Tekstweergave van GRC1938_1203-1_00002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
-
'M
T,W.
BROEDELET.
door
J
.
t
m
leefden
de
Hasselmans
^De
laatsxe
spanning.
Er
hing
m
n
bijna
\ghting
in
hun
huis,
welke
'n
sfeer
van
ggj^g^^^innig
deed
de
gezichte^^
g,,
g^i^.
glimlachen.^
twijfel
in
hun
harten
en
ter
ook
.gjj
gj.g
teleurgesteld.
„
niet
meer
uit
Dat
werd
er
humeurig
van
te
houden^^gj^^,,
j^ggj..
en
driboe^j^^^jyj^
somber
voor
zich
papa
k°P
Hertha,
de
21-jarige
been
Kijj^
om
wie
de
geheele
ge-
blonde
c^g;^yi5-
gj^g,
beurtelings
dol
schieden
sikkeneurig
deed,
uitgelatf^^^
ook
wel
reden
voor.
Daar
n<
RggcIs
ists
Hist
r
aan
de
hand
i
eersten
keer
hetrof't
'n
aUenngmensch,
op
wien
ze
doodewas
geraakt
doch
die
van
z
levenswandel
bleek
te
zijn,
dnvoorwaarde-
nik
de
deur
h^ertha
was
n
maand
totaal
oest,
doch
had
er
zich
tenslotteet.
Daarop
was
jonkman
aan
de
beurt
gekoma
na
verloop
van
eenigen
tijiopeloos
ver-
velend
had
ge^
'm
vierkant
had
bedankt.
El't
tenminste
alien
schijn
vai
Plukjes
naar
'r
gunsten,
de
dtoch
ook
wel
€cht
opgewekte
vriendelijke
oogen
en
inneiardje.
In
die
veroifden
althans
de
drie
Hasse
moeder
en
dochter.
Waarracht
Pieter
Plukjes
hun
to
de
onge-
■enste
tijdenils
hij
daar
k
-
Reeling
lij
toch
niet
geen
-ik:
Hertha
mee-
herhaaldel^p^^^g
j.
mama
be-
brengen,
schaak
met
"^^^^^speten'
En
hatfhij
Ilertha
niet
twee-
^
meegenomen
ntar
den
bioscoop?
teatste
vooral
hid
toch
zeker
betee-
,
•=!
Ms
ie
met
'n
meisje
naar
liefdes-
kenis.
^
j„
meet
je
zelf
toch
ook
histories
staarde^o
]^^^^^^^^^
«
kW
Teen
schot
in.
Pieter
vprklaarde
zia
maar
niet.
Wat
zat
plukje
hij
*'tiet
zichzeU
nog
niet
bedoelde
h:
'tniet
ernstig,
of
v,ii
te
timide
va
aard?
Die
vraag
n
de
HSsselroan:
zich
telkens
voor,
zolSer
er
echter
'E
bvredigend
antwoord
MaTfe^m
gr^g?
polste
mama
of-
sch^n
ze
daar
net
ens
meer
aan
twij-
^^Die
ke^^'r^Sn
en
liep,
'n
beetje
treu-
ria
en
ook
wel
fimlaHend
aan
en
mama
behoefde
verdei
eigeilijk
mets
meer
te
je
1
wel
genoeg
aan?"
had
mama
daarop
^
eens
^oorzichtig
gemfor-
M^ar
man,
ik
kai
"m
toch
niet
om
z'n
Lls
'vliege',
riep
lertha
verontwaar-
digd
uit.
„Hij
zei",
deelde
Hertha
aarzelend
mee,
„in
iouw
bijzijn
niet,
Hertha".
Het
ouderpaar
keek
elkaar
glanzend
aan.
„En
wat
heb
jij
toen
weer
gezegd?
drone
mama
nu
hoopvol
aan.
Datte
"
kwam
er
langzaam
bij
Hertha
uit,
„dat-ie
maar
net
zoo
dikwijls
moest
komen
als-ie
wou.
Maar
toen
is-ie
'n
heele
week
niet
geweest.
Ziet
u
nu
wel,
hoe
moeilijk
't
voor
mij
if
?
