdag. „Zeker, ieder, dien we te pakken kunnen krijgen, zullen we inrekenen..." zeide de Rijkskanselier, de sociaal- democraat Miiller. En dit bericht neemt Het Volk met instemming op. - In ons land mag de regeering dus niet optreden tegen hen, die een revolutie voorbereiden en er een begin van uitvoering aan geven. In Duitschland mag men de arresta- tie van de aanleggers reeds eischen, wanneer er gedacht wordt aan een „Putsch". Maar we begrijpen het. Nederland heeft een Christelijke regeering en Duitschland een Socialis- tische! 1 Buitenlandi Algemeen Overzicht. De Rflsstsclie heilstaat; De vrede met Hongar^e en ziin gcTol- scen;' Oe boy cot over Hongarije; Een raisdadlge opzet; 0e economische nood in Eusland; In lerSaad geweld te^en geweld; Ernstige onlusten in ItaliS ; Citstel der Spa-confereutie; Oe Duitsche RijfesdagverliieziBgen. Sinds 10 December '19 was er al geen „vrede" meer geteekend. Thans heeft de viedes-machine weer zoo'n gedrocht afgewerkt e.1, de hrede met Hengarije. Vrijdagmiddag om half vijf heeft de plechtigheid der onderteekeaicg te Ver ­ sailles plaats gehali. De gevolgen der onderteekening zul ­ len voor het trotsche en dappere Hos- gaarsche volk awaar zijn om te dragen, maar de gesllieerden hebbec het voor- gehouden, dat het Hongarea zija ge- weest, die de hand niet hebben tegen- gehouden, die in 1914 de lont wierp in het tot den rand toe gevulde kruitvat. Aanvankelijk heette het, dat geen enkele Hongsarfjche staatyrniin I" kind^n sou zijn om die harde voorwaard.en te onderteekenen. De laatste wejien hebben ons Hongarije doen zien, als eeii visch spartelende aan kst vangsnoer. De re ­ geering in Boedapest heeft tegenvoor- sEellen gedaan, waarvart het voomaamste was, dat althans een volksstemming in de Hongaarsche kroonlanden zou worden gehouden om het begiosel van selfbe- schikkiagsrecht te eerbsecligen. Doch deze en andere eischen sijn van de hand gewezec. De weinige tegeinoetkomingen \ die Hongarije ten slotte gekregeti heeft, I zinken in 't niet bij de cfieris, dis het j brengen moet ! De bevoiking gsat terug van 21 mil- | lioen op 10 millioen zielen. j In economisch opacicht zal HoKgatije , voortaan een iandbouwstaat zijn. Etts- j en kolenmijnen xqn het afgenomen, zijn j voornaamste induitrieplaatsen iiggesa over de nieuwe iandsgreszeo, en een eigen uitweg naar de zee heeit het niet meer. Zelfs het girootste deel van zijn bosschen ziet het in andere handen overgaan. Geen wonder, dat de 46 Junitoteen nationale rouwdag werd. Hotjgarije siaat nu een iiieuwe blad- zijde van zijti geschiedenis op. En die eerste bladzijde dreigt al weer met rouw te worden omfloerst. Hongarije heeft 't voorrecht een Christelijke regeeriug te bezitten, die met vasie hand het zwaar beproefde land weer een betere toekomst wil verschafJen. Maar zoo zeggen de roode volksmisleiders de regeeriag tyranniseert de bevolking. Er zoudeH massa-moorden plaats hebben vooral op arbeiders. Het Internationaal Verbond van Vak- vereenigingcn heeft nu de boycot over Hongarije uitgesproken. In een manifest „aan de arbeiders aller landen" worden de mak- kers aangespoord van af 20 Juni a.s. geen enkeien arbeid meer voor Hongarije te verrichten. Dit beteekent een misdaad tegen het Hongaarsche volk, dat staat aan den rand van deh afgrond. Het is een misdaad, al was 't alieen maar, omdat het motief van den c^nef: reeds een ratsleiding, een leugen is. De Ned. journalist G. Nijpeis, die toch