Tekstweergave van GRC1930_0426-1_00001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
faterdag
26
April
1930.
79e
Jaargang
No.
32
|n
priis
-TOESTi
|spreker
eri
eeplaatsi
IfB,
Grav^
\gs-
conditil
RAAFSCHE
COURANT
NIEUWS-
EN
ADVERTENTIEBLAD
tweedebla
lENI
WBGflV
MACHTIG
MIDDeC
66n
iBOzijn
t
er
wel
zoo
zaohties
aan
«5fprlr
geworden,
dat
het
R.-K,
ver-
oici
IV
jgsleven
van
onschatbare
waarde
s
dat
het
voor
ons
onmisbaar
is
'en.
Spreekt
onze
Geestelijke
jid
niet
van
n
plicht?
of
35
f
1.7F^t
dus
ook
voor
den
Katholieken
I46f225.
f-
_
,
fordt
heel
wat
gedaan
om
de
die
dezen
plicht
niet
kennen,
o
Afi
fiPfl
vervullep,
aan
te
**0,
""H^t
het
lidmaatschap
der
organi-
NOEL
^
wordt
vergaderd,
gespeeoht,
Tiften
verspreid^
huisbezoek
ver-
let
woord
en
daad
wordt
de
pro-
la
gevoerd.
maclitig
propa-
Ifiuinp'liddil
te
w:einig
benut;
n.l.
de
piy
Zeer
waarschijnlijk
wordt
de
.Ull
gemaakt,
dat
het
juist
de
of
het
meisje
is,
dat
zooveel
man-
in
de
organisatie
terughiela,
zelfs
k
was
dat
velen
voor
het
lidmaat
bedankten.
rdaad,
't
is
een
jammertijk
ieit,
.Vrouwen
dikwijls
den
man
hebben
uden
van
de
stands-
en
vakorgani-
Er
nioct
3,a.n
worden
t
niet-
zelden
geschiedde
met
de
Jedoelingen,
omdat
zij
niet
wisten,
iittig
en
onontbeerlijk
de
orgaiii-
tiKfl
t
NDEL
1
—
k
•mmd
J,6
3.00
WO.-
kuikens-
lers
fl.25
eef
f2.75
RAVE
orlen
MEGEll
m
eigen
oren,
not
Ifabrieic
de
wjj
r
pond
bevelend,
,,
L.
Hezelsfr.
3f
j
nUMEGEN
n
prijs
1
door
uijk
arin^en
j
n
feit,
dat
de
vrouwen
vaak
ti
over
contributies
en
zelfs
wei-
die
te
betalen,
—
Ze
begrepen
let,
dat
er
veel
geld
noodig
is
om
.''orderen
een
betere
zedeiijke
en
chappelijke
welvaart
van
den
'ersstand.
komt
dikwijls
voor,
dat
de
vrou-
ineenen,
wannee'r
't
wekelijksch
olad
bezorgd
wordt,
dat
daarvoor
'jk
alleen
de
contributie
betaald
-•
Afgezien
ervan,
dat
ze
vaak
niet
^en,
dat
het
geregeld
lezen
van
hup
^blad
oo
noodzakelijk
is
voor
mannen
om
op
de
hoogte
te
blij-
an
wat
ze
als
organisatiemannen
het
vereenigingsleven
moeten
zien
ze
ook
over
het
hoofd,
dat
Un
organisatie
voor
het
Bondsblad
litgeven,
slechts
een
onderdeel
is
■
vele
kosteil
welke
een
organi-
?ich
heeft
te
getroosten.
mannen
zijn
door
de
vrouwen
.jiteruggehouden
van
vergaderingen
gj'fsussen
en
ontwikkelingsdvonden.
^aad,
Maar
ze
meenden
dat
daar-
Uithuizigheid
gekweekt
werd
en
&en
niet
dat
ontwikkelinjJ
brood-
S
is
om
te
bevorderen
een
betere
iphappelijke
welvaart:
dat
ver-
'ngen
noodig
zijn
om
belangen
te
®ken
welke
voor
haar
en
haar
.ge-
de
grootste
waarde
kunnen
zijn.
