Tekstweergave van ECH1937_0925-1_00001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
DERDE
BLAD
ZATERDAG
25
SEPTEMBER
1937
NUMMER
74
DE
ECHO
VAK
HET
LAND
VAN
CUYK
NIEUWS-
EN
ADVERTENTIEBLAD
FEESTNUMMER
ter
gelegenheid
van
het
GOUDEN
KLOOSTERJUBILEUM
van
Monseigneur
W.
VAN
DINTER,
Magister
Generaal
O.
S.
Cr.
exi
iUiMe.
De
Hoogw.
Heer
Mgr.
W.
van
Dinter,
Magister^Generaal
van
de
Orde
van
het
H.
Kruis,
viert
zijn
gouden
kloosterfeest.
Er
is
[eestvreugde
in
heel
de
Orde,
in
alle
plaatsen,
waar
zij
haar
nederzetting
heeft,
ook
in
de
verre
missiegehieden,
waar
heden
dankbare
blikken
zich
richten
naar
het
Moederhuis
te
St.
Agatha,
den
zetel
van
den
jubileerenden
generaal,
die
zelf
jarenlang
pioniers~
arbeid
verrichtte
op
het
terrein
der
missie
en
die
met
eere
den
naam
zou
kunnen
dragen
van
den
Generaal
der
Missioneering.
Bij
dit
[eest
mag
ons
blad
niet
zwijgen.
Ook
nu
willen
wij
de
tolk
zijn
van
onzen
lezerskring
en
uiting
geven
aan
de
gevoelens
van
hoogachting
van
het
Oost-Brabantsche
volk
voor
dezen
grooten
zoon
van
hun
eigen
bodem,
die
opklom
tot
de
hoogste
waardigheid
in
zijn
dierbare
Orde.
Aan
dit
gouden
kloosterfeest
wijden
wij
dit
extra
nummer
van
ons
blad
hetwelk
wij
als
een
betuiging
van
hoogachting,
eerbied
en
hulde
opdragen
aan
den
jubileerenden
Generaal,
wien
wij,
mede
namens
onze
Lexers,
onze
hartelijkste
gelukwenschen
aanbieden
onder
het
uitspreken
van
de
bede,
dat
het
den
goeden
God
moge
behagen,
om
Mgr.
van
Dinter
tot
in
lengte
van
dagen
in
de
beste
gezondheid
te
sparen
voor
zijn
dierbare
Orde,
welke
nog
veel
mag
verhopen
van
de
groote
en
goede
gaven
naar
geest
en
hart
van
dezen
voortreffelijken
en
eenvoudigen
Priester
Gods.
DE
REDACTIE.
Bij,
ejext
gmiden
Er
is
vreugde
in
St.
Agatha
en
on
der
alle
leden
van
de
Orde
van
het
H.
Kruis,
tot
in
de
verre
missielanden,
om
het
gouden
Kloosterjubile
van
Hoogwaardig
Heer
Mgr.
Van
Dinter.
,,De
Echo
van
het
Land
van
Cuyk"
wil
deelnemen
aan
de
groote
feest
vreugde
door
de
uitgave
van
een
extra
Nummer
en
mij
werd
gevraagd,
een
kleine
bijdrage
daarvoor
te
schrijven.
Vereerend
is
deze
taak,
maar
ook
zeer
moeilijk,
want
het
vele
goede
en
groote
werk,
dat
Mgr.
Van
Dinter
door
gebed
en
arbeid
voor
de
eere
Gods
en
tot
heil
der
Orde
gedaan
heeft
in
deze
vijftig
jaren,
zal
niet
kunnen
geschreven
worden,
zonder
den
beminnelijken
eenvoud
te
kwetsen
van
den
grooten
priester,
die
wars
is
van
ieder
praalvertoon
;
en
alleen
zijn
hartelijke
vriendschap
geeft
mij
het
vertrouwen,
dat
Mgr.
het
ons
niet
te
euvel
duiden
zal,
met
zijn
vele
vrienden
langs
dezen
weg
ons
,,Gra-
tias
agamus
Domino
Deo
nostro"
uit
te
jubelen.