De
drie
Hasselmans
zwegen
'n
aogen-
blik,
nadenkend.
•
u-
„Misschien",
opperde
papa
dan,
„is
ni]
nog
niet
geheel
besloten
en
wil
hij
je
geen
hoop
geven
v66r
't
zoo
ver
is".
„Dat
zou
heel
verstandig
en
edel
van
m
zijn",
verdedigde
mama
Pieter.
„Zoo
heett
je
vader
ook
gedaan".
hion
En
ik
ben
er
t6ch
mgeloopen,
he?
schertste
papa.
En
hij
dook
weer
onderm
z'n
krant.
,
,
,
,
.
Zondagavond
v66r
Sinterklaas
bracht
Pieter
weer
'n
bezoek.
Hertha
kwam
m
in
de
gang
tegemoet,
doch
dat
hielp
mets,
want
hij
bleef
maar
aarzelend
aan
zn
baardje
plukken.
Hij
had
echter
choco-
laadjes
voor
'r
meegebracht
en
n
boek
voor
mama,
waarnaar
ze
gevraagd
had
en
bleek
tot
'n
record
aantal
spelletjes
schaak
met
papa
bereid.
Dat
aUes
stemde
weer
zcer
hoopvol
1
't
Gesprek
kwam
ook
op
't
Sinterklaas-
o
2raa2
gravid!"
zei
Pieter
zoo
en-
thousiast,
dat-ie
zelfs
'n
oogenblik
vergat
aan
z'n
baardje
te
plukken.
Mooi,
dat
was
dus
afgesproken.
Ma
en
dochter
knikten
elkaar
in
't
pheim
toe,
dat
pa
toch
'n
slimmerd_
was!
Nu
kwam
Pieter
morgen
immers
weer
!
't
Laatste
partijtje
schaak
was
beeindigd.
Pa
had
voor
de
zooveelste
maal
gewonnen.
Die
Pieter
had
tact.
Nu
moest
hij
opstap-
pen.
'tWas
ruim
over
elf.
_
„Hertha
laat
u
wel
uit',
zei
mama
Maar
pa
zei;
„Welnee,
dat
is
niet
noo-
dig
Dat
doe
ik
wel",
en
hij
ging
m
voor.
Even
keek
Hertha
sip.
De
gang
was
zoo
heerlijk
lang!
Maar
dan
begreep
ze;
te
veel
aanmoediging
was
66k
met
goea.
Pieter
moest
't
maar
met
zichzelf
uitvech-
ten.
Papa
was
heel
verstandig!
De
Sinterklaas-avond
was
aangebroken.
De
Hasselmans,
groot
en
klein,
zaten
oni
de
tafel.
Er
werd
gebeld.
Half
acht!
Dat
moest
Pieter
zijn.
Ze
hadden
afgesproken,
dat-ie
op
dat
uur
zou
komen.
't
Dienstmeisje,
dat
geinstrueerd
was,
Uet
'm
binnen,
in
de
zijkamer,
waarvan
de
deur
op
'n
kier
stond.
Pieter
moest
wel
op
z'n
teenen
hebben
geloopen,
dat
nie-
mand
iets
van
'm
hoorde.
En
zie,
plotse-
ling
daalde
er
'n
regen
van
pepemoten
de
huiskamer
binnen
!
Verrast
sprong
Lexje
op,
schreeuwde,
grabbelde,
z'n
oogen
straalden.
Daarop
werden
er
chocolade-letters
en
andere
lekkernijen
gestrooid.
Lexje
ging
nu
wat
benauwd
terzijde,
want
heel
duidelijk,
zei-
ie.
had-ie
om
den
hoek
van
de
deur
n
hand
gezien.
Hij
durfde
bijna
niets
meer
op
te
rapen.
„Sinterklaas
is
toch
'n
goeie
man
,
stelde
Dana
'm
gerust.
„Is
die
dan
in
die
kamer?"
vroeg
Lexje
en
hij
wees.
„Ik
denk
'twel",
zei
papa.^
„He,
gaat
u
dan
eens
kijken!
drong
Lexje.