'Jeze
dingen.
worden
gaarnc
toege-
Dooh
dan
moet
men
eerlijk
de
'_onder
het
oog
zien:
is
niet
teveel
'j^d
dit
alles
aan
de
vrouw
te
zeg-
'ou
niet
veel
bereikt
kunnen
wor-
'''et
het
houden
van
vergaderingen
'Je
vrouwen,
waarin
een
en
ander
Soed
wordt
voorgehouden?
Vast
.
toch
wel,
dat
de
vrouw,
eenmaal
''t
en
de
kracht
der
organisatie
^Ide,
geen
tegenstandsier
meer
zai
^aar
ook
in
dit
oDzicht
.,een
hulpe
if®
man"
zal
worden;
dat
zij
met
"
zal
medewerken
waar
de
raan-
^^ich
nog
weigerachtig
mochten
^trijd
tegen
het
socialisme
is
heftig;
op
de
dorpen
is
de
worsteling
N.
.
'
onzer
ergste
vijanden
is
de
een
kanker
knaagt
aan
de
zedeiijke
en
^cisdienstige
gezindheid
van
ons
volk.
Indien
de
vrouw
overtuigd
is
gewor-
den
van
deze
groote,
ernstige
gevaren,
is
het
gevaar
tot
minstens
de
heift
gere-
duceerd.
Voormannen
en
propagandisten
wor
den
vaak
moedeloos
bij
miskenning,
tegenwerking
en
verdachtmaking,
wel
ke
ze
ongetwijfeld
ondervinden.
Hebben
ze
een
echtgenoote,
die
de
grootsche
taak
onzer
beweging
begrijpt,
dan
leeren
ze
alle
ontmoediging
het
hoo^d
te
bieden.
Zelfs
het
levensgeluk
van
man
en
vrouw
eischt,
dat
de
vrouw
kennis
krijgt
van
het
vereenigingsleven:
zondsr
dat
is
er
een
leemte
in
hun
bestaan,
Dit
alles
is
geen
nieuwe
en
geen
bij-
zondere
wetenschap.
AHeen
gelooven
we;
tot
heden
is
te
veel
verzuimd
de
vrouwen
behoorlijkop
de
hoogts
te
stel-
leri.
t
Is
misschien
ook
niet
zoo
gemak-
kelijk,
dooh
dat
is
slechts
bijzaak,
In
dien
we
t
er
over
eens
kunnen
zijn,
dat
de
vrouw
,,een
hulpe"
kan
zijn,
zal
ook
beproefd
moeten
worden
dit
te
berei-
ken.
Het
lijkt
ons
van
buitengewoon
be-
lang,
omdat
van
een
beter
mzicht
der
vrouw
zooveel
afhankelijk
is:
gods-
dienstzin,
eerbaarheid,
reinheid,
familie-
leven,
offervaardigheid,
liefde.
In
de
aangegeven
richting
zpu
met
vrucht
gewerkt
kimnen
worden.
T.
E.
JWAKEf!
iioon
en
de
z.g.
neutrale
pers,
die
als
FEUILLETON.
FELICITAS.
UN
m''
Tel.
129^
i,
-^chap
en
droefheid
streden
met
in
haar
binnenste,
volslagen
^oid
hoorde
zij
Lidia's
woorden-
O
die
voordurend
aan
het
bruis
□
bleef.
Wat
er
gezegd
werd
ver-
i|,,^elicitas
nauwelijks.
De
klank
der
niet
hun
beteekenis
drong
tot
i^oor.
een
gevoel,
maar
dat
alles
^erschte
liefde
in
haar:
dat
einde-
®
Verwachting
vervuld
Was
waar-
v^ij
zich
iederen
dag
had
bezigge-
•s
Harry
was
gekomen,
nu
werd
'(jA^ed
gemaakt.
Weer
leefde
in
haar
vurige
lielde.
t
^
het
niet
als
joeg
een
nieuw
leven
aderen?
