Tekstweergave van GRC1934_1103A_00003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Zaterdag 3 November 1934 83e Jaargan GRAAFSCHE COURAK NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD tweed e blad. EEN DREIGEND GEVAAR VOOR FRANKRIJK EEN WAARSCHUWING VOOR ONS. „Het Gezin", orgaan voor groote gezinnen schrijft: , Binnen 10 jaar, zoo schrijft Mussolini, zal Frankrijk nlet meer in staat wezen zijn grenzen te verdedigen. Onder den titel „Het blanke ras sterft uit" kwam onlangs van de hand van Mus ­ solini een lang artikel voor in de „Sunday Express'*, waarin hij vooral met taetrekking tot het probleem van de geboorteachteruit- gan.g in Frankrijk deed uitkomen; „Wanneer de vruchtbaarheid der Fran- sche huwelijken zoo achteruitgaat als in de laatste 18 jaren, dan is met wiskundige zekerheid uit te rekenen, dat Frankrijk bin ­ nen 10 jaar in het hoogste geval nog jaar- iijks 500.000 geboorten zal hebben. Wegens gebrek aan belastingbetalers zal het Frankrijk onmogelijk zijn, z'n Staats- huishouden te voeren; en omdat de noodige mannen zullen ontbreken zal het land in de onmogelijkheid verkeeren zijn grenzen te verdedigen." Het oordeel van Mussolini is niet malsch. Het wordt echter volkomen gedekt door de volgende oproep, welke tot het Fransche volk is gericht door een 20-tal hoogstaande personen met Alexander Millerand, Ray ­ mond Poincare en de Kardinaal-Bisschop van Parijs aan het hoofd. Ze hebben een zeer bewogen oproep tot het Fransche volk gericht om verhooging van het geboortecijfer bij het volk ingang te doen vinden. Na op de teruggang der geboortecijfers opmerkzaam gemaakt te hebben schrijven de onderteekenaars; „Reeds in vela streken van het land ster- ven de dor pen uit, vervallen de boerderijen en huizen. Wanneer we deze teruggang in geboorten zouden zien uitbreiden over het geheele land, dan beteekent dit, dat het Fransche volk, een volk van grijsaards wordt, dat de landbouw, de handel, de Industrie te gronde gaat wegens gebrek aan voldoende verbruikers, dat de Staat ban- kroet moet gaan wegens gebrek aan belas ­ tingbetalers, dat het de Staat onmogelijk wordt zijn grenzen tegen de jonge volkerep te verdedigen wegens gebrek aan verdedi- gers. Dit gevaar ligt niet meer ver af. Het staat reeds nu dreigend voor ons. Er kan geen uur meer verloren worden om het gevaar af te wenden. Vele andere volkeren...... hebben een energieken strijd aangekondigd tegen de geboorteteruggang. De maatrege- len van moreelen en materieelen aard zijn gebleken goed te zijn en in staat het gevaar af te wenden. Frankrijk moet hun voorbeeld volgen. Frankrijk moet de jeugd weder tot het inzicht brengen, dat het ook nog een ander ideaal geeft, dan slechts bevrediging van eigen materieel genot, dat het een plicht is een familie te stichten en dat hij, die niet minstens 3 kinderen opvoeden wil of kan, toch meehelpen moet ieder naar ver- mogen de kinderen van anderen op te voeden. Dat is de grondslag van de bevolkings- politiek, die voor het land een dringende noodzakelijkheid geworden is als eerste voorwaarde voor het verder bestaan en de welvaart van het land." Zoo ziet men hoe groot het gevaar is dat Frankrijk thans bedreigt. Daardoor wordt in dat land naar mijne meening juist omdat het bovengemelde gevaar aanwezig is het militarisme tot het uiterst opge- voerd. , Men voelt zich zwak in Frankrijk