Tekstweergave van GRC1936_0104_00005
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Z^ter'iia.o
^
133@
HAAFSCHE
COURANT
B5e
lio..
1
EVANGELIE
VAN
DEN
ZONDAG.
FEESTDAG
VAN
DKIEKONINGEN.
Evangelie:
Vervolg
van
het
Evangelic
van
Jen
H,
Mattheus,
H,
1—12.
In
die
dagen
toen
Jezus
geboren
was
te
Bethlehem
van
Juda
in
de
dagen
van
ko-
alng
Herodes,
zie,
toen
kwamen
er
Wijzen
uit
het
Oosten
te
Jerusalem
en
zeiden:
Waar
is
de
nieuwgeboren
koning
der
Joden?
want
wij
hebben
zijne
ster
in
het
Oosten
ge-
Zien
en
zijn
gekomen
om
Hem
te
aanbidden.
Toen
koning
Herodes
dit
hoosftje,
werd
hij
antsteld
en
geheel
Jenisalem
niet
hem.
En
!iij
verzamelde
alle
opperpriesters
en
schrift-
jeleerden
van
het
volk,
en
vroeg
hen,
waar
4e
Christus
zou
geboren
worden;
En
zij
zei-
hem;
In
Bethlehem
van
Juda,
want
zoo
ife
er
geschreven
door
den
profeet:
„En
gij,
Bethlehem,
land
van
Juda,
geenszins
zijt
gij
de
minste
onder
de
hoofdplaatsen
van
Juda:
vant
uit
u
zal
de
vorst
voortkomen,
die
mijn
volk
Israel
besturen
zal."
Toen
ontbood
Iieroaes
heimelijk
de
Wijzen,
en
ondervroeg
hen
nauwkeurig
over
den
tijd,
waarop
hun
de
ster
was
verschenen,
en
hij
zond
hen
naar
Bethlehem
en
zeide:
Gaat,
en
doet
zorgvuldig
navraag
naar
het
kind,
en
als
gij
het
gevonden
hebt,
meldt
het
mij
dan,
op-
dat
ook
ik
kome
en
het
aanbidde.
Als
zij
den
koning
gehoord
hadden,
gin-
gen
zij
heen.
En
zie,
de
ster,
^velke
zij
in
het
Oosten
hadden
gezien,
ging
voor
hen
uit,
totdat
zij
kwam
en
bleef
staan
boven
de
plaats,
waar
het
kind
was.
Toen
zij
de
ster
zagen,
verheugden
zij
zich
met
zeer
groote
vreugde.
En
het
huis
binnentredend,
vonden
zij
het
kind
met
zijne
moeder
Maria,
en
zij
vielen
ter
aarde
en
aanbaden
het,
en
hunne
schatten
ope-
nend,
droegen
zij
Hem
geschenken
op:
goud,
wierook
en
myrrhe.
En
in
een
droom
gewaarschuwd
om
niet
terug
te
keeren
naar
Herodes,
gingen
zij
langs
een
anderen
weg
weder
naar
hun
land.
Voor
hen
die
een
Missaal
gebruiken:
Zondag:
Mis
van
het
feest
van
den
Zoeten
Naam
Jezus.
Maandag:
Feest
van
Driekoningen.
Mis
van
het
Feest.
2e
gebed
(onder
de
Hoogmis)
van
't
Allerheiligste
Sacra
ment.
VERKLARING
VAN
HET
EVANGEUE.
De
drie
Wijzen
uit
het
Oosten
waren
van
verre
gekomen,
geleid
door
Gods
voorzienig-
heid
bij
wijze
van
een
ster,
waaruit
zij
be-
grepen,
dat
de
Verlosser
der
wereld
geboren
was.
Zij
waren
in
hun
land
geeerd
en
be-
roemd
oni
hunne
wijsheid,
die
wel
bestaan
zal
hebben
in
de
kennis
van
den
loop
der
sterren,
zooals
duidelijk
daar
ook
G
het
teeken,
dat
Hij
gaf,
liet
bestaan,
uit
eene
wonderbare
ster.
Koning
Herodes
verschrok,
toen
hij
hoor-
de,
dat
er
een
nieuwe
koning
geboren
was,
want
hij
had
al
heel
wat
moorden
op
z'n
geweten,
om
zich
er
van
te
verzekeren,
geen
mededingers
voor
Hem
te
hebben.
Herodes
wist
geen
raad
en
vroeg
uit-
komst
aan
de
priesters
en
schriftgeleerden,
of
die
er
misschien
iets
van
Ja,
dat
wisten
ze;
want
het
stond
in
de
H.
Schrift,
dat
de
Verlosser
zou
geboren
worden
in
Bethlehem.
Dien
raad
gaf
d\is
ook
Herodes
aan
de
Wijzen,
maar
daarniede
was
voor
Herodes
de
moeilijkheid
niet
opgelost,
dat
er
voor
hem
'n
gevaar
dreigde,
oni
althans
te
vroeg
naar
zijn
zin
van
dea
troon
te
ge-
raken.