Zoo
licht
en
vroolijk
f|
2ij
uit
het
rijtuig,
hetwelk
juist
stil
hield,
dat
Lydda
met
ver-
haar
aanzag.
^oofdpijn
sohijnt
pver!'!
zeide
BIJDRAGEN
VOOR
DE
R-K.
UNIVERSITEIT,
Bisdcm
s-Bosch
Boekjaar
1928.
Dezer
dagen
vergaderde
het
Die.
Comite
der
St.
Radbouwstichting
in
het
pisdom
s-Bosch
tot
vaststelling
van
het
jaarverslag
en
de
rekening
en
verant-
woording,
aangeboden
door
den
secre-
tans-penningmee^ter,
Aan
het
jaaryerslag
is
het
voltfende
ontieend;
.
Zooals
gebruikelijk
werd
ook
in
dit
y
erslagjaar
het
Diocesaan
Comite,
dat
in
zijn
samenstelling
ongewiizigd
bleef,
tweemaal
in
vergadering
bijeen
geroe-
pen.
Onze
Klocsteractie,
,
Teneinde
een
beter
overzicht
te
krij
gen
van
wat
onze
Kloosters
en
Gestieh-
ten
voor
onze
Universiteit
bijeenbren-
gen,
begonnen
we
vorig
jaar
de
364
Kloosters
en
Gestichten
van
het
Bisdom
s-Hertogenbosch
per
ciruculaire
te
ver
zoeken,
hunne
bijdragen
-
rechtstreeks
aan
den
diocesanen
penningmaester
in
te
zenden.
*
Deze
afzonderlijke
,,bewefk!ng"
der
Kloosters
leverde
een
bevredigend
resu
taat
op,
t
Overzicht
der
,,Kloosterbiidragen"
werd
belangrijk
verbeterd.
We
hoopten
dat
't
volgend
verdag
een
nog
juister
en
mooier
beeld
zou
geven.
In
deze
ver
wachting
is
men
eenigszins
teleurgesteld.
Bij
den
Dioc,
penningmeester
kwam
in
van
164
Kloosters
/
3460,50.
Uit
de
in-
gekomen
Parochieele
verelagen
blijkt.
dat
nog
van
34
kloosters
inkwam
/343,50
in
totaal
^
f
3804.—
Tegen
'f
4279.50
verleden
jaar,
dus
/
475.50
minder.
Onze
Parochiale
Comite's
lebben
dit
jaar
al
evenmin
reden
ge
(Seven
tot
overtevredenheid.
Onze
jaar
lijks
terugkeerende
klacht
over
te
late
inzending,
kan
alweer
niet
achierwege
blijven.
Integendeel,
zoo
erg
als
dit
jaar
was
het
nog
niet.
Op
15
Maart
kon
pas
overgegaan
worden
tot
het
afsluiten
der
boeken;
wijl
nu
alles
binnen
was,
beho«dens
de
parochie
Leeuwen-Beneden.
deze
scherp.
,,Geheel.
Het
ritje
deed
mij
goed!
Dank
voor
uw
vriendelijkheid!"
Zij
wachtte
zelfs
niet
op
Lydia,
maar
iilde
haar
vooruit,
naar
binnen,
door
een
zorg
vsrvuld:
om
toch
het
bezoek
van
Harry
niet
te
missen,
Hij
moet
wel
spoedig
komen;
daar
was
zij
zeker
van;
Want
de
gedachte
aan
haar
dreef
hem
immers
hier
been?
|
ELFDE
HOOFiDSTUK.
Harry's
Liefde.
Hoe
Felicitas
ook.
acht
gaf,
haar
wensch
bleef
onvervuld.
