Tekstweergave van GRC1931_1017-1_00001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Zaterdag 17 October 1931 73e Jaargang No. 79. RAAFSCHE COURANT NfEUWS- EN ADVERTENT!EBLAD TWEEDE BLAD. weet je Wat werkloosheid is? ^at dat zeggen wil, versta ik taeter dan ®lie, omdat ik heel den dag menschen aan ® deur krijg, die ondanks alle moeite niet werk te helpen zijn. Men leest hun de ^fleloosheid van het gezicht. toch versta ook ik het nog slechts ten en zeker lang niet voldoende. Om te weten wat werkloosheid is, moet zelf aan den lijve ondervinden, wat let zeggen wil geen stuk brood te kunnen '•^dienen voor zichzelf maar vooral voor I'ouw en kinderen, wat het zeggen wil, op 5 keien te staan en bovendien gevaar te "''Pen voor luiaard te worden uitgemaakt, 'fWiil men niets liever zou doen dan een "■lijk stuk brood voor vrouw en kinderen ' Verdienen. 2oo zijn er op het oogenblik 20 millioen ^ de wereld en wie weet hoeveel er het "Igend jaar zullen zijn! plaats nu tegenover die ellende, welke ; I'or een bekrompen ondersteuning nauwe- getemperd wordt, den overvloed, die * alom in de wereld heerscht. Overvloed kolen, aan hout, aan petroleum, aan aan aardappelen. ^iedaar een feit, waarvan wij ons terdege "^enschap moeten geven. Hoe is dat feit te verklaren? ^eel knappe menschen staan dadelijk met antwoord klaar. En zij spreken van een 'oiiomisch verschijnsel, dat zij even na ''Irlijk vinden, als een dokter in een hospi bij de patienten de door de zusters op '®^omen koorts afleest. Of zij gebruiken ander beeld; na ebbe komt vloed, na winter, de lente. Zoo willen het nu een- ^1 de economische wetten! ^een, duizendmaal neen! ,^ok geve men niet alle schuld aan den ^rlog. .,^a den oorlog heerschte er geen gebrek nu. Deze crisis draagt een heel bijzonder '•fakter; wij staan voor een naderenden ''dergang, voor een maatschappelijk ban oet. 3een siDel van economische wetten, maar gevolg der meest verderfelijke beginse- En het verschrlkkelijke daarbij Is, dat J®Velen die verderfelijkheid niet eer heb- willen inzien. dan nu zij ons naar den ^rond geleid heeft. rampen, die over de maatschappij zijn 'fornen. zijn te wijten aan het kapitalisme met dictatorsmacht de wereld be- ®rscht, waardoor heel de volkshuishou is ontredderd. ^at is daarvan de dlepere oorzaak? ^eel onze maatschappelijke structuur ^^Eft niet. ^11 is het OToduct van het liberalisme en zijn heillooze maatschapDellike begin- die alom hebben doorgevreten. (Mgr. Dr. Poels). Nuland, Geffen, Oyen c.a. en Reek, alsmede de heer Peters, directeur der lagere land- bouwschool te Oss en de heer Jacobs, land- bouwonderwijzer te Den Dungen. De heer S. van Zwanenberg wees er op, dat men nu circa een jaar te Oss een fa- briek had voor het conserveeren van groen- ten. De ervaring, in dat jaar opgedaan, is voor de directie van Zwanenberg's fabrie- ken voldoende aanleiding om uitbreiding te overwegen. De benoodigde groenten, welke verwerkt worden, kunnen weldra worden betrokken van verschillende vei- lingen, doch kunnen ook langs den weg van contract rechtstreeks worden betrokken van de landbouwers. Aangezien nu de tuinbouw in Oss en om- geving niet on een dergelijke schaal wordt uitgeoefend. dat de fabriek de groenten uit hare onmiddellijke omgeving kan betrek- ken, is de firma genoodzaakt buiten de naaste omgeving de noodige voorraden op te koopen. In de huidige omstandigheden verdient daarom het vraagstuk van den tuinbouw voor Oss en omstreken bijzondere aandacht. Volgens mededeeling van deskundigen zouden vele gronden in