Tekstweergave van GRC1926_0101-1_00001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Vrijdag 1 Jamiari 1926. 75ste Jaargang. No. 1 SCHE COURANT NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VIJFDE BLAD _ DE THEOLOGISCHE GRONDSLAG VAN DE MISSIE IN DE VIER EVANGELIEN Reeds vanai de eieii'ste tijiden van haar bestaan, was de uitbreiiding van het H Geloof een der voornaamste zorgen van onzia H. Roomschie Katholieke Kerk, en noodt hiceft zij gebiiefe gehad aan lit Jd hafliige mannen en vrou'wen, die igoed en bloeds viEjil hadden, om de wereld r" n het z,achte juk'vaTi Christus te gaan on- derv/erpen. En nu na 19 eeuwen harden strijid' is zij' nog steeds en zal het blijven tot aan de volieinding der tijden de eene en eenige ApostoHsche Ker^k, wier ledien zijm bezield met datzelfdle Apos- tel-vmiir, diat op bet eerste Pinkerister- fieleist over de herders der kerk nedieir- daalde, Zulk een Apostel-geie'st, zulk eien won derbafe ifviei*, om aan alle volken het Evangeliie te priediken, kati niet toeval- liig zijin, daar moeten groraden voor zijn, m:, a, w, dat groote, majestuietize Missiie!- gebiouw, dat reeds zooveel eeuwen de storm heeft getrotseerd, kan niet ge- bouwd zijn op fos zand, maar vast en sterk moieit ihet staan op die rots, die Christus is, volgens het woord van den H, Pauhis: Niemand kan een anderen groindslag leggen, dan die reeds gelegd is, Christus Jezus," I Cor, III, 11, Dit te bieiwijizen. uit de vier Evaqglelien is het mooie omderwerp, waarvoior we thains uw aandacht vragen,. Met een wetenschappelijiken term hicteft men dat Apostolisch karakter van Jezus' leer genoemd! het ,,uiniversalis- nile" of de ..algemeenheid" in Jielzus' leeir. Twee dwalingen staan er tegenover, 't Is vooreerst de particularistiscihe op- vatting van de Joden, die meenden, dat Jiet Messiaansche Rijk alleen voor Is ­ rael zou zijn, en ten tweedje die le!er der modeme critici, gewoonlijk onder den naam van ,;rationailisten" aamgedtuid, die vooral willen besweren, dat Jezus zich nooit is bewust geweest van het alge- meen karakter, dat als een verborgen kiem lag opgeslioten in zijn leer en (e)erst later in dte jonige kerk zich ontwikkeld heeft. Dat gieen enkel kathroliek deze miee- niingen onidersohrijven kan, is duidielijk, De Joodsche opvatting is door de ge- schiedenis weerllegd en dte meening van dte rationalisten maakt den rol van Chriistus als Vieirlosser der gebeele we- reld onmogellijk. Het is evenwel niet onze bedaelmg deze beide systeemen te gaan neerleig- gen, we willien positief onze stelling be- wijzen en waar het pas geieft, iets over di0 meening van onze tegenstanders zeg- gen. De veiheven leer, die Jezus op aardie kwam verkondigen, behelst weneldom- vattende gedachten, Ver buiten de gren zen van Israel blikt Jezus de wereld in, waar noig andere schapen zijn, die niet befeooren tot den schaapstal van Israel Ook dezen betoont Hij te leidlen en zal het een kudde en een herder worden, Miaiar niet zoo is dat te verstaan, dat al- lei voliken zulleni kom-en en zioh zullen aansluiten bij het vernieuwde Israel neen, een nieuw stuk zal Jezus niieit op een oud kleed zetten, want dit zal van het kleed losischeuren en de nieuwe breuk zal erger zijn, dan eerste, M|et uitdrukkelijke woordien heeft hij het te kennien giegeven, dat die heidenen even ria zoudien zijn als dei Joden. Ja, alvorens op te gaan naar Den Va- der, vanwaar Hij gekomen was, heeft Christus zijn Apostelen bet uitdrukke ­ lijke bevel gegeven, om te gaan en alle volken het Evangelie te prediken, '¥EIJ ILLETO^ HET HUIS VAN DEN ZONDERLING XXIII. Het is lente. Lachen'd steken de viool tjes hunne kopjes uit het gras op, gelijk druppelen melk zijn de madeliefjes over weidie en veld gezaaid. Overal ontluiken de knoppen, overal vertoont zich het zachte jonge groen aan de boomen, De graaf die Kerouez wandelt lang- zaam met zijn zoon in de grootei drieief op en neer. Op eenmaal blijft de graaf staan en vestigt den blik op zijn zoon, „Reinoiit," zegt hij met bewogen stem ik ben er zeker van dat onze gedach ­ ten op dit oogenblik met elkander over- eenstemmen, Giji zijit nadenkend! en treurig en kon- det toch zooi gelukkig zijni, Meent gij, dat ik niet in uw hart lees? Gij denkt er aan een eigen huishouding te begtin- nen," Een drievoudigen graad of opgang kail, men dus onderscheiden in de leer e t" vu >rden van Jezus, We spreken r n :n eerste van het intensief uni- ci <^m d.i, de innerlijke algemeen- .:eid, waardoor de leer van Jezus op zich f i ikt blijkt, om onder alle volken r iJ. te worden. Dit pimt nemen a itionalisten aan, ja den naam universalisme" hebben we 11 n hen overgenomen, Hierin bewij- 1 e dLis, diat de leer van Jezus van rd is, dat ze gepredikt kan wor- a alle volken, 1 I daarmee is nog niet aangetoond, diat Christus zich daarvan bewust was, dat Christus ook wilde en uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven, dat zijn leer ook onder alle volken moest of ininstens zou verspreid worden, Vandaar spreken v/e op de tweede plaats van het uitdruk- 'lelijk universalisme. Ten slotte zetten we dan de kroon op list v/erk, door te wijzen op het positieve klare bevel, dat Jezus gegeven heeft, om aan alien de blijde boodschap van het Rijk te gaan brengen, LITTERATUUR: De vier Evangelien. Commentarii in Scripturam Sacram, - Corn, a Lapide. Jezus und die Heidenmission Prof. Dr. Meinertz 1908. Jezuis a!s Begriinder der Heidenmis ­ sion Prof. Dr. Meinertz in Z. M. I, 21 vg, 1911. Jezus Christus P. Hilarius Felder O. M. Cap. 1914 II Bnd. ,,Die Beweise Jezu". Die Parabeln im Evangelium L. Fcnck S.J. Het maatschappelijk Koningschap van Christus F. Tummers in Stud. Dl. CIV Jg 57, pg. 159 vg. Kathoiis'che Missionslehi e im Grund- risis Dr. J. Schmidlin 1919. Der Menschensohn Bibl. Stud. XII, t u. 2 1907 Dr. F. Tillmann. Dc Missie bij het Onderwijs P. Tar- dsias O. M. Cap. Het Missiewerk naar voren P. Hen- drlckx S. V. D. Fr. MAXIMINUS O.M. Cap. Landbouw-Kroniek. In de eerste plaats mijn oprechten Jaiik aan den heer Al. Peters, liandbouw onderwijzer te St, Hubert, voor zijne nadere inlichtingen, Volgi ns 'Z.Ed, was die bemieisting per H.A. berekend als ' 140O kg. kalizout 20 pet., 800 kig. ss akkenmeel plus 200 kg. super- f t 300 kg. chilisalpeter, 1500 kg. it.iik. ijit is voorwaar eene schitterende ti J en ik mocht van harte lijden I o je zandboeren dsize bemesting icii iiaasienbdi toepasten. Met zulke be- laestinig vei-wondiert mij eene opbrengst van 130.000 kg. voedearbieten niet, Naar ruwe berekening zal zulk leiene bemesting kosten 130 gulden. Maar be- riekenen v^^e de voederbieten maar teigen den lagen prijs van f 8.— per 1000 kg,, dan is de opbrengst per H,A, f 1040.