Tekstweergave van GRC1936_0104_00005

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Z^ter'iia.o ^ 133@ HAAFSCHE COURANT B5e lio.. 1 EVANGELIE VAN DEN ZONDAG. FEESTDAG VAN DKIEKONINGEN. Evangelie: Vervolg van het Evangelic van Jen H, Mattheus, H, 1—12. In die dagen toen Jezus geboren was te Bethlehem van Juda in de dagen van ko- alng Herodes, zie, toen kwamen er Wijzen uit het Oosten te Jerusalem en zeiden: Waar is de nieuwgeboren koning der Joden? want wij hebben zijne ster in het Oosten ge- Zien en zijn gekomen om Hem te aanbidden. Toen koning Herodes dit hoosftje, werd hij antsteld en geheel Jenisalem niet hem. En !iij verzamelde alle opperpriesters en schrift- jeleerden van het volk, en vroeg hen, waar 4e Christus zou geboren worden; En zij zei- hem; In Bethlehem van Juda, want zoo ife er geschreven door den profeet: „En gij, Bethlehem, land van Juda, geenszins zijt gij de minste onder de hoofdplaatsen van Juda: vant uit u zal de vorst voortkomen, die mijn volk Israel besturen zal." Toen ontbood Iieroaes heimelijk de Wijzen, en ondervroeg hen nauwkeurig over den tijd, waarop hun de ster was verschenen, en hij zond hen naar Bethlehem en zeide: Gaat, en doet zorgvuldig navraag naar het kind, en als gij het gevonden hebt, meldt het mij dan, op- dat ook ik kome en het aanbidde. Als zij den koning gehoord hadden, gin- gen zij heen. En zie, de ster, ^velke zij in het Oosten hadden gezien, ging voor hen uit, totdat zij kwam en bleef staan boven de plaats, waar het kind was. Toen zij de ster zagen, verheugden zij zich met zeer groote vreugde. En het huis binnentredend, vonden zij het kind met zijne moeder Maria, en zij vielen ter aarde en aanbaden het, en hunne schatten ope- nend, droegen zij Hem geschenken op: goud, wierook en myrrhe. En in een droom gewaarschuwd om niet terug te keeren naar Herodes, gingen zij langs een anderen weg weder naar hun land. Voor hen die een Missaal gebruiken: Zondag: Mis van het feest van den Zoeten Naam Jezus. Maandag: Feest van Driekoningen. Mis van het Feest. 2e gebed (onder de Hoogmis) van 't Allerheiligste Sacra ­ ment. VERKLARING VAN HET EVANGEUE. De drie Wijzen uit het Oosten waren van verre gekomen, geleid door Gods voorzienig- heid bij wijze van een ster, waaruit zij be- grepen, dat de Verlosser der wereld geboren was. Zij waren in hun land geeerd en be- roemd oni hunne wijsheid, die wel bestaan zal hebben in de kennis van den loop der sterren, zooals duidelijk daar ook G het teeken, dat Hij gaf, liet bestaan, uit eene wonderbare ster. Koning Herodes verschrok, toen hij hoor- de, dat er een nieuwe koning geboren was, want hij had al heel wat moorden op z'n geweten, om zich er van te verzekeren, geen mededingers voor Hem te hebben. Herodes wist geen raad en vroeg uit- komst aan de priesters en schriftgeleerden, of die er misschien iets van Ja, dat wisten ze; want het stond in de H. Schrift, dat de Verlosser zou geboren worden in Bethlehem. Dien raad gaf d\is ook Herodes aan de Wijzen, maar daarniede was voor Herodes de moeilijkheid niet opgelost, dat er voor hem 'n gevaar dreigde, oni althans te vroeg naar zijn zin van dea troon te ge- raken. Hij trachtte de meedewerfeing voor zijn plan n.l.'om dat Kind ook mt den weg te ruimen, van hen te krijgen en vroeg dus, dat ze hem zouden inlichten, waar't kind te vinden, onder voorwends^r, dat ook hij het Kind wilde aanbidden. De drie Wijzen beloofden dat en gingen welgemoed op reis en zie huii verscheen de ster weer, die zij volgden, tot -^aar het Kind Jezus zich bevond. Dan aatibaden zij het Goddelijk kind en offerden Hun geschen ­ ken, ieder het kostbaarste, vat zij in hun land hadden kunnen vinden. God waakte over Jezu^ en 'n Engel verscheen aan de Wijzen, om niet meet naar Herodes terug te gaan. Daaraan ge- hoorzaamden die brave