en daarom moeten alle krachten, die nog be- schikbaar zijn, worden gemobiliseerd. Daar ­ door moeten andere landen volgen en in plaats dat er vrede onder de volken heerscht, ziet men het bedroevende ver- schijnsel, dat te midden der grootste ellende, waaraan de volken zijn prijsgegeven, de zucht naar bewapening toeneemt. Wanneer Frankrijk volk genoeg had, dan zou zijn angst voor invasie aan zijn Oost- grens ook minder zijn. Het dreigende gevaar voor Frankrijk moge voor ons een waarschuwing zijn. Laat de Overheid hier te lande gedachtig zijn aan de spreuki ,,Het is beter te voorkomen, dan te genezen". rond het parlement. Verschenen is het voorloopig verslag op de algemeene beschouwingen, waarin. de Kamerleden hunne* aanmerkingen hebben neergelegd ten aanzien van het Regeerbe- leid en met het oog op de begrooting 1935. We kunnen wel zeggen, dat er heel yeel aanmerkingen zijn, en dat er maar weini- gen zich geheel bevredigd gevoelen door het gevolgde regeerbeleid. De financieele toestand. Heel veel leden maken zich ongerust over den financieelen toestand. Zij achten de wijze waarop een sluitende begrooting is verkregen niet precies in orde, en zijn van meening, dat deze wel op papier is verkre ­ gen, doch dat de werkelijkheid ongeveer 'n lekort zal aantoonen als over 1934 is te ver- wachten n.l. 40 a 50 millioen. Dan nog achten zij de wijze, waarop de I sluitende begrooting verkregen is en met j name door op de- uitkeeringen aan de Ge- meenten te beknibbelen minder fraai. Zelfs meenden vele leden, dat belasting- verhooging zeer wel mogelijk was en dat de Regeering op den verkeerden weg is, door alsmaar te trachten het levenspeil te druk- ken. Deze leden rneenden, dat het levens ­ peil op een zoo hoog mogelijke voet moest blijven gehandhaafd. Over defensie en onderwijs. Verscheidene leden der Kamer zagen met bezorgdheid, dat de Regeering er blijkbaar op aanstuurt in zekeren zin in den op- nieuw losgebroken wedstrijd in bewapening mee te doen, terwijl veel andere leden, dat juist heel verklaarbaar achtten, daar im- mers de Internationale toestanden ook met den dag onzekerder worden. Ook met den verderen afbraak van ons volksonderwijs konden sommigen zich niet vereenigen en zouden het Kabinet in deze niet verder willen steunen. Alles samen genomen, achten wij het heel waarschijnlijk, dat het er om deze begroo ­ ting nog wel eens erg zal kunnen spannen. Maar dat er ook werkelijk een kabinets- wisseling het gevolg van zijn zal, is even- min waarschijnlijk. ' Een der vooraanstaanden in de kritiek op het beleid der Regeering, van rechtsche zijde, is het R.K. Kamerlid Max van Poll. Deze'vindt dat de Regeering op een dwaal- spoor is inzake onze economische positie, en Ln haar streven naar verbetering, doch hij Is zich daarbij terdege bewust van het feit, dat de Minister-President geen anderen weg zal willen inslaan. Bovendien meent hij, dat er in de Kamer nog geen meerderheid zal kunnen gevormd worden, die den moed en den durf zal heb ­ ben het roer geheel om te gooien en dat dus onze toekomstige taak voorloopig niet anders zijn kan, dan de nieuwe denkbeel- den te propageeren in den geest van. de encycliek Qudragesimo Anno. Hoe de toestand nu is? Hieromtrent heeft het genoemde Kamer ­ lid eenige dagen geleden eenige interes- sante cijfers medegedeeld, die wij hieronder 1 laten volgen; Voor de