-
<•
'
«
-
t
Nee
natiiijk
niet!'
sprak
mama
be-
straffend.
er
zijn
toch
wel
andere
en
gepaste
ddelen
on
'n
man
van
je
levoelens
toen
blijkai?
Je
zou
bijvoor-
hpeld
eens
angsteUerd
kunnen
vragen.
.
voel
ie
je
zaam,
Pieter?
Zooiets
moet,
I^ltme,
man
iets'-eggen!''
pat
het
op
n
atond
gedaan
,
be-
keiide?
...
Eniie?"
vroeg
mama
nieuwsgierig,
ter-
wij^
papa
ge'interesseerd
van
z'n
krant
op-
keek.
feest
en
dus
vanzelf
op
Lexje
Hasselman.
Er
vras
namelijk
nog
'n
vierde
Hasselman,
het
zevenjarige
nakomertje,
de
lieveling
van't
gezin.
,,
,
^j
..
„Of
Lexje
nog
aan
Sinterklaas
geloofde
,
vroeg
Pieter.
v.
Mama
knikte
zeer
stellig
van
3
a.
Doch
papa
wist
het
zoo
niet.
Maar
in
elk
geval
deed
men
toch,
of't
wel
zoo
was.
„Laat
u
Sinterklaas
verschijnen?
m-
formeerde
Pieter.
_
..
Papa
deelde
mede,
dat
dit
m
zijn
hius
nooit
gebeurde.
Lexje
was
daar
te
zenuw-
achtig
voor.
Hij
mocht
eens
schrikken
en
dan
was
de
jongen
zeker
dagen
van
streek.
„Jammer",
vond
Pieter
Plukjes,
„anders
had
ik
wel
voor
den
Heilige
willen
spelen
He
ja,
dat
zou
leuk
zijn
geweest
,
jubelde
Hertha,
terwijl
ze
weer
eens
van
'
zijn
chocolaadjes
snoepte.
Mama
was
t
volkomen
met
haar
eens.
En
beide
vrou-
wen
namen
Pieter
weer
eens
nauwkeurig
op.
Wat
maakte
hij
toch
'n
trouwhartigen,
prettigen
indruk!
En
hij
was^
eigenlijk
ook
wel
knap.
Dat
blonde
baardje
gaf
m
be-
paald
iets
bijzonders!
^
^
Maar",
kwam
pa
nu
voor
den
draad,
„U
zoudt
ons
wa
op
'n
andere
manier
van
dienst
kunnen
zijn!"
.
.
Moeder
en
dochter
keken
meuwsgieng
op.
Wat
had
papa
in
den
zin
?
Die
legde
uit.
„Natuurlijk
moet
er
ge
strooid
worden
voor
Lexje",
vertel^-ie.
'tVorige
jaar
heeft
de
jongen
me
bijna
gesnapt.
Dat
doe
ik
dus
niet
meer.
En
als
m'n
vrouw
of
Hertha
de
kamer
uitgaan,
vertrouwt-ie
'tmaar
half.
Er
moet
dus
n
ander
komen
strooien.
De
meid
is
te
on-
handig.
Zoudt
u
het
misschien
willen
doen
?"
„Dat
zal
Hertha
wel
doen!"
kwam
mama
zeer
gedecideerd
tusschenbeide.
„Kom
Hertha,
ga
eens
voor
Lexje
zien,
of
Sinter
klaas
daar
is".
,
,
Even
aarzelde
Hertha.
Dan
stond
ze
op
en
verdween
in
de
zijkamer,
waarvan
2e
de
deur
achter
zich
sloot.
Drie
voile
minuten
bleef
ze
weg!
Toen
ze
terugkwam,
'n
beetje
rood
in
'tgezicht,
en
'thaar
wat
in
de
war,
vloog
Lexje
op
'r
toe.
„Was
't
Sinterklaas
?"
vroeg-ie,
bijna
ademloos.
En
6f!"
verzekerde
Hertha
m.
",Heb
je
'm
gezien?"
wou
Lexje
nog
weten.