niet ver- dacht mag worden bevooroordeeld te zija ten gunste eener kathoiieke regee ­ ring, schrijft in het Handelsblad na een iangdurig verbiijf in Hongarije, dat van alle praatjes over vervolgingen niets waar is. Maar om de waarheid gaat 'i: hler blijkbasr niet. En *t proletariaat, aan wien deze in Multatuliaanschen stijl gestelde oproep gericht is, vraagt daar ook al weinig naar. Zooiets gaat er in ala ni^uw. Wat echler niet beteekent, dat we een slagen van den grootscheepschen opzet verwachten. if * In de Fraukforter Ztg. IcEcn we weer eenige treffeode staaltjes over den economischen nood in Rusland. Daarki wordt o.m. verteld van het groote communistische eethuis, dat in het vroagere restaurant de Beer te Petersburg gevestigd is. Er worden nu dagelijks meer dan werken verdiend, en het recht toekennfen, geven, je zult mij, hoop ik, het aan uw kind te 3000 menschen gevoed in de Beer; maar wat een voedsei! Een stuk slecht brood met een bord soep, dat er uitziet als spoeling. Daarbij is het nog een heeie toer ons dit weinige te bekomen ; eerst moet men in de rij gaan .staari om te betalen en ee.i kaart te krijgen goed %'oor een bord soep; dan in een tweeda rij om bord en iepel, waarvoor men schter een of ander voorwerp moet in pand geven ; het pand kan men dan terughalen bij 't verla?ea van het eet ­ huis, vvaarbij men dan ten derde male in de rij moet gaan staan. Het ergsie is volgecs den correspor- dent van dit blad, dat er in zoo'n eet ­ huis altijd honderden om de talels zwer-.'en, die er nog slachter aan toe zijn. Hun i.s 't te doen om de re.s!jes van de spoeiing. Toch is er volgens het lijd&chrift De Communislische Internationale nog steeds geen hongersrsood ! Zoolang wij geen 10 measchen tegeiijk acbtet 66a rat ziea loopen, aldus deze ondieren, is er er nog geen echte hongersnood. En toch worden er volgens genoemd blad, stervende paarden aan stukkesi gesneden en opgegeten, werdeiA er zelfs menschen opgegeten ! O, gelukkige heilstaat van 't Com- munisme 1 * * Mat den dag neemt de lersche kivestie scherper vormsn aan. En Ecgeland schijnt het inderdaad ernst te zijn met het nemen van zijn onlangs aangekoadigde dwangmaatrege- len; Steeds meer troepen worden over lerland uitgestort. Twee volledig uitge- ruste oorlogsbodems met ieder 1000 man, voorzien van Ipopgraafhelmen en gewereis, zijn in leriand aangekomen. Verder zija er nog 40 tanks 28 vlieg- tuigen in lerland. Niettemin gaan de aanvallen der i>in Feiners geregeld bun gang. Er hebben aanslagen plaats op politieposten op kazernes, op de kustwachten, de vuurtorens en zelfs op de troepen. Politiebeainbten worden vermoord, dagelijks leest men van nieuwe aanvallen en wat doet men in Londea om deuen brand te blu^f chen Men maakt er een grocje in een wijnglas klaar! Algemeen toch is het bekend, dat de wet voor zelfbestuur in lerland geen genads kan vinden. En toch discussieert men hierover in het Engelsche parlement met een breed- sprakigheid, zooals Duys dit den iaatsten tijd doet in onze Tweede Kamer. Hiermede komen we natuurlijk heel weinig aader bij de oplossitig dezer gewichtige kwestie. * * De Temps maakt melding van ernstige onlmten in Italie. In de provincie Bar is een landarbei- dersstaking uitgebroken. Daarbij zijn incidenten voorgekomen. Op verschil- leside plaatsen is de algemeene staking afgekondigd. Hier en daar kwam het tot botsingen, waarbij weer dooden te betreuren vielen. Kunnen we de Matin