Tekstweergave van GRC1852_0124_00001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Zaturdag,
24
Januarij
1852.
Eerste
Jaargang.
DE
VOOR
De
uitgave
Tnn
dil
WeeVBlad,
dal
elkcn
.Za-
twda^
ver.scliijnt|
geschiedt
door
de
Wkduwb
J.
K,
VAR
U1£KKN
te
Grave,
aan*
men
ftlle
stukken,
de
uitgave
of
redactie
h^reffendej
gelieve
te
adresseren
en
franco
toe
te
zendeiu
EN
HEX
De
abonnenrents-prijs
is
f
0.80
cents
Toor
drio
maandeii)
franco
door
het
geheele
rijk.
—
De
prijs
der
advertentigii
is
25
cents
beneden
de
5
regels,
voor
elken
regel
daarbovea
5
cents,
be-
halve
35
cents
zegelgeld.
—
Men
abonneert
lich
bij
alle
Coekkandelaren
en
Postdirecleurea*
(ledurende
de
maand
^anuarij
worden
de
poorten
dezer
vesting
geopend
des
morgens
ten
6
ure,
behalve
die
der
Brugpoort
die
geopend
wordt
des
morg'ens
ten
5
ure.
—
Gesteld
op
het
klinket
des
avonds
ten
5
y,
ure.
—
Finale
sluiting
ten
11
ure.
NIEUWSTIJDINGEIN^.
MADRID,
11
Januarij.
—
Er
hebben
hier
c^iiige
oproerige
bewegingen
vaiv
soldaten
plaats
gehad.
De
hoofdstad
en
de
provinciea
genieten
thans
de
beste
rust.
>>.-
WEENEN,
14
Januarij.
—
De
maar^chalk
Radetzky
is
den
11
te
Venetie
aangekoju(^
om
den
Grootvorst
Konstantijn
tc
begrocten.
FRANKFORT,
17
Januarij.
—
UitRoui^
schrijft
men
van
den
7,
dat
aldaar
en
in
de
pro^Ricie
ver-
scheidene
staatkpndige
arrestatien
hadden
plaats
gehad.
~
18
Januarij.
—
Men
verzekert,
dat
geene
enkele
groote
mogendheid
bezwaren
er
zal
tegen
inbrengen,
i'ndien
de
Fransche
natie,
de
vjoorstelleti
van
Lo-
dewijk
Napoleon
volgende,
het
woord
republiek
afschaft
en
prins
Napoleon
tot
Keizer
verheft.
—
In
Piemont
wordt
thans
zeer
streng
ge-
handeld
ten
opzigte
der
Fransche
uitgewekenen.
Aan
meer
dan
200
is
het
verblijf
te
Turija
en
Genoa
ontzegd,
en
zij
krijgen
passen
en
de
-b'e-
hoeftigen
zelfs
reisgeld
naar
alle
wereldstreMh.
—
De
revolutionnaire
partij
heeft
nieuwe
yoe-
lingen
in
den
zin.
De
Wurtembergsche
regering
beeft
berigt
ontvangen,
dat
kruidtoezendingeji
on-
derweg
zijn,
en
dat
men
die
in
Wurtemberg
wil
binnen
smokkefcn.
In
het
kanton
Baseland
moet
een
groote
voorraad
wapens
aanwezig
zijn.
Volgeijs
Jaatste
tijdingen
uit
Griekenland
is
de
Koniflg
plotseling
zeer
ernstig
ziek
gewor
den
;
men
spreekt,
dat
er
zich
teekenen
van
yer-
giftiging
zouden
vertoond
hebben.
BERLIJN,
is
Januarij.
—
Aan
de
Fransche
uitgewekenen
zal
het
tifdelijk
verblijf
in
Pruissen
worden
vergund,
mits
zij
aich
,van
alle
propaganda
onthouden.
LONDEN,
15
Januarij.
—
Er
is
nog
geene
verandering
in
den
staat
van
zaken
te
Manchester
^ekomen
;
inmiddels
houden
de
arbeiders
zoowel
als
de
fabriekantcii
vergaclcringen,
om
te
beraad-
slagen
over
de,
middelen,
hoe
aan
|(|ezen
onaange-
namen
staat
eeri
gewenscht
einde
te
brengen.
17
Januarij,
^
AVeder
heeft
een
Nederlandsch
schip,
genaamd
Billechim,
het
geluk
gehad
in
de
baai
van
Biscaje
eene
boot
te
ontmoeten
van
het
stoomSchip
Amazon,
waarin
zich
13
schipbreuke-
lingen
bevonden
fen
dezelve
te
Plymouth
aan
wal
gebragt.