manaen en keerden langs 'n anderen weg naar hun eigen land terug. XIV. ree in geslaagd de toestanden voor de grie boeren, vooral op de klei dragelijk te men en we mogen verwachten dat ze er in336 in slagen zal het lot der harde wer- k6 van den zandgrond eveneens te ver- liiten. * * faast dit voorname nieuws, is er ook veel ifuws omtrent de samenvoeging van de lasdorpen. De Raad van Beers heeft in een gedocu- snteerifl adres uiteengezet, dat Gassel niet iuis hoort in de conibinatie Escharen en elp en denkt wellicht de eerstvolgende ren aan een combinatie Beers—Gassel. Als ge van deze regelen kennis neemt, geduldige lezer(es) zijn we over de scheids- muur heen, 1936 binnengegleden. Het ging heel gemakkelijk en tusschen oud jaar 1935 en nieuw jaar 1936 zult ge niet het gering- ste verschil ontdekken. Er zijn er die be- weren, dat 1 Januari van het Nieuwe jaar wel een dag is als andere dagen, maar dan n in Alein heeft men uitgemaakt dat 100% vergeten die toch, dat vrijwel alien van het an de bevolking is tegen een opname in nieuwe jaar iets beters verwachten dan 1935ie groep: Lith-Lithoyen en Oijen-Feefelen. ons bracht, Dat is de hoop die op's harten^at ziet er somber uit voor onzen vriend in grond ligt, en den mensch de kracht ver-ggcharen, want met 100% en minder tegen- leent onder vaak heel moeilijke omstandig-stand van betrokkenen zal het zeker niet ge- heden het hoofd omhoog te houden. Dibeuren. hoop, die van de ongekende toekomst din gn onder die bedrijven gaat Den Bosch gen verwacht, die het verleden naliet tiustig door het Brabantsche volk op stelten FEUILLETON Rosa en Josefine 9). Beide vrouwen waren door geestesgaven en door geschiktheid tot het leveren van naai", brei- en borduurwetK, in staat met werken in haar onderhoud te voorzien. Rosa was uitstekend bekwaam les te geven in de Pransche-, Duitsche- en^ fingelsche taal, terwijl mevrouw Lafosse'met meesterlijke hand wist te teekenen; h^re portretten en landschappen waren vol treffende bekoor- lijkheid en kunstig afgewerkt. Zij had nog eenigen harer teekeningen ten verkoop, niaar helaas, waar een kooper te vinden? Voor Rosa, noch voor hare moeder opende Zich eene gelegenheid hare talenten te too- nen en de arme dames za^en zich gedwon- gen, hare reeds zoo karige uitgaven te ver- minderen. De natuur van c|en mensch, heeft ongeacht de omstandigheden, hare onaf- ^ijsbare eischen, waarvan de eerste en Voornaamste Is: voldoendft voeding, anders ■^Peiger ik mijn loop regelmatig voort te zet- ten! Dit is de dwingendste eisch. Ook iiievrouw Lafosse ondervond dit thans in Praktijk: het slappe, minderwaardig voed- sel, dat haar lichaam moest onderhouden, kon hare, door voortdurende, onafgebroken ^ngstige bezorgdheid, door smartelijke Wellingen in eindelooze, slapelooze nach- brengen. En die hoop is gegrond, lezer(es). We hebben in de voorbije 5 jaar zoovl geleerd van, den achteruitgang en het 1- trachten van meer soberheid in levensi- hoeften, en zooveel aanpassingsvermom ten toon gespreid, dat daarvan de vruchn niet verloren kunnen gaan. We redden is thans met de helft van wat we^in-1929 M- den en houden niettemin het leven. et moet al vreemd loopen als die achtetit- gang nog weer eens 5 jaar moest aanlu- den. We houden het er voor dat Nederhd met zijn aanpassing een heel ernd is gia- derd, al moet er nog veel geschieden. Rnt er op een of andere manier zoogenaade deflatie, dan is voor hen die het zwirst onder de crisis gbbukt gaan wel het e.ste voor bij. En wie durft beweren, dat wdie in 1936 nu eens niet op een onvervcht moment werkelijkheid zulleii zien woroi? Het is met de crisis bittere ernst i we hebben geleerd met opeengeperste tiden en strakken blik door het leven te gas. Het gemakkelijk verdiend geld had onsjf en lauw en lamlendig gemaakt en als It ge- volg