geiooven, dan zal het toch nog tot een uitstel der Spa-Conferentie koraen. BANK-ASSOCIATIE Wertheim k Gompertz 1834 ea Credietvereenfging 1853 MaiiSuor I^an^e B«rcMstr.I4 Telefoon 503, 1929 en 2128 IBir>ecteiEr B EICIU¥Y KAPITAAL EN RESERVEN f 19.400.000 Koopen en verkoopen Effecten. - Verwisselen Coupons. Vreemd Geld (van het dagelijksch koersverloop in Duitsch bank en andere valuta blijven wij steeds op de hoogte). Handelscredieten - Deposit© - Prolongatien - Beleeningen Emissies ~ Incasso op Binnen- en Buitenland - Brandkluis. 243 Italie heeft dan toch nog zijn zin gekregen. De conferentie zal waarschijn- iijk eerst op 5 Juli gehouden worden. Er gaan al geruchten, dat er geen vast bedrag voor de schadeloosstelling zal bepaald worden. Dit zou een succes zijn voor Frankrijk. * « Naar het schijnt, zyn de Rijksdagverkiezingen in Duitschland kalm verloopen. C e offi- cieele uitslag is pas op 20 of 22 Juni a.s. bekend. B. R. Lucile barstte in snikken uit. » Het knaapje liet zich van Rouvenats knieen glijden, en zich aan z^ne moeder yastklem- mend. zeide hij met een aandoen ijke stem: Mama, ge huilt weder, zooals gisteren en den geheelen nacht. Wilt ge dan altijd ^"Sle nam het kind in hare amen en drukte het teeder aan haar hart. Toen Rou ­ venat de hand reikend sprak zij: Pierre, mijn eenige vriend, deze arme kleine zal weten, wat ge voor hem gedaan hebt en u nimmer vergeten. Welaan, ik neem uw gift voor hem aan. Ik dank 11, ik dank u. Lucile, gaat ge naar die bergachtige streek terug? _ Ja, dat is mijn plan. 't Is wel ver. , . _ Ja, dat is zoo, maar ik heb er een weinig rust gevonden. Dferbare meesteres, ik wilde u ver- zoeken, mij een belofte te doen. Welke, Pierre? Me nu en dan te schrijven. _ Ik beloof het u. , ... En als ge iets noodig hebt, het mij te doen weten. Ook dat beloof ik u, Pierre 1 De oogen van den ouden dienaar schit- terden van vreugde. 't Was bijna twee uur, toen hi] er aan dacht om naar Seuiilon terug te keeren. Het afscheid was aandoenlijk. XXL Ben Decembernacht. Welk een braaf en edel man! dacht Lucile, 'k zal hem waarschijnlijk nimmer wederzien. . ... i Des avonds betaalde zi] haar vertermg, en te acht uur verliet zij de herberg, tot groote verbazing van Papa Bertaux, die maar niet kon begrijpen, dat eene vrouw zoo dwaas kon zijn, om in een winternacht met een klein kind op reis te gaan. 't Was voorwaar een groote onvoorzichtig- X Vit on» Praathuis. Van en om de anti rtvolutie-wet-, De obstructie der sociaal-democraien ; De die- pere gronden daarvan \ Ergelijk gezwam, vooral van Duijs; Demonstratieve sta kingen in Amsterdam, Rotterdam en ^sHage. Het is algemeen bekend, dat in geen land ter wereM de vrijheid van het ge- sptokea en geschreven woord 166 groot is als in het onze. Wat in Duitschland gebeuren kan onder eea sociaal-democratische regeering, die de vrijheid van ket woord en de vrijheid der pers aan eea seker volksdeel ontnaiB, is hter totaal ODmogelijk. Wat lich thans in Frankrijk afspeelt, de in-hechtenis-ne- ming van vakvereenigingsbsstuurslsdaa, die tot algemeene staking hebben aangespoord, is ondeakbaar in ons vrijheidlievend landja. Wsit in de Veieantgde Staten van Ame- rika geschfedt, waar de leiders der vak- beweging in de ggvangenls worden gestopt, wanneer xij propageeten wat hier byna dagsi|ks wofdt verdedigd door de Tribune, kan hier niet gebearea. Kottom, in geen eakel land beerscht op dit punt 20o'n groote vrijheid als in