Ziehier
nog
eenige
bijzonderheden
wegens
den
brand
van
genoerad
vaartuig,
medegedeeld
door
den
luitenant
Grylls,
die
met
de
andere
ischepe-
lingen
is
aangekomen.
Die
luitenant
getuigt,
dat
kapitein
Symons
zooveel
mogelyk
orde
heeft
ge-
houden;
doch
door
den
dikken
rook
waren
alle
lichten
uitgegaan,
en
het
weder
was
ook
alleron-
gunstigst.
Met
veel
moeite
was
de
genoemde
lui
tenant
met
de
andere
12
manschappen
in
eene
boot
geraakt
:
gaarne
had
hij
nog
meer
menschen
opgenomen,
doch
een
matroos
verzekerde
hem,
dat
hij
twee
booteri
had
zien
zinken,
en
dat
hun
het-
zelfde
lot
ook
te
wachten
was,
indien
zij
6en
persoon
meer
innamen
;
die
vrees
Was
ook
gfegrond,
wijl
er
een
lek
aan
de
boot
was.
De
manschappen
hoosden
met
hoeden
en
schoenen
het
water
uit,
en
stopten
met
kousen,
kleederen,
enz.
het
gat.
Als
door
een
wonder
bragt
men
den
nacht
door
en
sleet
vijftien
bahge
uren,
zonder
eenig
voedsel
te
gebruiken.
Eindelijk
zag
men
een
zeil,
doch
het
schip
verd
ween
;
spoedig
kreeg
meii
het
boven-
gemeld
vaartuig
in
het
gezigt,
en
bereikte
het
met
veel
inspanning
van
roeijen.
De
schipbreukelingeti
zijn
eene
week
aan
boord
van
het
Nederlandsche
schip
geweest,
waar
zij
met
alle
menschlievendheid
in'de
kajuit
werden
verpleegd.
18
Januarij.
•—
De
botsing
tusschen
de
fakrie-
kaiiten
en
het
werkvolk
te
Manchester
en
elders
is
nog
niet
vereffend,
en
er
is
geene
waarschijn-
lijkheid,
dat
deze
spoedig
zal
geeindigd
zijn.
20
Januarij,
—
Men
heeft
bier
het
bedroevende
berigt
ontvangen,
dat
het
schip
Sappho,
van
Sunderland
naar
Alexandria
bestemd,
in
een'
ge-
weldigen
storm
in
het
laatst
van
December,
opde
OIT
HET
DAGBOEK
VAN
EEN'
PASTOOR.
[Yenolg,
zie
ons
nummer
2.)
Ik
vend
echter
al
spoedig
geIegeiiheid,om
mij
over
dien
dwazen
stap
te
beklagen
en
het
ouderlijke
huis
te
beweenen.
Inlusschen
strekte
mij
dit
tot
leering
cm
voortaan
ordelijker
te
leven
;
want
het
duurde
niet
lang,
of
ik
had
reeds
dikwijis
de
gestrenge
regels
der
krijgstucht
overtreden,
en
moest
daarvoor
ge-
duchte
straffen
ondergaan.
Mijn
eerste
luitenant,
een
braaf
man,
doch
die
buitengewoon
streng
van
beginselen
was,
en
nooit
zijn
woord
brak,
had
mij
reeds
meermalen
vaderlijk
vermaand,
en
zeide
ein
delijk,
toen
dit
alles
niets
hielp
:
»
zoo
gij
nog
een--
maal
zuike
buitensporigheden
begaat,
zal
ik
u
ten
aanzien
van
het
gelieele
regiment,
voorbeeldig'doen
straffen.
"
Ik
beloofde
beterschap
en
meende
dit
uit
grond
van
mijn
hart;
want
de
vrees
voor
zulk
eene
vernedering,
welke
niet
alleen
my
,
maar
ook
mijne
ouders,
die
welgestelde
burgers
waren
met
onteering
dreigde,
deed
mij
doodelijk
ontstellen.
Kwade
gewoonten
zijn
echter
niet
zoo
gemakkeliik
te
overwinnen.
Kort
daarna
geraakte
ik
in
twist
met
een'mijner
kameraden,
mishandelde
hem
deer-
lijk,
en
vergreep
mij
ook
aan
een'
sergeant,
die
zich»
daartegen
wilde
verzetten.
