Tekstweergave van ECH1925_0131-1_00004

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Het GOEDKOOPSTE Adres voor le kwal. levroren lund- en verscli Mensvleescli == IS EN BLIJFT de van ovids bekende Slagerij Smidstretiat 40 - - Aanbevelend, GUILL. STAPPER. 397-45 Tandarts Benes ORANJESINGEL 16. NIJMEGEN Telef. 1421 SPREEKUREN alle werkdagea van 10—3 uur. VRIJDAGS te GENNEP van 12-4 uur In het DIrectiegebouw der Nederl. Spoorwegen. lOSS""!^ Stoomververij en Chemische Wasscherij ^ebroeders Polkamp, Nijmcgen_ ~^Winkel: Zteken.straat 4 Fabriek en Kanloor: Wolf kuilschcweg 27/29. Telcfoon Reinigt cn verft ali( concurrcercndc prijz aSTaQj^V£KVC« 1641 Wannosr U prijs steit op keurige en vakkundige behandeling van Uw KLEEOiNG en GORDIJNEN, zendt dan eens aen proeforder aan da ripma GEBRS. POLKAMP S]oomververij en Chem. Wasscherij - Nijmegen WINKEL ZIEKENSTRAAT 4, Teiefoon 1641 Filiaal'te'Arnhem: Bakkerstraat 60, Tel. 1698 -6 RCnUIATIE -INRIOITING Qpeciaail uoor ELECTROM010REN ^ " DYNAMO'S en uerder€ Electro -Technische Artikelen CALEWIJNSElG Electrotechnisch Bureau Teiefoon N? 104 NIJMEOEN MASSIEVE-BANOEN VOOR VRACHTWA6ENS NYLA-MOLLVIM arnhem 1 llllij.*.h.ileEnieiill.TIIIP,0tr8clit Impsrtenrs lao DYKERBOFF lemt 390 -24 voor Noord'Brabant, Levering per schip en per wagon. Ultsluitend aan den handel. KLUITKALK EN ALLE ANDERE BOUWMATERIALEN. !■■■■■■■■■■■■■■« le en 2e lipoMen NijnieiscbeGlas enVerfhandel .... u.,.., i v.b. THUS PLET condities."""' 1 Laiige Brouwerstraat 2 - NIJMEGEN - Telephoon 380 roto'^rdam i Geslepen Spiegelgias, Verzilverd Spiegelgias, Yerzilverd Postzegei voor antwoord. j gcslepeii Spiegelglas, Dcurplaten, Legplaten voor ■■■■■■■■■■■■■■■a ' Etalages, Veiisterglas, Tuinderglas, Verfvvaren. r n to O) De Verrijzenis van Alta. Ue eerwaarde lieer Broidy snelde de hardsteeneii trappen af en ijide naar het rijtuig van den bisscnoy, dal juist aan den draai om den hock stilhield. Hij trok tiet portier open, voor de koetsier van den bok kv)!i koinen. hij kuste den ring van de hem toegestoken liand, was den eigenaar Uaarvan behulpzaam bij hei uitstijgen qn met stralend gelaat geieidde hij Monseig- neur naar de fraaie en liuisehjke pastorie, welke uii- ^icht gai op de net onderhoudeh gras- en bloemperken. „Welkoni, Monseigneur, welkoni in Aita!'" sprak hij, toen beiden het huis binnentraden, „zeker zal de heele Clekenij, hier vergaderd, met dezen groet instemmen.'" De bisschop ghmlachte, tuen de geestehjkeu de trap aikwamen en de begroeting herhaalden. De bisschop kende hen alien en hun groet verheugde hem, wijl hij overtuigd was, dat zij meenden wat zij zeiden. Geen himner, 't is waar, had den bisschop ooit bewonderd, doch alien beminden hem en ieder had eenp bijzondere reden daartoe, welke hij aan nieniand behalve aan zij- nen intiemsten vriend, toevertronwde. Zij bevonden zich nu alien hier om de Upstanding te yieren vaii Alta, de armste parochie van een niet rijk diocees. Dric jaren geleden scheen de toestand daar hopeloos te zijn en nn, wel daar rijst ze voor u Op, die lofzang in steen, terwijl elke lijn van zijn maagdelijk Oothiek een Te Demn zingt, hetwelk zelfs de meest twijfelzucii- tige zou verstaan en weten te waardeeden. Elk stuk snijwerk is als een gedeelte van een preek, waarnaar de voorbijgangers, willens oi onwillens, moeten luiste- ren. Vandaag wordt ze gewijd, de kroon zal gezet worden op het werk van pastoor Broidy en zal de parochie van Alta haar werkelijk leven beginnen. „Ik meende, dat gij hier slechts achttien g'ezinnen had," zei de bischop, Als hij een dichte menigte de Kerk zag binnenstroornen. „Er waren er slechts achttien, Monseigneur," gaf de jonge pri ester ten, antwoord, terwijl een blijde glini- lach, waarnit groote zeltvoldaanheid sprak, zich op zijj^ gelaat vertoonde, „nu zijn er viji en zeventig." „En hoe is die verandering gekonien, mijn jongen?" vroeg de bisschop. „Niet het rninst door mijne missie, die eenige lui, die er