Hij
trachtte
de
meedewerfeing
voor
zijn
plan
n.l.'om
dat
Kind
ook
mt
den
weg
te
ruimen,
van
hen
te
krijgen
en
vroeg
dus,
dat
ze
hem
zouden
inlichten,
waar't
kind
te
vinden,
onder
voorwends^r,
dat
ook
hij
het
Kind
wilde
aanbidden.
De
drie
Wijzen
beloofden
dat
en
gingen
welgemoed
op
reis
en
zie
huii
verscheen
de
ster
weer,
die
zij
volgden,
tot
-^aar
het
Kind
Jezus
zich
bevond.
Dan
aatibaden
zij
het
Goddelijk
kind
en
offerden
Hun
geschen
ken,
ieder
het
kostbaarste,
vat
zij
in
hun
land
hadden
kunnen
vinden.
God
waakte
over
Jezu^
en
'n
Engel
verscheen
aan
de
Wijzen,
om
niet
meet
naar
Herodes
terug
te
gaan.
Daaraan
ge-
hoorzaamden
die
brave
manaen
en
keerden
langs
'n
anderen
weg
naar
hun
eigen
land
terug.
XIV.
ree
in
geslaagd
de
toestanden
voor
de
grie
boeren,
vooral
op
de
klei
dragelijk
te
men
en
we
mogen
verwachten
dat
ze
er
in336
in
slagen
zal
het
lot
der
harde
wer-
k6
van
den
zandgrond
eveneens
te
ver-
liiten.
*
*
faast
dit
voorname
nieuws,
is
er
ook
veel
ifuws
omtrent
de
samenvoeging
van
de
lasdorpen.
De
Raad
van
Beers
heeft
in
een
gedocu-
snteerifl
adres
uiteengezet,
dat
Gassel
niet
iuis
hoort
in
de
conibinatie
Escharen
en
elp
en
denkt
wellicht
de
eerstvolgende
ren
aan
een
combinatie
Beers—Gassel.
Als
ge
van
deze
regelen
kennis
neemt,
geduldige
lezer(es)
zijn
we
over
de
scheids-
muur
heen,
1936
binnengegleden.
Het
ging
heel
gemakkelijk
en
tusschen
oud
jaar
1935
en
nieuw
jaar
1936
zult
ge
niet
het
gering-
ste
verschil
ontdekken.
Er
zijn
er
die
be-
weren,
dat
1
Januari
van
het
Nieuwe
jaar
wel
een
dag
is
als
andere
dagen,
maar
dan
n
in
Alein
heeft
men
uitgemaakt
dat
100%
vergeten
die
toch,
dat
vrijwel
alien
van
het
an
de
bevolking
is
tegen
een
opname
in
nieuwe
jaar
iets
beters
verwachten
dan
1935ie
groep:
Lith-Lithoyen
en
Oijen-Feefelen.
ons
bracht,
Dat
is
de
hoop
die
op's
harten^at
ziet
er
somber
uit
voor
onzen
vriend
in
grond
ligt,
en
den
mensch
de
kracht
ver-ggcharen,
want
met
100%
en
minder
tegen-
leent
onder
vaak
heel
moeilijke
omstandig-stand
van
betrokkenen
zal
het
zeker
niet
ge-
heden
het
hoofd
omhoog
te
houden.
Dibeuren.
hoop,
die
van
de
ongekende
toekomst
din
gn
onder
die
bedrijven
gaat
Den
Bosch
gen
verwacht,
die
het
verleden
naliet
tiustig
door
het
Brabantsche
volk
op
stelten
FEUILLETON
Rosa
en
Josefine
9).
Beide
vrouwen
waren
door
geestesgaven
en
door
geschiktheid
tot
het
leveren
van
naai",
brei-
en
borduurwetK,
in
staat
met
werken
in
haar
onderhoud
te
voorzien.
Rosa
was
uitstekend
bekwaam
les
te
geven
in
de
Pransche-,
Duitsche-
en^
fingelsche
taal,
terwijl
mevrouw
Lafosse'met
meesterlijke
hand
wist
te
teekenen;
h^re
portretten
en
landschappen
waren
vol
treffende
bekoor-
lijkheid
en
kunstig
afgewerkt.
Zij
had
nog
eenigen
harer
teekeningen
ten
verkoop,
niaar
helaas,
waar
een
kooper
te
vinden?
Voor
Rosa,
noch
voor
hare
moeder
opende
Zich
eene
gelegenheid
hare
talenten
te
too-
nen
en
de
arme
dames
za^en
zich
gedwon-
gen,
hare
reeds
zoo
karige
uitgaven
te
ver-
minderen.
De
natuur
van
c|en
mensch,
heeft
ongeacht
de
omstandigheden,
hare
onaf-
^ijsbare
eischen,
waarvan
de
eerste
en
Voornaamste
Is:
voldoendft
voeding,
anders
■^Peiger
ik
mijn
loop
regelmatig
voort
te
zet-
ten!
Dit
is
de
dwingendste
eisch.
Ook
iiievrouw
Lafosse
ondervond
dit
thans
in
Praktijk:
het
slappe,
minderwaardig
voed-
sel,
dat
haar
lichaam
moest
onderhouden,
kon
hare,
door
voortdurende,
onafgebroken
^ngstige
bezorgdheid,
door
smartelijke
Wellingen
in
eindelooze,
slapelooze
nach-
brengen.