„Nee,
dat
niet",
kwam't
'r
aar
zelend
'bij
de
blonde
zuster
uit
•
„In
de
kamer
hier
naast
was
geen
licht
aan".
.
j
Hoe
kon
je
dan
in
't
donker
weten,
dat
't
Sint
Nicolaas
was
?"
drong
Lexje
weer
aan.
„Omdat",
verried
Hertha
zich
nu,
ter
wijl
ze
met
'n
verheerlijkten
glimlach
werktuiglijk
langs
'r
wang
streek,
„ik
heel
duidelijk
z'n
baard
heb
gevoeld
.
Papa
en
mama
knikten
tevreden,
be-
■
grepen:
Sinterklaas
had
voor
Hertha
em
delijk
de
lang
verwachte
surprise
ge-
bracht!
Bii
het
jaarlijks
terugkeerend
feest
van
St.
Nicolaas,
dat
zoo
algemeen
wordt
ge-
vierd
in
ons
land,
zal
het
wellicht
vele
lezers
interesseeren
het
een
en
ander
over
deze
historische
persoonlijkheid,
over
zijn
vereering
gedurende
de
eeuwen
en
over
enkele
gewoonten,
welke
bij
de
viering
m-
gang
hebben
gevonden,
te
vernemen.
Wij
zullen
daarom
beginnen
met
het
verhaal
van
het
leven
van
den
heilige.
St.
Nicolaas
werd
op
het
eind
van
ae
derde
eeuw
onzer
christelijke
jaartelling
te
Patare
in
Lycie
geboren.
Ofschoon
zijn
niet
onbemiddelde
ouders
gemakkelijk
de
voorgenomen
studies
van
den
jongen,
die
een
helder
verstand
scheen
te
bezitten,
hadden
kunnen
bekostigen,
stemden
zij
er
toch
in
toe,
dat
een
oom
van
moederszijde,
die
aartsbisschop
van
Myra
was,
hem
bij
zich
nam
om
hem
voor
den
geestelyken
stand
op
te
voeden.
Daar
Nicolaas
buiten-
gewoon
zacht
en
menschlievend
was
en
bovendien
zich
tot
het
priesterschap
a^an-
getrokken
gevoelde,
ontving
hij
de
wijdm-
gen
schonk
daarop
zijn
goederen,
welke
hij
inmiddels
van
zijn
overleden
ouders
had
verkregen,
weg
aan
de
armen
en
be-
gon
te
midden
van
zijn
drukken
arbeid
een
leven
van
soberheid
en
versterving.
Het
volgende
gebeuren
was
aanleiding
tot
zijn
vertrek
uit
de
stad,
waar
hij
reeds
zoovele
jaren
geestelijken
arbei_d
had
ver-
richt.
Te
Myra
woonde
een
edelman,
die
tot
armoede
was
gekomen,
waarschijnlijk
tengevolge
van
een
achteruitgang
m
zijn
zaken.
Daar
de
man
een
dochter
kon
uit-
huwelijken,
maar
geen
geld
had
om
haar
een
bruidsschat
mee
te
geven,
spoorde
hij
haar
aan
het
geld
op
een
minder
eerzame
wijze
te
verdienen.
Naar
het
schijnt,
kwam
dit
Nicolaas
ter
oore,
die
des
nachts
een
beurs
met
geld
door
het
openstaande
raam
wierp.
Hetzelfde
deed
hij
een
tweede
en
derde
maal,
toen
de
tweede
en
derde
doch
ter
moesten
worden
uitgehuwelijkt
en
de
man
geen
kans
zag
de
noodige
gelden
vooi
den
bruidsschat
bijeen
te
krijgen.
Daar
door
dit
voorval
Nicolaas'
vrijgevigheid
algemeen
bekend
was
geworden,
en
de
heilige
tot
iederen
prijs
onbekend
wilde
blijven,
besloot
hij
uit
Myra
te
vertrekken.
Hij
koos
zee
en
bracht
een
bezoek
aan
verschillende
landen
van
Europa
en
Afrika.