is, dat wij voortaan met verbeteivoede het harde leven recht in de oogen gai zien, dan is dat winst in alle opzichten. Wnt bet leven is geen lochta Zie daarvc het nieuwe boek van Felix TimMrmans „Boerenpsalm", dat wij zoo krachtifmoge- lijk aan alien, in het bijzonder a^ onze boeren, ter lezing aanbevelen. Van deze voorbeschouwing naar dmaat- regelen der regeering tot leniging tn den heerschenden nood, waar die het erg; nijpt, is' 9en klein. stapje^. Jlrv wie goii rtiirin oht- kennen, dat die het ergst heersch bij de kleine boeren, zoo talrijk in dit eel van Brabant? De Regeering nu sloot een niew han- delsverdrag met Duitschland, dat its voor hen belooft. De Regeering heeft een nieuw bconcon- tract met Engeland in de maak, da ook iets belooft. Maar het voornaamste belooft its meer: De Regeering heeft n.l. het voorcmen om de kleine boeren met een vast tdrag in- eens te steunen; zij wil hen dardoor de mogelijkheid openen met nieuwei moed op eigen grond te beginnen en voorliinen, dat ze alien den steun of den armetoevallen. Het bedrag dat ze in uitzicht Selt is ge- ring (f25—f50) helaas te gerin, doch de eerste stap is gezet op den vfegwaar het heen moet, om te voorkomen, dt heel dat krachtige, taaie, sobere volksdeeiten onder gaat. Het beginsel is erkend, dat dedeine boe ­ ren bij de bestaande steunmaatigelen.voor den landbouw tekort komt en op andere doeltreffender manier moet geblpen wor ­ den. De Burgemeesters var Berchem, Geffen, Heesch en Nuland zi.i daarvoor persoonlijk op audientie geweeis bij Minis ­ ter Deckers en ze mogen een stkje van dit succes op hunne rekening vooide eeuwig- heid bijschrijven. Dat alles tezamen geeft toh gegronde hoop, dat voor deze tobbers eei lichte ver- betering in zicht is. De Regering was er ten, uitgeputte krachten niet meer schra- gen. Zij voelde zich dag aan ag verzwak- ken, totdat ze eindelijk ziek i^erd en zich verplicht zag het bed te hou Rosa was wanhopend, doch wist zich klfek te houden in de oogen van haar moeder welke zij op alle wijzen trachtte te troostei en op te beu- ren, zelf met de wanhoop in let hart, wil ­ de zij den glimlach zien op gelaat van de teer geliefde zieke, waa^an zij hare beste zorgen wijdde, de liefcferijkste welke eene dochter slechts te gevei vermag. De ziekte week echter niet van de scha- mele sponde dezer engelaQitige lijderes. Helaas, van dag tot dag w^d zij erger en de arme Rosa moest zich me; schier boven- menschelijke krachten toeristen, cm hare moeder een kalm en gedildig gelaat te toonen, krachten welke de liifde slechts toe- deelen kan, de liefde welke van God komt, en niet van deze aarde is. In de korte tusschenpooan, waarin me ­ vrouw Lafosse ingesluimerd was, ontsnapte een vloed van zilte tranen ^an Rosa's ver- ttioeide oogen, dan snikte zij het uit de arme zwaar-beproefde ziel. En Vanneer zij uit- ging om inkoopen te doen, jnkoopen, die zich vormden uit eenig go^cjijoop brood en wat kruiden uit de apothee|j^ waarvan Rosa zelf verkoelende dranken vist te bereiden, dan weende zij bitter, da^ weeklaagde zij langs de straat, het hoofd gebogen, de ziel gedrukt, het hart gericht tot den Vertroos- ter der bedrukten, tot Gq^^ van wien zij alleen redding wachtte. Hare matte bleek- heid, het lijdend ingevallen gelaat, die roode te zetten. En daar zijn van die onnoozelaards op het platteland, die er invliegen als nachtvlin- ders in het licht. Ze hadden een wedstrijd uitgeschreven voor een slagzin voor de groote V.V.V.-week, die ons van den zomer te wachten staat. ?