Wel
maakte
Harry
van
Kroneck
nog
op
denzelfden
dag,
met
de
meeste
hoffelijkheid
zijne
opwachting
en
werd
door
den
heer
des
huizes.
en
Lydia
ontvangen,
maar
om-
^treeks
dezen
tijd
bevond
Felicitas
zich
aan
het
Ziekbed
harer
tante
die
hevig
leed
van
haar
droevige
kwaal,
Aan
deze
omstandigheid
of
ook
wel
aan
een
noodlottig
toeval
moest
zij
het,
wijten,
dat
juist
bij
de
eenige
gelegen-
leid,
dat
zij
in
het
salon
had
wenschen
Het
finantieel
resultaat
van
dit
Verslagjaar
beeld:
Aan
Parochiale
Bijdragen
kwam
voor
dit
jaar
in
/
43308.50.
Voor
1928
was
in-
gekomen
/
44608.27,
vermeerderd
met
nog
in
dit
boekjaar
ingekomen
van
de
achtergebleven
parochie
Mill
/
179.48,
samen
dus
/
44787.75.
Alzoo
/
1479.25
minder
dan
vorig
jaar.
Oelukkig,
dat
enkele
Bijzondere
Gif-
ten
tot
een
totaal
bedrag
van
f
874.14
zijn
ingekomen,
waardoor
deze
terug-
loop
der
parochiale
bijdragen
eenigszins
is
getemperd.
In
tegenstelling
met
de
laatste
jaren,
waarin
de
,,Bossche"
Universiteitsbij-
dragen
in
stijgende
lijn
gingen,
zijn
we
dit
jaar
in
dalende
richting.
•
Konden
we
vorig
jaar
opzenden
aan
Utrecht
/
48250,—•,
dit
jaar
zonden
we
aan
t
Hoofdbestuur
f
47700,—,
minder
dus
/
550.—.
Met
wat
in
dit
verslagjaar
nog
were
nagezonden
voor
het
boekjaar
1928,
kwam
voor
dit
verslagjaar
bij
ons
in
aan
bijdragen
van
Parochieele
Comite's.
Ge
stichten
en
Kloosters
en
aan
Bijzondere
Giften
/
48788,02.
Voor
het
boekjaar
1929
ontvingen
we
in
totaal
/
47643.14.
Eene
vermindering
aizoo
van
f
1144,88.
De
Jaarverslagen
kwarnen
in
tot
een
aantal
van
168
^jnde
47
minder
nog
dan
vorig
jaar!
Meer
dan
150
secretarissen
legden
onze
jaarverslagformulieren
blijkbaar
rustic
naast
zich
neer,
't
Was
voor
hen
toch
slechts
een
kleine
moeite
ze
even
in
te
vullen
en
ens
op
te
zenden.
Voor
hen
een
heel
klein
werkje,
voor
ons
een
juister
overzicht.
Als
de
secre-
tanssen
dat
toch
eens
wilden
inzien!
ri'et
verslag
bevat
verder
een
opgave
van
de
aantallen
yliegende
blaadjes
.,Het
rausjaar
een
Universiteitsjaar"
door
55
parochies
verspreid.
Een
overzicht
wordt
nog
gegeven
van
de
,,Bijzondere
Mededeelingen"
uit
de
ingekomen
Jaarverslagformulieren.
Klinken
in
het
V^rsjag
enkele
klaag-
tonen,
het
Jaaroverzicht
wordt
besloten
met
een
opgewekt,
tevens
opwekkend
dankwoord
aan
het
heele
le-^er
van
dames
en
heeren
Parochiale
Comite-
leden,
Collectrices
en
Collectanten
voor
hun
volhardenden
ijver
voor
het
zoo
hoog
noodige,
daarom
ook
zoo
zeer
ver-
diensteli)ke
St.
Radboudarbeid.
DE
NIEUWE
WEEK-VEEMARKT
TE
UDEN,
Wij
lezen
in
het
Paaschnummer
van
de
Vee-
en
Vleeschhandel
het
volgende:
leder
vakman
heeft
volkomen
het
recht,
om
in
een
vakblad
steeds
dege-
f
A?
geschrijf
aan
te
tref-
len.
Maar
bij
het
verschijnen
van
extra-
nummers,
zooals
dat
met
Paschen
en
Kerstmis
gebruikelijk
is,
neemt
rJemand
net
kwalijk,
dat
er
eens
een
extra
bab-
beltje
wordt
ten
beste
gegeven
ter
op-
luistering.