En
die
hoop
is
gegrond,
lezer(es).
We
hebben
in
de
voorbije
5
jaar
zoovl
geleerd
van,
den
achteruitgang
en
het
1-
trachten
van
meer
soberheid
in
levensi-
hoeften,
en
zooveel
aanpassingsvermom
ten
toon
gespreid,
dat
daarvan
de
vruchn
niet
verloren
kunnen
gaan.
We
redden
is
thans
met
de
helft
van
wat
we^in-1929
M-
den
en
houden
niettemin
het
leven.
et
moet
al
vreemd
loopen
als
die
achtetit-
gang
nog
weer
eens
5
jaar
moest
aanlu-
den.
We
houden
het
er
voor
dat
Nederhd
met
zijn
aanpassing
een
heel
ernd
is
gia-
derd,
al
moet
er
nog
veel
geschieden.
Rnt
er
op
een
of
andere
manier
zoogenaade
deflatie,
dan
is
voor
hen
die
het
zwirst
onder
de
crisis
gbbukt
gaan
wel
het
e.ste
voor
bij.
En
wie
durft
beweren,
dat
wdie
in
1936
nu
eens
niet
op
een
onvervcht
moment
werkelijkheid
zulleii
zien
woroi?
Het
is
met
de
crisis
bittere
ernst
i
we
hebben
geleerd
met
opeengeperste
tiden
en
strakken
blik
door
het
leven
te
gas.
Het
gemakkelijk
verdiend
geld
had
onsjf
en
lauw
en
lamlendig
gemaakt
en
als
It
ge-
volg
is,
dat
wij
voortaan
met
verbeteivoede
het
harde
leven
recht
in
de
oogen
gai
zien,
dan
is
dat
winst
in
alle
opzichten.
Wnt
bet
leven
is
geen
lochta
Zie
daarvc
het
nieuwe
boek
van
Felix
TimMrmans
„Boerenpsalm",
dat
wij
zoo
krachtifmoge-
lijk
aan
alien,
in
het
bijzonder
a^
onze
boeren,
ter
lezing
aanbevelen.
Van
deze
voorbeschouwing
naar
dmaat-
regelen
der
regeering
tot
leniging
tn
den
heerschenden
nood,
waar
die
het
erg;
nijpt,
is'
9en
klein.
stapje^.
Jlrv
wie
goii
rtiirin
oht-
kennen,
dat
die
het
ergst
heersch
bij
de
kleine
boeren,
zoo
talrijk
in
dit
eel
van
Brabant?
De
Regeering
nu
sloot
een
niew
han-
delsverdrag
met
Duitschland,
dat
its
voor
hen
belooft.
De
Regeering
heeft
een
nieuw
bconcon-
tract
met
Engeland
in
de
maak,
da
ook
iets
belooft.
Maar
het
voornaamste
belooft
its
meer:
De
Regeering
heeft
n.l.
het
voorcmen
om
de
kleine
boeren
met
een
vast
tdrag
in-
eens
te
steunen;
zij
wil
hen
dardoor
de
mogelijkheid
openen
met
nieuwei
moed
op
eigen
grond
te
beginnen
en
voorliinen,
dat
ze
alien
den
steun
of
den
armetoevallen.
Het
bedrag
dat
ze
in
uitzicht
Selt
is
ge-
ring
(f25—f50)
helaas
te
gerin,
doch
de
eerste
stap
is
gezet
op
den
vfegwaar
het
heen
moet,
om
te
voorkomen,
dt
heel
dat
krachtige,
taaie,
sobere
volksdeeiten
onder
gaat.
Het
beginsel
is
erkend,
dat
dedeine
boe
ren
bij
de
bestaande
steunmaatigelen.voor
den
landbouw
tekort
komt
en
op
andere
doeltreffender
manier
moet
geblpen
wor
den.
De
Burgemeesters
var
Berchem,
Geffen,
Heesch
en
Nuland
zi.i
daarvoor
persoonlijk
op
audientie
geweeis
bij
Minis
ter
Deckers
en
ze
mogen
een
stkje
van
dit
succes
op
hunne
rekening
vooide
eeuwig-
heid
bijschrijven.
Dat
alles
tezamen
geeft
toh
gegronde
hoop,
dat
voor
deze
tobbers
eei
lichte
ver-
betering
in
zicht
is.
De
Regering
was
er
ten,
uitgeputte
krachten
niet
meer
schra-
gen.
Zij
voelde
zich
dag
aan
ag
verzwak-
ken,
totdat
ze
eindelijk
ziek
i^erd
en
zich
verplicht
zag
het
bed
te
hou
Rosa
was
wanhopend,
doch
wist
zich
klfek
te
houden
in
de
oogen
van
haar
moeder
welke
zij
op
alle
wijzen
trachtte
te
troostei
en
op
te
beu-
ren,
zelf
met
de
wanhoop
in
let
hart,
wil
de
zij
den
glimlach
zien
op
gelaat
van
de
teer
geliefde
zieke,
waa^an
zij
hare
beste
zorgen
wijdde,
de
liefcferijkste
welke
eene
dochter
slechts
te
gevei
vermag.