■ En zie de verrassing! De inzending van den plattelander Wim Nieuwenhuizen uit Veghel wordt bekroond wegens zijn sprekend rijmpje: De Bossche week Voor heel de streek. Prachtig nietwaar? Vooral prachtig van dien plattelander om dat uit te vinden. Ik heb altijd wel gezegd: het is ons eigen schuld, als ze ons onder de hand voor oud- roest kunnen verkoopen, nadat al wat we aan welvaartsbronnen hadden naar den Bosch is gesleept. We hebben daar 25 jaar lang druk aan mee geholpen of lijdelijk over ons heen laten gaan en nu zingen we dood- gemoedereerd op de melodie van den stads- jood: De Bossche week Voor heel de streek- Ik ben benieuwd wat de Middenstand van Veghel daarvan zeggen zal. Natuurlijk valt Wim de hooge eer te beurt door het Stads- bestuur op het Raadhuis te worden ontvan- gen en door Zijne Edelachtbare toegespro- ken: Eerewijn, Stadspenning, Eereburger. Daarna eere-lid van de Middenstandsver- eeniging Veghel. Leve het platteland en zijn uitgeslapen bevolking. THOMAS. LANDBOUW KRONIEK OOGSTVERMEERDERING. p. J. Rutten schrijft in Rust-Roest: Toen ik ruim veertig jaar geleden, tot de overtuiging was gekomen, dat het onder richt ia den nieuweren iandbtmw, het mid- del zou zijn, om de boeren uit hun treurigen toestand op te heffen, was het noodzakelijk veel kennis van het landbouwbedrijf op te doen. Tot in mijn zestiende jaar was ik in het bedrijf werkzaam geweest en had alien boerenarbeid meegemaakt. Vooral was het noodig de ervaring van oudere boeren te vernemen, hurme opmerkingen betreffende de bijzondere gesteldheid hunner akkers, de voeding en verzorging van hun vee, Warmeer iemand ziek is en daarover met familie en kennissen en buren praten wil heeft hij in enkele dagen een dozijn ge- neesmiddelen, die bij dezen of genen het volkomen herstel hebben bewerkt. Toch zal het raadzaam zijn, alvorens de middelen toe te passen, den dokter te raadplegen. Ieder geval staat op zich zelf en heeft zijn bijzondere omstandigheden, die ook een bijzondere behandeling noodig maken. De boerenstand was ziek toen en erg ver- zwakt, verarmd. Ten einde raad trokken velen naar Amerika. Er kwamen toen ook velen den boer op, die hem met eene mest- stof, een voedermiddel van wonderbare werking, uit zijn noodtoestand onfeilbaar zou redden. Menigeen besteedde aan die middelen een deel van zijn karig bezit, in de hoop dat het eens baten mocht en de uitkomst was gewoonlijk bedroevend. Zoo was er tegen al het nieuwe, dat aan- geprezen werd, met reden veel wantrouwen ontstaan, dus ook tegen de nieuwe land- bouwleer, die met allerlei kunstmeststoffen, met talrijke vreemde veevoeders, den land ­ bouw in geheel nieuwe banen wou leiden. Het was noodzakelijk te toonen, dat men de betraande oogen, haar smartelijke zuchten, trokken de aandacht der voorbij gangers, doch Rosa, geheel verloren in hare smart, in haar tranen-gebed tot haar Heer; merkte dit niet op. De kruidenier zeide haar eens in zijn winkel: gij ziet er droevig en vermoeid uit, juffrouw; wat scheelt u toch? Toen ant- woordde Rosa: ach, mijn goede moeder is sedert geruimen tijd ziek en ik bezit op de gansche wereld niemand dan haar! En zij barslte in hev.ig snikken los, haar jammeren stokte haar de keel. Men beklaagde haar oprecht en diep, doch niemand bood hulp, die Rosa vooc zich zelf zoude van de hand gewezen hebben, doch die zij voor hare moeder dankbaar zou hebben aanvaard. Ach, de wereld is rijker aan troostrijke woorden, dan aan troostrijke daden; doch nog rijker is ze aan beklagende woorden. Het beklagen is zoo algemeen, dat men waarlijk zou geneigd zijn te veronderstellen dat het een aangeboren manie is. Er woonde te Parijs een arme verstelster en kousenstopster, wie mevrouw Lafosse vroeger verscheidene gewichtige diensten bewezen had. Dit was de eenige vriendin, die haar in den nood bleef; iederen dag kwam zij de zieke bezoeken. Alle andere vrienden en kennissen, welke zij onmiddel- lijk na hare aankomst te Parijs bezocht had, en die haar zeer gaarne waren van dienst geweest wat betreft het uitzien naar gepaste bezighederi om iets te kunnen