Zoodat
ik
gaarne
de
uitnoodi-
ging
van
de
geachte
Redactie,
om
een
paar
keer
per
jaar
een
kleine
bijdrage
te
leveren
in
„De
Vee-
en
Vleeschhan
del'
',
aanneem.
Maar
waarvan
en
waarover
moet
een
buitenstaander
schrijven?
Van
koeien-,
varkehs-
of
ander
vleesch
heb
ik
alleen
verstand
als
het
in
kleine
brok-
jes,
geurig
en
fleurig,
gebraden,
gebak-
ken,
gekookt
of
gestoofd
aan
den
mid-
dagdisoh
wordt
opgediend;
maar
dat
heb
ik
verleden
jaar
ook
al
verteld.
En
je
kunt
toch
niet
gedurig
hetzelfde
blijven
vertellen!
En
wat
weet
ik
verder
van
marktcn?,.
te
zijn,
haar
zulk
een
streep
door
de
rekening
werd
gegeven.
Zij
gevoelde
zich
bitter
teleurgesteld
toen
zij
uit
een
gesprek
aan
tafel
opmaakte,
dat
Harry
reeds
geweest
was.
Wat
moest
hij
wel
denken
van
haar,
die
^hem
gezien
had,
die
afwist
van
zijn
aanwezigheid
in
huis,
en
zich
niet
eens
gewaardigd
had
hem
te
komen
begroeten?
Had
hij
naar
haar
gevraagd?
Die
gedachte
vervulde
haar.
Tevergeefs
echter
volgde
zij
met
span
ning
het
loflied,
dat
hare
bloedverwan-
ten
den
vluggen
Cavalier
toezongen
door
zijne
fijne
manieren,
zijn
brillante
bespraaktheid
hemelhoog
te
verheffen
en
hem
voor
te
stellen
als
een
nieuwen
held
voor
het
conversatieclubje.
Veel
wist
men
te
vertellen
van
hem
en
over
hem,
maar
wat
Felicitas
begeerde
te
hooren,
bleef
uit
—
...
.haar
naam
werd
met
geen
enkele
syllabe
genoemd.
Eens
zelfs
was
zij
op
het
punt
om
te
vragen:
of
Jonkheer
van
Kroneck
zich
niet
naar
haar
geinformeerd
had,
zijAe
oude
be-
kende
uit
N;
maar
een
eigenaardig
ge
voel
van
bedeesdheid
en
trots
deed
haar
Ha!
daar
heb
ik
het!
Daar
weet
ik^
wel
is
waar,
in
het
algemeen
niet
veel
van,
maar
van
een
markt
weet
ik
toch
in
ieder
geval
nog
wat!
En
dat
is
onze
goeie,
ouwe
Udensche
markt.
Ik
weet
daarvan,
datze
vroeger
de
roem
was
van
de
Meijerij:
de
groote
markt;
een
ge-
beurtenis
van
belang!
En
dat
het
nu
zoo
ongeveer
niets
meer
is.
En
daar
had
ik
dus
stof
in
overvloed
z66
maar
voor
het
grijpen!
Ik
zou
volop
kunnen
vertellen,
wat
de
Udensche
markt
vroeger
was
en
wat
ze
nu
was;
ik
zou
vertellen
v^an
haar
druk
gedoe
en
haar
grooten
Jjloei
uit
vroeger
jaren
en
van
haar
danig
verval
op
heden,
van
de
oorzaken,
die
hadden
meegewerk-t
aan
het
,,sic
transit"
van
dat
glorierijk
verleden;
enfin,
van
alles
en
van
nog
heel
veel
meer.
En
zoo
toog
ik
eenige
maariden
ge
leden
aan
het
werk
met
het
voorop
ge-
zette
doel,
om
een
treurzan^
aan
tekun-
nen
hetfen,
die
bij
een
waardige
begrafe
nis
van
de
oude
Udensche
markt
zou
passen.