De
ziekte
week
echter
niet
van
de
scha-
mele
sponde
dezer
engelaQitige
lijderes.
Helaas,
van
dag
tot
dag
w^d
zij
erger
en
de
arme
Rosa
moest
zich
me;
schier
boven-
menschelijke
krachten
toeristen,
cm
hare
moeder
een
kalm
en
gedildig
gelaat
te
toonen,
krachten
welke
de
liifde
slechts
toe-
deelen
kan,
de
liefde
welke
van
God
komt,
en
niet
van
deze
aarde
is.
In
de
korte
tusschenpooan,
waarin
me
vrouw
Lafosse
ingesluimerd
was,
ontsnapte
een
vloed
van
zilte
tranen
^an
Rosa's
ver-
ttioeide
oogen,
dan
snikte
zij
het
uit
de
arme
zwaar-beproefde
ziel.
En
Vanneer
zij
uit-
ging
om
inkoopen
te
doen,
jnkoopen,
die
zich
vormden
uit
eenig
go^cjijoop
brood
en
wat
kruiden
uit
de
apothee|j^
waarvan
Rosa
zelf
verkoelende
dranken
vist
te
bereiden,
dan
weende
zij
bitter,
da^
weeklaagde
zij
langs
de
straat,
het
hoofd
gebogen,
de
ziel
gedrukt,
het
hart
gericht
tot
den
Vertroos-
ter
der
bedrukten,
tot
Gq^^
van
wien
zij
alleen
redding
wachtte.
Hare
matte
bleek-
heid,
het
lijdend
ingevallen
gelaat,
die
roode
te
zetten.
En
daar
zijn
van
die
onnoozelaards
op
het
platteland,
die
er
invliegen
als
nachtvlin-
ders
in
het
licht.
Ze
hadden
een
wedstrijd
uitgeschreven
voor
een
slagzin
voor
de
groote
V.V.V.-week,
die
ons
van
den
zomer
te
wachten
staat.
?■
En
zie
de
verrassing!
De
inzending
van
den
plattelander
Wim
Nieuwenhuizen
uit
Veghel
wordt
bekroond
wegens
zijn
sprekend
rijmpje:
De
Bossche
week
Voor
heel
de
streek.
Prachtig
nietwaar?
Vooral
prachtig
van
dien
plattelander
om
dat
uit
te
vinden.
Ik
heb
altijd
wel
gezegd:
het
is
ons
eigen
schuld,
als
ze
ons
onder
de
hand
voor
oud-
roest
kunnen
verkoopen,
nadat
al
wat
we
aan
welvaartsbronnen
hadden
naar
den
Bosch
is
gesleept.
We
hebben
daar
25
jaar
lang
druk
aan
mee
geholpen
of
lijdelijk
over
ons
heen
laten
gaan
en
nu
zingen
we
dood-
gemoedereerd
op
de
melodie
van
den
stads-
jood:
De
Bossche
week
Voor
heel
de
streek-
Ik
ben
benieuwd
wat
de
Middenstand
van
Veghel
daarvan
zeggen
zal.
Natuurlijk
valt
Wim
de
hooge
eer
te
beurt
door
het
Stads-
bestuur
op
het
Raadhuis
te
worden
ontvan-
gen
en
door
Zijne
Edelachtbare
toegespro-
ken:
Eerewijn,
Stadspenning,
Eereburger.
Daarna
eere-lid
van
de
Middenstandsver-
eeniging
Veghel.
Leve
het
platteland
en
zijn
uitgeslapen
bevolking.
THOMAS.
LANDBOUW
KRONIEK
OOGSTVERMEERDERING.
p.
J.
Rutten
schrijft
in
Rust-Roest:
Toen
ik
ruim
veertig
jaar
geleden,
tot
de
overtuiging
was
gekomen,
dat
het
onder
richt
ia
den
nieuweren
iandbtmw,
het
mid-
del
zou
zijn,
om
de
boeren
uit
hun
treurigen
toestand
op
te
heffen,
was
het
noodzakelijk
veel
kennis
van
het
landbouwbedrijf
op
te
doen.
Tot
in
mijn
zestiende
jaar
was
ik
in
het
bedrijf
werkzaam
geweest
en
had
alien
boerenarbeid
meegemaakt.
Vooral
was
het
noodig
de
ervaring
van
oudere
boeren
te
vernemen,
hurme
opmerkingen
betreffende
de
bijzondere
gesteldheid
hunner
akkers,
de
voeding
en
verzorging
van
hun
vee,
Warmeer
iemand
ziek
is
en
daarover
met
familie
en
kennissen
en
buren
praten
wil
heeft
hij
in
enkele
dagen
een
dozijn
ge-
neesmiddelen,
die
bij
dezen
of
genen
het
volkomen
herstel
hebben
bewerkt.
Toch
zal
het
raadzaam
zijn,
alvorens
de
middelen
toe
te
passen,
den
dokter
te
raadplegen.
Ieder
geval
staat
op
zich
zelf
en
heeft
zijn
bijzondere
omstandigheden,
die
ook
een
bijzondere
behandeling
noodig
maken.