niets meer aan deden, terug bracht, doch hooid- zakelijk denk ik, wijl mijn vriend Mc. Dermott zijne ia,briek voor de Katholieken openstelde. Het is u bekend, Monseigneur, dat, ofschoon hij Kajholiek was, hij op eene oi andere wijze een diepen haat had op- gevat tegen de Kerk en nooit kathoHeken in zijn fa ­ briek aannam, tot ik hem eindelijk op het goede pad terugbracht." Een fijne glimtach gleed over het gelaat des Bis- scliops, terwijl hij den vurigen jongen priester op den arm klopte en zeide; „Nu, God zegene hem! Doch ik veronderstel, dat het tijd wordt om ons te gaan klee- den. Is het niet bijna tien uur?" Pastoor Broidy begon met een lichten trek van te- leurstelling op het gelaat, de voorbereidende werk- zaamheden en weldra was de processie op weg naar de kerk, die opgepropt vol was van gelukkige paro- chianen, die er trotsch op waren elk een niet-katho- lieken kennis riaar de grootsche plechtigheid meege- troond te hebben. Moet ik u eene beschrijving geven der schoonheid van het geheel? van lichten en bloemen, van zwaai- ende wierookvaten en golvende wierookwolken, die zich mengdeh met den luister van den kerkzang en den rijkdom van mystiek symbolisme volgend op het binnentreden der plechtige processie in het heiligdom? Dat alles kan men zich gemakkelijker verbeelden dan men het kan beschrijven, evenals de gevoelens, op- wellend in het hart van den jeugdigen pastoor, die elke lijn van het gebouw de hoogste vereering toe- droeg. Hij had iederen steen zien leggen en kon haast berekenen het aantal spaandors door elken beitel op- gewerkt. Nooit had hij zulk een heeriijken dag aan- schouwd en nooit zoo grootsjch eene plechtigheid bij- gewoond ja, toch eens in zijn leven nu drie jaren geleden in de kapel van het seminarie. Hij had het bijna vergeten in den"^ Inister van dezen dag. Hemei, ,wat was dat een prachtige iJreek van Kaizer! Hij had het altijd wel gedacht, dat er in dien jongen Kaizer een orator stak. Hij was ook in het geheel niet afgunstig op de gelukwenschen, welke den pre- dikant ten deel vielen. En deelde ook bij zelf niet in zijn triomf? Geen wonder, dat de Deken op weg naar de pastorie den Bisschop toefiuisterde: „U zal nu Broidy wel boven aan de lijst mogen plaatsen. Hij heeft vandaag zijne sporen verdiend." En weer al teekende de geheimzinnige lichte glim- lach zich af op het gelaat van den Prelaiit en bij antwoordde niets. zoodat de Deken wijs en veelbe- teekenend Icijkend den jongen pastoor op den rug klopte met de woorden: „Proficiat, Gods beste zegen, man! Gij hebt het er flink afgebracht. Ik ben trotsch op u; maar wacht even, hoor eens." En met gedempte stem fhiisterde hij: ,Jk heb zooeven met den bisschop over u gesproken." Nu volgde het diner. Aima, de keuktm-prinses, had zich zelve overtroffen. Zegt dit niet .genoeg? Doch mogelijk hebt gij nooit een proefje van Anna's kook- kun,st gesniaakt. Dan hebt gij er toch zeker over hooren spreken, want ze is bekend in heel het diocees en een ieder zeide, dat Broidy volsens gewoonte een heel goede hni had, toen Anna hare plaats hi de dekcnij voor die van de pastorie . te Alta voor enkele dagen verwisselde. > ; Het eene verhaal volgde op het andere" .evenals de tLCiie schotel den anderen en eene gelegenliev'd om den geest te scherpen, waartoe in dc missieposten op het land maanden lang de kans ontbrak, ging' niramer onbemerkt voorbij. De Deken was ceremoniameester. „Monseigneur, WelEerwaarde Medebroeders," ving hij aan, nadat hij met het helft van zSn vork om stilte verzocht had. „het is mij een waar genoegen en eene eer heden hier aanwezig te zijn. Drie jaren geleden werd een Jong priester jgezonden naar eene der armzaligste plaatsjes van het diocees. Wat hij daar vond, is u alien bekend. De droevige gfeschie- denis van het verval van Alta behoorde rtiet tot de verlx)rgenheden. Achttien gezinnen, die zich aan gods- dienst weinig lieten gelegen liggen, waren er over- gebleven. Onverdraagzaamheid