Tekstweergave van GRC1938_1203-1_00002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
- 'M T,W. BROEDELET. door J . t m leefden de Hasselmans ^De laatsxe spanning. Er hing m n bijna \ghting in hun huis, welke 'n sfeer van ggj^g^^^innig deed de gezichte^^ g,, g^i^. glimlachen.^ twijfel in hun harten en ter ook .gjj gj.g teleurgesteld. niet meer uit Dat werd er humeurig van te houden^^gj^^,, j^ggj.. en driboe^j^^^jyj^ somber voor zich papa k°P Hertha, de 21-jarige been Kijj^ om wie de geheele ge- blonde c^g;^yi5- gj^g, beurtelings dol schieden sikkeneurig deed, uitgelatf^^^ ook wel reden voor. Daar n< RggcIs ists Hist r aan de hand i eersten keer hetrof't 'n aUenngmensch, op wien ze doodewas geraakt doch die van z levenswandel bleek te zijn, dnvoorwaarde- nik de deur h^ertha was n maand totaal oest, doch had er zich tenslotteet. Daarop was jonkman aan de beurt gekoma na verloop van eenigen tijiopeloos ver- velend had ge^ 'm vierkant had bedankt. El't tenminste alien schijn vai Plukjes naar 'r gunsten, de dtoch ook wel €cht opgewekte vriendelijke oogen en inneiardje. In die veroifden althans de drie Hasse moeder en dochter. Waarracht Pieter Plukjes hun to de onge- ■enste tijdenils hij daar k - Reeling lij toch niet geen -ik: Hertha mee- herhaaldel^p^^^g j. mama be- brengen, schaak met "^^^^^speten' En hatfhij Ilertha niet twee- ^ meegenomen ntar den bioscoop? teatste vooral hid toch zeker betee- , •=! Ms ie met 'n meisje naar liefdes- kenis. ^ j„ meet je zelf toch ook histories staarde^o ]^^^^^^^^^ « kW Teen schot in. Pieter vprklaarde zia maar niet. Wat zat plukje hij *'tiet zichzeU nog niet bedoelde h: 'tniet ernstig, of v,ii te timide va aard? Die vraag n de HSsselroan: zich telkens voor, zolSer er echter 'E bvredigend antwoord MaTfe^m gr^g? polste mama of- sch^n ze daar net ens meer aan twij- ^^Die ke^^'r^Sn en liep, 'n beetje treu- ria en ook wel fimlaHend aan en mama behoefde verdei eigeilijk mets meer te je 1 wel genoeg aan?" had mama daarop ^ eens ^oorzichtig gemfor- M^ar man, ik kai "m toch niet om z'n Lls 'vliege', riep lertha verontwaar- digd uit. „Hij zei", deelde Hertha aarzelend mee, „in iouw bijzijn niet, Hertha". Het ouderpaar keek elkaar glanzend aan. „En wat heb jij toen weer gezegd? drone mama nu hoopvol aan. Datte " kwam er langzaam bij Hertha uit, „dat-ie maar net zoo dikwijls moest komen als-ie wou. Maar toen is-ie 'n heele week niet geweest. Ziet u nu wel, hoe moeilijk 't voor mij if ? De drie Hasselmans zwegen 'n aogen- blik, nadenkend. u- „Misschien", opperde papa dan, „is ni] nog niet geheel besloten en wil hij je geen hoop geven v66r 't zoo ver is". „Dat zou heel verstandig en edel van m zijn", verdedigde mama Pieter. „Zoo heett je vader ook gedaan". hion En ik ben er t6ch mgeloopen, he? schertste papa. En hij dook weer onderm z'n krant. , , , , . Zondagavond v66r Sinterklaas bracht Pieter weer 'n bezoek. Hertha kwam m in de gang tegemoet, doch dat hielp mets, want hij bleef maar aarzelend aan zn baardje plukken. Hij had echter choco- laadjes voor 'r meegebracht en n boek voor mama, waarnaar ze gevraagd had en bleek tot 'n record aantal spelletjes schaak met papa bereid. Dat aUes stemde weer zcer hoopvol 1 't Gesprek kwam ook op 't Sinterklaas- o 2raa2 gravid!" zei Pieter zoo en- thousiast, dat-ie zelfs 'n oogenblik vergat aan z'n baardje te plukken. Mooi, dat was dus afgesproken. Ma en dochter knikten elkaar in 't pheim toe, dat pa toch 'n slimmerd_ was! Nu kwam Pieter morgen immers weer ! 