De
boerenstand
was
ziek
toen
en
erg
ver-
zwakt,
verarmd.
Ten
einde
raad
trokken
velen
naar
Amerika.
Er
kwamen
toen
ook
velen
den
boer
op,
die
hem
met
eene
mest-
stof,
een
voedermiddel
van
wonderbare
werking,
uit
zijn
noodtoestand
onfeilbaar
zou
redden.
Menigeen
besteedde
aan
die
middelen
een
deel
van
zijn
karig
bezit,
in
de
hoop
dat
het
eens
baten
mocht
en
de
uitkomst
was
gewoonlijk
bedroevend.
Zoo
was
er
tegen
al
het
nieuwe,
dat
aan-
geprezen
werd,
met
reden
veel
wantrouwen
ontstaan,
dus
ook
tegen
de
nieuwe
land-
bouwleer,
die
met
allerlei
kunstmeststoffen,
met
talrijke
vreemde
veevoeders,
den
land
bouw
in
geheel
nieuwe
banen
wou
leiden.
Het
was
noodzakelijk
te
toonen,
dat
men
de
betraande
oogen,
haar
smartelijke
zuchten,
trokken
de
aandacht
der
voorbij
gangers,
doch
Rosa,
geheel
verloren
in
hare
smart,
in
haar
tranen-gebed
tot
haar
Heer;
merkte
dit
niet
op.
De
kruidenier
zeide
haar
eens
in
zijn
winkel:
gij
ziet
er
droevig
en
vermoeid
uit,
juffrouw;
wat
scheelt
u
toch?
Toen
ant-
woordde
Rosa:
ach,
mijn
goede
moeder
is
sedert
geruimen
tijd
ziek
en
ik
bezit
op
de
gansche
wereld
niemand
dan
haar!
En
zij
barslte
in
hev.ig
snikken
los,
haar
jammeren
stokte
haar
de
keel.
Men
beklaagde
haar
oprecht
en
diep,
doch
niemand
bood
hulp,
die
Rosa
vooc
zich
zelf
zoude
van
de
hand
gewezen
hebben,
doch
die
zij
voor
hare
moeder
dankbaar
zou
hebben
aanvaard.
Ach,
de
wereld
is
rijker
aan
troostrijke
woorden,
dan
aan
troostrijke
daden;
doch
nog
rijker
is
ze
aan
beklagende
woorden.
Het
beklagen
is
zoo
algemeen,
dat
men
waarlijk
zou
geneigd
zijn
te
veronderstellen
dat
het
een
aangeboren
manie
is.
Er
woonde
te
Parijs
een
arme
verstelster
en
kousenstopster,
wie
mevrouw
Lafosse
vroeger
verscheidene
gewichtige
diensten
bewezen
had.
Dit
was
de
eenige
vriendin,
die
haar
in
den
nood
bleef;
iederen
dag
kwam
zij
de
zieke
bezoeken.
Alle
andere
vrienden
en
kennissen,
welke
zij
onmiddel-
lijk
na
hare
aankomst
te
Parijs
bezocht
had,
en
die
haar
zeer
gaarne
waren
van
dienst
geweest
wat
betreft
het
uitzien
naar
gepaste
bezighederi
om
iets
te
kunnen
ver-
dienen,
wanneer
zij
er
toe
in
staat
geweest
waren,
huiverden
zij
bij
het
zien
van
zoo
veel
nood
en
gebrek,
welke
vergezeld
van
oude
manier
van.boeren
Isende
en
er
het
oede
van
waardeerde,
maar
ook
daarbij
ter
verbetering
het
nieuwe,
op
de
juiste
ma
nier
toe
te
passen.
Het
was
een
bijzonder
gelukkige
omstandigheid,
dat
er
land
en
vee
ter
beschikking
was
om
de
nieuwe
hulp-
middelen
op
eigen
manier
en
op
eigen
ver-^
antwoording
toe
te
passen.
Ieder
had
slechts
toe
te
zien,
wat
er
van
terecht
kwam.
Er
moest
natuurlijk
met
alle
voorzichtig-
heid
te
werk
gegaan
worden.
Ofschoon
de
boeken
met
groote
stelligheid
de
goede
uit-
komsten
voorspelden,
was
er
toch
de
moge
lijkheid,
dat
door
de
bijzondere
gesteldheid
der
bedrijfsgronden,
de
bijzondere
eigen-
schappen
der
hier
aanwezige
veerassen,
de
proeven
konden
tegenvallen.
De
ondervin-
ding
der
oude
boeren
moest
mij
leeren
op
welke
punten
bijzonder
gelet
diende
te
worden.
ledere
mislukking
zou
de
nieuwe
richting
al
te
zeer
schaden.
Van
de
boeren
met
ondervinding
heb
ik
zeer
veel
geleerd.
Het
is
dikwijls
voorgeko-
men,
dat
juist
uit
de
oude
ondervinding
en
de
oude
werkwijzen
duidelijk
kon
aange-
toond
worden,
hoeveel
betere
uitkomsten
door
toepassing
der
nieuwe
middelen
waren
te
verkrijgen.
Van
hetgeen
als
goed
en
voor-
deelig
iverd
aangeprezen,
konden
ze
dan
de
gunstige
uitwerking
zien.