Nederland. Die groots vrijheid «ou ons uoodlottig kunnen worden. Nederland was zoo langKamerhand een broeinest geword^n van revolationnaire woeliagen. De regeeriag was verplicht daartegen op te tteden. En zij deed dat door de indiening eener wel, die alleen beoogt te voorkomen, dat politieke raddraaiers ons land zouden kun ­ nen stottea in de ellende eenet revolutie. De Sociaal-democraten en de, Commu ­ nisten gaan natuurlijk hevig tegen dit wetje te keer. Toelstra maakte lyn tweeds vergissing- toen hij vertv^Lchtte, dat algemeene stakin, gen en woaiingen somden verhinderen, dat dit wetje in de kamer koa behafideld worden. Van algemeene stskiogen was totaal geen sprake. Nu nam men xijn toevlucht tot eea an ­ der middel n.t. dat der obstruct i^. Dit komt hier op neer, dat men door het vragen van stemmingen over allerlei onbenullige saksn, door het kletsen over dingen, die met de te behandelen zaak niets te maken hebben, alien voortgang In de wetgeviDg bijna onmogelijk maakt. Dat walgelijk spelletje is de votige week al begonaen. Het heette tosn, dat de anti- revolutiewet tr. spoedig aan de orde werd gesteld. De gronden der obstructie leggen o.i. echter dieper. De S. D. A. P. komt door verschiilende omstaadigheden in steeds hachelijker positie. Sommen we slechts ei-en op: de nood- lottige vetgissing van Toelstra in Novem ­ ber 1918, de tosnesaende actie van com- aunisten, het steeds moeielijker worden van de propaganda onder de Roomsche arbeiders, het sacces van het vronwenkies- recfat voor de R, K, staatspatiij zie Maastricht en de ingenomeaheid van bijna het geheele Ned. volk met de soci ­ ale wetten van dit ministerie. Uit dit malaise g e V 0 e 1 groote van verbittering vcort bij heid, maar eenmaal het zich voorgenomen hebbende, redeneerde Lucile niet. De lucht was donker, de koude scherp en doordringend. Toen zij te Fr6micourt kwam, begon het fijn te sneeuwen. Zij gingen op het kerkhof. Moeder en kind knielden op een graf, daarna op een ander. Zij bleven er ongeveer tien minuten. De sneeuw begon dichter te vallen. Het kind beefde van de koude, zijne tan- den klapper'den op elkander, maar het hield zich goed.' De moeder nam het in hare armen, wikkelde het zoo veel mogelijk in een punt van haar wollendoeken ging den weg naar Terroise op. Toen zij het dorp doorging, kwam bij haar de gedachte op, er dien nacht te blijven, maar vreezende herkend te worden, zette zij de reis voort. Moede en naar adem hijgende, wilde zij het kind laten loopen, maar zijne door de koude verstijfde voetjes konden hem niet dragen. Zij nam hem weder in hare armen; hij huilde in stilte. Nu begon zij ook te weenen; zij zag in, hoe onvoorzichtig zij gehandeld had. 't Sneeuwde voortdurend, en de wesfen- wind, die was komen opzetten, joeg haar de natte vlokken in 't gelaat. Elk oogen- blik werd haar gezicht beneveld, en de hevige windvlagen wierpen haar bijna om- ver. Zij kwam slechts weinig vqoruit en putte hare laatste krachten uit in den strijd tegen de losgebroken elementen. De onge ­ lukkige voelde haar kind tegen haarbibberen; zij hoorde het zacht kreunen, en dat ver- scheurde haar het hatt. Zij staarde voor zich uit, maar bespeurde nergenseen men- schelijk wezen, geen enkele plek, waar zij kon schuilen. Een vreeselijke angst folterde haar. Het kind slaakte een kreet, en zij verschrok hevig. Zij legde het ijskoude gelaat van den armen kleine tegen het hare en bedekte het met hartstochtelijke kussen. Ik wil slapen, stamelde het kind nauwe- lijks hoorbaar. Zfl slaakte een akeligen kreet en riep: Vervloekt! Vervloekt 1 Zij deed haar omslagdoek af; zij had nog sproot een deS.D.A.P. Die verbittering is eec der ware oorra- ken van de obstructie. Ga^rne touden tij clen, evecals de Com ­ munisten, dat de L. O.