ver- dienen, wanneer zij er toe in staat geweest waren, huiverden zij bij het zien van zoo ­ veel nood en gebrek, welke vergezeld van oude manier van.boeren Isende en er het oede van waardeerde, maar ook daarbij ter verbetering het nieuwe, op de juiste ma ­ nier toe te passen. Het was een bijzonder gelukkige omstandigheid, dat er land en vee ter beschikking was om de nieuwe hulp- middelen op eigen manier en op eigen ver-^ antwoording toe te passen. Ieder had slechts toe te zien, wat er van terecht kwam. Er moest natuurlijk met alle voorzichtig- heid te werk gegaan worden. Ofschoon de boeken met groote stelligheid de goede uit- komsten voorspelden, was er toch de moge ­ lijkheid, dat door de bijzondere gesteldheid der bedrijfsgronden, de bijzondere eigen- schappen der hier aanwezige veerassen, de proeven konden tegenvallen. De ondervin- ding der oude boeren moest mij leeren op welke punten bijzonder gelet diende te worden. ledere mislukking zou de nieuwe richting al te zeer schaden. Van de boeren met ondervinding heb ik zeer veel geleerd. Het is dikwijls voorgeko- men, dat juist uit de oude ondervinding en de oude werkwijzen duidelijk kon aange- toond worden, hoeveel betere uitkomsten door toepassing der nieuwe middelen waren te verkrijgen. Van hetgeen als goed en voor- deelig iverd aangeprezen, konden ze dan de gunstige uitwerking zien. Zoo was eens in een gezelschap van er- varen boeren, de korenopbrengst, het on- derwerp van het gesprek. Het was toen veel korenbouw en bijna alleen rogge. Een hun ­ ner zei toen het volgende en geen der an ­ deren verkondigde een andere meentng. Wanneer een boer, sprak hij, van zijn rog- land gemiddeld per morgen zeven vimmen maait (een vim is hier honderd twintig garven) en daar uit zes mud rogge dorst, dan kan hij gerust zeggen, dat hij een goed korenjaar heeft. Een morgen bouwland is hier twee-en-dertig- ares, 'n mud rog is ge ­ middeld zeventig K.G. Dus een opbrengst van om de dertienhon- derd K.G. per H.A. Dat is niet de helft van de tegenwoordige roggeopbrengst, en toch was ze betrekkelijk inderdaad hoog en een bewijs van de hooge ontwikkeling van den landbouw in deze streek. Dat onze oogsten in den tegenwoordigen tijd die van vele andere landen zoo ver over- treffen, is het gevolg niet enkel van de be ­ tere verzorging, maar ook van degelijke kennis van het bedrijf. De verstandige aan- wending der nieuwe hulpmiddelen, de toe- passing der vele ontdekkingen op land- bouwgebied hebben de opbrengstmogelijk- heden boven alle verwachting verhoogd. Wat in andere landen in den verbouw van vele tientallen jaren is bereikt, kan in stre- ken met veel meer ontwikkelden landbouw nog ver worden overtroffen. Niet alleen om- dat men er de vruchtbaarheid van den grond aanzienlijk heeft verhoogd, maar ook omdat men er soorten (varieteiten) heeft gekweekt, die de hoogere vruchtbaarheid veel beter kunnen benutten. Als men de tegenwoordige varieteiten nagaat, dan is er zoo goed als geen enkele meer bij uit den ttjd onzer boeren van voor veertig jaar terug. Zoo leest men in den laatsten tijd wel eens van twijfel betreffende de hooge op- brengsten, die hier van mais zouden te be- halen zijn; ook van twijfel aangaande de zekerheid van tijdige rijping. Mais is een forsch gewas, dat veel plan- tenvoedsel flink verwerkt en er zijn varie ­ teiten, die in Noord- en West-Duitschland goed rijpen, het dus ook hier zuUen doen, De rijping kan men op het oog niet beoor- deelen. We zaaiden voor proef naast de goed rij- pende van gebr. Laarakkers eenige rijen met zaden uit een zak van het pakhuis. Ze leken precies dezelfde; de groei was even goed, maar van rijpe kolven leveren geen sprake; in de verste verte niet. Wat uitzoeken en veredelen vermag, leert weer de teelt van de Pommern-mais. Vijf en twintig jaar