deze streek zeer ee- schikt zijn, of althans met deskundiee be- mesting zonder groote kosten geschikt te maken zijn, voor de teelt van grove groen ­ ten. De bekendheid met het verbouwen dier gewassen is eveneens volgens verklaring van deskundigen vrij spoedig aangeleerd. Daartoe zouden cursussen of lezingen kun ­ nen gegeven worden. Het resultaat van de besprekingen was, dat alle nogingen in het werk gesteld wor ­ den om de geopperde plannen te verwezen- lijken. Daartoe wordt ook het noodige con ­ tact met den N. C. B. gezocht. Voor de gemeentebesturen is deze aange- legenheid met het oog op de bestrijding van de werkloosheid van veel belang. Voor het tuinbedrlif is veel personeel noodi!?, zulks in tegenstelling met het land- bouwbedrij f. ^ TmNBOUW IN OSS EN OMSTREKEN ^Tekins: van plannen tot uifbreidin? ^aandag had op het gemeentehuis te een vergadering plaats, ultgaande van ? directie der Zwanenberg's Fabrieken te Oss. onder leidlng van den burse 'tester van Oss, betreffende de bevordering '*1 den tuinbouw In Oss en omgeving. Met de directeuren van voormelde N.V heeren S. van Zwanenberg en T. van anenberg. en het voltallig gemeentebe van Oss, waren on deze vereaderinfr ^^Wezier de heer van Goch. Rilkstuinbouw I'^sulent te eGinneken. veerteeenwoordi van de gemeente Ravenstein. Geffen ^en. Heesch. Herpen. Lith. Lithoyen I, ^Wee vrouwen en haar dienstmeisje lateri we difi laatste eeri oogenblik ^ten aanmerkiiig waren in hechtenis jj^'iomen v/egens een lijk. dat in haar be p ir 11111,1? T n N ^etectieve-roman van M. MARTENS. Werd gevonden. Wat wist Ik van die ^^iiwen af? Zoo goed als niets, zal men '^^en. Zeer juist. en toch in mijn be- .^'tklng, welke ik destijds bekleedde veel. de eerste plaats wist ik hare namen i althans den naam, waarmede zij zich ?®iftden. Op tal van opgeplakte bagage- j^essen. had ik gelezen: „Mevrouw O |i''iT)son, passagier van Londen naar Mis." Klaarblljkelijki wa^ de bejaarde 5^e mevrouw Simpson, of zij had ten K^ste onder dlen naam Londen verlaten. tweede wist ik, van waar zij gekomen Dei belde dames eri de koffer met (1, lijk waren dlen morgen tot omstreeks j^i^ur In Londen geweest. Jl^ovendlen kende lb de nadere omstan u^eden der ontdekkingi eii Ik! gingt die I I'naals zorgvuldlg na. De vraag, waaron () ® aankwam, was deze: Natuurlljk is onmogelijk nu reeds te zeggen, wle den u bedreef, maar loont het well de elk dezer beide vrouwen afzonder- LEES-HIBLIOTHEKEN Het leesseizoen nadert! Heeft U nog aanvullingen noodig? Vraagt dan eens prijs bij ons, onze condltles zijn billijk. BOEKHANDEt gebr. verhaak - grave En die afdeeling is nog zoo min niet. Vooral de lectuur voor jongens is fliril: voorzien eji daarom krijgt de afdeeling, die speciaal voor meisjes is bestemd, een extra- beurt bij den nieuwen aankoop. Als die er nu ook nog is, dan behoeft onze jeugd voorshands niet verlegen te zit- ten om een boek. De prijs is gesteld op 3 cent per week. Dan komt er een afdeeling, waarvan de boeken geschikt zijn voor iedereen en voor elke leeftijd. Nog al tamelijk uitgebreid met boeken er in, waarbij de nieuweling in het lezen de eerste jaren zich best vermaken kan. Gesteld op 5 cent per week. Dan volgen de boeken, die alleen worden uitgegeven aan personen boven de 18 jaar. Ze zijn over het algemeen niet voor begin- nelingen, zelfs ook niet al zijn die toevallig boven de 18. En deze afdeeling telt dan nog weer klassen, waarvan de voornaamste onder- scheiding is: boeken voor lezers tusschen de 18 en 21 en boeken voor rijpere lezers. Al deze