Tiidens
deze
reis,
zoo
verhaalt
ons
zijn
biograaf,
heeft
hij
eenmaal
door
zijn
gebed
den
storm
gestild
en
eenmaal
een
matroos
die
uit
den
mast
was
gevallen
en
op
het
doodsbed
lag,
wederom
ten
leven
opgewekt.
Na
de
zeereis
trok
Nicolaas
pch
terug
in
een
klooster
in
Lycie,
waar
hij
een
rus-
tige
verblijfplaats
meende
te
hebben
ge
vonden.
A1
spoedig
bleek
hoe
hij
zich
had
misrekend,
daar
Nicolaas'
oom
kwam
te
overlijden
en
het
volk
van
Myra
den
een-
voudigen
priester
van
Patare
tot
bisschop
uitriep.
Niettegenstaande
hij
bad
en
smeek-
te
van
zulk
een
verheven
ambt
verschoond
te
blijven,
hield
het
volk
bij
hem
aan,
waarop
St.
Nicolaas
naar
Myra
trok
en
er
zijn
intrek
nam
in
een
kleine
herberg,
waar
UIT
HET
LEVEN
VAN
ST.
NICOLAAS
een
kind
van
de
waardin
eens
met
kokend
water
zat
te
spelen
tijdens
zijn
aanwezig-
heid,
zonder
dat
het
daarvan
eemg
letsei
ondervond.
Onder
het
pontificaat
van
Nicolaas
woedden
de
vervolgingen
van
keizer
Diocletianus
en
Maximilianus,
die
den
bisschop
in
284
in
ballingschap
zon-
den.
Maar
noch
in
dien
tusschentijd,
noch
na
zijn
terugkeer
in
306
hield
Nicolaas
op
zijn
liefdewerk
met
ijver
voort
te
zetten.
Volgens
sommigen
zou
de
heilige
ook
nog
eenigen
tijd
in
de
gevangenis
hebben
doorgebracht
totdat
Keizer
Constantijn,
na
zijn
overwinning
op
de
legers
der
heidenen,
aUe
Christenen
bevrijdde.
Uit
het
leven
van
St.
Nicolaas
worden
nog
verschillende
wonderen
verhaald.
Zoo
zou
hij
eens
^le
kinderen,
die
door
een
dronken
vader
waren
geslacht,
wederom
ten
leven
heb
ben
opgewekt
en
drie
officieren
uit
het
leger
van
Diocletianus,
die
in
de
gevange
nis
vertoefden,
hebben
bevrijd
door
m
een
droom
aan
den
keizer
te
verschijnen
en
hem
tot
betere
gedachten
te
brengen.
De
H.
Nicolaas
stierf
den
6en
December
342
en
werd
te
Myra
begraven.
Zijn
stoffelijk
overschot
bleef
daar
rusten
tot
1089,
toen
eenige
Venetianen
naar
Myra
reisden,
om
er
het
lichaam
van
den
heilige
terug
te
halen,
wijl
de
stad
in
1036
door
de
Tur-
ken
was
overvallen
en
verwoest.
Zij
von-
den
het
lichaam
en
omdat
zij
het
voor
de
toekomst
liever
in
veiligheid
brachten,
be
sloten
zij
het
te
Bari
in
Itahe
bij
te
zetten.
Met
groote
plechtigheid
werd
de
vloot.
welke
het
stoffelijk
overschot
van
den
heilige
meevoerde,
te
Bari,
een
haven
in
de
Middellandsche
Zee,
binnengehaald,
waar
terstond
met
den
bouw
van
een
basiUeK
een
aanvang
werd
gemaakt.
De
bewoners-
legden
het
gebeente
van
St.
Nicolaas
onde:
een
altaar-tombe
van
zilver,
rijk
versierd
met
reliefwerk
^n
bekroond
met
een
beelcl
van
zilver,
dal
den
bisschop
in
vol
ornaai
voorstelt.
H
P
B
DE
STALDEUK.
V
.
r
•f
Tot
de
gewoonten
omstreeks
het
St.
Nicolaasfeest
behoort
ook
het
plaatsenvan
de
roede
achter
de
staldeur,
ter
bevorde-
ring
der
vruchtbaarheid
van
het
vee.