crisis kwamen ons jaarlijks ten goede 200 millioen wegens transportdien- sten aan het buitenland, 400 millioen uit Indie en 200 millioen wegens rente van geld aan andere landen geleend. Daarmee konden wij de 700 millioen, die wij in den internationalen handel meer kochten, dan verkochten, ruim goed maken. I Van 1923 tot 1929 steeg het belastbaar inkomen van 12.282 millioen tot 15.660 mil ­ lioen. In 4 jaar is het daarna teruggevallen op 11.44 millioen. Het belastbaar vermogen per inwoner daalde van ruim f 2100 in 1929 tot f 1300 in 1933, het belastbaar inkomen per hoofd van f550 tot f343. Als volk zijn we ontzaggelijk verarmd. Belastingverhooging. Wat zou er gebeuren door belastingver- hooging, waardoor meer loon en steun kan worden gegeven? Voor het volksinkomen zou het niets beteekenen; er zou alleen een verschuiving plaats hebben. Dat zou recht- vaardig zijn, misschien. Als de daling zou blijven aanhouden, dan zouden we over 4 jaar beneden f 200 per inwoner geraken. Gesteld dat de inkomens kunstmatig ge- lijk zouden worden gemaakt dan zou dit beteekenen, dat dan 6.8 millioen menschen elk f 200 meer zouden ontvangen, maar er zouden dan geen universiteiten, geen mid- delbare scholen, geen cultureele instellin- gen meer kunnen bestaan en daarom is deze oplossing volstrekt te verwerpen. Uit zekere bekende rede (van. pater Henricus) heeft men verstaan, dat wan ­ neer Colijn weg is, de toestand zal ver- beteren. Spreker wil dit niet direct bevestigen. Maar het is al een groot ding, wanneer de toestand niet verslechteren zou. Nu maken wij de uitzichtlooze nedergang mede. Een andere uitweg moet gewezen worden. Maar niet, die, dat we rustig afwachten, of het vanzelf beter wordt. Een der groote oorzaken van de wereld- crisis noemde spreker in den aanvang zijner rede; „de ongeregelde zucht tot hebben", en die zelfzucht zal dus op de eerste plaats moeten worden uitgebrand. d. G. binnenland. RAAD VAN ARBEID, NIJMEGEN. Hieronder volgt de stand op 1 October '34 van de renten, toegekend krachtens de be- palingen van de Invaliditeitswet, van het ziekengeld over de laatste zes maanden uit- gekeerd ingevolge de Ziektewet en van de betalingen ad f 100.— verschuldigd na over- lijden ingevolge de Ouderdomswet, alles vov)r zooverre deze opgaven het gebied van deisen Raad van Arbeid betreffen: A. Loopende Renten ingevolge de Invalidi- toitswet; Renten Aantal Jaarlijksch bedrag Invaliditeitsrenten 907 f 123.104.17 Ouderdomsrenten 2132 - 323.752.— Weduwenrenten 491 - 76.100.06 Weezenrenten 313 - 45.958.10 Afkoopsom (weduwen) 6 - 1.076.03 (weezen) 5 - 545.08 f 570.535.44 B. Ziekengeld uitkeering:: Aantal gevallen 1934 Uitgekeerd 1934 Juli 93 f 3076.88 Aug. 72 - 4654.87 Sept. 69 - 3919.56 f 11651.31 C. Uitkeeringen van f 100.— ineens, na overlijden (V. O. V.) Aantal gevallen: " Uitgekeerd; Juli 14 f 1400.— Aug. 13 " 1300.— Sept. 23 - 2300. fSOOO.