—. Wie zag op het zand ooTt zulke bruto- opbrengsten? Trekt m'en hieirvan kos ­ ten aan mest, landpacht, zaaizaad en arbieidsloon af, dan blijft er nog een prachtiige netto-winst over, Treedt ook hier weier niiet de waarheid ten voile voor den dag van het boerenspreek- woord; „Wie zijn akker bemest, spekt zijne beurs." De heer Peters duide mij ten goedia dat ik de door Z.Ed, toege- paste bemesting voor dit en andere bie- tenvelden voldoende vind, uitgezonderd wat beit chilisalpeter betreft. Op vel- den, die in minder goeden cultuurtoe- stand verkeeren dan bet proefveld te St. Hubert, mag^ men gerust 400 a 500 kg, chilisalpeter aanbrengen, om die hooge opbrenigsten te verkrijigen, anders Rjeinout wieird blieek, ,,Het is waar, vader, Ik droomde een zoeten droom." De beer de Kerouez bleef staan en licgde de banjd op den scboudex zijns zoons. ,,Dat weet ik," sprak hij met teede- ren ernst. „Maar ik betr.-ur het alleen dat ilk mijn zoon niet gienoegi viertrouwen wist in te boezemen," ' Rieinout ontroerde. ,,Heeft Gerhard u geschreven?" In plaats van te antwoorden reikte die heer dei Kerouez hem Gerhard's brief, ,,Mogelijk," dUiS ging de graaf op lang zamen toon voort, „was ik eertijds te hard, mogelijk ook hebben de jaren mij een gedeelte van mijne wilskracht ont- nomen. Ja, lik ben nog altijd de mee ­ ning toeigedaan, dat die oude geslachten eenigermatie aan hunne voorrechten mc-eten hecbten, dat adel zich met adel verbinden moie't. Doch Roosjiel heeft ook adelilijk bloed in de aderen; zij stamt van moedterszijde af van eene goede, be zou ik deze nimmer durven garandeeren ^ Ook zou ik, na die laatste ondervin- diingen op dit punt, men berinnere zich de opzienbarende ontdekkingen van professor Stoklasa g e lef n andere stvkstofhoudende meststoffen durven aanbevalen. Ook niet het kalksalpeter waarvoor tegenvtroordig de Badiscbe ani line en sodiafabrieken zulke lenorme re ­ clame maakt. 'We kennen toch alilen het spreekwoord: goiede wijn behoeft geen krans", en was kalksalpeter eene uitstekende meststof, waarom, vraag ik mif dan af, werd in Duitschland zelf dan in 1924 100.000 ton chilisalpeter mieler gebruikt dan in '23 en zal dit getal in '25 nog sterk verboogd zijn. Maar in de Deenscbe bladen komt de voligende annonce nog voor; K u n s t m e s t g e V a a r. De Deenscbe gezondbsiidscommisisie vestigt de aandacht op het feit, dat zij waargenomen beeft, boevele gevallen van ernstige verwondingen bij de land- arbeiders reieds zijn voorgekomen door- dat zij zich met het zaaien van kunst- meststof omledig houden en wel miet name wordt gewaarscbuwd tegen Duit- scbe kalksalpetelr, betwelk ook wel be- kend is onder de benaming van Duitsch salpeter uit Noorwegiem. Men heeft bemerkt, dat dergelijke verwondingen veelvuldig vooAomen als de kunstmest vochtig is en in 't bijzon- deir bij vochtig wieer door de kleeren Met bet oog daarop moet de grootste voorzicbtiigbeid bij het gebruik van ge- meldia meststoffein in acht worden geno- rnen en vooral beboort vermeden te Vvforden, dat de onbedekte lichaamsdee- len daarmeide in aanraking komen," Naar aanleiding van deize waarschu- wing berinner ik onze lezers aan de voor scbriften, gegeven door den beer G. H. Linders, landbouwonderwijzer te Wij- chen, bij bet uitzaaien van kalksalpeter. le. Opigestroopte mouwen. 2e. Lievieir uit zaaibak of korf dan uit een zak. 3iei. Wind van terzijdie, 4ei, Kiel dragen van jute van bals tot over da knieen, Wat jute boven het scboeisel. 