boeken worden per week en per deel a 10 cent uitgegeven. Maar we zijn nog verder. Ook is er reeds besloten voor een aanzien lijk bedrag nieuwe boeken aan te schaffen. Als dit onder uw oogen komt, zijn ze reeds uitgezocht en misschien reeds besteld zoodat de beheerders hopen, eer we 14 dagen ouder zijn, de velen, die reikhalzend uitzien, te kunnen gerieven. Daarmee is het voornaamste verteld. We willen daar alleen nog aan toevoegen, dat we het plan hebben te dezer plaatse alle nieuwe nummers te publiceeren, zoodat wie deze lijsten uitknipt vanzelf een cata- loog krijgt, een cataloog althans zeker van de nieuwe boeken en een deel der reeds aanwezige. Want het vormen van een cataloog is voor een bibliotheek een vraagstuk op zich zelf, vooral het vormen van een goeden cataloog. En tot slot nog een kleine rectificatie, omdat we in ons eerste stukje niet wilden schrijven zooals er gedrukt was: „Kan een goed ingerichte katholieke bibliotheek wel naar twee zij den zeer heil- zaam werken? Alsof we daaraan twijfelden. Maar wel: Kan een goed ingerichte katholieke bibliotheek niet naar twee zij- den zeer heilzaam werken, omdat we daar diep van overtuigd zijn! (Wordt vervolgd). d. G. DE LEESBIBtlOTHEEK TE IIDEN. 11. De tijd van lezen is er, en waar is nu de bibliotheek? Geduld, lezer, nog een weinig geduld! We zijn druk bezig. Maar daar was ontzaglijk veel te doen. Men wilde de bibliotheek die er is en thans reeds circa 1000 deelen telt, eens goed op pooten zetten en behoorlijk indeelen en dat vooral heeft nogal wat tijd gekost. De bibliotheek, die er was te rangschik ken naar leeftijd en geschiktheld. Want ge zult me toegeven, nietwaar, wat een meisje leest van 14 jaar, behoort lets anders te zijn dan wat er eene leest van 24 of beter nog gezegd: alles wat een man van 40 gerust onder het oog kan nemen, behoeft een jongeling van 16 niet in handen gege ­ ven te worden. Zoo krijgt men vanzelf een indeeling. En die indeeling is zoo goed als klaar. Men heeft opgezet: Een afdeeling Jeugdcultuur: voor jon ­ gens en meisjes beneden de 18. tooneelstuk en zijn spelers. Ook hem komt een groot aandeel toe in het succes. Tusschen het tweede en derde bedrijl hield de voorzitter der Gewestelijke Propa- ganda-commissie, J. van Genabeek ui1 's-Bosch eene inleiding over „Nieuw lever in Sobrietas". Spreker begon met er or te wijzen, dat de onmatigheid die we than; beleven niet beperkt is tot het alcoholismt als volkskwaal, maar zich uitbreidt op bijne elk gebied van het menschelijk bestaan. Hel nieuwe leven in Sobrietas zal volgens spr hierin bestaan, dat de Katholieke drank- bestrijder zijn onthoudingsoffer heeft tc brengen uit den geest van offer en daarir de kracht moet putten om in alles sober- heid en levenseenvoud te betrachten om al- zoo een geslacht te kweeken, dat het exces in alcoholgebruik bestrijdend, daaruit de kracht put de algeheele genotzucht tegen te gaan. Aan het slot van den avond, toen bleek dat ongeveer twintig nieuwe leden zich hadden laten inschrijven voor het Kruis- verbond, vertolkte de Z.Eerw. heer Pastoor dan ook aller gevoelens van dank aan tooneelisten, regisseur en spreker en sprak de hoop uit dat in menig Kruisverbond van het Bossche Diocees de tooneelclub „St. Wil librordus" en den spreker zouden optreden, overtuigd als liij was dat dan ook elders succes niet zou uitblijven. PLUIMVEETEELT. n daafna omgespit, zoo noodig de boven- laag er afgestoken en er nieuw zand voor in de plaats gebracht. Daarna weer keurig gelijk gemaakt en eerst dan is de kippen- woning gereed om nieuwe bewoners te kun ­ nen ontvangen, die zich dan spoedig thuis zullen voelen. Degenen die de kippen alleen in hoofd- zaak houden om er eieren van te rapen, komen voor de nieuwe dieren bij de fokke- rijen terecht en zoo heel erg bekommeren zij zich er niet om, wanneer de nieuwe die ­ ren in min of meer geringe mate van de standaardseischen welke aan het betrek- kelijke ras worden gesteld afwijken.