heerschte er in hoog« mate. De fabrieken waren voor kathoheken gesloten. De kerk was vervallen. De sacristy diende voor pas ­ torie. Zoo was het voor drie jaren. En zie nu eens rond op dezen dag! ZLe kerk, pastorie en school zijn gebouwd! Van waar kwani h»et geld? Het is "pastoor Broidy's werk en pastoor Bxoidy's gehehn, doch wij verheugen er ons over. Niei/iand in ons dioceses heeft in zoo korten tijd zoovecl tot stand gebraclW. "Wat is al wat wij ten uitvoer brachten vergdeken. bij dit buitengewoon krachtbetoon? Toch. zijn wij niet ja- loersch op hem. Wij zijn overtuigd van de vcxTrtreffe- lijke hoedanigheden naar ziel en lichaam van onxen jongen vriend en wenscben hem van harte .geluk, Wij verheugen ons hi zijn gezeTsch;ip, al verschillen wij van hem ten zeerste in jaren. Was verblijdewi ons in de herleving van Alta. En laat hi] tlians een woord van dank en hulde brengen aau U, onzen beminden Bis ­ schop, wiens tegenwoordigheid in ons midden ons im- mer tot vreugde stemt:" Toen aan het einde der speech het applaus had weer- klonken, rccs de bisschop op en zag een oogenblik, ai- \orens hij begon te sprekeii, met datzeliUe bctecj^c- aisvoiie gliiuiaclije op het gelaat, op zijn coehoordcrs aedcr. Als hij aanving te spreken, bemcrkte men ni z!jn stem een lichte trilling, Vvclke geenszins aan ouder- doiii was toe tc sclirijvcn en die onda^iks de \ooiai- gaaiide sclierts en liet laclien, klonk als een vi)ur--i bude van tr'.uien. Hij had nooit voor weisprekend dooi- gegaan, deze oude man, met zijn vriendelijk gelaat en sneeuwwitte haren, doch wanneer hij sprak, was het steeds met een innemende waardigheid, die getuigde van groote sympathie en van diep gevoel, zoodat mea onwillekeurig naar hem luisterde en zich tot hem ge- trokken gevoelde. „Het is mij een groote voldoening, vvaarde en be- niinde heeren," zoo begon hij, „u hier in zoo groot getal aan te treffen, om u, met onzen jeugdigen vriend en zijn geliefd volk te verheugen, en aldus hem aan te nioedigen bij het vervolgen van zijn priesterhjke loopbaan, welke hij zoo goed begonnen is in Alta. Nieniand is meer dan ik trotsch op zijn welslagen. Niernand wenscht hem met grooter hartelijkheid ge- luk dan ik, zijn bisschop. Dit is naar waarheid de dag, welken de Heer gemaakt heeft deze dag in Alta. Het is een dag vol vreugde en blijheid voor priestei en volk. Wilt gij het een ouden man vergeven, zoo hij voor een oogenblik den stroom van lof tegenhoudt? Hij kan niet verwachten ze langen tijd te belemmeren, want bij een gelegenheid als deze zou de vloed van hinderpalen verbreken en zou die zaak, welke de man u wilde dpen zien, wederom wegzinken en be- graven blijven onder de rimpelende wateren en de zilver-schuimende go}ven van gelach en pleizier. Het moge u vreemd en onvoegzaam voorkomen, heden ook maar even de gedachte bij u op te wekken.aan de diepte, waar begraven liggeii de lijken der afge- storvenen en de rompen der verongelukte schepen. Doch ook dc bodem bevat een schat en een treurspei. In de geschiedenis, die ik u heden ga verhalen, liggen beide; een treurspei en een schat verborgen. „Hernmert gij u den eerwaarden heer Belmond, den eersten pastoor van Alta? Laat mij u dan een verhaal vertellen, hetwelk uw edelmoedig priesterhart naar behooren op prijs zal weten te stellen." Het was zonderling stil geworden aan tafel. Geen der aanzittenden had ooit te voren zooveel sympathie voor den bisschop gevoeld als nu. In ieders harf trilue elke snaar bij de aanraking zijner woorden. „Het is nu tien jaar geleden," ijyr dg bisschop voort —„ach, hoe snellen de vfiti ^kele iw).>:en daar hcnen! dat de schoolmakker viHe t.