5e, Bij groote hoeveelbedien zaaien eenige malen per dag handen en armen m^e't zeep wasschen en insmieeren met die of vaseline. Ook om de voeten den- ken. Zweetvoeten. Dan zeigt de schrijiver nog: kalksalpe ­ ter werkt bijtend bij uit,strooien. Ge n wondjes aan handen hebben." En op een andeire plaats lees ik; „Me- iiigaen ondervon'd er reeds de nadeelige gievolgen van," Dei beer Lanetin geeft voor bet uit ­ zaaien van kalksalpeter die volgende aanbevelinig: Voor bet uitstrooien van fijnpoederig kalksadpeter neme de landbouwer eerst een warm bad lein wassche zijn gebeele licbaam leerst ter deigiei met zeep welke zeep zegt de schrijvier niet. Dan smere de zaaier zijn gebeele licbaam tout son corps in met va ­ seline of kokosDlie, Hiji trekke vervolgens zijn slielcbtste kleeren aan en bedekke deze nog met jute. Dei bloote deieden van zijn licbaam als hoofd en handen bedekke bij, bet eerste met een kap, voorzien van groote gla- zen voor de oogen en de laatste met lange gladde handscboenen." iWat een poespas, geacbte lezeis, wat *een voorzorgen! En toch drijft de beer Lanetin er geenszins den spot mee, aan- gezien de talrijke nadeelige gevolgen voortgekomen bij bet gebruik van kalk ­ salpeter. Daarenboven zou ik zoo'n zaa ­ ier wel eens over bet veld willen zien gaan, Ik (geloof dat bij meer op een beer dan op een menscb zou lijiken, temmin- kende, addelijke famille, diie van Valery d'lnferville. Maar," voieigde biji er met eene van aandoening trillende stem biji, ,,al ware zij ook de docbter eens b^2idlelaars; de genegenbeid, die ze mij heeft ingeboezemd, zou mij- alles doen vergeten. Haar voogd schrijft dat bij haar eene aanzienlijkei bruidsscbat wil geven, om zoodoende tenminste eenig- zins de schuld te delgen, die bij' tegen ­ over den vader, zijn levensredder, heeft aangegaan. Maar wij zouden haar ook genomen hebben, al ware zij arm ge- weest; niet waar, mijn zoon?" ,,Vader," riep Reinout, die met blijde verrassing toegieiluisterd had, ,,wat zijt giij gi'oedi. En boe igoed is ook Geirbard, dat hij vertrouwen in mij stelt en haar mij geeft. Maar zij? Roosje?" Juist verscbeen bet jonge meisje aan bet uite'rste einde der dreief, De graaf de Kerouez wenkte haar na- irbij te komen en vatte haar zacht bij de band. ,,Roosje," sprak hij op diepbewogen toon, „wij' spraken over u. GiJ weet, hoe ste op eenigen afstand. Trouwens, ondanks de kolossale re ­ clame neemt bet gebruik van kalksal- peteir eer cif dan toiel, Geen wonder. Wat een gemak daartegenover bij chilisal ­ peter, Dat ik wat lang bij dit punt mij opge- houden beb vindt zijn reden in bet feit, dat ik vroegtijdig onze landbouwers wil ­ de waarscbuwiein, Om geen enkiele reden kan kalksalpeter, al mocht bet dan ook ietwat goedkooper zijn dan chilisalpeter igtelijk of boven deze meststof gesteld worden. Initeigendeel. Daareinboven zou ik niet gaarne hebben dat een onzer landbouwers eenig ongeval mocht over- komen, waarvoor ik niet insta bij bet tfebruik van kalksalpeter. En nu, boogigeacbte landbouwers, bij het begin van 1926 weinsch ik u van har ­ te alien een oprecbt gemeend „Zalig Nieuwjaar". Moge de igoede God U in het nieuwe jaar weer rijke oogsten scbenken, uwei gezinnen en uwe stallen sparen voor alien tegenspoed en ziek- ten. Van harte hoop ik, dat de Graafsche en Udenscbe Courant steeds in uwe gezinnen moge gelezen worden en dat de abonnieimenten bij onze redactie steeds ruimer en ruimer blijven toe vloeien. LANDBOUWKUNDIGE. KU, DIE OP U WACHT! Kapelaan Frans Smit, Arnhemsche- weg, Apeldoom, ziet verlangend uit naar iedere post, of er misscbien weei giften bij zijn voor dat arme Noorsche Missiekerkje, het is immers zoo noo- dig en de giften