Monseigneur
is
een
kind
van
zijn
geboorteland
;
een
rasechte
Braban-
ter,
wiens
verschijnen
U
aanstonds
spreekt
van
Brabantsche
gemoedelijk-
#kid,
eenvoud
en
blij
Godsvertrou-
v/en
:
en
een
blik
slechts
in
zijn
open
oog
met
schalkschen
lach
doet
U
aan
stonds
vertrouwen
stellen
in
dezen
grooten
priester
met
rijke
ervaring.
Men
is
altijd
bij
hem
welkom,
zelfs
te
midden
zijner
drukke
bezigheden,
als
men
maar
eenvoudig
is
en
ongekuns-
teld
;
want
eenvoudig
en
gemoedelijk
is
hij
gebleven,
ook
bij
de
hooge
waardigheid,
waartoe
hij
door
Gods
bestel
werd_
uitverkoren.
Monseigneur
kan
bogen
op
een
staat
van
dienst,
doch
hij
doet
het
niet
:
wel
vertelt
hij
ons,
jongeren.
gaarne
van
zijn
ervaring
als
jeugdig
kapelaantje
en
als
pastoor-missionaris,
doch
zonder
praal
;
alleen
in
Bra
bantsche
gemoedelijkheid.
De
priesterarbeid
was
hem
steeds
lief,
zooals
de
taaie
arbeid
aan
de
har-
de
werkers
van
den
schralen
Brabant-
schen
grond.
Als
hij
ons
vertelt
van
zijn
zielzorg,
van
zijn
stoeren
arbeid
als
priester,
wien
geen
soberheid
te
streng,
geen
arbeid
te
zwaar
was,
om
zielen
te
winnen
voor
Christus,
dan.
tintelt
van
vuur
zijn
oog,
en
over
zijn
onderrich-
tende
conversatie
komt
met
zijn
gullen
lach
de
voile
zonneschijn
der
blijheid
;
en
dan
luisteren
wij
nog
te
liever,
om-
dat
wij
aanvoelen,
dat
bij
al
zijn
har
den
arbeid
hem
steeds
voor
den
geest
gestaan
heeft
het
woord
van
Jezus
tot
zijn
Apostelen
:
,,Wanneer
gij
alles
gedaan
hebt
wat
U
bevolen
was,
zegt
dan,
wij
zijn
onnutte
dienstknechten".
Dan
voelt
men,
dat
het
Pastoor
Van
Dinter
weleer
hard
moet
gevallen
heb-
ben
zijn
mooie
missie
in
Amerika
te
verlaten,
om
de
groote
en
zware
taak
van
Magister
Generalis
der
dierbare
Orde
met
haar
vele
nooden
en
zor-
gen,
te
aanvaarden,
doch
ongetwij-
feld
heeft
hij
met
groot
Godsvertrou-
wen
dit
ontzettend
zware
werk
op
zijn
schouders
genomen,
wetend,
dat
hij
gesteund
werd
door
het
gebed
van
vele
vrienden,
zich
verworven
door
zijn
eenvoud,
zijn
gemoedelijkheid,
en
zijn
blijheid.
God
heeft
zichtbaar
zijn
arbeid
en
zijn
vele
zorgen
gezegend,
want
onder
zijn
bestuur
neemt
de
Orde
van
het
H.
Kruis
gestadig
in
bloei
en
aanzien
toe.
Moge
dat
zoo
blijven
in
de
verre
toe-
komst.
Geve
God
dat
Monseigneur
Van
Hoogw»
Heer
Mgr.
W.
van
Dinter
Magistcr-Generaal
van
de
roemrijke
Orde
van
het
H.
Kruis,
die
in
het
hoofdklooster
der
Orde
te
St,
Agatha
op
Maandag
27
September
a,s.
zijn
gouden
kloosterfeest
viert.
Dinter
nog
in
lengte
van
jaren
moge
staan
aan
het
hoofd
zijner
Orde
;
Geve
God
hem
de
kracht
om
met
wijs
beleid
en
onverdroten
ijver
ze
te
bren-
gen
steeds
tot
hoogeren
bloei,
tot
eer
van
God
en
de
uitbreiding
van
Zijn
Kerk.