-a"tobus, die tertijd bisschop was in een oostelixiij t langen brief, schreef betreffende i beto'' ' ''Vildc ling, dien hij pas de H. Wijding hjnd fliV .genoot was een knappe jongen met groote\ft iyl«,*-'aarbij hij ten, van een rijke familie, die lieniY^^et'®'' vt"- stooten en hem had te kennen ge8;w-k,g-aat hij van haar niets meer te verwachten had. jonge menscli was vol ijver en vroeg den bisschop h^em af te staan aan een missiegebied, waar hij in het verborgen kon werken ter' meerdere glorie Gods. Hij was een zoo nuttig persoon en beloofde zooveel voor de toekomsi," dat de bisschop liem aan zijn eigen huis had willen verbinden en hem niet dan zeer ongaarne verloor; doch de priester snieekte zoo dringend en aanhoudend, dat de bischop mij vroeg, om hem enkele jaren in mijn bisdom te willen opncmen en hem in onrniddellijke aanraking te brengen met de zware moeilijkheden, die den baanbreker op geestelijk gebied w,achten. Weldra, zoo meende hij, zou de jonkman gahrne terugkeeren om in zijn ruimer veld te arbeiden. De bisschop, in and'ere woorden, achtte het noodig hem >op de proef fe stellen. Daar het bij mij treurig gesteld was met het aantal priesters, gaf ik hem, toen hij aankwani, met handen als nog bevochtigd van den H. Balsem, eene plaats de slechtste die ik had —^ ik gaf hem Alta. Sommige ouderen onder u weten wat het toen was. De geschiedenis van Alta is eene hoogst droevige. Ik ver- ielde ze hem op de voorhand, doch hij betuigde mij . zijnen dank en vertrok om de taak op de schouders le neineii. Ik wachtte hem binnen eene week terug le zien, maar ik zag hem in geen jaar. '1 oen liet ik hem bij mij koinen en met zijn jaarver- slag in de hand vroeg ik hem hoe hij kon rondkomen met de geringc gaven, die hij liad ontvangen. Hij gaf ten antwoord dat het leven niet duur was, mits men op de kleintjes acht sloeg en dat hij voldoende had om van te leven; maar zijn jas was kaal en zijn schoei- sel overai gelapt. Er lag ook een glans in zijne oogen en een blosje op de kaken, die mij lang niet aanstonden. Ik vroeg hem naar zijn werk en hij zeide mij, dat hij vol hoop was; hij vertelde van eenige kleine herstel- lingen, die hij aan de gebouwen gemaakt had, van eene herwonnen ziel, doch in het gesprek vermeed ik met opzet het treurig verhaal van zijne armoede aan te roeren. Toch pntsnapte hem geen klacht aangaande dit punt en hij keerde in opgewektc stemming naar Alta terug. . „De volgende maand keerde hij weder, doch dezen keer sprak hij van zijn dringende behoefte aan onder- stand, niet voor zich zelven maar voor zijne'Kerk. Zijn volk, zoo zeide hij, bestond uit arme menschen, die zich daar hadden gevestigd om hun geluk te beproeven en in het ongezellige en leelijke houten kerkje ver- loren zij de achting voor den godsdienSt, waarop zi1 voorheen zoo fier waren. Het jongere geslacht begon af te vallen. Overai in het rond waren de kerken der andersdenkenden goed in orde cn fraai. Hij kon zien welk een uitwerking dit had oji de bevolking, uitwer- king niet zichtbaar voor min opmerkzame blikken, maar die hem gansch duidelijk was. Hij koesterde vrees, dat een volgend geslacht voor de kerk zou ver- loren zijn en hij vroeg mij, of er geene mogelijkheid ^estond, om denzelfden geldelijken steun te verkrijgen als de andersdenkenden ontvingen voor hunne bouw- werken. Ik moest hem zeggen, dat er niets kon ge- daan worden. Ik zeide hem, dat het diocees zelf arm was* en dat er andere plaatsen waren ongeveer even behoeftig als de zijne. In mijn hart was ik overtuigd, dat er eene treurige leemte moest aangevuld worden in het nationaal werk ten behoeve der Kerk, doch zelt kon ik in dit opzicht niets doen. Hij schreef orn ojider- steuning naar zijn eigen Staat, maar zjjn brieven ble- ven onbeantwoord. Behalve enkele intenties, die ik hem kon geven en welke hij besteedde ten bate van zijn werk, was het mij onmogelijk hem onderstand te geven. Hij w'as moedig en zijn vertrouwen was niet ge- schokt, ofschoon zijne oogen heller glansden en zijn jas op vele plaatsen door en door versleten was. Enkele dagen later ontving ik een schrijven van zijn bisschop, die vroeg, hoe hij het ginds stelde en rneldde dat hn hem een uitstekende parochie wilde geven, zoo hi] Wilde terugkeeren. , " (Slot volgt).