- De liefhebber, die voor alles de kippen houdt, om een mooi stelletje dieren in zijn hokken te zien, komt bij de Sportfokkers terecht en hem wijzen de Tentoonstellings- catologi den weg. In beide gevallen zijn we dan van de veronderstelling uitgegaan, dat de eigenaar zelf niet voor een nieuwen aan- fok heeft gezorgd. Verlies hoe men ver ­ der ook handelen wil nimmer dezen al- gemeenen regel uit het oog, dat geen dier in het opgefrischte hok geduld mag worden dat niet door en door gezond is. Alleen met kerngezonde dieren mag men het nieuwe seizoen in gaan. lijk na te gaan en een mogelijke „affaire" uit haar te spinnen? Met de bejaarde dame is men gauW klaar. Haar gedrag tijdens het opzienbarende tooneel, ja hare geheele persoonlijkheid schenen het denk- beeld buiten te sluiten, dat zij de moor- denares was. Slechts een ding getuigde sterk tegen haar: Dat was minder haar verzet, den koffer te laten openen het touw er om heen koh daarvan de reden zijn —■ dan wel het! feit, dat ik harei elgen dochter haar hoorde toefluisteren: ,,Ik heb het u immers vooruit gezegd, maar u wilde te Londen volstrekt het touw er om gebon- den hebben en dat is juist geschikt arg- waan op te wekken." Maar zelfs deze woorden konden, wel beschouwd, 'n' alge- meene beteekenis hebben, en vermoedelijk zou in 't allerergste geval blijken, dat de moeder, nadat de daad gepleegd was, slechts als handlangster had gediend. Maar de dochter? Er scheen veel meer reden' td bestaan, haac te wantrouwen. Zij bezat, zooals reeds gezegd, lets" ener- gieks in haar manier van doen en zag er nu juist niet naar uit, alsof zij voor 'n klein' geruchtj© vervaard was. Evenwel mag men een argelboze jonge dame, die In gezelschajy harer moeder relst, niet maar zoo klakkeloos van een zware misdaad beschuldlgen. Ook zullen er weinig jonge damea zijn, die In haren koffer een lijk vervoeren. Mejuffrouw Simpson was In het oog DRANKBESTRIJ DING. ROOMSCHE DRANKWEERACTIE. De Gewestelijke Propaganda-commissie „St. Willibrordus" van den Diocesanen Drankbestrijdersbond is hare winteractie begonnen. De uitvoeringenreeks is j.l. Zon- dag op waardige wijze te Olland ingezet. Met het vierbedrijvig tooneelspel „De Vloek eener Roeping" afgemsseld door een pro ­ paganda-rede heeft de Commissie tevens een propaganda-avond gegeven, die naar wensch geslaagd mag heeten. De Z.Eerw. heer J. v. d. Ven, pastoor der parochie sprak een kort inleidingswoord, waarop de gordijnen vaneen gingen om de Bossche tooneelclub „St. Willibrordus" ge legenheid te geven met haar stuk voor 't voetlicht te komen. De vertolking stond beslist op hoog peil Er werd met het noodige gevoel en entrain gespeeld en ieder speler gaf blijk de rol die hij bij dit tragisch gebeuren uitbeelde, te begrijpen. Er zat climax in 't spel; het stuk boeide van het begin tot het einde De regisseur, de heer J. Salfischbergen gaf blijk 'n goeden kijk te hebben gehad op dit Van oud naar nieuw. De boomen laten druk hun bladeren val- len, binnenkort zijn ze weer volkomen kaal, onze laatste Herfstbloemen doen nog eens extra goed hun best en spreiden een uitbun digheid van vorm