geleden, begon Bruno Manske te Zinnowitz, zijn bemoeiingen ter verkrij- ging van een goed soort korrelmais. Hij maakte studiereizen naar de voornaamste maisstreken in Amerika en Afrika en is in zijn pogen geslaagd. Zooals de uitkomsten der teelt bewijzen, die zijn medegedeeld, volgens controle van regeeringswege ultge- oefend, tot 9940 K.G. per H.A. Mais is een gewas, dat op bijzondere wijze de ruime voedselvoorziening en de zorgvul- dige behandeling loont. Een gewas, dat groote zekerheid biedt, omdat het (zooals dezen zomer zeer opmerkelijk was) uitste ­ kend bestand is tegen droogte. Een gewas, dat opnieuw bewijst, hoezeer de uitkomsten der teelt door kundige, zorgvuldige verbe ­ tering en veredeling kunnen verhoogd wor ­ den. ziekte deze schamele woning waren binnen- getreden, en toen de gedachte in hen was opgerezen, dat deze zieke vrouw hun om hulp zoude kunnen vragen, hadden zij zich niet meer in hare nabijheid gewaagd. Een waar spreekwoord toch: in den nood leert men z'n vrienden kennen! De verstelster, Margaretha genaamd, was reeds een be j aarde vrouw, ongehuwd en zonder eenige bloedverwant; niemand bezat zij meer op deze wereld- Naarmate zij me ­ vrouw Lafosse en haar dochter ongelukkiger zag, voelde zij meer en meer de behoefte in zich wakker worden, blijken te geven van dank aan hare vroegere weldoenster, die bijzonderlijk de weldoende fee geweest was van hare diep-betreurde moeder. Het voort- durend onafgebroken waken aan het ziek- bed harer moeder, matte Rosa al te veel af. Margaretha bemerkte zulks wel aan de doffe oogen en de fletsche wangen, aan den slependen tred van het arme kind en zij verzocht haar te mogen aflossen aan de sponde der geliefde zieke, om beurtelings met haar te mogen waken. Rosa vond het zeer vriendelijk van haar. Zij voelde zich diep getroffen door deze goedhartigheid, doch weigerde beslist, daar zij er niet toe kon besluiten hare zieke moeder over te laten en toe te vertrouwen aan andere zor ­ gen dan de hare. Margaretha wendde zich, teleurgesteld, tot de moeder, met hetzelfde verzoek en deze, vreezende dat hare doch ­ ter zich te zeer overspannen en zelfs ziek worden zou, nam haar aanbod dankbaar aan en willigde haar verzoek in, nadat ze VITAMINE C. Lijkt de voljgorde, waarin de verschillen- de vitaminen behandeld worden, misschien onlogisch, ze is het in werkelijkheid niet. Vitamine B heeft zijn naam waarschijnlijk te danken aan de eerste letter van de ziekte die zij veroorzaakt bij haar ontbreken of tekort. Toen nu Professor Eijckmann zijn belangrijke ontdekkingen deed, bestudeerde men in Amerika weer andere verschijnselen en was reeds de letter A gereserveerd (maar daarover later.) Door het optreden van bepaalde ziekten kwam men wederom tot de conclusie, dat er nog meer stoffen waren, die noodzakelijk zijn voor de menschen, en men vond vita- mine C. Al betreft dit ook weer een ziekte, welke als zoodanig in, ons land slechts weinig voor komt althans bij volwassenen de kin- deren, speciaal zuigelingen, kunnen wel de- gelijk deze ziekte de kinder-scheurbuik krijgen, wanneer ze gevoed worden met gesteriliseerde of gepasteuriseerde melk. Ook de gezondheid van volwassenen kan na- deelig worden beinvloed door ontbreken of tekort van deze vitamine. De ziekte, die door ontbreken van deze vitamine wordt veroorzaakt, is scheurbuik genoemd, Ze kwam veel voor onder de be- manning van schepen, die een lange reis te maken hadden. Ze begint zeer langzaam. De patienten gaan er bleek uit zien en ge- voelen zich zwak; na verloop van tijd kan een zwelling in de gewrichten worden waar- genomen en rood-bruine vlekken op het lichaam, welke duiden op onderhuidsche bloedingen. Ook het tandvleesch ondergaat groote veranderingen. Niet altijd behoeft de ziekte een aanleiding te worden tot den dood, maar dat de mogelijkheid bestaat, blijkt uit het feit, dat Vasco de Gama op zijn beroemden tocht rond Kaap de Goede Hoop, van zijn 160 marmen er 100 verloor aan scheurbuik. Konden de zieken eenigen tijd aan wal doorbrengen, dan trad het her ­ stel gewoonlijk in. Professor Eyckmann had reeds vroeger de weg gewezen hoe dergelijke vraagstukken tot oplossing konden worden gebracht. Op schepen werden geen versche, maar steeds geconserveerde levensmiddelen gebruikt. 