Dit
ziet
men
o.a.
in
Beieren,
waar
de
herder
dit
oude
gebruik
nog
volgt.
De
roede
blijft
den
geheelen
winter
achter
de
staldeur
staan,
waar
de
herder
ze
heeft
neergezet.
In
de
lente
drijft
hij
het
vee
er
mede
naar
buiten,
onder
het
uitspreken
van
een
rijmpje,
dat
de
bedoeling
van
deze
han-
deling
verduidelijkt.
Nog
een
ander
zonderling
gebruik,
dat
eenigszins
verband
hield
met
het
boven-
staande,
vond
men
bij
de
Germanen
en
ook
bij
de
Romeinen:
daar
bewerkte
men
elkaar
af
en
toe
met
de
roede,
terwijl
ook
de
kinderen
van
tijd
tot
tijd
zonder
be-
paalde
reden
duchtig
werden
afgerost.
■
-'lit
in
de
overtuiging
te
hebben
deze
hardhandige
lief-
aanbrengen!
j
DE
STOOMBOOT
TJIT
SPANJE.
St.
Nicolaas
komt
in
alle
plaatsen
van
Nederland
per
boot
uit
Spanje
aan.
Waar-
om
Spanje
het
voorrecht
heeft
St.
Nicolaas
binnen
zijn
grenzen
gedomicilieerd
te
zien,
terwijl
Lycie,
de
geboortestreek
van
den
Heilige,
in
Klein-Azie
ligt,
is
niet
met
zekerheid
bekend.
In
het
midden
der
vorige
eeuw
heeft
dr.
Elco
Verwijs
een
serie
Noord-
en
Zuid-Nederlandsche
St.
Nico-
laasliedjes
gebundeld
en
volgens
deze
zou
een
en
ander
verband
houden
met
de
oude
zonneliederen.
Spanje
zou
dan
nl.
het
heerlijk
lichtrijk
symboliseeren.
J.
ter
Gouw,
de
historicus,
is
echter
een
andere
meening
toegedaan.
Hij
meent,
dat
de
boot
verband
houdt
met
de
Plaats,
welke
Spanje
in
de
gedachten
van
de
Ibe
eeuwsche
Nederlanders
innam.
'Toen
waren
onze
handelsrelaties
met
Spanje
immers
zeer
nauw
en
voerden
onze
schepen
de
kostbaarheden
en
heerlijkste
lekkernijen
uit
Spanje
aan.
Deze
stelling
schijnt
te
worden
bevestigd
door
een
West-Vlaamsch
St.
Nicolaasliedje,
waarin
men,
terwilie
van
het
rijm,
een
St.
Nicolaas
heeft
^^ge-
lascht,
die
veel
later
leefde,
nl.
St.
Nico
laas
van
Tolentijn.
Het
liedje
is
als
volgt
.
DE
SCHOEN
MET
STROO
ER
IN.
Er
bestaat
een
onmiddellijk
verband
tusschen
het
plaatsen
van
een
schoen
onder
den
schoorsteen
en
den
schoor-
steen
zelf.
„De
Wilde
Jager"
immers,
die
een
latere
hervorming
van
den
geest
Wo-
dan
is,
kwam
eveneens
door
den
schoor
steen
naar
omlaag.
Het
plaatsen
van
een
schoen
met
daarin
wat
stroo
is
al
zeer
^d,
daar
het
vroeger
reeds
heette
„voor
WodM
en
zijn
paard",
terwijl
in
de
Oudnoorsche
sage
het
stroo
heet
„Sleppiner's
spijs
.
St.
Nicolaas
van
Tolentijn,
Breng
mij
mee
wat
lekkerding,
Lekkerding
uit
Spanje.
ST.
NICOLAASGEBKUIKEN
EN
HUN
OORSPRONG.
Volksheilige
en
Kinder'Criend.
Een
oud
St.
Nicolaasversje.
Sinterklaas,
die
guile
man,
Trekt
zien
groote
laarzen
an.