Die
markt,....
je
hoorde
er
im
mers
niets
meer
van;
die
was
dood!.
.
zoo
dood
als
een
pier!.
.
.
.
Was
het
nog
wel
ooit
marktdag
in
Uden?
Het
zou
echter
geheel
anders
loopen!
Op
hetzelfde
oogenblik,
in
denzelfden
tijd
waarin
ik
met
mijn
plannen
rondliep,
waren
ondernemende
menschen
bezig,
om
te
trachten
van
diezelfde
markt
nog
te
redden,
wat
te
redden
was;
togen
autoriteiten
met
hart
en
ziel
aan
het
werk,
om
van
die
markt
nog
iets
te
maken,
wat
aan
vroegere
glorie
hevin-
neren
kon;
werden
met
jeugdig
vuur
en
grooten
ijver
alle
krachten
ingespannen
om
die
markt
weer
de
hoogte
in
te
krij
gen
en
kwam
ik
zoodoende
tot
de
ont
dekking,
dat
ik
haast
een
blunder
zou
geslagen
hebben,
dat
ik
zou
afgebroken
hebben,
wat
heelemaal
niet
afgebroken
mag
worden.
Te
elfder
uur
kreeg
ik
in
lichtingen,
die
mij
overtuigden,
dat
ik
geheel
onwetend,
in
de
verkeerde
rich
ting
aan
het
werk
was
getogen
en
dat
ik
de
plicht
had,
mijn
zwenk
te
nemen
in
andere,
in
gelukkig
veel
betere
rich
ting,
Laat
mij
dan
hiervan
wat
vertellen
,,Udensche
markt"
is
eigenlijk
een
be-
naming,
die
in
geen
enkele
Meijersche
dictionnaire
voorkomt;
die
geen
enkele
Meijersche
boer
of
veehandela.^r
kent
o:
gebruuikt.
We
praten
hier
heel
gewoon
en
kort-af
van
,,Uuje-mert,"
Nu,
wat
een
attractie
ging
er
vroeger
in
mijn
jongen
tijd,
niet
uit
Van
,,Uuje-
mert"?.
...
wat
lag
er
al
niet
besloten
in
dat
typisch
Brabantsche
woordje
,,Uuj'e-Mert?"....
eenvoudig
alles!..
.
alles,
wat
iets
bijzonders
was,
wat
an
ders
was
dan
anders!
Boeren
met
laken
sche
jassen
en
mispelen
wandelstokken,
roskamimers
met
blauwe
kielen
en
rooie
neuzen,
stauwers
met
slierten,
magere
1
p
/
'
o
koeien
en
vette-
ossen,
karren
met
schrale
zeugen
en
vleezige
biggen;.
dat
alles
kwam,
kon
in
onze
jeugdige
erbeelding
niet
van
iets
anders
komen
dan
van
Uuje-mert!
Een
nieuwe
kalf-
vaars
of
een
nieuw
trek-osje
voor
den
3oer
kwam
van
Uuje-mert;
de
schoenen,
waarop
hij
Hep;
de
schop
waarmee
hij
spitte;
de
kruiwagen,
de
egge;
dit
alles
kwam.
van
Uuje-mert.
De
boer
kocht
daar
zoowat
van
alles
en
nog
wat^
de
handelaar
zijn
paardehalster,
de
scheper
zijn
soldatenjas
en
de
dorpsburger
zijn
biggen.
En
alles,
wat
thuis
vrouw
en
kinderen
had,
kocht
er
moppen.
Van
die
echfe,
fijne
Uuje-mertsche
moppen,
waarvoor
je
olifantstanden
noodig
had
om
ze
kort
en
naar
binnen
te
krijgen;
waarop
we
al
vlasten
drie
dagen
v66r
Vader
naar
de
markt
ging;....
wie
geen
moppen
meebratht,
had
Uuje-mert
niet
sprakeloos
blijven.
Zij
moest
hem
de
zaak
overlaten,
want,
al
mocht
zij
ook
verlangen
naar
zijn
komst,
dit
stond
on-
herroepelijk
bij
haar
vast:
hij
moest
haar
zoeken
—
zij
kon
niet
anders
dan
zich
laten
vinden.