— Op een zeer gering deel na worden deze gelden niet door den Raad van Arbeid zelf uitgekeerd, hetgeen tot groot nadeel strekt voor het goed inburgeren der wetten. Deze cijfers toonen voldoende aan van hoeveel belang de sociale verzekeringswet- ten zijn, vooral in deze tijden. Men geve er derhalve goed acht op, dat de premie tijdig wordt voldaan, opdat de verzekerden later geen nadeel ondervinden. NED. AKKERBOUW-CENTRALE. De Nederlandsche Akkei'bouw-Centrale maakt hierbij bekend, dat bij export van buitenlandsche peulvruchten naar Duitsch- land nooit aanspraak gemaakt kan worden op gelden, die gestort zijn op de Neder ­ landsche Clearingrekening bij de Deutsche Reichsbank. Een door exporteurs van deze peulvruch ­ ten geteekende verklaring, waarbij van alle aanspraken op gelden uit de Clearing wordt afstand gedaan, moet bij de monopolie- overeenkomst worden overlegd of daarop zijn vermeld. DE BURGERLWKE STA> Nieuwe voorsch Met ingang van^J-I'com. 1 werking de wet houdende wijzigi . schriften betrekl" Newachf I stand. Van 1 Januari a.s. Irtentien vader op z'n eentje naai , gaan, zonder vergezeld te zijn'' tuigen. Van dien dag af is h^ idat de geboorteaangifte in heid van twee getuigen m^etaieiia vervallen. "'fellies De akte van overlijden moe.. J , ' gemaakt worden op de verkrf & „aangever", die „uit eigen net overlijden kennis ar: moet dus zelf weten, datngyjjgigq^ is en die wetenschap ni Ledikan- mededeelingen van derde^f^ In de akten van den r. zullen voortaan het eerst daarna de voornamen worden't en lotnutoe steeds juist anderso)3ren- Bij het huwelijk zullen evf ten minste twee getuigen ve^ 11) 1 Hou- TEGEN HET SMOKKELEN V<>orek- Crisis-Pluimveebesluit 1934 in *. getreden. | Op 21 October j.l. is in werking getreaesa het Crisis-Pluimveebesluit 1934 X. v Dit besiuit bevat in de eerste plaats ee. bepaling, waarbij de besluiten van 19 Juli j.l., welke een regeling inhielden voor het grensvervoer van pluimvee, worden inge- trokken. Het nieuwe besiuit en de daarop Crisis-Pluimvee-beschikking 1934 ^ , thans een algemeene regeling \ooi ? vee, welke hierop neerkomt. dat si"" vervoeren en het in, voorrp°-«f Otf pluimvee, dat hetzij i I uur pre- I Doren, hetzij op rechti; td Raven- voerd, is toegestaan. ' Gatacre, Het vervoeren van fr^^e Stuers, pluimvee is derhalve than-,greland, grensgebied verboden. Teneinde het smokkelen zooveel mogelijk tegen te gai bepaling, dat in het grensgtjj^g|._ voer van pluimvee gedurend slechts toegestaan is, mdj, ^ per spoortrein of per vaaJ*^ /ipn der aouaneverband va--^" X 12t>0C}» ~~ ot 2.45.80 WIJZIGING BERj hoogen Versnelling beoogd d 6700. Ingediend is een wets?''^ ging der Beroepswet. De " IS het teweegbrengen van - ging en versnelling van ti.ltijd 1 sociale verzekeringszaken OooeufcciScA 9/1 otxai peoi>ojcxJb 'TOT 30 NOVEMBER 1934 ONWANGT U TEGEN INUEVERING VAN 60 VOORZUOEN VAN •PRESTO-PAKJES AAN GNS,; ADRES TE AMERS^ FOORT. "GRATIS EEN JPRACTISCH GESCHENK VOLLEDIGE DIES' Invoering in Naar wordt vernomer' Idoor de Nederlandsche S? Iledige Diesseltractie wc'-^5 en 29 I alle gebreken der Dies £3 ^dags 5 I zien, ook wat de mu ^waan van I verband zullen dan in, ^O0g]3gr jji I treinen, welke nu de j! [Javen te 1 gen, worden opgeheven Ikomsttijden in de re Igeen verandering. feuilleton. ZOON ~ VAN DEN KOORDEDANSER. (Naar het Fransch) 103. Bastien nam den brief dien Jean-Jeanne hem aanbood en las, terwijl zijn hart van onzeggelijken angst klopte; ,,Bastien, mevrouw de Mauleon is deze: nacht in haar hotel vermoord. Het gerecht zoekt den plichtige op, maar heeft nog geene vermoedens. Dit akelig einde der on- gelukkige markiezin verandert heel en al, en voor de tweede maal sinds gister, mijnen toestand. Gister wilde mijne pleegmoeder mij onterven. Zij is dood vooraleer hare be- dreiging te hebben kunnen uitvoeren. De Notaris