komen zoo zuinig bin- nen. Giro-no, 98821. UIT GRAVE'S VERLEDEN! ,,En Joffier Catalijne!" vroeg van He mert, zich even tot Koen keerende, ,,Die arme kleine verkeert in deerlij kein toestand," antwoordde mevrouw van Helmert, in zijne plaats, „In de ver- twijfeling barer angst is ze te nacht tot mij gevloden en sluimert nu pas, daar ze niet dan door uitputtinjgi den slaap kon vatten Ik beb haar bij mij gehou den in mijne kamer, ze beeldt zicb vast in daar veiliger te zijin git keurt dit goed?" ,,Hij knikte toestelmniiend, maar kon niet nalaten uit te roepem; ,,o Heieir des Hemels! wat al jammer brengt die -^ee- selijke oorlogsfurie!" ,,En wat al roems! mits men zijnie bei ­ de ooge daar af brenge!, ... gedenk dat ook, mijn edelle Heer!" sprak Koenraad, ,,Van Hemert moest wel glimlacben en wiildei zeker den man een gaeid woord toevioelgen, toen de deur haastig ge- opend werd en een officier binnentrad, die wij u voorstellen als Kapitein Denys dei la Cbarettei, een dier ferme manruei- iijke krijigslieden, wien men bet aanzien kan, dat zij van hunne jeugd aan ge- diend hebben, en dat zij bun rang aan hlxn verdiensten, niet aan bet toeval van fortuin of geboorte te danken hebben; die maar zeieir zelden de held zijn van de gezelschapszaal en zich daar ook niet reicbt thuis gevoelen; maar die on- waardeerbaar zijn op bet slagveld, en 1 echt in bun element op de wallein eenier beleigerde vesting, ,,Kapiteiin Denys was een Fransch of Waalsche avonturier, die zich in Neder- land miet den degen in de vuist zijn hop- mansranig had verworven, maar die geen geld bad om zich eene compagnie te koopen. Van Hemert zelf bad hem daartoe bet noodige gelieend of gescbon- ken, en zoo stond bij tegenover dezen in dubbele aanbankelijikheid, die zich echter bij Denys niet toonde in lage vleieiriji, of in zwijigende inschikkelijk- beid voor alle opvattingen en inzicbten vian zijn commandant. Veeleer was h ij bet, die zich somtijds veroorloofde hem lief wij u hebben; kind, wilt gij mijne docbter zijn? Uw voogd geeft zijne toe- stiemming." Zij slaa:kten een licbten kreet, vatte den arm des graven en vefborg haar met een vuurgloed overgoten gelaat te ­ gen zijn schouder. Er waren eenige maanden verloopen sinds ziji die vlijmende, maar voorbij- gaande smart ondervonden had. Ger ­ hard bad veirstandig gebandeld met zich te verwijderen; bij had terecht begre- pen, dat wel de geest met zijn b'eeld ver vuld was, maar bet hart dacirin eigen- lijk geen dee! had, ,,Antwoord miji, Roosje," verzocht Reimout angsTig. ,,,Ik ben arm, maar ik zal werken; ik was sCbuldig maar ik beb geboet en ik beb u zoo innig lief," Zij keerde hem glimllachend haar blo- zend aangezicht toe, ,,Ik kan niet antwoorden, neen, ik kan niet," zeide zij zennwacbtig; ,,'k beb ook iets te zeggen was Alice toch maar bier." De heer de Kerouez lachte scbalks en terecht te wijzen en te onderricbten, 'n weinig op dei manier van leien oud-gou- verneur met zijn volwassen leer ling. En veellicht was dlei verbouding de hunne, waar bet krijgszaken gold, en bet zou kunnen zijn dat de persionen, die aan dan jongen Baron van Hemert bet be- waren der veisting Grave toevertrouw- den, een weinig op de lervaring van den ouden Denys hebben gerekend. Maar hoe bet ook zij, van Hemert was dte hoo- gere in rang, en Denys was te veel krijgsman om niiet van bet woord insu- bordinatie te gruwen; zoodat de jonge overste meester was zoodra bij bet zijn wilde, betgeen echter bij