Toen
ik
tot
tedaren
kwam,
begreep
ik
dat
mij
de
zwaarste
straf
wach-
tende
was,
en
dewijl
mij
nu
geen'
uitweg
meer
oyerbleef,
deserteerde
ik
en
begaf
mij
naar
Frank-
fyk
alwaar
ik
onder
een
vreemden
naam
Aveder
trad;
ik
had
drie
jaren
bij
het
Holland-
?cne
leger
gestaan.
Ik
zal
u
niet
bezig
houden
met
hetgene
mij
na
dien
tijd
wedervaren
is.
Ik
heb
vele
veldslagen
bij-
gewoond
en
ook
den
grooten
togt
naar
Rusland
mede
gemaakt;
hdnger
en
ellende
hadden
mij
wel
wat
verbeterd,
doch
ik
heb
menige
daad
te
betreu-
ren,
wejke
zwaar
op
mijn
geweten
drukt.
Einde-
'ijt
naderde
de
veldslag
bij
Waterloo.
Napoleon
was
van-
Elba
teruggekeerd,
en
dreigde
de
magt
der
geneele
wereld
in
dien
beslissenden
slag
te
verplet-
teren,
Ik
had
veel
misdreven;
doch
om
tegen
miin
eigen
Vaderland
te
strijden,
dat
was
mij
nietmo-
plijk;
ijt
overlegde
wat
mij
te
doen
stond,
en
twee
da^en
later
bevond
ik
mij
in
het
leger
mii-
ner
Jandgenooten.
Ik
was
tien
jaren
ouder
ge-
worden,
en
door
het
zwervende
leven
zeer
ver-
anderd,
;z6o
dat
ik
voorloopig
niet
voor
eene
her-
kenmng
vreesde..
Bovendien
waren
honderden
mijner
landgenooten
en
vroegere
kameraden
in
de
yelden
van.
Rusland
gebleven,
zoodat
ik
daarom-
^nt
gerust
kon
zijn.
Zoo
brak
de
slag
bij
Waterloo
tfan.
Gij
weet,
mijnheer,
hoe
vreeselijk
het
daar
IS
toegegaan;
ook
ik
ontving
eene
wonde
aan
mijn
hnker
arm.
Tegen
den
avond
zat
ik
on
het
treunge
veld
uit
te
rusten,
toen
mij
een
officier
naderde,
en
mij
deelnemend
vroeg
of
ik
ook
ge-
kwetst
was.
Ik
zag
op
en
herkende
in
den
kapitein
mijn
gewezen
luitenant.
Ook
hij
scheen
mij
te
herkennen,
zag
mij
naauwkeuriger
aan
en
noemde
mijn'naam.
Ik
ontstelde
doodelijk;
ik
was
nog
ai-
t
tijd
deserteur
en
strafbaar.
»
Kapitein,
"
zeide
ik,
»
om
Godswil,
maak
mij
niet
ongelukkig!
"
»
Hoe
komt
gij
aan
onze
montering?
"
»
Ik
ben
reeds
drie
dagen
weder
in
dienst,
kapitein,
ik
heb
dapper
mede
gevocbten,
zie
maar!
"
Ik
toonde
hem
mijn'
gekwetsten
arm.
»
Kom,
jongen,
"
zeide
hij
goedaardig,
»
dat
is
braaf,
ik
zal
een
goed
woord
voor
u
doen,
dat
beloof
ik
u.
"
»
Maar,
kapitein,
ik
ben
onder
een'
vreemden
naam
ingelijfd,
kan
ik
niet
onbekend
blijven?
"
»
Neen,
dat
kan
niet;
ik
heb
de
krijgswetten
be-
zworen
,
en
moet
die
handhaven.
Ik
ben
verpligt
u
als
gewezen
deserteur
te
laten
arresteren
;
doch
durf
u
wel
vooruit
verzekerea
,
dat,
uit
aanmer-
king
der
roemvolle
overwinning
van
heden,
en
vooral
van
uwe
wond,
gij
onmiddelijfc
begenadigd
zult
worden,
"
Het
bJoed
vloog
mij
naar
het
hoofd,
Na
tien
ja
ren
ellende
en
boete
wachte
mij
en
mijne
familie
DOg
dezelfde
vernedering.
»
Kapitein,"
herhaalde
ik,
»
om
Godswil,
lioud
mijn
geheim
verborgen,
"
»
Dat
kan
en
mag
ik
niet
doen,
mijn
jongen,
doch
ik
beloof
"
»
Kapitein,
gij
moet
I
"
riep
ik,
onzinnig
van
woede
en
angst.
«
(ffet
vervolg
hierna.)