Mr. Olagier, die mij in de Secretan- straat is komen opzoeken heeft, mij de schrikkelijke misdaad meldend, mij ter- zelfder tijd bericht dat ik rijk ben Bastien, mijn Bastien, vergeet mijne belofte en hetgeen ik u dezen morgen gezegd heb... Denk alleen dat gij mij sinds gister zeer veranderd hebt moeten vinden en dat gij in mijne oogen indrukken hebt gezien die gij er vroeger niet in bemerktet.... want, Bastien, ik heb een grooten plicht te ver- vullen, een dubbelen plicht.... Ik wil de dood wreken mijner weldoenster en ik wil mij zelve wreken.... Zoolang deze dubbele en groote plicht niet zal vervuld zijn, zal mijn hart dood wezen.... Vaarwel, Bastien,..." Jean-Jeanne vroeg eenigszins verlegen; Is het slecht nieuws beste vriend? Ja een groot ongeluk voor mij, en ik kan er nlet aan gelooven ? Mejuffrouw Bastienne.... ? Ik zal haar niet meer terugzien.... Ondanks hare goedheid verscheen er een vluchtige glans van vreugde en van hoop in den somberen en zachten blik van het meisje. Indien Bastien, zooals hij het zeide, mejuffr. Bastienne niet meer terug zag, dacht zij, zou hij misschien eens zien dat hij door haar bemind werd. Maar, toen zij hem droefgeestig zag zeide zij; Wees moedig, beste vriend, treur zoo niet.... Gij zijt niet alleen, zooals eertijds Hebt gij geen familie gevonden die u be- Imint? Een familie die deel neemt in, uw verdriet en zich verheugt om alles wat u gelukkigs gebeurt?..,. Bastien keerde wanhopig terug in zijn verblijf, en, de toebereidselen ziende welke hij met zooveel blijdschap en liefde ge ­ maakt had om Bastienne te ontvangen, barstte hij in tranen los. De bloemen verzamelend waarmede hij de tafel en de eetzaal zelf versierd had, Vv^ierp hij ze weg, daar hij ze niet meer wilde yien. Hij wilde evenmin het lekkere eten dat hij voor het meisje besteld had, aan- raken. Hij was zinneloos geweest, waarlijk, te gelooven dat het gedaan was met zijne ellende. Had de dikke Melie hem eertijds niet voorspeld: „Eene vrouw zal 'n groote rol in uw leven spelen.... Gij zult haar of zij r;al uw ongeluk veroorzaken Dat zal afhangen van deze van u beiden die zich voor de andere zal opofferen?" Deze voor- ?,eggin.3' was duidelijk genoeg. Het was Bas ­ tienne niet die zich voor Bastien ging op ­ offeren, maar wel Bastien voor Bastienne. Dat scheen thans zeer natuurlijk. Hij moest dus nog veel onaangenaamheden verwach- ten. Zoo dicht bij het geluk geweest te zijn. I, waarin ouds ge- Het onder zijn, bereik gehad te hebben. En het zoo schielijk te zien verdwijnen, zien verzwinden.... En, hoe koel was de brief, welke hij voor de tiende maal herlas Niets, in die regelen herinnerde aan de vriendschap van het meisje.... niets, zoo- niet een enkel woord.... Zij zeide „mijn Bastien". Hij zou lets beters gewild, en, onder die koele regelen die zijn hart braken en pijnigden, eenige tranen en zuchten ver- I moed hebben.... Men klopte op zijne deur. 