-wet niet meer kon worden behandeld. VandaKc dat walgelijk gedoe in de Kamer Vooral de kampioen - grootschreeuwer Duys overtrof daarbij (ich zelf in het uitkrameu van onzin, het aaneenrijgen van gezwam, h t gebruik van .scheldwoorden en het bek ^ .ligen van zijn medeledin op een wijze, zooals men dat van eea fatsoen- lijk mensch geheel niet vetwacht. Deze ieider der „bewusten" heeft urea van den kostbaren tijd van Kamer 6n Ministers „verkletst", om na bijna elke interrnptie opnleuw af te loopen. Hij geceerde zich niet, smalend op te merkeo, dat Mgr. No ­ lens wel in een prettige stemming zou zijn naar aacleiding van de heilig vetkla- ting van Jeanne d' Arc. Daar zooiets aldus Dnys altijd een 500 jaar duurt, til 2420 Mr. Toelstra aan de bcurt. Kathoiieke lexers, kaoopt dat in uw cor. Zoo wordt gespot met zaken, die ons hei ­ lig zijn. Ons Parlement is omgedoopt in een praat- of kletshuis I Het resnltaat van dese poppekasletij is, dat de Lager-Onderwijswet niet kon wor ­ den afgehandeld voor het antl-revolutie- een zwart wollen doekje om den hals; ook dat deed zij af en sloeg het om den hals van het kind; daarna wikkelde zij het in den omslagdoek, een kleine opening latende, opdat het kon ademhalen. Maar nu had zij niets meer om, dat haar tegen de felle koude kon beschermen; de sneeuw viel in haar hals en liep, lang- zaani smeltend, als ijs over haar rug en haar hijgende borst. De koude bevinghaar, zij voelde hare leden verstijven. Een zojider- ling gegons klonk haar in de ooren, alsof zij in de verte de doodsklok hoorde luiden. Haar gezicht werd beneveld; zij meeade grijnzende spoken voor zich op den weg te zien dansen. Toen werd zij bang. Ja, zij had vrees, vrees voor den dood. Zij ademde de lucht met lange teugen in en riep toenjin wanhoop zoo hard zij kon: Help I^elp! Het fluiten van deu wind verdoofde haar stem. Waggelend deed zij nog een paar schre- den; toen werd de wolk, die haar gezicht benevelde, dikker, en zij zag niets meer. Hare knieen knikten, en met reutelende stem riep zij weder: Vervloekt! Zij viel dwars over den weg, zonder haar kind los te laten, dat zij in de verstijfde armen klemde. De schok was hevig, en de kleine werd verschrikt wakker. Goed beschermd tegen den wind, de sneeuw en de koude was hij een weinig warm geworden. De schomme- ling van het gaan niet meer voelende, deed hij den doek op zijde en keek rond; hij zag zijne moeder bewegingloos in de sneeuw liggen. Hij slaakte hartroerende kreten ; maar, er was in dat verlaten oord niemand, die hem kon hooren. Doch alsof de elementen hun woede had- den gekoeld en thans bevredigd waren, hield het op met sneeuwen, een laatste windvlaag dwarrelde over moeder en kind, en de storm ging voorbij, om op een andere plaats zijn kracht te doen gevoelen. Twee wagens, door vreeselijk magere paarden getrokken, kwamen langzaam aan- sukkelen. De. slecht beslagen feoeven der paarden zonken in de sneeuw of gleden uit op de plekken, van waar de wind de sneeuw had weggevaagd. Die twee rijtuigen be- hoordej^aan kunstenmakers, die, van een k,ermi^omende, zich naar Gray begaven. / In het eerste rijtuig lagen mannen, vrouwen en kinderen, gewikkeld in oude mantels, versleten wollen dekens, stukken goed en lappen van allerlei kleuren, door elkander, de een op een dunne matras, de ander op stroo. 