't Laatste partijtje schaak was beeindigd. Pa had voor de zooveelste maal gewonnen. Die Pieter had tact. Nu moest hij opstap- pen. 'tWas ruim over elf. _ „Hertha laat u wel uit', zei mama Maar pa zei; „Welnee, dat is niet noo- dig Dat doe ik wel", en hij ging m voor. Even keek Hertha sip. De gang was zoo heerlijk lang! Maar dan begreep ze; te veel aanmoediging was 66k met goea. Pieter moest 't maar met zichzelf uitvech- ten. Papa was heel verstandig! De Sinterklaas-avond was aangebroken. De Hasselmans, groot en klein, zaten oni de tafel. Er werd gebeld. Half acht! Dat moest Pieter zijn. Ze hadden afgesproken, dat-ie op dat uur zou komen. 't Dienstmeisje, dat geinstrueerd was, Uet 'm binnen, in de zijkamer, waarvan de deur op 'n kier stond. Pieter moest wel op z'n teenen hebben geloopen, dat nie- mand iets van 'm hoorde. En zie, plotse- ling daalde er 'n regen van pepemoten de huiskamer binnen ! Verrast sprong Lexje op, schreeuwde, grabbelde, z'n oogen straalden. Daarop werden er chocolade-letters en andere lekkernijen gestrooid. Lexje ging nu wat benauwd terzijde, want heel duidelijk, zei- ie. had-ie om den hoek van de deur n hand gezien. Hij durfde bijna niets meer op te rapen. „Sinterklaas is toch 'n goeie man , stelde Dana 'm gerust. „Is die dan in die kamer?" vroeg Lexje en hij wees. „Ik denk 'twel", zei papa.^ „He, gaat u dan eens kijken! drong Lexje. - <• ' « - t Nee natiiijk niet!' sprak mama be- straffend. er zijn toch wel andere en gepaste ddelen on 'n man van je levoelens toen blijkai? Je zou bijvoor- hpeld eens angsteUerd kunnen vragen. . voel ie je zaam, Pieter? Zooiets moet, I^ltme, man iets'-eggen!'' pat het op n atond gedaan , be- keiide? ... Eniie?" vroeg mama nieuwsgierig, ter- wij^ papa ge'interesseerd van z'n krant op- keek. feest en dus vanzelf op Lexje Hasselman. Er vras namelijk nog 'n vierde Hasselman, het zevenjarige nakomertje, de lieveling van't gezin. ,, , ^j .. „Of Lexje nog aan Sinterklaas geloofde , vroeg Pieter. v. Mama knikte zeer stellig van 3 a. Doch papa wist het zoo niet. Maar in elk geval deed men toch, of't wel zoo was. „Laat u Sinterklaas verschijnen? m- formeerde Pieter. _ .. Papa deelde mede, dat dit m zijn hius nooit gebeurde. Lexje was daar te zenuw- achtig voor. Hij mocht eens schrikken en dan was de jongen zeker dagen van streek. „Jammer", vond Pieter Plukjes, „anders had ik wel voor den Heilige willen spelen He ja, dat zou leuk zijn geweest , jubelde Hertha, terwijl ze weer eens van ' zijn chocolaadjes snoepte. Mama was t volkomen met haar eens. En beide vrou- wen namen Pieter weer eens nauwkeurig op. Wat maakte hij toch 'n trouwhartigen, prettigen indruk! En hij was^ eigenlijk ook wel knap. Dat blonde baardje gaf m be- paald iets bijzonders! ^ ^ Maar", kwam pa nu voor den draad, „U zoudt ons wa op 'n andere manier van dienst kunnen zijn!" . . Moeder en dochter keken meuwsgieng op. Wat had papa in den zin ? Die legde uit. „Natuurlijk moet er ge ­ strooid worden voor Lexje", vertel^-ie. 