Tot
haren
troost
wees
de
drukke
redeneering
van
Lydia
haar
de
gelegenheid
daartoe
aan,
Jonkheer
van
Kroneck
was
reeds
uitgenoodigd
voor
het
o^
handen
zijnde
soireetje
bij
de
van
Ronau's,
Het
kloppend
hart
van
net
meisje
jubelde,
N'u
moesten
zij
elkan-
der
treffen,
ditmaal
was
teleurstelling
zelfs
niet
denkbaar,
Zoolang
Felicitas
bij
haar
fainilie-be-
trekkingen
verbleef,
had
zij
nimmer
met
zulk
een
sierlijkheid
en
zooveel
zorg
zich
zelven
getooid,
als
op
den
avoad,
waarop
zij
er
zeker
van
Was
haren
ver-
loofde
weder
te
zullen
zien.
Hare
ijdel-
leid
was
opeens
ontwaakt,
en
in
plaats
van
de
halve
rouw,
die
zij
kort
geleden
lad
gedragen,
omhing
zij
zich
met
hare
schoonste
licht-grijze
zijden
kleederen
L/e
opgewekte
tevredenheid
van
haar
lart
deed
hare
oogen
stralen,
haar
gang
gezien.
En
als
je
dan
een
heel
jaar
lang
je
ge-
dragGn
had
als
de
incarnatie
van
een
,,brave
Hendrik";
als
je
een
maand
lang
voor
moeder
trouw
alle
mogelijke
bood-
schapjes
had
uitgevoerd;
als
je
een
heele
week
lang
gezeuVd
had;.
.
.
.
nou,
dan
kwam
de
vervulling
van
je
ideaal.
Dan
mocht
je
eens
een
keer
mee;..,.
dan
ging
je
zelf
naar
Uuje-mert!
Dan
ging
je
zelf
als
een
groote
kerel
bij
de
biggenmanden
staan
kijken;
dan
ging
je
de
t)ssen
staan
tellen;
dan
ging
je
staan
afluisteren
al
het
geheimzinnig
en
ge-
wichtig
vragen
en
bieden
dat"
zich
bij,
rond
en
om
een
been-mager
heikoetje
kon
afspelen.
En
dan
had
je
als
echte
kwajongen
een
uur
noodig,
eer
je
beslui-
ten
kon,
aan
welk
van
de
honderd
snoep
kraampjes
je
je
vijf
Hollandsche
centen
zoudt
be
steden
en
fo
dat
kapitaal
zou
gespendeerd
worden
aan
sep-striemels,
aan
tooverballen
of
aan
vijgedalen.
Miaar
de
markt
had
voor
ande^-en
heel
wat
meer
.
beteekenis
dan
voor
ons,
jeugdige
marktbezoekers.
Het
was
in
den
cuden
tijd
een
zeer
drukke
vee-
rnarkt,
waar
uit
uren
in
den
omtrek,
ja,
uit
half
Noord-Brabant
de
menschen
sa-
menstroomden
voor
den
aan-
en
ver-
koop
van
alle
soorten
vee.
De
statistie-
ken
vermelden
b.v.
voor
't
jaar
1900
'n
aanvoer
van
4344
koeien,
2075
magere
ossen
en
guste
koeien,
750
vette
ossen,
4250
pinken,
8650
schapen
en
1820
var-
kens.
Als
we
weten,
dat
er
toen
slechts
15
jaarmarkten
gehouden
werden,
dan
kunnen
we
uitrekenen
dat
dit
voor
elke
markt
een
gemiddelde
aanvoer
be-
teekende
van
ruim
1475
stuks
vee,
ter-
wijl
dat
jaar
de
aanvoer
van
biggen
11240
stuks
bedroeg
of
bijna
750
per
marktdag.
Uit
deze
cijfers
spreekt
vol-
doende
de
groote
beteekenis
van
de
vroegere
Udensche
markt.