Zoo
stijgt
vandaag
met
ons
dank-
gebed
de
zegenwensch
ten
hemel
voor
onzen
goeden,
in
het
goud
jubileeren
den
Vriend
!
!
J.
VERSCHURE,
Pastoor.
Pater
van
Dinter
in
1910
met
de
twee
eerste
m'tssionarissen
voor
Minnesota.
Op
27
September
is
er
feest
in
t
kleine
St.
Agatha.
De
Magister
Ge
neraal
der
Kruisheeren,
Mgr.
W.
van
Dinter,
viert
er
zijn
gouden
professie-
feest,
Vijftig
jaar
zijn
er
verloopen
sinds
Mgr.
vol
jeugdig
vuur
en
heilig
enthousiasme
zijn
intrede
deed
in
't
oude
klooster
der
eeuwenoude
Orde.
En
die
vijftig
jaren
hebben
dat
vuur
en
dat
enthousiasme
niet
gedoofd
:
ondanks
zijn
bijna
68
jaren
staat
Mgr.
nog
voor
ons
in
voile
kracht
en
frisch-
heid,
jong
nog
en
veerkrachtig
naar
lichaam
en
geest.
Toch
heeft
de
Hoog-
waardigste
Jubilaris
zijn
68
jaren
niet
in
ledigheid
doorgebracht.
't
Zou
ons
zelfs
te
ver
voeren
als
we
in
dit
artikel
den
inhoud
van—dit
rijke
leven
ook
maar
in
't
kort
wilden
schetsen.
We
zullen
ons
daarom
bepalen
tot
een
kor-
te
beschouwing
van
Mgr.
als
kloos-
terling
,wijl
het
feest
wat
we
vandaag
zoo
blij
meevieren,
een
professie-
en
kloosterfeest
is,
maar
vooral
ook,
wijl
het
de
eenvoudige,
de
hartelijke
en
echte
kloosterling
is,
die
op
het
werk
van
Mgr.
zijn
eigen
stempel
drukt.
Want
de
Jubilaris
is
voor
alles
kloos
terling
!
Vijftig
jaar
geleden
verliet
hij
de
wereld
en
wijdde
zich
door
zijn
drie-
voudige
gelofte
van
armoede,
zuiver-
heid
en
gehoorzaamheid
geheel
en
al
aan
den
dienst
van
God.
Vandaag
mag
hij
met
blijheid
en
fierheid
op
die
vijftig
jaren
terugzien.
Want
zij,
die
hem
van
nabij
hebben
gekend,
zullen
hem
met
vreugde
het
schoone
getuigenis
geven,
dat
hij
vol-
gens
zijn
eenmaal
gegeven
woord
en
zijn
eens
gedane
geloften,
zijn
Heer
en
God
getrouw
heeft
gediend.
Vooreerst
was
Hoogwaardigst
Heer,
en
is
hij
nog
steeds
met
woord
en
daad,
en
tot
ons
aller
voorbeeld,
de
minnaar
en
beoefenaar
der
kloos-
terlijke
armoede.
Zijn
kamer
als
Ma
gister
Generaal
is
zoo
eenvoudig,
dat
men
't
zich
moeilijk
eenvoudiger
den-
ken
kan.
Voor
zijn
persoonlijk
dage-
lijksch
gebruik
weigert
hij
volstrekt
alle
comfort
en
gemak,
zoozeer
zelfs,
dat
zijn
medebroeders
en
onderdanen
er
meermalen
onder
verlegen
raken.
En
zelfs
nu,
op
zijn
gouden
professie-
feest,
wees
de
Jubilaris
elk
persoonlijk
geschenk
en
iedere
persoonlijke
gave
met
beslistheid
van
de
hand.
Alleen
voor
zijn
dierbare
missies
wilde
hij
iets
aanvaarden.
Ook
in
boete
en
versterving
is
hij
z'n
onderdanen
ten
voorbeeld,
niet
slechts
door
de
armoede,
die
hij
be-
oefent,
en
door
de
stipte
onderhouding
van
het
Silentium,
maar
ook
door
het
feit,
dat
Hoogwaardig
Heer,
ondanks
zijn
acht
en
zestig
jaren,
nog
trouw
de
vele
vastendagen
der
Orde
onder-
houdt
en
iederen
dag
het
koorgebed
van
het
begin
tot
het
einde
meemaakt.