'tVorige jaar heeft de jongen me bijna gesnapt. Dat doe ik dus niet meer. En als m'n vrouw of Hertha de kamer uitgaan, vertrouwt-ie 'tmaar half. Er moet dus n ander komen strooien. De meid is te on- handig. Zoudt u het misschien willen doen ?" „Dat zal Hertha wel doen!" kwam mama zeer gedecideerd tusschenbeide. „Kom Hertha, ga eens voor Lexje zien, of Sinter klaas daar is". , , Even aarzelde Hertha. Dan stond ze op en verdween in de zijkamer, waarvan 2e de deur achter zich sloot. Drie voile minuten bleef ze weg! Toen ze terugkwam, 'n beetje rood in 'tgezicht, en 'thaar wat in de war, vloog Lexje op 'r toe. „Was 't Sinterklaas ?" vroeg-ie, bijna ademloos. En 6f!" verzekerde Hertha m. ",Heb je 'm gezien?" wou Lexje nog weten. „Nee, dat niet", kwam't 'r aar ­ zelend 'bij de blonde zuster uit „In de kamer hier naast was geen licht aan". . j Hoe kon je dan in 't donker weten, dat 't Sint Nicolaas was ?" drong Lexje weer aan. „Omdat", verried Hertha zich nu, ter ­ wijl ze met 'n verheerlijkten glimlach werktuiglijk langs 'r wang streek, „ik heel duidelijk z'n baard heb gevoeld . Papa en mama knikten tevreden, be- grepen: Sinterklaas had voor Hertha em delijk de lang verwachte surprise ge- bracht! Bii het jaarlijks terugkeerend feest van St. Nicolaas, dat zoo algemeen wordt ge- vierd in ons land, zal het wellicht vele lezers interesseeren het een en ander over deze historische persoonlijkheid, over zijn vereering gedurende de eeuwen en over enkele gewoonten, welke bij de viering m- gang hebben gevonden, te vernemen. Wij zullen daarom beginnen met het verhaal van het leven van den heilige. St. Nicolaas werd op het eind van ae derde eeuw onzer christelijke jaartelling te Patare in Lycie geboren. Ofschoon zijn niet onbemiddelde ouders gemakkelijk de voorgenomen studies van den jongen, die een helder verstand scheen te bezitten, hadden kunnen bekostigen, stemden zij er toch in toe, dat een oom van moederszijde, die aartsbisschop van Myra was, hem bij zich nam om hem voor den geestelyken stand op te voeden. Daar Nicolaas buiten- gewoon zacht en menschlievend was en bovendien zich tot het priesterschap a^an- getrokken gevoelde, ontving hij de wijdm- gen schonk daarop zijn goederen, welke hij inmiddels van zijn overleden ouders had verkregen, weg aan de armen en be- gon te midden van zijn drukken arbeid een leven van soberheid en versterving. Het volgende gebeuren was aanleiding tot zijn vertrek uit de stad, waar hij reeds zoovele jaren geestelijken arbei_d had ver- richt. Te Myra woonde een edelman, die tot armoede was gekomen, waarschijnlijk tengevolge van een achteruitgang m zijn zaken. Daar de man een dochter kon uit- huwelijken, maar geen geld had om haar een bruidsschat mee te geven, spoorde hij haar aan het geld op een minder eerzame wijze te verdienen. Naar het schijnt, kwam dit Nicolaas ter oore, die des nachts een beurs met geld door het openstaande raam wierp. Hetzelfde deed hij een tweede en derde maal, toen de tweede en derde doch ­ ter moesten worden uitgehuwelijkt en de man geen kans zag de noodige gelden vooi den bruidsschat bijeen te krijgen. Daar door dit voorval Nicolaas' vrijgevigheid algemeen bekend was geworden, en de heilige tot iederen prijs onbekend wilde blijven, besloot hij uit Myra te vertrekken. Hij koos zee en bracht een bezoek aan verschillende landen van Europa en Afrika. Tiidens deze reis, zoo verhaalt ons zijn biograaf, heeft hij eenmaal door zijn gebed den storm gestild en eenmaal een matroos die uit den mast was gevallen en op het doodsbed lag, wederom ten leven opgewekt. Na de zeereis trok Nicolaas pch terug in een klooster in Lycie, waar hij een rus- tige verblijfplaats meende te hebben ge ­ vonden. A1 spoedig bleek hoe hij zich had misrekend, daar Nicolaas' oom kwam te overlijden en het volk van Myra den een- voudigen priester van Patare tot bisschop uitriep. Niettegenstaande hij bad en smeek- te van zulk een verheven ambt verschoond te blijven, hield het volk bij hem aan, waarop St. Nicolaas naar Myra