Zoo
was
eens
in
een
gezelschap
van
er-
varen
boeren,
de
korenopbrengst,
het
on-
derwerp
van
het
gesprek.
Het
was
toen
veel
korenbouw
en
bijna
alleen
rogge.
Een
hun
ner
zei
toen
het
volgende
en
geen
der
an
deren
verkondigde
een
andere
meentng.
Wanneer
een
boer,
sprak
hij,
van
zijn
rog-
land
gemiddeld
per
morgen
zeven
vimmen
maait
(een
vim
is
hier
honderd
twintig
garven)
en
daar
uit
zes
mud
rogge
dorst,
dan
kan
hij
gerust
zeggen,
dat
hij
een
goed
korenjaar
heeft.
Een
morgen
bouwland
is
hier
twee-en-dertig-
ares,
'n
mud
rog
is
ge
middeld
zeventig
K.G.
Dus
een
opbrengst
van
om
de
dertienhon-
derd
K.G.
per
H.A.
Dat
is
niet
de
helft
van
de
tegenwoordige
roggeopbrengst,
en
toch
was
ze
betrekkelijk
inderdaad
hoog
en
een
bewijs
van
de
hooge
ontwikkeling
van
den
landbouw
in
deze
streek.
Dat
onze
oogsten
in
den
tegenwoordigen
tijd
die
van
vele
andere
landen
zoo
ver
over-
treffen,
is
het
gevolg
niet
enkel
van
de
be
tere
verzorging,
maar
ook
van
degelijke
kennis
van
het
bedrijf.
De
verstandige
aan-
wending
der
nieuwe
hulpmiddelen,
de
toe-
passing
der
vele
ontdekkingen
op
land-
bouwgebied
hebben
de
opbrengstmogelijk-
heden
boven
alle
verwachting
verhoogd.
Wat
in
andere
landen
in
den
verbouw
van
vele
tientallen
jaren
is
bereikt,
kan
in
stre-
ken
met
veel
meer
ontwikkelden
landbouw
nog
ver
worden
overtroffen.
Niet
alleen
om-
dat
men
er
de
vruchtbaarheid
van
den
grond
aanzienlijk
heeft
verhoogd,
maar
ook
omdat
men
er
soorten
(varieteiten)
heeft
gekweekt,
die
de
hoogere
vruchtbaarheid
veel
beter
kunnen
benutten.
Als
men
de
tegenwoordige
varieteiten
nagaat,
dan
is
er
zoo
goed
als
geen
enkele
meer
bij
uit
den
ttjd
onzer
boeren
van
voor
veertig
jaar
terug.
Zoo
leest
men
in
den
laatsten
tijd
wel
eens
van
twijfel
betreffende
de
hooge
op-
brengsten,
die
hier
van
mais
zouden
te
be-
halen
zijn;
ook
van
twijfel
aangaande
de
zekerheid
van
tijdige
rijping.
Mais
is
een
forsch
gewas,
dat
veel
plan-
tenvoedsel
flink
verwerkt
en
er
zijn
varie
teiten,
die
in
Noord-
en
West-Duitschland
goed
rijpen,
het
dus
ook
hier
zuUen
doen,
De
rijping
kan
men
op
het
oog
niet
beoor-
deelen.
We
zaaiden
voor
proef
naast
de
goed
rij-
pende
van
gebr.
Laarakkers
eenige
rijen
met
zaden
uit
een
zak
van
het
pakhuis.
Ze
leken
precies
dezelfde;
de
groei
was
even
goed,
maar
van
rijpe
kolven
leveren
geen
sprake;
in
de
verste
verte
niet.
Wat
uitzoeken
en
veredelen
vermag,
leert
weer
de
teelt
van
de
Pommern-mais.
Vijf
en
twintig
jaar
geleden,
begon
Bruno
Manske
te
Zinnowitz,
zijn
bemoeiingen
ter
verkrij-
ging
van
een
goed
soort
korrelmais.
Hij
maakte
studiereizen
naar
de
voornaamste
maisstreken
in
Amerika
en
Afrika
en
is
in
zijn
pogen
geslaagd.
Zooals
de
uitkomsten
der
teelt
bewijzen,
die
zijn
medegedeeld,
volgens
controle
van
regeeringswege
ultge-
oefend,
tot
9940
K.G.
per
H.A.
Mais
is
een
gewas,
dat
op
bijzondere
wijze
de
ruime
voedselvoorziening
en
de
zorgvul-
dige
behandeling
loont.
Een
gewas,
dat
groote
zekerheid
biedt,
omdat
het
(zooals
dezen
zomer
zeer
opmerkelijk
was)
uitste
kend
bestand
is
tegen
droogte.
Een
gewas,
dat
opnieuw
bewijst,
hoezeer
de
uitkomsten
der
teelt
door
kundige,
zorgvuldige
verbe
tering
en
veredeling
kunnen
verhoogd
wor
den.
ziekte
deze
schamele
woning
waren
binnen-
getreden,
en
toen
de
gedachte
in
hen
was
opgerezen,
dat
deze
zieke
vrouw
hun
om
hulp
zoude
kunnen
vragen,
hadden
zij
zich
niet
meer
in
hare
nabijheid
gewaagd.