't Was een grillig mengsel van oude en jonge gezichten, eer leelijk dan schoon, van sombere blikken, door het lijden of zorgen misvormde trekken en van zorge- looze vroolijicheid of stompe onverschillig- heid; kortom, een bedroevend beeld van kommer en ellende. Ja, waarlijk, armoede en ellende hadden die als uit de maatschappij gestooten man nen en vrouwen bij elkander gebracht. Maar de geheele troep was niet in het rfltuig. Twee mannen, van welke deoudste dertig jaar kon zijn, liepen met de handen in de zakken en gebogen hootd, op zoo korten afstand voor het eerste paard, dat zij nu en dan den warmen adem uit zijne neusgaten voelden. Onder het loopen praatten zij. ZiS hadden het over hun treurig lot. De oudste was de paljas, de speelbal van den troep, die de schoppen van den een, de scheldwoorden van den ander moest verdragen en allerlei dwaasheden moest vertoonen, om het publiek te vermaken. De ander, een groote ven van ongeveer vijf-en-twintig jaar, was de voornaamste persoon van den troep. Hij had kort haar en een knevel. Zij metgezel daarentegen had een geheel baardeloos gelaat en lang haar, dat rondom zijn hoofd op zijne schouders viel. Zoo verwaand en tevreden met zichzelven de jongste er uitzag, zoo bescheiden, schroom vallig en troosteloos scheen de ander. Om zflne lippen lag een trek van bitterheid, in zijn blik iets droevigs en gelatens. Hoe laag hij ook gezonken mocht zijn, had de onge lukkige niet alle gevoel van eigenwaarde verloren; er was nog iets van den mensch in iiem overgebleven. Je klaagt, paljas, zei de jongste, het gesprek voortzettende, en even wel heb je bijna alle dagen te eten; als de ontvangst goed is geweest, krflg je even goed als ik je half pintje wijn en je kop koffie. Ja; maar ik klaag, omdat ik niet voor dit ellendige beroep ben in de wieg gelegd. Ei, ei, vriendje, mevrouw je moeder was zeker eene prinses ? Neen, maar zij was eene eerlqke, brave vrouw. Zoo zoo, kameraadi Je acht je er dus door vernederd, dat je, als we de tent er- gens hebben opgeslagen, op 't theater je grappen vertoont, om volk te lokken. Neen; maar't bevalt me niet,; 'k zou liever iets anders doen. Ken je iets anders? Helaas, neen I Maar 'k heb schoolge- gaan en kan lezen en schrijven. Dat kan tegenwoordig iedereen, maar 't is niet voldoende, men moet talent hebben. Denk je, dat ik niet heb moeten werken, om't zoo ver te brengen, de eerste acteur te worden bij den troep van papa Crocquefeur. Talent! Dat heb ik misschien ook, zei de paljas bedeesd. De ander haalde lachend de schouders op. ja, je hebt het op school ver gebracht, gaf hij spottend ten antwoord. Ben jij soms doctor in de letteren ? Neen, maar ik kan Latijn lezen. Nu kon de paljas op zijn beurt een glim- lach niet bedwingen. Maar laat eens hooren, wat zou jewel wenschen? vroeg de eerste acteur. Ik wou, dat ik voor eigen rekening iets kon beginnen. Dan ging je zeker handelen ? 'k Heb geen verstand van negotie. Ik zou een klein rijtuig willen hebben met een paard, een muilezel, of anders maar een gewonen ezel. Je verlangt nog al niet veel. En wou je daarmee beghinen? Dan moet ik nog een dozqn gekleede marionetten hebben, die ik sprekende zou opvoeren, om van dorp tot dorp te trekken om de kinderen te vermaken.