De
Jubilaris
is
bovendien
de
paladijn
der
kloosterlijke
gehoorzaamheid
:
vroeger
als
een
trouw
en
volgzaam
onderdaan,
en
nu,
als
Algemeen
Over-
ste,
door
een
nauwgezette
naleving
van
Regel
en
Statuten,
ook
daar,
waar
ze
Hoogwaardigst
Heer,
vanwege
zijn
waardigheid,
niet
verplichten.
Dit
was
de
man
dien
men
in
1927,
na
den
dood
van
Hoogwaardigst
Heer
Hollmann,
van
Amerika
naar
Holland
riep
voor
de
keuze
van
den
nieuwen
generaal
der
Orde.
Reeds
daags
na
zijn
aankomst
zat
de
eenvoudige
mis-
sionaris
s
middags
bij
de
novicen
in
de
recreatie
;
hij
vertelde
hun
over
zijn
reis,
en
hoe
hij
al
een
retour-
kaartje
genomen
had
voor
de
volgen-
de
boot,
om
na
de
Generaalskeuze
weer
dadelijk
terug
te
varen.
Hij
dacht
zelfs
niet
aan
de
mogelijkheid,
dat
hij
zelf
die
nieuwe
Generaal
wor
den
kon
en
ook
werkelijk
worden
zou,
zooals
de
keuze
van
27
Juni
1927
uit-
wees.
Na
deze
keuze
werd
de
nieuwe
der
Orde,
den
eminenten
Prior
van
Mil,
geinstalleerd
als
de
,,zelator
dis-
ciplinae",
als
de
man,
die
met
woord
en
daad,
en
vooral
door
zijn
eigen
voorbeeld
de
kloosterlijke
tucht
hand-
haven
en
bevorderen
zou.
Vandaag
mogen
we
met
vreugde
en
dankbaar-
heid
getuigen,
dat
Hoogwaardigst
Heer
inderdaad
de
ijveraar
der
kloos-
tertucht
geweest
is,
op
de
manier
waarop
men
dat
van
hem
verwachtte.
We
mogen
dit
getuigen
met
dank-
baarheid,
maar
bok
met
vreugde,
voor-
al
omdat
over
zijn
ijver
voor
de
regel-
tucht,
over
al
zijn
werk
en
heel
zijn
persoonlijkheid,
de
glans
ligt
en
de
aantrekkelijkheid
van
nederigheid
en
hartelijken
eenvoud.
Is
deze
deugd
de
grondslag
van
ieder
waar
christelijk
leven,
zoo
is
zij
toch
vooral
op
haar
plaats
in
den
kloosterling.
Hoogwaar
digst
Heer
van
Dinter
bezit
dien
har
telijken
en
oprechten
.eenvoud
op
een
heel
bijzondere
wijze.
Buitenstaanders
worden
vooral
door
deze
deugd
van
Mgr.
zoozeer
getroffen,
en
meermalen
heb
ik,
zoowel
door
Priesters
als
lee-
ken,
dien
eenvoud
en
beminnelijke
hartelijkheid
hooren
prijzen.
Zij
waren
reeds
zijn
sieraad
als
eenvoudig
on
derdaan
;
zij
bleven
hem
bij
als
Overs-
te
;
zij
schitteren
met
nog
meer
glans
tusschen
het
goud
en
het
purper
van
zijn
waardigheid
als
Magister
Gene
raal.
Met
de
minste
van
zijn
mede
broeders
en
onderdanen
gaat
hij
om
als
een
gelijke,
en
ook
de
meest
een
voudige
menschen
uit
het
land
van
Cuyk
genieten
de
vreugde
van
zijn
omgang
en
van
zijn
hartelijk,
een
voudig
woord.
Niemand
is
daar
bang
voor
den
gouden
ketting
en
het
paar-
sche
manteltje
!
Daarom
is
er
vandaag,
om
dit
Gou
den
Professiefeest,
vreugde
en
dank-
baarheid
niet
alleen
in
de
Orde
van
het
H.