Een
waar
spreekwoord
toch:
in
den
nood
leert
men
z'n
vrienden
kennen!
De
verstelster,
Margaretha
genaamd,
was
reeds
een
be
j
aarde
vrouw,
ongehuwd
en
zonder
eenige
bloedverwant;
niemand
bezat
zij
meer
op
deze
wereld-
Naarmate
zij
me
vrouw
Lafosse
en
haar
dochter
ongelukkiger
zag,
voelde
zij
meer
en
meer
de
behoefte
in
zich
wakker
worden,
blijken
te
geven
van
dank
aan
hare
vroegere
weldoenster,
die
bijzonderlijk
de
weldoende
fee
geweest
was
van
hare
diep-betreurde
moeder.
Het
voort-
durend
onafgebroken
waken
aan
het
ziek-
bed
harer
moeder,
matte
Rosa
al
te
veel
af.
Margaretha
bemerkte
zulks
wel
aan
de
doffe
oogen
en
de
fletsche
wangen,
aan
den
slependen
tred
van
het
arme
kind
en
zij
verzocht
haar
te
mogen
aflossen
aan
de
sponde
der
geliefde
zieke,
om
beurtelings
met
haar
te
mogen
waken.
Rosa
vond
het
zeer
vriendelijk
van
haar.
Zij
voelde
zich
diep
getroffen
door
deze
goedhartigheid,
doch
weigerde
beslist,
daar
zij
er
niet
toe
kon
besluiten
hare
zieke
moeder
over
te
laten
en
toe
te
vertrouwen
aan
andere
zor
gen
dan
de
hare.
Margaretha
wendde
zich,
teleurgesteld,
tot
de
moeder,
met
hetzelfde
verzoek
en
deze,
vreezende
dat
hare
doch
ter
zich
te
zeer
overspannen
en
zelfs
ziek
worden
zou,
nam
haar
aanbod
dankbaar
aan
en
willigde
haar
verzoek
in,
nadat
ze
VITAMINE
C.
Lijkt
de
voljgorde,
waarin
de
verschillen-
de
vitaminen
behandeld
worden,
misschien
onlogisch,
ze
is
het
in
werkelijkheid
niet.
Vitamine
B
heeft
zijn
naam
waarschijnlijk
te
danken
aan
de
eerste
letter
van
de
ziekte
die
zij
veroorzaakt
bij
haar
ontbreken
of
tekort.
Toen
nu
Professor
Eijckmann
zijn
belangrijke
ontdekkingen
deed,
bestudeerde
men
in
Amerika
weer
andere
verschijnselen
en
was
reeds
de
letter
A
gereserveerd
(maar
daarover
later.)
Door
het
optreden
van
bepaalde
ziekten
kwam
men
wederom
tot
de
conclusie,
dat
er
nog
meer
stoffen
waren,
die
noodzakelijk
zijn
voor
de
menschen,
en
men
vond
vita-
mine
C.
Al
betreft
dit
ook
weer
een
ziekte,
welke
als
zoodanig
in,
ons
land
slechts
weinig
voor
komt
—
althans
bij
volwassenen
—
de
kin-
deren,
speciaal
zuigelingen,
kunnen
wel
de-
gelijk
deze
ziekte
—
de
kinder-scheurbuik
—
krijgen,
wanneer
ze
gevoed
worden
met
gesteriliseerde
of
gepasteuriseerde
melk.
Ook
de
gezondheid
van
volwassenen
kan
na-
deelig
worden
beinvloed
door
ontbreken
of
tekort
van
deze
vitamine.
De
ziekte,
die
door
ontbreken
van
deze
vitamine
wordt
veroorzaakt,
is
scheurbuik
genoemd,
Ze
kwam
veel
voor
onder
de
be-
manning
van
schepen,
die
een
lange
reis
te
maken
hadden.
Ze
begint
zeer
langzaam.
De
patienten
gaan
er
bleek
uit
zien
en
ge-
voelen
zich
zwak;
na
verloop
van
tijd
kan
een
zwelling
in
de
gewrichten
worden
waar-
genomen
en
rood-bruine
vlekken
op
het
lichaam,
welke
duiden
op
onderhuidsche
bloedingen.
Ook
het
tandvleesch
ondergaat
groote
veranderingen.
Niet
altijd
behoeft
de
ziekte
een
aanleiding
te
worden
tot
den
dood,
maar
dat
de
mogelijkheid
bestaat,
blijkt
uit
het
feit,
dat
Vasco
de
Gama
op
zijn
beroemden
tocht
rond
Kaap
de
Goede
Hoop,
van
zijn
160
marmen
er
100
verloor
aan
scheurbuik.
Konden
de
zieken
eenigen
tijd
aan
wal
doorbrengen,
dan
trad
het
her
stel
gewoonlijk
in.
Professor
Eyckmann
had
reeds
vroeger
de
weg
gewezen
hoe
dergelijke
vraagstukken
tot
oplossing
konden
worden
gebracht.
Op
schepen
werden
geen
versche,
maar
steeds
geconserveerde
levensmiddelen
gebruikt.