't Scheepsproviand bestond uit: gedroogde erwten en boonen, gort, scheepsbeschuit, gezouten vleesch, brood, spek etc. Aan land kreeg men versche groenten en vruchten. Er is dus weer een stof, die in versche le ­ vensmiddelen wel voorkomt, maar hieruit verdwijnt of onwerkzaam wordt gemaakt door deze voedingsmiddelen te conservee- ren en deze stof wordt genoemd vitamine C. Uit een oogpunt van volksvoeding is het van belang te weten, dat de doodgewone aardappel een groote rol kan spelen in het voorkomen van deze ziekte. Behalve dit dagelijksch voedingsmiddel zijn ook de meeste vruchten, zooals sinaasappel, citroensap, tomaten, bladgroenten (vooral in rauwe toestand, b.v. kropsla), knollen, uien, jonge worteltjes en zuurkool zeer rijk aan vitamine C. Ook rauwe melk. Maar daar het niet aan te raden is melk ongekookt te gebruiken, vervalt dit natuurlijk. Hiermede is dan, ook verklaard, hoe een zuigeling, die kunstmatig wordt gevoed, gebrek kan krij ­ gen aan vitamine C. Kinderen, die natuur ­ lijk worden gevoed, hebben in normale ge- vallen aan geen der vitaminen gebrek en zijn daardoor ook minder vatbaar voor in- fectie. Daarom moet bij kunstmatige voe ­ ding zoo spoedig mogelijk met bijvoeding van vruchtensappen worden begonnen. Men moet hier omtrent natuurlijk den dokter raadplegen of zich laten inlichten op de consultatiebureaux. Vitamine C is een vijand van verhitting, ze verdraagt deze heel slecht, ook bij lang bewaren der voedingsmiddelen gaat het ge- halte sterk achteruit. Een gunstige uitzon- dering vormt het citroensap, dit behoudt zelfs gesteriliseerd zijn krachtdadige wer ­ king. Gedroogde en gesteriliseerde groenten en vruchten, de trots van iedere huisvrouw, hebben uit dit oogpunt bezien, vrijwel geen waarde voor de voeding. lets anders is het met de groenten en aardappelen, die in de keuken voor direct gebruik worden bereid. Deze zijn volstrekt niet waardeloos; ver ­ hitting gedurende den korten tijd, doet niet verklaard had, dat zij voor deze diensten helaas geen geldelijke belooning beschik- baar kon stellen, eene verklaring, welke de oude verstelster een bitteren traan ontrukte en haar verbolgen deed opspringen. Hoe, mevrouw, riep zij smartelijk ge ­ troffen uit, hoe kunt gij aldus tot mij spre- ken! Ik vraag geenszins beloond te worden, geen penning zou ik daarvoor van U willen aannemen. Dacht gij, mevrouw, dat ik, de oude Margaretha, de diensten vergeten ware welke gij mijne goede moeder, in den Hemel thans gezegend, bewezen hebt, in uwe gren- zelooze goedheid en milddadigheid. Neen, mevrouw, Margaretha heeft ook een hart, en nimmer of nooit zou ik mijne diensten door U wUlen betaald hebben, zelfs niet, al waart gij nog de rijke vrouw van weleer, al bezat gij nog al uwe vroegere Margaretha, viel mevrouw Lafosse haar angstig in de rede, om Gods wil zwijg, en zij legde den vinger op haar mond om ze bovendien nog met dit gebaar het zwij- gen op te leggen. Margaretha zag haar aan, zweeg een wijle en vervolgde toen: Neen, mevrouw, zelfs niet wanneer gij alle schatten der wereld de uwe kondet noemen! Gij hebt mij zooveel gewichtige en onschatbare diensten en weldaden bewezen, weike ik mij even levendig herinner als ware dat alles eerst gisteren geschied; ik zou 'n monster van ondankbaarheid moeten wezen wanneer ik die ooit vergeten kon. (Wordt vervolgd.)