Kruis,
maar
ook
bij
de
men
schen
in
het
land
van
Cuyk
en
ver
daarbuiten
;
bij
alien
die
dezen
emi
nenten,
Hoogwaardigsten
kloosterling
kennen
en
waardeeren.
En
ongetwij-
feld
vereenigen
zij
zich
vandaag
in
een
eensgezinde
bede,
dat
God
Hoog
waardigst
Heer
nog
lang
in
den
bes-
ten
welstand
moge
sparen,
zijn
werk
met
rijke
zegeningen
moge
bevruchten
en
hem
eens
de
eeuwige
kroon
moge
schenken
in
Zijn
hemelsch,
onvergan-
kelijk
Rijk.
Qjejn^eAxmt
deA
WliMied.
Het
generalaat
van
Hoogwaardigst
Heer
van
Dinter
kenmerkt
zich
voor
al
door
diens
bijzondere
zorg
en
be-
langstelling
voor
de
missies.
Gelijk
men
onzen
Heiligen
Vader
Paus
Pius
XI
dikwijls
noemt
den
Missiepaus,
zoo
kan
men
ook
met
het
volste
recht
Hoogwaardigst
Heer
van
Dinter
den
Missie-Generaal
noemen.
En
zoo
is
de
Magister
Generaal
wel
heel
bijzonder
the
right
man
in
the
right
place.
Toen
Hoogwaardigst
Heer
in
1927
door
een
bijna
eenstemmige
keuze
tot
Magister
Generaal
werd
gekozen
als
opvolger
van
wijlen
Mgr.
H.
Holl
mann,
was
reeds
de
belangstelling
en
daadkrachtige
liefde
voor
de
missies
sterk
in
de
Orde
van
het
H.
Kruis
ontwikkeld.
Alhoewel
het
werk
der
Kruisheeren
in
Minnesota
in
kerkrechtelijken
zin
niet
als
missiewerk
mag
gerekend
wor
den,
toch
mag
de
arbeid,
althans
ze-
ker
in
de
eerste
decennia,
zeker
naar
haar
aard
daaronder
gerangschikt
worden,
zoodat
sinds
1910
de
Orde
van
het
H.
Kruis
weer
haar
krachten
gaf
aan
de
missies.
Doch
een
golf
van
enthousiasme
voor
het
missiewerk
kwam
er
over
de
Orde,
toen
in
1920
aan
de
Kruishee
ren
een
missiegebied
in
den
Congo
werd
aangewezen,
waarheen
datzelfde
jaar
de
eerste
zes
missionarissen
ver-
trokken.
Van
toen
af
aan
vooral
was
de
missieliefde
in
de
Orde
ontbrand.
Ieder
die
liefde
had
voor
de
Orde,
werkte
als
vanzelf
met
heiligen
ijver
mede
voor
de
schoone
Congomissie.
W^eldra
had
Holland
zoowel
als
Bel-
gie
een
eigen
tijdschrift.
Kruistriomf,
het
missietijdschrift
voor
Nederland,
werd
een
graag
geziene
gast
in
tal
van
Huisgezinnen,
dank
zij
vooral
de
ijverige
propaganda
door
velen
daar
voor
gemaakt.
En
nog
was
de
missiearbeid
in
Con
go
niet
voldoende
voor
de
sterk
groeiende
en
frisch
opbloeiende
Kruis-
heeren-Orde.
Ondanks
de
zware
zor
gen
en
lasten,
welke
de
Orde,
dank
zij
de
enorme
uitbreiding,
te
dragen
had,
werd
met
groote
blijdschap
in
1926
nog
een
nieuw
missiegebied
op
Java
met
Bandoeng
als
centrum
aan-
vaard.
Begin
1927
hebben
drie
Kruis
heeren
zich
in
dit
gebied
komen
vesti-
gen
en
namen
het
werk
der
E.E.
P.P.
Jezuieten
over.
De
Orde
begon
zich
dus
wel
heel
bijzonder
op
het
missie
werk
toe
te
leggen.
Toen
nu
in
1927
Mgr.
Henricus