en vooral van kleur ten toon, welke bepaald weldadig aan doet, onze kippen zijn volop in den rui, dat be- teekent allemaal, dat de Winter voor de deur staat. Zoo zeer zijn onze kippen cultuur-dieren geworden, dat we het als normaal zijn gaan beschouwen, de nieuwe legperiode reeds voor den winter een aanvang neemt, der- halve dwars tegen de Natuur in. Het sluit tevens in zich, dat we terzelfder tijd onze rekening gaan opmaken en ons gaan af- vragen of we niet de oude dieren hebben op te ruimen en er een nieuwe generatie voor in de plaats moeten nemen. Langer dan een tweede leg houden we onze kippen toch niet aan, tenzij voor fokdoeleinden, wan ­ neer we van een troepje dieren, welke niet alleen een uitstekenden eersten doch ook een prima tweeden leg te zien hebben ge ­ geven, nog eens enkele uitblinksters willen aanhouden om daaruit de a.s. fokhanen te fokken. De algemeene regel is echter, dat we na den tweeden leg de hanen opruimen. Gewoonlijk is de bevolking van het kip- penhok dan reeds aardig geslonken. De vroege ruisters, die in Juli reeds hun vee- ren wilden laten vallen, zijn natuurlijk reeds opgeruimd, gevolgd door hen, die het- zelfde in Augustus wilden doen. Voor een nog langer aanhouden waren ze te kost- baar geworden. Nu gaat dan het laatste restant weg en dan krijgt het kippenhok en ook de ren een extra-beste schoonmaak- beurt. Alles wat uit het hok kan worden verwijderd, zooals zitstokken, legnesten, gaat er eerst uit, zoodat men ruimte heeft gekregen. Een 5 procents creoline oplossing wordt klaar gemaakt en geen hoekje of gaatje blijven open staan, zooveel mogelijk laat men ook nog het zonnetje er in komen, al zal dit om dezen tijd van het jaar niet veel meer kunnen zijn en is het hok dan weer goed droog geworden, dan zet men het keurig in de witkalk, welke men goed dik aangemaakt en er een flinke scheut karne- melk doormengt, opdat de kalk niet zoo spoedig zal afpluisteren. De ren wordt eerst van alle ongerechtigheden (waar toe dus ook de oude veeren behooren) bevrijd VOOR DE VROUW. DE GAVE VAN „ER CHIQUE UIT TE ZIEN" Nu ook al veeren op de kleeding. Waarin bestaat de chic eener vrouw? Waarom vinden we de eene vrouw elegant en de andere niet? Het is dikwijls zoo moei- lijk te definieeren, we zien dat het zoo is, en weten zelf niet waarom. De kostbaar- heid der kleeding speelt hierbij maar een kleine rol. Ik zag vandaag op de wandeling een dame in een zeer mooien blauw laken- schen mantel met grooten grijs bonten kraag en een band van hetzelfde bont be ­ neden langs den rand. Ze droeg er een grooten chiquen hoed bij en toch was het geheel, hoewel tamelijk opvallend, niet elegant. Maar waarom was het meisje in de tram zoo chic, in haar eenvoudig zwart mantelpakje waar onder ze een lichtblauw blousje droeg? loopend bezogd geweest, haren, koffer voor openmaken te vrijwaren. In de ge ­ geven omstandigheid moest zulks natuur lijk verdacht schijnen. Daarbij kwam nog 'n ander punt, hetwelK van nog grooter belang scheen. Zij had geweigerd den juisten sleutel te verstrekken. Welke andere reden kon zij daarvoor hebben, dan het streven, koste wat kost, het openen van den koffer te vertragen, in de hoop dat de beambt^ wellicht zich vreden zouj stellen met het doorzoeken van een ander stuk; bagage. ZiJi had herhaalde lijk verzekerd, dalJ de gebezigde sleutel de juiste was. Dat was klaarblijkelijk niet het geval en derhalve had zij gelogen. Alles wees er op, dat mejuffrouw Simp ­ son den griezeligen inhoud van haren koffer kende. En dat was zeker op zich