't
Scheepsproviand
bestond
uit:
gedroogde
erwten
en
boonen,
gort,
scheepsbeschuit,
gezouten
vleesch,
brood,
spek
etc.
Aan
land
kreeg
men
versche
groenten
en
vruchten.
Er
is
dus
weer
een
stof,
die
in
versche
le
vensmiddelen
wel
voorkomt,
maar
hieruit
verdwijnt
of
onwerkzaam
wordt
gemaakt
door
deze
voedingsmiddelen
te
conservee-
ren
en
deze
stof
wordt
genoemd
vitamine
C.
Uit
een
oogpunt
van
volksvoeding
is
het
van
belang
te
weten,
dat
de
doodgewone
aardappel
een
groote
rol
kan
spelen
in
het
voorkomen
van
deze
ziekte.
Behalve
dit
dagelijksch
voedingsmiddel
zijn
ook
de
meeste
vruchten,
zooals
sinaasappel,
citroensap,
tomaten,
bladgroenten
(vooral
in
rauwe
toestand,
b.v.
kropsla),
knollen,
uien,
jonge
worteltjes
en
zuurkool
zeer
rijk
aan
vitamine
C.
Ook
rauwe
melk.
Maar
daar
het
niet
aan
te
raden
is
melk
ongekookt
te
gebruiken,
vervalt
dit
natuurlijk.
Hiermede
is
dan,
ook
verklaard,
hoe
een
zuigeling,
die
kunstmatig
wordt
gevoed,
gebrek
kan
krij
gen
aan
vitamine
C.
Kinderen,
die
natuur
lijk
worden
gevoed,
hebben
in
normale
ge-
vallen
aan
geen
der
vitaminen
gebrek
en
zijn
daardoor
ook
minder
vatbaar
voor
in-
fectie.
Daarom
moet
bij
kunstmatige
voe
ding
zoo
spoedig
mogelijk
met
bijvoeding
van
vruchtensappen
worden
begonnen.
Men
moet
hier
omtrent
natuurlijk
den
dokter
raadplegen
of
zich
laten
inlichten
op
de
consultatiebureaux.
Vitamine
C
is
een
vijand
van
verhitting,
ze
verdraagt
deze
heel
slecht,
ook
bij
lang
bewaren
der
voedingsmiddelen
gaat
het
ge-
halte
sterk
achteruit.
Een
gunstige
uitzon-
dering
vormt
het
citroensap,
dit
behoudt
zelfs
gesteriliseerd
zijn
krachtdadige
wer
king.
Gedroogde
en
gesteriliseerde
groenten
en
vruchten,
de
trots
van
iedere
huisvrouw,
hebben
uit
dit
oogpunt
bezien,
vrijwel
geen
waarde
voor
de
voeding.
lets
anders
is
het
met
de
groenten
en
aardappelen,
die
in
de
keuken
voor
direct
gebruik
worden
bereid.
Deze
zijn
volstrekt
niet
waardeloos;
ver
hitting
gedurende
den
korten
tijd,
doet
niet
verklaard
had,
dat
zij
voor
deze
diensten
helaas
geen
geldelijke
belooning
beschik-
baar
kon
stellen,
eene
verklaring,
welke
de
oude
verstelster
een
bitteren
traan
ontrukte
en
haar
verbolgen
deed
opspringen.
—
Hoe,
mevrouw,
riep
zij
smartelijk
ge
troffen
uit,
hoe
kunt
gij
aldus
tot
mij
spre-
ken!
Ik
vraag
geenszins
beloond
te
worden,
geen
penning
zou
ik
daarvoor
van
U
willen
aannemen.
Dacht
gij,
mevrouw,
dat
ik,
de
oude
Margaretha,
de
diensten
vergeten
ware
welke
gij
mijne
goede
moeder,
in
den
Hemel
thans
gezegend,
bewezen
hebt,
in
uwe
gren-
zelooze
goedheid
en
milddadigheid.
Neen,
mevrouw,
Margaretha
heeft
ook
een
hart,
en
nimmer
of
nooit
zou
ik
mijne
diensten
door
U
wUlen
betaald
hebben,
zelfs
niet,
al
waart
gij
nog
de
rijke
vrouw
van
weleer,
al
bezat
gij
nog
al
uwe
vroegere
—
Margaretha,
viel
mevrouw
Lafosse
haar
angstig
in
de
rede,
om
Gods
wil
zwijg,
en
zij
legde
den
vinger
op
haar
mond
om
ze
bovendien
nog
met
dit
gebaar
het
zwij-
gen
op
te
leggen.
Margaretha
zag
haar
aan,
zweeg
een
wijle
en
vervolgde
toen:
—
Neen,
mevrouw,
zelfs
niet
wanneer
gij
alle
schatten
der
wereld
de
uwe
kondet
noemen!
Gij
hebt
mij
zooveel
gewichtige
en
onschatbare
diensten
en
weldaden
bewezen,
weike
ik
mij
even
levendig
herinner
als
ware
dat
alles
eerst
gisteren
geschied;
ik
zou
'n
monster
van
ondankbaarheid
moeten
wezen
wanneer
ik
die
ooit
vergeten
kon.
(Wordt
vervolgd.)