't Was Jean-Jeanne. Ik kom u gezelschap houden, zeide zij. ;Oes te slechter voor u als ik u hinderlijk ben.... En, gij ziet het, ik ben niet van zin spoedig heen te gaan, want ik heb er voor gezorgd mijn werk mede te brengen . En ongevraagd zette het meisje zich r,aast het venster. Maar haar hart klopte van ontroering. Bastien, scheen maar ter nauwernood te zien dat zij daar was, en van tijd tot tijd keek zij hem angstig aan met medelijdende blik. Daar hij in zijn kwellende gedachten ge- dompeld bleef, zeide zij hem: Waarom spreekt gij niet over haar? Bastien werd getroffen over zooveel goed ­ heid, Die man, zijn leelijkheid bewust, kon niet vermoeden dat Jean-Jeanne hem be minde; het niet geloofd hebben. Ook vrees de hij niet indien men het hem verzekerd had, hij zou over „haar" spreken. Hij deed haar gansch zijn leven kennen, alles ver- halend wat hij zich herinnerde, al de vreug- den die hij gesmaakt had en de groote droefheden die zijn leven vergald hadden. En daar het meer voor zich zelven was dat hij sprak, leende hij niet de minste aan- dacht aan die hem aanhoorde. Vooreerst luisterde het meisje met voor over gebogen gelaat. Zij geloofde zich moe ­ dig genoeg om al de pijnigingen te door- staan. Maar opeens kon zij het niet langer uithouden, het hart was om te breken en het arme meisje barstte in tranen los. Bij toeval sloeg Bastien de oogen op, aan.- schouwde haar, en zeide; - Gij weent, Jean-Jeanne? Waarom weent gij? Zij ^richtte zich schielijk op, wendde het hoofd af, nam haar werk op en liep naar de deur. En daar, reeds kalmer en hare ont- steltenis bedwingend; Ik ween niet, Bastien zeide zij. Waarom zou ik weenen?.... Maar ik moet u verlaten. 't Is het uur waarop ik mijne moeder naar de Buttes-Chaumont moet leiden. De zoon. van den koordedanser was zeer ongerust en zeer ontsteld door hetgeen hij daar aanstonds gezien had, want zij had geweend, hij was er wel zeker van. Indien zij bekend had dat zij weende, hij had kun ­ nen gelooven dat zij een al te groote belang stelde in hetgeen hij vertelde. Maar waarom had zij gelogen? Waarom had zij hare zoo diepe ontroering willen verbergen en was zij naar de voordeur geloopen?.... Gedu- rende een oogenblik was hij in vertwijfe- ling. Waren er dan niet alleen in het hart van Bastienne schatten van teederheid en goedheid verborgen, „waarvan men nooit 't bestaan zou vermoeden?" Maar de arme jongen spotlachte weldra om die gedachte en ging voor een spiegel staan. - . .. Aanschouw u, Bastien.... zeide hij luidop.... aanschouw u, arme jongen.... 's Namiddags begaf hij zich naar het huis van de Cours-la-Reine. Hij wilde kost wat kost Bastienne zien en haar uitlegging vra- gen. Hij belde, en aanstond gelegen openen. Men kende hem-jsgtraat, de jonge meesteres. yer- De portier had ongetv^j over- len ontvangen, maar h" ju Mejuffrouw is niei ¥ zal mijnheer voorzeker o'J"""" Bastien stapte de koer ov'^- den op van de groote stohuur ruime voorzaal binnen, waar -len onder elkander de gebeurtenissig iaatsten nacht bespraken v I Een hunner nam het naamkaa- de gebrekkige hem toereik*^' om ze aan zijn jonge meestei digen. Bastien herademde, Eindelijk zou ; zien en zij zou wel verplicht zijn, hem hart te openen. Hij wachtte tot men hem zou komeu wittigen dat Bastienne. er in toeste hem te ontvangen; maar de mipjiten nen ongemeen lang toe. Eindelijk toch kwam de knc het naamkaartje van Bastie^ hand. Er lag op de lippen een d fcreurige glimlachen, waarn een teleurgestelden bezitter uitdrukt. Mejuffrouw is niet te sprekei hij. j Bastien werd pijnlijk getroffa Weigering. ' Vooreerst wilde hij den knech spreken, en hem verplichten te zeg Bastienne zich wel in haar salon dat zij zijn naamkaartje wel ontva er den naam van den bezoeker op had, en dat zij bevel gegeven had h te ontvangen. (Wordt Vc