zelven beschouwd hoogst opmerkenswaar- dig. Hiervan ultgaande, kon alles mogelijk zijn.. Niettemin kon ik mij zelven niet over tuigen, dat mejuffrouw Simpson inderdaad lei moordenaresi was. Indrukken en Tewaarwordingen, wanneer er juist reke ling mee gehouden wordt, kunnen er reel toe bijdragen, een goed detective 7an iemand te maken. Ik had den indruk lat mejuffrouw Simpson niet de moorde lares zou blijken te zijn, alhoewel zi :)ogenschijnlijk in een of andere betrek iing tot de misdaad stond. In welke be- trekking? dat moest de tijd leeren. Heel dat" geheimzinnige voorval ging mij eigenlijk niemendal aan; ik geef zulks irif toe. Ik had geen recht het te onder- zoeken en na te pluizen en ook maar weinig gelegenheid daartoe, en niettemin voelde ik op 'n onverklaarbare wijze mij tot die zaak getrokken. Telkens keerden mijne gedachten naar dat afgrijselijke tooneel in het tolkantoor terug. Dat smalle gelaat met die starende oogen scheen mij uit alle winkelkasten aan te zien. Wie had die arme vrouw vermoord? Waarom werd zij vermoord? Of ik wilde of niet. ik moest mij voortdurend met deze twee vragen bezighouden. III. "*■ Terwijl Ik zoo door de straten voortslen- terde, schoot mij te binnen. dat ik te Parijs een kennis had. door wien ik wellicht ieti naders betreffende deze geheimzmnige zaak zou kunnen te weten komen. Wanneer er 'n kareweitje op het vaste- land te doen viel, kozen mijn patroon, iltijd mij daartoe uit, omdat ik in mijr eugd uitmuntend de Fransche taal hac ':eleerd. Zoo was ik dan ook eenige maan len geleden in dienstzaken met 'n Parij Chen commissaris van Politie, 'n zekerer teer Tasset, in aanraking gekomen. Wi ladden 'n poosje met elkaar gewerkt ei ^aren in de beste verstanhouding geschei len. Sedert had ik dien heer niet weer ge zien; nu echter besloot ik hem op te zoeken Ik vond den ambtenaar in zijn klein Was 't het kleine zwarte hoedje, zonder veer of andere garneering? Was het de mooie blauwe broche en bijpassende arm ­ band? Wie zal het zeggen? Het was mis ­ schien niets van dit alles in het bijzonder, maar wel alles tesamen. Of misschien was het heel alleen de manier waarop het ge- dragen werd.... bureau, niet ver van het Pantheon, daar was zijn politiedistrict. M'neer Tasset was blijkbaar zeer verheugd met mijn bezoek, doch gaf aan zijn blijdschap wat al te woordenrijk lucht, ten minste naar Engel- schen smaak. Tot nu toe wist hij nog niets van hetgeen er aan het Noorderstation ge- beurd was. Ik bekende hem openhartig, dat het geval mijn belangstelling had gaande gemaakt en ik gaarne den gang van het onderzoek wilde volgen; ook voegde ik er bij, dat de Fransche regeering misschien nut kon trekken uit mijn toevallige aan- wezigheid. En nu was het geluk mij inderdaad gun- stig. Maar neen, dat is te veel gezegd. Want wel beschouwd lag er toch eigenlijk niets merkwaardigs in het feit, dat m'neer Tassat, wien de zaak in 't geheel niet aanging, verschillende collega's kende, die daarmede zouden te doen krijgen. Toevallig was de commissaris van het betreffende district een neef van hem, en hij bood zich oogenblikkelijk aan, mij bij hem te brengen. Hij had nog slechts 'n half uur dienst en ik moest in dien tijd mijn ongeduld zoo goed als het ging be- dwingen. Ik amuseerde mij met de ontel- bare kleine plichtplegingen gade te slaan, lie bij het Fransche politiewezen in zwang ;ijn. Niettemin zijn de Franschen uitmun- :ende politiemannen; vooral de gendarmen jn de veiligheidsdienst is in Frankrijk uit- stekend georganiseerd. (Wordt vervolgd.)