trok en er zijn intrek nam in een kleine herberg, waar UIT HET LEVEN VAN ST. NICOLAAS een kind van de waardin eens met kokend water zat te spelen tijdens zijn aanwezig- heid, zonder dat het daarvan eemg letsei ondervond. Onder het pontificaat van Nicolaas woedden de vervolgingen van keizer Diocletianus en Maximilianus, die den bisschop in 284 in ballingschap zon- den. Maar noch in dien tusschentijd, noch na zijn terugkeer in 306 hield Nicolaas op zijn liefdewerk met ijver voort te zetten. Volgens sommigen zou de heilige ook nog eenigen tijd in de gevangenis hebben doorgebracht totdat Keizer Constantijn, na zijn overwinning op de legers der heidenen, aUe Christenen bevrijdde. Uit het leven van St. Nicolaas worden nog verschillende wonderen verhaald. Zoo zou hij eens ^le kinderen, die door een dronken vader waren geslacht, wederom ten leven heb ­ ben opgewekt en drie officieren uit het leger van Diocletianus, die in de gevange ­ nis vertoefden, hebben bevrijd door m een droom aan den keizer te verschijnen en hem tot betere gedachten te brengen. De H. Nicolaas stierf den 6en December 342 en werd te Myra begraven. Zijn stoffelijk overschot bleef daar rusten tot 1089, toen eenige Venetianen naar Myra reisden, om er het lichaam van den heilige terug te halen, wijl de stad in 1036 door de Tur- ken was overvallen en verwoest. Zij von- den het lichaam en omdat zij het voor de toekomst liever in veiligheid brachten, be ­ sloten zij het te Bari in Itahe bij te zetten. Met groote plechtigheid werd de vloot. welke het stoffelijk overschot van den heilige meevoerde, te Bari, een haven in de Middellandsche Zee, binnengehaald, waar terstond met den bouw van een basiUeK een aanvang werd gemaakt. De bewoners- legden het gebeente van St. Nicolaas onde: een altaar-tombe van zilver, rijk versierd met reliefwerk ^n bekroond met een beelcl van zilver, dal den bisschop in vol ornaai voorstelt. H P B DE STALDEUK. V . r •f Tot de gewoonten omstreeks het St. Nicolaasfeest behoort ook het plaatsenvan de roede achter de staldeur, ter bevorde- ring der vruchtbaarheid van het vee. Dit ziet men o.a. in Beieren, waar de herder dit oude gebruik nog volgt. De roede blijft den geheelen winter achter de staldeur staan, waar de herder ze heeft neergezet. In de lente drijft hij het vee er mede naar buiten, onder het uitspreken van een rijmpje, dat de bedoeling van deze han- deling verduidelijkt. Nog een ander zonderling gebruik, dat eenigszins verband hield met het boven- staande, vond men bij de Germanen en ook bij de Romeinen: daar bewerkte men elkaar af en toe met de roede, terwijl ook de kinderen van tijd tot tijd zonder be- paalde reden duchtig werden afgerost. -'lit in de overtuiging te hebben deze hardhandige lief- aanbrengen! j DE STOOMBOOT TJIT SPANJE. St. Nicolaas komt in alle plaatsen van Nederland per boot uit Spanje aan. Waar- om Spanje het voorrecht heeft St. Nicolaas binnen zijn grenzen gedomicilieerd te zien, terwijl Lycie, de geboortestreek van den Heilige, in Klein-Azie ligt, is niet met zekerheid bekend. In het midden der vorige eeuw heeft dr. Elco Verwijs een serie Noord- en Zuid-Nederlandsche St. Nico- laasliedjes gebundeld en volgens deze zou een en ander verband houden met de oude zonneliederen. Spanje zou dan nl. het heerlijk lichtrijk symboliseeren. J. ter Gouw, de historicus, is echter een andere meening toegedaan. Hij meent, dat de boot verband houdt met de Plaats, welke Spanje in de gedachten van de Ibe eeuwsche Nederlanders innam. 