Biedt
er
mee
naar
Amsterdam
Van
Amsterdam
naar
Spanje,
Appeltjes
van
Oranje,
Noten
van
muskaat;
Smiet
ze
over
de
straat.
Geef
de
Ideine
kinder
wat
Geef
de
grooten
'n
schup
voor
t....
HOE
OUD
IS
HET
HONDJE
VAN
JANSEN
?
?
Sint
Nicolaas,
die
van
verrassingen
houdt,
Gaf
Jansen,
die
met
juffrouw
Lies
is
getrouwd,
Wat
eeld
om
bij
Klaassen
een
hondje
te
koopen,
mt
wS
vCS
Vgemak
maar
eens
Kees
zullen
doopen.
Dat
hondje
van
Jansen
dan,
vmden
wij
alien,
5fe
wel
eens
bij
Jansen
het
huis
binnenvallen,
Al
is
het
dan
steeds
nog
ondeugend
en
stout,
Dat
Keesje
van
Jans_en.^.
dat
bees^e
worm
o^!
Nouliio^
je"^
^o
zei
er
m'n
yrouw
'es
bij
't
eten
-
Tenslotte
toch
even
ook
dit
met
.
Dat
Jansen
toch
66k
al
—
als
313
—
vijftig
jaar
is....
(Een
klein
beetje
haat'lijk,
hoewel
het
w§ar
is
.)
En
dat
ook
z'n
vrouw
alweer
veertig
]aar
oud
is.
En
die
op
d'r
twintigste
met
'm
getrouwd
is
stuiten
_
Jawei;
zei
ik
-
maar....!
Doch
m'n
vrouw,
met
te
stuiten
Die
zei:
Nee,
blijf
jij
nou
'es
even
d
r
buiten.
Het
gaat
er
nou
om,
nu
w^r
t6ch
o^ier
P^^ten,
Hoe
oud
of
precies
nu
dat
beest
is
-.
•.
-7
dus
laten
We
samen
de
zaak
nou
'es
grondig
bekijken,
Dat
was
nog
niet
deze
—
dus
hou
je
maar
sti
.
Dat
beestje,
dat
hebben
ze
vrij
lang
phouen,
Ik
meen
tot
het
zevende
jaar
na
hun
trouwen.
En
toen
toen
kwam
Pluto,
die
stumper,
och
hede
,
Die
is
na
een
jaar
door
de
tram
overreden,
Nadat-ie
een
avond
eens
weg
was
geloopen....
Toen
hebben
ze
een
jaar
geen
hond
willen
koopen,
Wat
ik
me
natuurlijk
heel
goed
kan
begrijpe
,
Maar
Jansen
-
je
weet
-
danst
naar
Lize
dr
pijpen,
Fn
als
die
begint
is-
ze
net
als
een
krater.
En
die
wou
een
hond
—
dus
een
half
jaartje
later,
hPPft-ie
d'r
een
uit
een
kennel
genomen,
Si
heeft
nou,
dat
hadden
ze
nooit
kunnen
droomen,
Na
twi
jaar
warempel
een
prijs
nog
yerworven,
M^ar
zes
maanden
later
toch.
is-ie
gestoryen....,
En
toto
iJTdatzelfde
jaar,
toen..
.
toen
kwam
d6ze.
Want
dit
is
een
jong
van
het
hondje
van
Bleeze,
Wat
kennissen
zijn,
zoo
je
\yeet,
weer
yan
Lize,
Al
zou
ik
ze
zoo,
met
permissie,
met
kiezen....
Ik
weet
dat,
wijl
Jansen
het
beestje
bestelde.
Net
toen
ik
er
bij
was,
—
en
naar
hij
vertelde
Was
het
een
Sint
Nic'laascadeau
voor
z'n
vrouw,
Eens
kiiken....
hoe
oud
is
dat
diertje
dus
nou.....
Kor^
help
'es,
en....
drommels,
vergeet
met,
das
waar,
Toen
Jansen
het
kocht,
was
het
amper
een
jaar
.
Wel,
lezers,
wanneer
U
dit
goed
hebt
gelezen,
Dan
weet
U
dus
66k
nu,
hoe
oud
Kees
moet
wezen.