Ht)e
is
nu
die
drukke
en
beroemde
markt
kunnen
vervallen
tot
wat
ze
voor
een
tiental
jaren
was,
toen
de
heele
aanvoer
zoo
goed
als
niets
meer
be-
teekende?
Dte
statistieken
geven
op
de
eerste
plaats
de
richting
aan,
waarin
we
moeten
zoeken.
De
groote
oorlog
is
de
hoofdschuldige.
Het
jaar
1917
gceft
een
jaaraanvoer
van
1569
stuks
groot
vee
en
2558
biggen
en
het
jaar
1918
respec-
tievelijk
571
en
2405
stuks
en
daarmee
is
het
tijdstip
van
verval,
maar
tevens
ook
de
groote
oorzaak
in
een
keer
aan-
ffewezen.
In
denzelfden
tijd
kwam
wel
Den
Bosch
enorm
opzetten
als
concur
rent,
vooral
doordat
die
stad
zooveel
beter
was
gelegen
wat
betreft
middelen
van
aanvoer.
En
hierin
ook
hebben
we
een
der
oorzaken
van
Verval
te
-zien.
Bovendien
lag
Uden
op
den
rand
van
het
bezette
gebied,
wat
weer
allerlei
hin-
derpalen
meebracht
voor
een
regel-
matigen
aanvoer
en
vlot
verloop.
Strenge
maatregelen
in
tijden
van
mond-
en
klauwizeer-epidemieen
dedsn
zeer
yeel
afbreuk;
mogelijk
werd
ook
al
weer
niet
voldoende
ingezien,
dat
die
maat
regelen
in
het
belang
der
markt
zelf
te
streng
konden
doorgevoerd
worden;.
in
ieder
geval
hebben
inbeslagncming^n
van
dieren,
terwijl
deze
ter
markt
aan-
gevoerd
werden,
het
restje
wat
er
nog
van
die
m^rkt
in
oorlogstijd
over
was,
den
doodsteek
gegeven,
Een
actief
gi-
meentebestuur
onder
burgemeester
Bus-
tens
heeft
natuurlijk
met
leede
oogen
let
verval
van
wat
eens
de
roem
en
iloei
der
gemeente
was
aangezien.
Het
zeer
mooie
marktplein
dat
vroeger
tijdens
de
marktdagen
stampvol
was
van
een
gezellige
marktdruktc,
was
Veg
en
Dleef
leeg
en
verlaten.
Dat
moest
ver-
anderen!
Met
vereende
krachten
werd
aan
het
werk
getogen
en
nadat
in
eenige
jaren
de
varkens-,
speciaal
big-
genmarkt
weer
op
't
oude
peil
gebracht
was,
werd
dit
jaar
begonnen
in^t
de
was
vluchtig,
en
hare
geheele
verschij-
aing
zoo
feestelijk
dat
de
familie
jjaar
vol
verwondering
aanzag,
toen
zij,
met
lich-
ten
tred
net
verlichte
salon
binnen-
twam.
Lydia's
wenkbrauwen
trckken
zich
eenigszins
te
zamen,
een
teeken
dat
zij
ontstemd
was.
Haar
onuitsprekelijke
zelfoverschatting
en
ijdelheid
raaakten
iiaar
toch
niet
blind
voor
de
voordeelen
die
anderen
op
haar
konden
behalen,
neen,
veeleer
doorzag
zij
met
een
enke-
len
blik
van
groote
sluwheid,
alles
wat
•laar
slechts
eenigermate
in
de
schaduw
zou
kunnen
stellen.
Zoo
ook
overwel-
digde
haar
nu,
op
dit
eigen
oogenblik,
loor
het
vriendelijke
voorkomen
en
de
■
geheele
verschijning
van
Felicitas,
het
Dntmoedigende
bewustzijn,
dat
?:ii
niet
neer
onbetwistbaar
de
schoonheid
der
familie
uitmaakte.
Felicitas
zou
haar
'
nededingster
kunnen
worden!
(Wordt
vervolgd.)