'Toen waren onze handelsrelaties met Spanje immers zeer nauw en voerden onze schepen de kostbaarheden en heerlijkste lekkernijen uit Spanje aan. Deze stelling schijnt te worden bevestigd door een West-Vlaamsch St. Nicolaasliedje, waarin men, terwilie van het rijm, een St. Nicolaas heeft ^^ge- lascht, die veel later leefde, nl. St. Nico ­ laas van Tolentijn. Het liedje is als volgt . DE SCHOEN MET STROO ER IN. Er bestaat een onmiddellijk verband tusschen het plaatsen van een schoen onder den schoorsteen en den schoor- steen zelf. „De Wilde Jager" immers, die een latere hervorming van den geest Wo- dan is, kwam eveneens door den schoor ­ steen naar omlaag. Het plaatsen van een schoen met daarin wat stroo is al zeer ^d, daar het vroeger reeds heette „voor WodM en zijn paard", terwijl in de Oudnoorsche sage het stroo heet „Sleppiner's spijs . St. Nicolaas van Tolentijn, Breng mij mee wat lekkerding, Lekkerding uit Spanje. ST. NICOLAASGEBKUIKEN EN HUN OORSPRONG. Volksheilige en Kinder'Criend. Een oud St. Nicolaasversje. Sinterklaas, die guile man, Trekt zien groote laarzen an. Biedt er mee naar Amsterdam Van Amsterdam naar Spanje, Appeltjes van Oranje, Noten van muskaat; Smiet ze over de straat. Geef de Ideine kinder wat Geef de grooten 'n schup voor t.... HOE OUD IS HET HONDJE VAN JANSEN ? ? Sint Nicolaas, die van verrassingen houdt, Gaf Jansen, die met juffrouw Lies is getrouwd, Wat eeld om bij Klaassen een hondje te koopen, mt wS vCS Vgemak maar eens Kees zullen doopen. Dat hondje van Jansen dan, vmden wij alien, 5fe wel eens bij Jansen het huis binnenvallen, Al is het dan steeds nog ondeugend en stout, Dat Keesje van Jans_en.^. dat bees^e worm o^! Nouliio^ je"^ ^o zei er m'n yrouw 'es bij 't eten - Tenslotte toch even ook dit met . Dat Jansen toch 66k al als 313 vijftig jaar is.... (Een klein beetje haat'lijk, hoewel het w§ar is .) En dat ook z'n vrouw alweer veertig ]aar oud is. En die op d'r twintigste met 'm getrouwd is stuiten _ Jawei; zei ik - maar....! Doch m'n vrouw, met te stuiten Die zei: Nee, blijf jij nou 'es even d r buiten. Het gaat er nou om, nu w^r t6ch o^ier P^^ten, Hoe oud of precies nu dat beest is -. •. -7 dus laten We samen de zaak nou 'es grondig bekijken, Dat was nog niet deze dus hou je maar sti . Dat beestje, dat hebben ze vrij lang phouen, Ik meen tot het zevende jaar na hun trouwen. En toen toen kwam Pluto, die stumper, och hede , Die is na een jaar door de tram overreden, Nadat-ie een avond eens weg was geloopen.... Toen hebben ze een jaar geen hond willen koopen, Wat ik me natuurlijk heel goed kan begrijpe , Maar Jansen - je weet - danst naar Lize dr pijpen, Fn als die begint is- ze net als een krater. En die wou een hond dus een half jaartje later, hPPft-ie d'r een uit een kennel genomen, Si heeft nou, dat hadden ze nooit kunnen droomen, Na twi jaar warempel een prijs nog yerworven, M^ar zes maanden later toch. is-ie gestoryen...., En toto iJTdatzelfde jaar, toen.. . toen kwam d6ze. Want dit is een jong van het hondje van Bleeze, Wat kennissen zijn, zoo je \yeet, weer yan Lize, Al zou ik ze zoo, met permissie, met kiezen.... Ik weet dat, wijl Jansen het beestje bestelde. Net toen ik er bij was, en naar hij vertelde Was het een Sint Nic'laascadeau voor z'n vrouw, Eens kiiken.... hoe oud is dat diertje dus nou..... Kor^ help 'es, en.... drommels, vergeet met, das waar, Toen Jansen het kocht, was het amper een jaar . Wel, lezers, wanneer U dit goed hebt gelezen, Dan weet U dus 66k nu, hoe oud Kees moet wezen.