zijn zacht en buigzaam karakter zeer zelden gebeur- de. Denys vierontschulidigde zicb alleen over zijn onaangemield ibinnentreden door een paar barde woorden tegem de lafaards van bedienden, die uit angst en onrust niet op bun post waren, betgeen maakte, dat biji bij den commandant moest binnendringen als een vrijibuiter. ,,Wat zal men zeggen, mijn waarde hopman!" hervatte van Hemert, „diei schrik is den armen luiden om 't harte geslagen; ze zijn niiet als gij aan de klank van t geschut gewoon..., Docb was tijding komt gij mij brengen?..,. mijne !gemialin zeide mij dat gij! reeds bier zijt geweest," ,,Toen ik Uwe Edelbeid straks wildte spreken, was bet om u mede te deelen, dat onze manscbappen over 't gebeel vol goeden moed zijn en eer met niteu- wen strijdlust bezield dan verslagen of ontmoedigd," „Dian zou bet niet kwaad zijn, van die opgewekte geestdrift gebruik te maken om eens weer een uitval te wagen.... wat dunkt u, Denys?" ,,Hm! dat zou alleen dan te wagen zijn, commandant, als wij volk® genoeg overbieldten om de wallen te beveiligen; zonder dat mocbten we den vijand bin- nen vinden, terwijl wij buiten waren." „Bah! Mansfeld zal nu zoo haast^niet weer een storm wagen..., ,,rk denk van wel, Overstei, want hij heeft viersterking gekregen... ,,Hebt ge daar zekerbeid van?" vroeg van Hemert, met* onrust naar zijne vrouw omziende, die vierbleiekte en den neusdoek voor bet gelaat bracht, ,,Zooveel zekietheidi als twee scberpe oogen gewn kunnen. Ik beb van mor- gen zoowat overal rondgekruist en ik beb meer onderscbeidenlijk gezien, dat ler groote bewteging was onder onze Spaansche vrienden aan de overzijidle, en dat Mansfeld wel eens zooveel volk bad als voorgisteren, ondanks betgeen er biji den aftochf mag gevallen zijn. En op dit stuk is bet, Kapitein, dat ik tot u kom; want meer andeiren dan ik weten het mee, en ik beb vernomen dat eene commissie uit de vroedscbap zoo aan^- stonds tot u zal komen...." ,,Ik zal ze wacbten, Denys; msiar giji, neem dezen brief dien ik aan Mylord Leycester richt.... gij- biefbt als voor- maals een veiligen bode," ,,Een kostbarien man, die alles ondter- nemen durft en die in alles slaafgi: de brief van Uwe Edelbeid zal nog vandaag te Nijmegen zijn,... Maar Overste, gij he tooh den Graaf niet geschrevten als een die vertwijfelt?" ,,Integendeial, ik zeg dat we bier vol moed zijn en goede kans hebben, mits we op bulp mogen rekenen," ,,Gelukkig Overste!, ... want die an ­ deren, die.. .. flauwerds.... zoudetn u wel een ander schrijven in de pen willen geven, maar boor naar ben niet, Ik wil ­ de ben voor zijn bij u, om .... u aan te raden...." ,,Koen, de eenooigige korporaal, stoor de hem door zijn binnentreden, en dien- de de hoplieden dii^Ban en Coeboekum aan, benevens twee Heeren uit den ste- delijken raad van Grave, (Wordt vervolgd) Doe er wat Kloosterbalsem op is bet gewone gezegde, als men zich heeft gesneden, gestooten, b gebrand, geklemd, of geschramd. I Dat verzacht, zuivert en geneest C zonder litteekens. 7 Overal per groote pot van 20 gram 50 cf. maakte zijn arm zacht uit den haren los. ,,Ik zal Alice zenden. Wacbt haar daar op bet terras. Roosje moet echter bedenken dat ik er naar verlanig mijne docbter te omhelzen," Een paar minuten later lachte cn weende Roosje in die armen barer vrien- diin. ,,Kind, beb ge Reinout lief?" ,,Ja:, ja, maar hij moet weten wat er voor zes maanden gebeurd is; ik mag geen geheimen voor hem hebben." (Wordt vervolgdj